1ste ADVENTSZONDAG B: 3 DECEMBER 2017
‘VERHEFT UW HART, WEEST WELGEMOED’
‘Verheft uw hart, weest welgemoed …’, het is een goed gekend lied uit de traditie, dat heel goed de stemming weergeeft, die past bij de voorbereidingstijd op Kerstmis, die de Advent is. We vieren trouwens ‘een kerkelijk nieuwjaar’, want met de advent begint een nieuw kerkelijk jaar.
In deze tijd is er evenwel nog geen sprake van uitbundigheid. We kunnen beter spreken van ‘een getemperde vreugde’: de horizon licht reeds op, maar we leven nog in de tijd van de ‘verwachting van …’ of ‘het uitzien naar …’.
Daarom wijst deze zondag van oudsher ook op aandacht en waakzaamheid: ‘wees waakzaam! word wakker! Let maar op dat je deze verwachting niet uit het oog verliest!’ Door tal van omstandigheden of invloeden kunnen wij inderdaad ingedommeld zijn, alleen nog uit routine handelen, zonder enige bezieling, of onbewust meedrijven met de trends en de opvattingen die het goed doen in onze tijdsgeest.
Daarom ook dat telkenjare deze oproep weerkeert: ‘Ontwaak, wees waakzaam, word wakker’, laat je niet in slaap wiegen in de dagelijkse sleur! want misschien zijn wij langzaamaan wel ingeslapen.
U, HEER, bent onze vader,
van oudsher heet u Onze beschermer.
Waarom, HEER, liet u ons afdwalen van uw wegen?
Waarom hebt u ons onbuigzaam gemaakt,
zodat wij geen ontzag meer voor u hadden?
Keer toch terug, omwille van uw dienaren…
Niemand is er die uw naam nog aanroept,
niemand heeft de moed om op U te steunen;
want U hebt uw gelaat voor ons verborgen,
en ons prijsgegeven aan onze schuld.
En toch, Heer, bent U onze vader.
Wij zijn de leem, U bent de boetseerder,
wij zijn allen het werk van uw hand.
(Jesaja 63, 16.17 en 64,6.7)
---
Weest dus waakzaam,
want ge weet niet
wanneer de heer des huizes komt,
‘s avonds laat of midden in de nacht,
bij het hanengekraai of ‘s morgens vroeg.
Als hij onverwachts komt
laat hij u dan niet slapend vinden.
En wat Ik tot u zeg, zeg Ik tot allen
weest waakzaam!’
(Marcus 13,35-37)
‘WEEST WAAKZAAM …’
Laten we nog maar eens beginnen met een gekende, oude fabel die ons vandaag goed op weg kan zetten. Iemand stelde eens deze vraag: ‘Kan je me zeggen, advent, wat is dat nu eigenlijk?’ En de andere, die niet eens zo geleerd was, antwoordde: ‘wacht tot het heel donker is, vanavond; open dan de deur van je huis, kijk een tijdje in de koude, donkere nacht, en ga dan op weg naar de zon, met een groot geloof dat licht en warmte toch zullen komen. Zo is de advent…’, zei hij.
Inderdaad, zo is de advent: vol vertrouwen verlangen naar de komst van Jezus op aarde, als licht en warmte voor ons leven en onze wereld, en met veel geduld daarop blijven hopen. Het is zelfs een beetje durven dromen, zoals in een simpel lied gezongen wordt: ‘Advent is dromen dat Jezus zal komen, dromen van vrede voor mensen van heden.’
Altijd weer geloven dat het toch mogelijk is, die verandering van ons leven en van onze wereld, die begonnen is met de geboorte van een Kind in een stal. Altijd weer geloven dat er mensen zijn en zullen zijn, die niet kiezen voor rijkdom en macht, voor geweld en verdrukking … maar voor zijn Rijk van waarheid, heiligheid en liefde, gerechtigheid en vrede ...
Als dat gebeurt, waar dat gebeurt, die andere keuze, komt Jezus vandaag op aarde, wordt Hij vandaag opnieuw geboren.
Openheid en ontvankelijkheid, verwachting en waakzaamheid, het zijn de deugden die passen bij de advent. Ze zijn zeldzaam geworden in onze tijd van activisme, dadendrang, efficiëntie, prestige en prestatie.
Het zou een weldaad zijn voor ons als wij wat beter zouden inzien, dat het belangrijkste in ons leven niet is datgene wat we zelf kunnen of gepresteerd hebben; maar wel datgene wat ons dagelijks wordt geschonken: ons leven zelf met zijn vele mogelijkheden, de goedheid en de liefde, die wij van anderen mogen ondervinden, de vreugde om een man of een vrouw, een kind of een vriend, het geduld misschien of de moed als we ziek zijn, het geluk in ons binnenste … ‘Je kunt het geluk niet maken, de Heer geeft het zijn vrienden, zomaar, in hun slaap …’ zegt de psalm.
Deze vorm van ontvankelijkheid vraagt dat we opnieuw stil kunnen worden, geduldig wachtend, waakzaam en biddend, aandachtig voor datgene waar het echt op aan komt: de aanwezigheid van Jezus in ons midden.
De woorden van de advent ‘Weest waakzaam’ zijn niet dreigend bedoeld in de eerste plaats. Ze zijn in de eerste plaats bemoedigend: let erop dat je Zijn komst en aanwezigheid wel opmerkt!
Zijn komst in ons midden waakzaam en stil en biddend verwachten, het wil niet zeggen dat wij ons afkeren van de wereld. Het betekent wel dat we Hem leren onderkennen in die wereld, dat we de tijd nemen om Hem te zoeken en te zien: Hij kan tot ons komen in de stilte van een kerk of de rust van de natuur; Hij kan bij ons zijn in het gelaat van een mens, die in nood is, of van een mens, die goed is.
Het wil ook zeggen dat wij bereid gevonden worden om Jezus voor andere mensen tot leven te brengen, zodat ook andere mensen Hem kunnen zien en ontdekken in ons, door ons.
‘Kom, Heer Jezus, kom…’ met deze woorden eindigt de Apocalyps van Johannes. Mogen die woorden in deze advent wat meer ook onze woorden worden, waakzaam, stil en biddend.
‘Kom, Heer Jezus, kom…’
ALLES BLIJFT WACHTEN
De stille godsverwachting
die wij advent noemen
leert je anders kijken,
voelen, spreken, handelen.
Want niets is onomkeerbaar
of voorgoed verloren.
Alles blijft wachten
in zijn diepste kern
op – God weet –
een bewogen menselijke hand
waarmee al het gekneusde
en vertrapte weer kan worden
aangeraakt en in het licht getild;
Om onaantastbaar
als een ster te schijnen.
De stille godsverwachting
brengt je in een sterke tegenstroom,
vandaag, in deze wereld.
Van hoop ondanks het onheil.
Van recht doen onvoorwaardelijk.
Van zachte kracht
als antwoord op geweld.
Van mildheid en van mededogen.
(Kris Gelaude)
|