ASWOENSDAG
Vandaag beginnen wij onze jaarlijkse vasten.
Het gaat daarbij niet zozeer om uiterlijke praktijken.
HERBRONNING lijkt mij het meest wezenlijke.
LUISTEREN naar wat God ons wil zeggen.
Ons LATEN omvormen.
Zo wordt vasten:
eerder ondergaan dan presteren;
eerder laten gebeuren, dan doen.
Het Woord van God tot ons laten komen.
En omvormd door dit Woord van God,
zullen wij op zachte en geduldige wijze leven,
tussen de mensen die ons gegeven zijn.
De vasten nodigt ons uit tot een nederige ingesteldheid
waarin wij deemoedig onze kleinheid en tekorten erkennen,
en bereid zijn om ons te laten kneden tot mensen,
die eerlijk voor God staan.
De profeet Joël zegt het zo:
‘Niet je kleren moet je scheuren, maar je hart.
Mogen wij stil worden
en luisteren naar het Woord van God.
En moge Jezus zelf zo in ons aanwezig komen
en door ons naar mensen toegaan.
‘Ik weet niet wie – of wat – de vraag stelde. Ik weet niet wanneer zij gesteld werd. Ik herinner me niet dat ik antwoordde. Maar eens zei ik ja tegen iemand – of iets.
Vanaf dat moment heb ik de zekerheid dat het leven zinvol is en dat mijn leven, in onderwerping, een doel heeft.
Vanaf dat moment heb ik geweten wat het wil zeggen ‘niet om te zien’, of ‘zich niet te bekommeren om de dag van morgen’.
Aan de Ariadnedraad van dit antwoord, voortgeleid door het labyrint van het leven, bereikte ik een tijd en een plaats waarop ik besefte dat deze weg naar een triomf voert die ondergang is, dat de prijs die je ontvang voor de inzet van je eigen leven smaad is, en dat de diepte van de vernedering de enige verheffing is die voor de mens mogelijk is. Daarna had het woord ‘moed’ voor mij zijn zin verloren, omdat niets me meer ontnomen kon worden.
Verder op de weg leerde ik stap voor stap, woord voor woord, dat achter iedere zin van de held van het evangelie een mens staat en de ervaring van een mens. Ook achter het gebed dat de kelk hem mocht voorbijgaan, en achter de belofte om hem te ledigen. Ook achter ieder woord op het kruis.’
(Dag Hammarskjöld: ‘Merkstenen’, p. 200)
|