Pelgrimswandelingen
tijdens de meimaand 3
TWEEDE NAAM:
‘MARIA, MOEDER VAN DE TEDERHEID’
Bij het kruis van Jezus stonden vier vrouwen.
Jezus zag zijn moeder.
En naast haar zag hij de leerling van wie hij veel hield.
Toen zei Jezus tegen zijn moeder: ‘Hij is uw zoon’.
En tegen zijn leerling zei hij: ‘Zij is nu jouw moeder’.
HET VERHAAL ACHTER DE NAAM …
Mijn zoon was al meer dan een maand op de sukkel. In het ziekenhuis vindt men een virale infectie – welke weten ze niet – die zijn organen aantastte. Op 18 maart wordt hij met spoed opgenomen. Gelukkig test hij negatief voor corona, want dat zou hij niet overleven…
Ik zat thuis en het groot monster ‘ALLEEN’ maakte zich weer meester van mij. Tranen en nog eens tranen. Met wie kon ik erover praten?
Bidden? Ook dat lukte niet. Of toch. Ik was naar bed gegaan om … ja, weet ik waarom? Ik probeerde te bidden. Enkel een Weesgegroet kon ik over mijn lippen krijgen … Ik vond daar geen verklaring voor. Nu denk ik dat alleen de woorden van het Weesgegroet zacht genoeg waren. Daarom noem ik haar: ‘Maria, Moeder van de Tederheid!’
De iconografie kent een ‘Maria van de Tederheid’, wang tegen wang met Jezus. Wij zijn als dit Jezuskind, dat door Maria teder wordt aangeraakt. Haar zachte hart wordt geraakt door ons woordeloos gebed. Zij bidt met ons mee en vertrouwt onze zorgen toe aan God...
Maria, Moeder van de tederheid, bid voor de mensen die willen bidden, maar de woorden niet vinden…
BEZINNING VOOR ONDERWEG
Toen Maria de boodschap kreeg dat ze zwanger was en ook haar nicht Elisabeth een kindje verwachtte, vertrok Maria onmiddellijk naar haar nicht. Elisabeth was reeds op leeftijd en misschien kon ze de hulp van Maria wel gebruiken.
Zo vaak moest Maria woorden en pijn in haar hart bewaren. Ze vroeg niet om uitleg.
Toen Maria alleen en met heel veel pijn onder het kruis stond wilde Jezus zijn moeder helpen. Hij voelde ook haar pijn.
Heb jij wel eens ervaren dat je niet alleen staat met je pijn en echt wel op de hulp van Maria kon rekenen?
Maria, stil en ingetogen sta je daar.
Je blik wat terneergeslagen.
Het is een glans van rust en vrede die jou omringt.
Het lijkt of je hart me wenkt om mee in te keren,
naar die rijke weg binnenin.
Je straalt zoveel liefde uit,
zoveel beminnelijkheid, zonder woorden.
Jij bent het die dat goddelijk kind in je schoot hebt gedragen.
In diezelfde schoot voel ik me door jou bemind.
Jij bent als een huis met open deuren,
een thuis voor wie geen schuiloord meer heeft.
Jij baart de vrede van hierboven,
hemels begrip, hemels geduld.
Ik kom even verpozen bij jou, goede Moeder.
Het doet zo’n deugd dat jij bij me bent.
Ik geniet van je zoete geuren
en de warmte van je zachte stem.
Kijken doe ik naar de milde trekken
die je gelaat sieren als een zilveren aureool.
Eenvoud tooit je lippen,
die zwijgend begrijpen en bidden.
Maria, kom dichterbij.
Stil de honger van mijn wezen.
Kom en leef bij mij.
(Geïnspireerd door: Bisdom Hasselt, Pelgrimspastoraal)
|