1ste ADVENTSZONDAG C – ‘DE DAG ZAL KOMEN’
Nu de winter nadert begint de advent, onze jaarlijkse aanloop naar Kerstmis. Twee aandachtspunten keren elk jaar weer. Eerst en vooral innerlijke bekering, verdieping van onze eigen spiritualiteit.
Maar we zijn geen louter geestelijke wezens. Elke innerlijke bekering moet zijn weg of vertaling vinden buiten ons eigen persoontje: zo kunnen we een beetje hoop geven aan mensen die verstoten of uitgesloten zijn.
De dag zal komen
– spreekt de HEER –
dat ik de belofte
die ik het volk van Israël en Juda heb gedaan,
gestand zal doen.
(Jeremia 33,14)
In die tijd zei Jezus tot zijn leerlingen:
‘Er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren.
En op aarde zullen de volken sidderen van angst …’
Wees waakzaam en bid onophoudelijk
om te ontkomen aan de dingen die gebeuren gaan …’
(Uit Lucas 21)
‘KOM, HEER JEZUS, KOM’
Binnenkort zullen de Kerstlichtjes weer volop fonkelen. Een heimwee naar licht en warmte in deze donkere dagen. Wat een contrast met die rampen en die angst, waarover het evangelie spreekt. We zien inderdaad veel dreiging en onheil: oorlog, onrecht, terreur. Enkele machten lijken het einde van de wereld in handen te hebben door het recht van de sterkste, het recht van de rijkste, het recht van de machtigste.
Daarom horen we vandaag: richt je op, wees waakzaam, blijf bidden. Geef niet toe aan de bekoring van onmacht en wanhoop. Dat alle leven, alle liefde en alle goede wil verloren zullen gaan. Dat alle goeds vernietigd zal worden door de waanzin van kwade machten.
Jeremia zegt dat de belofte van Jahwe vervuld zal worden. Recht zal heersen en de aarde wordt een veilige stad om in te wonen. Leef daarom niet als versufte mensen zonder hoop, zegt Lucas. Wees waakzaam en bid dat die bekoring je niet overvalt.
Blijf vertrouwen dat alles ten goede gekeerd kan worden. Hou daarom stand in het goede. Waar mensen elkaar een warm hart toedragen is er toekomst, tegen alle onrecht en geweld in.
De belofte van Kerstmis valt niet vanzelf uit de lucht, als een sneeuwvlokje dat lieflijk neerdwarrelt op onze aarde. Eerst hebben wij de advent hard nodig: verlangen, gebed, meer goede wil en liefde. Naar Kerstmis uitzien is de spanning ontdekken tussen ideaal en werkelijkheid, tussen de vrede, die wij verlangen en de vrede die wij zo moeilijk kunnen opbouwen
Kerstmis, God-met-ons, verwachten is durven zien. Durven zien hoe het met onszelf en onze wereld gesteld is. Durven zien hoever wij nog afstaan van dat visioen dat God voor ogen had, nog voor de tijd begon.
En dan aan de slag gaan. Opdat het eindelijk waar mag worden waar de ziener zo naar uitzag: ‘Kom, Heer Jezus, kom!’ (Apocalyps 22,20)
Heer, onze God, help ons waakzaam te blijven op elk uur van de dag en van de nacht. Open onze ogen om uw licht te ervaren. Open onze oren om naar uw stem van waakzaamheid te luisteren.
Open onze mond om ook bij anderen te getuigen van uw aanwezigheid. Open ons hart om de komst van Jezus in onze ziel voor te bereiden en om ons intens met Hem verbonden te weten.
Open onze geest om de oppervlakkigheid van het leven te doorbreken. Open onze handen om genadevol te zijn voor de gekwetste mens. Misschien dat Gij, met Kerstmis, dan ook in ons mens wilt worden.
Zondagsvieringen Dominicanen
|