VALE DO CAPÃO
Dinsdag 30 januari, het was een grote meevaller, met twee toppers: ‘Lapa Doce’ en ‘Pratinha’. Om al dat moois te mogen beleven moet af en toe – vanzelfsprekend – ook wel een eindje gereden worden.
Rond vijf uur in de namiddag, als de grootste hitte over was, begonnen we aan ons ‘huiswerk van de dag’: nog zowat 50 kilometer te rijden tot ‘Vale do Capão’, destijds een klein dorpje, dat al van oudsher een ‘must’ is in de ‘Chapada’. Ons laatste bezoek dateerde van 2013, en toen was al zichtbaar dat het karakter van het plaatsje aan het veranderen was door een opvallende aanwezigheid van jongeren, die wel eens als ‘Rastafari’s’ benoemd werden, maar mij eerder ‘hippies’ leken: van enige vage religieuze achtergrond – met verwijzingen naar de joods-christelijke traditie én naar de vroegere Ethiopische keizer Hailé Selassié heb ik weinig gemerkt – maar de ‘dreadlocks’ waren wel aanwezig. Plus nu en dan ook wel sporen van druggebruik.
Die avond echter hoopten we dat dit enkel een kort, voorbijgaand verschijnsel geweest was, en ondertussen dus verdwenen. Dit was fout gegokt. De ‘dreadlocks’ waren gebleven, en er was ook een heel andere groep bijgekomen, jongeren, die – wars van de moderne maatschappij – een ‘terugkeer naar de natuur’ nastreefden. Een heel ander ideaal dus, maar eveneens niet meer echt onze levensstijl, al kunnen we daar wel veel sympathie voor opbrengen.
Ondertussen was het heel wat later geworden en de ‘Chapada’, gelegen op ongeveer 12 graden zuiderbreedte, ligt in de tropen. Rond halfzeven begon het te donkeren en een beetje later was de duisternis zo goed als volledig. Er bleef dus geen andere keuze over dan een ‘pousada’ te zoeken in ‘Vale do Capão’ en daar te overnachten. Er bleken trouwens veel ‘pousadas’ bijgekomen te zijn, gezien de toevloed van zoveel jongeren.
We begonnen dus aan onze zoektocht, maar die verliep moeilijker dan gewoonlijk. Of het iets te maken had met de aanwezigheid van die toch wel ietwat ‘vreemde’ jonge mensen, weet ik niet, maar geen enkele ‘pousada’ bood ’s avonds een avondmaal aan, en evenmin een ontbijt voor de volgende dag. Noodgedwongen hebben we dan maar op die manier een overnachting geboekt, overigens in een ‘hotelletje’ dat heel mooi gelegen was, alweer in een soort van tropische tuin. Een goede nachtrust lag dus binnen bereik, maar dan moest er ook nog een avondmaal gevonden worden … en ook dat is gelukt, evenzeer als een ontbijt de volgende ochtend.
Woensdag 31 januari hadden we dan, na het ontbijt, ruimschoots de tijd om het dorp te bezoeken. Het was op dat ogenblik ook nog bijzonder kalm en rustig in ‘Vale do Capão’ , een grote meevaller dus.
De foto’s proberen een beeld te geven van die ochtendwandeling: heel wat huizen, die beschilderd waren met mooie tafereeltjes, zoals een processie om voor regen te bidden bij een lange, aanhoudende droogte. Als toemaatje waren er ook enkele jonge ballerina’s, onderweg naar de dansles, die tussendoor, gewoon op straat enkele pasjes waagden, onder het welwillend oog van de mama’s.
En zo verliep het eerste deel van onze derde reisdag, alweer heel mooi, na het wat moeizame begin van de avond voordien.
Eens te meer: ‘Graças a Deus’, Gode zij dank!
|