DE ONBEDAGTSAAMHEID
Zie Keesje! deze doode mug Vloog nog zo even blij en vlug Maar 't is door onbedagtsaamheid, Dat hij nu dood op tafel leit.
Hij had in 't kaarslicht zulk een zin, En vloog er onvoorzichtig in. Nu ligt hij daar: maar 't is te laat. Er is voor 't mugje nu geen raad.
Hij werd bedrogen door den schijn. O! Laat ons dit tot leering zijn, Dat, eer men iets gewigtigs doet,
Men zich wat lang bedenken moet. Eén uur van onbedagtsaamheid Kan maken dat men weeken schreit.
Hiëronymus van Alphen (1746-1803)
|