26ste ZONDAG A – 1 OKTOBER 2017
‘DE GEZINDHEID DIE OOK IN JEZUS WAS’
Zusters en broeders,
als vermaning in Christus en liefdevolle bemoediging,
als gemeenschap van Geest,
hartelijkheid en mededogen u iets zeggen,
maak mijn vreugde dan volledig
door uw eenheid van denken,
uw eenheid in de liefde,
uw saamhorigheid en eensgezindheid.
Geef niet toe aan partijzucht en ijdelheid,
maar beschouw in alle nederigheid
de ander als hoger dan uzelf.
Laat niemand alleen zijn eigen belangen behartigen,
maar ook die van de anderen.
DIE GEZINDHEID MOET ONDER U HEERSEN
DIE OOK IN CHRISTUS JEZUS WAS
(Filippenzen 2,1-5)
EEN MENS ALS BROOD
Hij leerde ons de betekenis en de waarde
van het eenvoudige onaanzienlijke leven.
Laag bij de grond, onder arme mensen,
zaaide hij zijn onweerstaanbare hoop.
Niet om te oordelen kwam Hij,
maar om op te richten,
om te genezen
waar een mens ook aan lijden mag.
Waar Hij kwam
begonnen mensen vrijer te ademen.
Blinden gingen de ogen open,
kleine mensen verhieven hun hoofd
en noemden God hun Vader.
Als nieuwgeboren kinderen werden ze.
Allen riep Hij op tot leven.
Een goede boodschap bracht Hij,
in heel het land een gebed,
een weg die men gaat,
een licht dat men in handen houden kan
tegen de duisternis.
Een mens als brood
dat smaakt naar hoop,
bitter en zoet.
Een woord dat zich uitdeelt,
dat zich weerloos wegschenkt
in de duizendvoudige dood
waaraan wij allen sterven.
Een woord
waartegen geen dood is opgewassen,
dat opstaat en in het leven roept,
onweerstaanbaar:
waarlijk deze mens was Gods Zoon.
Lothar Zenetti
|