33ste ZONDAG A: 19 NOVEMBER 2017
‘DE ZACHTE DINGEN’
De voorbije weken had Jezus het al bij herhaling aan de stok met farizeeën en schriftgeleerden, die er van langs kregen omwille van hun huichelarij en hypocrisie: ‘zware lasten voor anderen, die ze zelf met geen vinger aanraken’ en ‘God eren met de lippen, met een hart dat ver van Hem verwijderd is’. Nog steeds in de context van die lange resem van verwijten vertelt Jezus nu de overbekende parabel van de talenten.
Bij ‘talenten’, denken we vaak spontaan aan de gaven die iemand van ‘moeder natuur’ heeft meegekregen om vooruit te komen en om het te maken in onze maatschappij … eventueel met het nodige ellebogenwerk of de welgekomen vriendjespolitiek.
Bij Jezus gaat het evenwel nooit over ‘carrière maken’, ‘er geraken’, ‘vooruitkomen’ en al zeker niet over ‘ellebogenwerk’ of ‘vriendjespolitiek’. Zijn enige bekommernis is altijd weer het Rijk van God, kortom een wereld en een leven zoals God die voor ogen heeft en daarover gaan dus ook de lezingen van vandaag: de zachte dingen krijgen hier de voorrang. De talenten, waar het echt op aan komt om een mooie wereld – en ja, ook een mooi gezin op te bouwen.
Het is dan ook goed om eens aandacht te schenken aan de eerste lezing uit het boek ‘Spreuken’, waarin de lof van een goede vrouw en moeder op unieke wijze bezongen wordt.
Een goede vrouw, wie zal haar vinden?
Zij is meer waard dan edelstenen.
Haar man kan zich op haar verlaten,
hij zal er wel bij varen.
Haar handen rusten nooit,
ze is altijd aan het spinnen of weven.
Diezelfde handen strekt ze uit naar arme mensen,
wijd opent zij haar armen voor wie in nood is.
Wat zij zegt, is vol wijsheid,
haar aanwijzingen zijn altijd vriendelijk.
Haar kinderen zijn trots op haar,
haar man is vol lof.
Er zijn meer goede vrouwen,’ zegt hij dan,
‘maar jij overtreft ze allemaal.’
Charme is bedrieglijk en schoonheid verdwijnt snel,
lof verdient alleen een vrouw die leeft in ontzag voor de Heer.
Dat zij de vruchten mag plukken van al haar werk!
Laat heel de stad haar naam met ere noemen!
(‘Spreuken: 31, 10-31, enkele verzen)
---
‘Uitstekend, goede en trouwe dienaar,
over weinig waart ge trouw,
over veel zal ik u aanstellen.
Ga binnen in de vreugde van uw heer’.
(Matteüs 25, 21 en 23)
‘VROUW, BEELD VAN ZACHTE WAARDEN’
De passage uit het boek ‘Spreuken’ is een ode aan de vrouw, een reeks van talenten, geïdealiseerd weliswaar, maar toch goed herkenbaar. Deze lezing is goed op haar plaats bij de parabel van de talenten.
Maar wat ben je met kwaliteiten, als ze niet tot ontwikkeling mogen komen, met talenten, die geen kans krijgen? Na heel wat literatuur – vooral van vrouwelijke signatuur – kan ik heel veel in één zin samenvatten: ‘Dames, juffrouwen, men heeft je in de loop der tijden heel wat te kort gedaan!’. Je was ‘de dochter van X’, of ‘de vrouw van Y’ en daarmee was alles gezegd. Er was zelden sprake van je eigen persoonlijkheid. Wat de geschiedenis betreft, je kwam er weinig in voor … tenzij met bedenkelijke rollen als Cleopatra en Madame de Pompadour. Het waren mannen die de macht van pen en papier hadden, die de geschiedenis schreven in mannelijke termen, beelden en symbolen.
Stel je even voor dat wij dat allemaal eens omdraaien. Dat het vrouwen zijn, die met gezag het woord voeren in bestuursorganen. Dat mannen slechts in 1948 stemrecht krijgen. Stel je eens voor dat wij alleen maar over ‘haar’ spreken en tegelijk ook ‘hem’ bedoelen. Dat wij zouden spreken van ‘aartsmoeders’ in plaats van aartsvaders. En de God van Abraham, Isaak en Jacob, wordt in dezelfde beweging dan de God van Sara, Rebecca en Rachel. Het lijkt lachwekkend, maar laat vooral zien hoezeer het ‘mannen-denken’ dominant is. Deze ommekeer toont aan in welke mate het ‘vrouwen-denken’ toch nog achterblijft in onze wereld! Dat dit niet kon blijven duren, lag voor de hand en het is maar goed dat er de voorbije jaren al heel wat is veranderd.
