7 FEBRUARI 2021 – 5de ZONDAG B
EEN KLEINE OVERWEGING BIJ HET LIJDEN
Straks krijgen we in de eerste lezing een stukje uit het boek Job. De naam is ons wellicht nog bekend uit uitdrukkingen van vroeger: ‘Zo arm als Job’, of ‘Job op zijn mesthoop’.
Aanvankelijk is Job rijk en gelukkig, en ook zeer vroom en rechtvaardig. Maar dan wordt alles hem afgenomen: eerst verliest hij al zijn bezittingen, daarna zijn kinderen, en tenslotte wordt hij getroffen door een vreemde huidziekte.
Het gaat dus over de eeuwenoude vraag: waarom moeten mensen lijden? En daarbij in het bijzonder: waarom moeten goede mensen lijden?
Als ik ga slapen, vraag ik: “Wanneer sta ik weer op?”
Maar de avond duurt en duurt
en onrust vervult me tot de ochtendwind komt.
(Job 7,4)
In een mooi gedicht lezen we:
‘Vervloekt en ongezegend is het lijden
totdat men leert onder het kruis te staan.
En dat dit zo zal zijn in alle tijden,
Dit zijn de dingen die niet overgaan.’
Er schuilt veel waarheid in deze woorden van Werumeus Buning. We moeten geen antwoord zoeken op de vraag: waarom moeten goede mensen lijden? Dit lijden bestaat en we weten niet waarom. We hebben er geen echte verklaring voor en daar kunnen wij het echt moeilijk mee hebben.
Geen afdoende verklaring dus. Maar we kunnen wel leren om in rust, vreugde en innerlijke vrede te leven, ondanks leed, verdriet en pijn – hoe moeilijk dit soms ook kan zijn.
Jezus heeft ons in zijn kruis en zijn opstanding getoond, dat dit leed niet het einde is. Het gebeurt … maar er blijft toekomst en hoop, ook voorbij dit lijden. In geloof mogen wij dit aannemen, op het Woord van Jezus, de meest betrouwbare van alle mensen, die ooit geleefd hebben.
En diezelfde Jezus heeft ons ook getoond hoe wij het lijden wat draaglijker kunnen maken voor onze medemensen: door mee te leven, mee te dragen, mee te lijden. Door in ons leven hier reeds te tonen: lieve mens, je staat er niet alleen voor, ik sta bij je … Als een heel klein teken, hier en nu, van God, die ons beloofd heeft: ‘Ik zal er altijd zijn voor u’.
Job en wij
Zijn leven ging snel bergafwaarts.
Wat aanvankelijk zo mooi en goed leek,
veranderde heel snel in een debacle.
Hoewel hij rechtschapen was,
kreeg hij slag na slag te verduren.
Hij werd heel gevoelig getroffen.
Zijn vrouw en kinderen,
zelfs zijn eigen gezondheid,
werden niet gespaard.
Uit de grond van zijn hart
vraagt Job naar het waarom.
Hij ziet het niet meer zitten.
Al zijn gezwoeg en getob:
het lijkt allemaal zinloos.
Zelfs bij zijn beste vrienden
krijgt hij geen antwoord op zijn vragen.
Als ziekte en dood op onze weg komen,
als het leven ons tegenzit en pijn doet,
dan wordt de vraag naar het waarom
ook voor ons levensgroot.
Er is geen daarom.
Soms zien we geen uitweg, geen toekomst.
Duisternis alom!
Biddend ontdekt Job, dat God hem nabij blijft.
Hij is een solidaire God, Een die een hand reikt.
Hij is een God die zijn mensen
op handen blijft dragen
door alle ziekte en pijn heen,
zelfs over de grens van de dood.
Deze “Jobstijding” mag ons sterken
op onze weg door het leven.
Al laat iedereen ons vallen:
God reikt ons een hand ten leven.
Hij blijft staan achter zijn mensen.
Wim Holterman osfs
![](http://blogimages.seniorennet.be/omer1941/2380294-01100efc5f9ac454ce0965a7e0105de6.JPG)
![](http://blogimages.seniorennet.be/omer1941/2380294-a6e26c3506e61261ccefa4a1e718733f.JPG)
![](http://blogimages.seniorennet.be/omer1941/2380294-756c53ad2a397610b6d08bc7c84d1f32.JPG)
|