ZEKERHEID, ONZEKERHEID EN GAVE
De eerste lezing in de liturgie voor de weekdagen is dezer dagen genomen uit het tweede boek van de Pentateuch, Exodus, verhalen over de Uittocht van de Joden uit Egypte, een goede 400 jaar nadat zij daar beland waren zoals in de verhalen over Jozef ‘de Dromer’ in Genesis verteld wordt. De Joden zijn inmiddels zeer talrijk geworden en worden tot slaven gemaakt. Daarom vluchten zij, onder leiding van Mozes, weg uit Egypte naar ‘Het Beloofde Land’ Kanaän. Vandaag, woensdag van week 16 door het jaar, lezen we een stukje daaruit: bij die tocht van 40 jaar door de woestijn wordt het volk opstandig.
Daar in de woestijn begon het volk opnieuw te morren.
‘Had de Heer ons maar laten sterven in Egypte’,
zeiden ze tegen Mozes en Aäron.
‘Daar waren de vleespotten tenminste gevuld
en hadden we volop brood te eten.
(Exodus 16, 2-3)
Omdat de lange tocht door de woestijn zo bar en hard is willen de Joden terug naar de vleespotten van Egypte. Terug naar de zekerheden van vroeger. Dat is verstaanbaar: zekerheid geeft een gevoel van veiligheid.
Maar er is zoveel in ons leven dat nooit volkomen zeker is. In zijn Hamlet wijst Shakespeare reeds op de grenzen van de menselijke kennis: ‘There are more things in heaven and Earth, Horatio, than are dreamt of in your philosophy’ ‘Er is meer tussen hemel en aarde, dan wat je in je filosofie kan vatten’.
Even gekend zijn de woorden van het vosje in ‘De kleine prins’ van de Saint-Exupéry: ‘Voici mon secret. Il est très simple: on ne voit bien qu’avec le coeur. L’essentiel est invisible pour les yeux.’‘Kijk, dit is mijn geheim. Het is heel eenvoudig: je ziet maar goed met het hart. Het wezenlijke is onzichtbaar voor de ogen.’
Ons leven kan zoveel rijker zijn aan inhoud en vreugde dan je kan becijferen. De warmte van een goed gezin, het samenzijn met mensen die ons dierbaar zijn, een stille zomeravond, de rust binnenin en de vrede met elkaar… er is zoveel dat ons overkomt, dat ons gegeven wordt, en dat ons leven mooi maakt.
Net daarom zijn de woorden en het leven van Jezus, een blijde boodschap omdat zij de weg wijzen naar die grotere vreugde. Zij geven een hoop die kan uitstijgen boven elk verdriet, ze brengen die rust in de eigen ziel en die vrede met elkaar. Zoveel wat ons leven goed maakt is ons gewoonweg gegeven. Zoveel is een gave van God, die ons geschonken wordt om van te genieten en om te delen met elkaar. En om dankbaar van te worden.
BIJ NADER INZIEN
Soms zien wij de Geest nederdalen
en blijven op het hoofd van een
die de kracht heeft om God te vertalen
in een eenvoudige, menselijke leer:
de machine wordt aangeslagen
de meerwaarde omgezet in brood
en geloof, de rotsgrond bedekt
met vruchtbare aarde, de kinderen Gods
met kennis gedoopt. Ja, soms komt
de Geest en verwarmt Hij ons even:
een prachtige duif, een vurige tong.
Daarna schreeuwt het vlees, van hem bezeten,
verschijnen de vuisten en de geweren,
bedenken wij ons.
Charles Ducal
|