Ook ‘Adam’ en ‘Eva’ zijn sterk veranderd … Vandaag is de arbeid – fysisch althans – heel wat lichter geworden. Adams zweet is afgenomen. En Eva is uit de schaduw getreden, waarin ze jarenlang geleefd heeft. Vrouwen werden bewust van hun gelijkwaardigheid. We hoorden van ‘emancipatie’ en ‘feminisme’: man en vrouw, gelijk voor de wet; of om het sappiger te zeggen: ‘elk de helft van de koek!’ Met grote veranderingen in de samenleving en meer aandacht voor rechtvaardigheid in verantwoordelijkheid, taken en posten.
En de vrouw in de Kerk? Wat we over de samenleving gezegd hebben, vinden we terug in de kerk: de vrouw doet veel maar heeft weinig touwtjes in handen.
Als we nu even volgende bedenking maken. Jij en ik, en alle andere mensen, werden bemind, geborgen, gedragen in de moederschoot … 9 maanden. Toen werden wij geboren in die grote wereld. En heel ons leven zoeken wij een dak boven ons hoofd, zoeken wij geborgenheid en menselijke warmte. Wie dit niet ervaren heeft, gaat vaak gekwetst door het leven. Die liefde van toen behoudt een moeder een leven lang. En dit betekent heel wat: aanwezigheid, tederheid, wijsheid, begrip en vergiffenis. Oog hebben voor het kleine. Vreugde, maar ook verdriet. Meegaan … soms heel ver, tot onder een kruis. Vrouwen, gehuwd of ongehuwd, dragen in zich de gave van leven geven en leven bevorderen.
Maar waarom worden deze vrouwelijke talenten, deze typische zachte waarden in de Kerk niet aangewend? Traditioneel wordt zij ‘moeder’ genoemd. Des te meer dient haar roeping ‘teken van Jezus’ in de wereld te zijn. Want juist Jezus heeft deze zachte waarden verkondigd en voorgeleefd. Jezus’ boodschap van deze zondag is heel duidelijk: ‘Wie zijn talenten niet gebruikt wordt streng beoordeeld. Daaruit kunnen wij afleiden, dat beletten om talenten te ontplooien even erg is! Het tweede Vaticaans concilie was een sterk signaal en een vernieuwende impuls. Dit moet ook zo blijven. De éénzijdige mannelijke verkondiging moet een andere klemtoon krijgen. Vrouwen moeten de gelegenheid krijgen om dezelfde boodschap te brengen vanuit hun eigenheid.
Het is nodig dat vrouwen dezelfde kansen krijgen als mannen om de maatschappij te organiseren. Naast het zakelijke, nuchtere denken, dient er plaats te zijn voor het hartelijke. Mogen vrouwen en mannen samen vorm geven aan het mensbeeld. Moge het evangelie ons hierin leiden! God heeft de vrouw niet geschapen uit het hoofd van de man: hij mocht zich haar meester wanen. Noch uit zijn voeten: zij mocht zich zijn slavin voelen. Maar uit de zijde van de man schiep Hij haar, opdat zij dicht bij zijn hart zou zijn. Zo staat het in de Talmoed … en daar begint de eerbied voor elkaar.
(gebaseerd op een homilie van Romain Audenaert uit 2002 – Sindsdien is er veel ten goede gekeerd, maar de zachte waarden blijven in de verdrukking)
LAAT MIJ VREUGDE BRENGEN
WAAR DROEFHEID HEERST
Hoe zal het ooit zichtbaar worden
dat God met ons verbonden blijft
als er geen mensen gevonden worden
die voor elkaar willen instaan?
Hoe zal God ooit onder ons kunnen wonen
als er geen mensen gevonden worden
die voor elkaar ruimte maken,
ook al hebben ze elkaar niet uitgezocht?
Hoe kan Gods woord tot ons spreken
als er geen mensen gevonden worden,
die elkaar daarop durven aanspreken?
Hoe kan in deze wereld geloofwaardig worden
dat God met ons meegaat
als er geen mensen te vinden zijn
die het met elkaar willen uithouden
en elkaar houden aan Zijn Woord?
Hoe kan God mensen rechtop doen gaan
als er geen mensen te vinden zijn,
die te maken willen hebben
met hen die zijn terneergedrukt?
(Uit bezinningsmomenten van Ziekenzorg CM)
---
DE PIËTA’S
Iets maakt de lippen der piëta’s droever
in de schemer der kerken, achteraan,
als kwam, al de onrust van duizend moeders,
hier, voor de tralies, bij kaarslicht te saam.
Zij zaten alleen – inderhaast aan markt en
keuken ontsnapt, vrouwtjes klein en devoot –
te zwijgen. En elk was een moeder van smarten,
met welk zwaard in het hart, met welk kind op de schoot?
Maar kruistocht, en lijkwâ, en nagels ontbonden
hen zozeer, dat elk te verhalen begon
haar eigen calvarie, de dolorosa te troosten.
Zoals moeders voor moeders wel doen. De zon
was al onder. Zij waren al thuis. Zij moesten
al sterven, godweet. Maar Maria’s mond
bewaarde elk woord van de duizend droeve
piëta’s. Omdat zij elk woord verstond.
Roger Verkarre
|