8ste ZONDAG A – 26 FEBRUARI 2017 ‘DE LELIES OP HET VELD’
‘God die ons heeft voorzien …’, zo begint een kerklied over Gods voorzienigheid, barmhartigheid en Liefde. De goddelijke Voorzienigheid, het was een groot geloofspunt voor vele mensen vroeger en het blijft ook vandaag een grote steun en troost: God leidt alles in goede banen, ten einde toe. Zoals het lied zingt:
‘Geen toekomst en geen dood bedreigt ons meer voorgoed. Genadig en getrouw wil Hij mijn vrede zijn. Geen mens die Hem weerhoudt om onze God te zijn.’
Dat is een onnoemelijke bron van vertrouwen, zoals we in het evangelie zullen horen: ‘maak je geen zorgen over je leven.’ Maar we mogen hierin niet naïef zijn, in de zin van ‘God zal alleen wel voor alles zorgen; laat alles dus maar waaien en draaien en zelf kan ik ondertussen lustig flierefluiten en pierewaaien. In de eerste plaats zijn wij zelf geroepen om in vrijheid te kiezen voor al wat waar is, schoon en goed, om te kiezen voor het Koninkrijk van God.
Sion zegt: ‘De HEER heeft mij verlaten, mijn Heer is mij vergeten.’ En de Heer antwoordt: Maar kan een vrouw haar zuigeling vergeten of harteloos zijn tegen het kind dat zij droeg? En ook al zou een moeder haar kind vergeten, neen, Ik vergeet u nooit! (Jesaja 49,14-15)
Daarom zeg Ik u: weest niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten of wat ge zult drinken, en ook niet voor uw lichaam, wat ge zult aantrekken. Let eens op de vogels in de lucht: ze zaaien niet en maaien niet en verzamelen niet in schuren… En wat maakt gij u zorgen over kleding? Kijkt naar de leliën in het veld: hoe ze groeien. Maar zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid; dan zal dat alles u erbij gegeven worden. (uit Matteüs 6,24,34)
‘GOD OF DE MAMMON …’
De ‘mammon’, het woord wordt maar enkele keren in het evangelie gebruikt, maar het staat wel in de ‘grote Van Dale’: de 'geldgod', zo wordt het daar omschreven. Dat verwijst naar de bekende spreuk in het evangelie: ‘Niemand kan twee heren dienen, God en de mammon’. Het is één van de twee: God of geld. Je moet kiezen. Wie het geld als zijn heer kiest, maakt er zijn god van en dient een afgod. Is het dan niet mogelijk om God oprecht te dienen en tegelijk aan geld het belang te hechten dat het verdient? Van lucht alleen kunnen we immers niet leven: voeding, kleding, een dak boven het hoofd, dat hebben we allemaal nodig en daarvoor is geld onmisbaar. Geld, bezit en aardse goederen mogen dus onze aandacht en zorg krijgen. Maar we noemen geld ook wel eens ‘het slijk der aarde’. Want ontsporing is mogelijk en bestaat. Sommige (vele?) mensen blijken immers verslaafd aan geld en worden verteerd door een geldhonger, die nooit verzadigd is of gestild kan worden. Daarom spreekt het evangelie vandaag zo radicaal. We lezen hier een ontmaskering van het geld dat de wereld regeert en van de mensen afgodendienaars maakt. Je moet blind zijn om die afgoderij niet op te merken. Voor geld is alles te koop. Van alles wordt koopwaar gemaakt, ook van mensen. De waarde van mensen wordt maar al te vaak uitgedrukt in geld. Met de economie als – enige – invalshoek wordt de waardigheid van de mens herleid tot zijn marktwaarde. Het geld bepaalt dan de manier van leven, want tijd is geld. Kerken bouwen we niet meer, die brengen toch niet op. De meest imposante bouwwerken van vandaag zijn tempels van het geld: ze dienen de winst of ze pronken ermee. Kijk maar even rond, waar je ook woont of komt. Overal eisen ze de aandacht op, de miljardentempels van het geld, de macht en de hoogmoed. In het licht van het evangelie kunnen we zien hoezeer de verafgoding van het geld een bedrieglijk waanbeeld is dat mensen misleidt. ‘Wie van u is in staat met al zijn tobben aan zijn levensweg één el toe te voegen?’ ‘Maak je geen zorgen over wat je zult eten of drinken en wat u zult aantrekken. Is het leven niet meer dan voedsel en het lichaam niet meer dan kleding?’ Op een dieper niveau maken we ons zorgen om het geluk van onze partner, de kinderen en de kleinkinderen – maar dan gaat het doorgaans ook enkel of vooral om geld. Geluk is evenwel niet te koop en geld alleen blijkt niet gelukkig te maken. ‘Kijk naar de lelies, hoe ze groeien in het veld. Let op de vogels in de lucht, hun hemelse Vader voedt ze. Zijn jullie niet meer waard dan zij?’ Tweeduizend jaar na Christus lijkt het wel alsof we in onze omgang met geld en bezit nog helemaal aan het begin staan. Waar het echt om gaat is de oproep van het evangelie van vandaag: ‘Zoek eerst het Koninkrijk van God en zijn gerechtigheid.’ Dat koninkrijk is geen ver land dat we eens hopen te bereiken, alleen maar muziek voor later. Hier moeten we het zoeken. Dat Rijk van God is daar waar Gods liefde zichtbaar wordt in mensen. Zijn gerechtigheid geschiedt waar mensen tot hun recht worden gebracht. Daar moet onze zorg naar uitgaan: naar de werkzame aanwezigheid van Gods Geest in ons en in de wereld. We zijn oneindig groot in Gods ogen en het leven van elke mens is oneindig kostbaar voor zijn Liefde. Kijk naar de lelies in het veld, prachtiger dan de koninklijke praal van Salomo. En let op de vogels in de lucht, ze leren wat leven is. Het komt erop aan dat wij leren leven vanuit God, die werkzaam is in ons en door ons. Een God die, in een sfeer van vaderlijke en moederlijke zorg voor elkaar, ons draagt en voedt en de weg opent naar welzijn en bevrijding. En dat is voor geen geld ter wereld te koop! (Geïnspireerd door Dominicanen: ‘Preek van de week’)
CONSIDERATE LILIA
Laat geen angst uw hart verharden, nu gij bitse woorden hoort. Overdenk in de benarde tijd de troost van 't Levend Woord: krijgstrofeeën worden flarden. doch de lelies bloeien voort.
Waar is Salomon gebleven, waar zijn tempels heerlijkheid? Al zijn pracht werd om het even; al zijn volk is wijd verspreid. Maar het Hooglied, neergeschreven uit zijn hart, verduurt de tijd.
Wat historieschrijvers melden maakt alleen uw zorgen groot. Leest gij in 't begaan der helden meer dan 't voorspel van hun dood? Slechts de leliën der velden kunnen schitteren zonder nood.
Ruil om 't wisselspel der machten niet uw eenvoud voor een schijn. Zing uw lied; zet uw gedachten enkel op een koel refrein. Stoor u niet aan 't vlot verachten door wie zonder schoonheid zijn.
Gun de dwaasheid aan de zotten, aan begerigen de buit, waar 't bederf van roest en motten de voltooiing van besluit. Kies hetgeen zij 't liefst bespotten u voor 't allerdierbaarst uit.
Al wie door geweld regeren zullen door geweld vergaan. Laat uw hart niet murmureren. maar wil 's Heren woord verstaan: op wat u de lelies leren komt het al uw leven aan!
Anton van Duinkerken
|