DE LAATSTE DAGEN
Een blauwe schotel bleef, met enkle vruchten, vannacht in het prieel op tafel staan, en daarop schijnt, door winde en wilde wingerd, een laatste straal van de verdoofde maan.
Geen wind beweegt de donkre notelaren, rond zonnebloem en volle dahlia gonst geen insekt: 't is de volmaakte vrede die eeuwig lijkt, als kwam niets daarna.
O laatste, warme dagen van september, de weemoed van uw licht gloeit ook in mij, ik laat, als gij, mij met een glimlach glijden naar dood en vrede, beiden zo nabij.
Jan Van Nijlen
|