TWEE KAMERTJES IN EEN RUSTHUIS
Elk ding in je huis
vertelt een stukje van je levensverhaal.
Hoe hou je jezelf bij elkaar
als alles wordt opgeruimd?
Misschien is er nog ergens een klein dorp met een bibliotheek die te weinig boeken heeft, zegt mijn vader hoopvol. Daar zou ik graag mijn boeken aan geven.
Ik heb het hart niet om hem te zeggen dat kleine dorpen al lang geen bibliotheek meer hebben. Dat de 400 boeken in zijn rekken, in vier talen en uit de jaren veertig tot zeventig, niemand nog interesseren.
DE BOEKEN ZIJN ZIJN TROTS
Vele heeft hij opnieuw zelf ingebonden en van een gekalligrafeerde titelpagina voorzien. Ik zal er een paar in mijn boekenkast proppen en misschien krijg ik mijn kinderen zo gek dat ze hetzelfde doen, maar de rest moet naar de kringloopwinkel en ik wil niet weten wat er dan mee zal gebeuren.
Dat koffieservies is nog van de moeder van je vader geweest, zegt mijn moeder. Ik heb het nooit durven gebruiken, want ze kreeg het voor haar trouw van het kasteel waar ze als dienstmeisje werkte. Dat ga je toch goed bewaren, hè?
Ik knik lafhartig, want ik weet dat de lila bloemetjes zullen vloeken met mijn interieur. Het servies roept bij mij vooral saaie uren van eindeloos afstoffen op. Maar mijn moeder is trots dat ze dit erfstuk ongeschonden kan doorgeven.
Mijn ouders staan op de dringende wachtlijst voor een woonzorgcentrum. Ze wonen al sinds 1953 in hun huis, dat van zolder tot kelder zit volgestouwd met onmisbare attributen.
EN NU KUNNEN ZE NIET HOREN DAT DIE WAARDELOOS ZIJN
Ik weet dat het niet anders kan, maar ik zou het hen willen besparen. Oud en versleten worden is afscheid nemen. Van je kracht en je gezondheid. Van je scherpe verstand en je klare kijk op de zaken. Van je hobby's en bezigheden, één voor één. Van de tijd dat mensen je mening respecteerden of je om raad vroegen. Van het recht om zelf te beslissen wat er met je gaat gebeuren. Van al je gekoesterde spulletjes.
TOT ER NIETS MEER ZAL OVERBLIJVEN DAN TWEE KAMERTJES IN EEN RUSTHUIS
Oud en versleten worden is een les in nederigheid, die mijn ouders elke dag opnieuw moeten leren. Het gaat niet vanzelf. Ook als je stokoud bent, kunnen je emoties hoog oplopen. Dat stopt pas bij de dood, denk ik.
Ik wens mijn ouders elk een engel om hen daarheen met veel zachtheid te begeleiden. Zonder haast, maar met veel mededogen.
Kolet Janssen
|