Zondag 6 augustus 2023
Gedaanteverandering van de Heer.
Ons leven zit vol met regelmaat en gewone dingen. Vandaar dat de dagen allemaal op elkaar kunnen lijken, met routine en sleur. Maar vandaag horen we in het evangelie het verhaal van Jezus op de berg Tabor: een gebeurtenis, die allesbehalve alledaags is, en die de leerlingen zuurstof gaf voor hun geloof in de Verrezen Jezus. Daarom kijken wij vandaag ook uit naar eigen Taborervaringen.
In die tijd nam Jezus
Petrus, Jakobus en diens broer Johannes
met zich mee een hoge berg op,
waar Hij met hen alleen was.
Voor hun ogen veranderde Hij van gedaante.
Zijn gezicht ging stralen als de zon
en zijn kleren werden wit als licht.
(Matteüs 17,1-2)
EVEN UW HEERLIJKHEID ZIEN
De Tabor, het lijkt wel ontleend aan een boek met fantastische vertellingen. En toch is het weer een heel herkenbaar stukje leven. De feiten zijn verbluffend: ‘zijn gezicht veranderde, zijn kleed werd stralend wit, Mozes en Elia staan in hemelse luister bij Hem.’ Het is sensationeel, maar de klemtoon gaat niet naar de sensatie. De komende kruisdood, daar had Jezus tevoren al over gesproken: ‘De Mensenzoon moet veel lijden, Hij moet verworpen en ter dood gebracht worden.’ Hij had er nog bij gezegd: ‘Als iemand achter Mij aan wil komen, moet Hij zijn kruis opnemen en Mij volgen.’
Het succesverhaal is voorbij, geen massa’s meer, die achter Hem aanlopen. Wel ruzie met oudsten, hogepriesters en farizeeën. Vol verwachtingen waren zij Hem gevolgd, een onzekere toekomst tegemoet, enkel vertrouwend op zijn Woord. Nu komt de ontnuchtering: waren zij niet op weg met iemand die altijd zou verliezen? Het sprookje is uit, de mooie droom aan diggelen geslagen!
Eerst het geloof in de verrijzenis zal weer hoop geven: Hij is gekruisigd, maar Hij leeft! En Hij leidt ons naar een volkomen leven! Maar dat volkomen leven kan wel eens veraf lijken, achter de einder voor mensen onderweg. Dan is de Tabor welgekomen, een berg in een egale vlakte. Een ogenblik van licht in de vlakte van de dagen. Boven, op de berg, zien zij een glimp van wat hen toen gelokt heeft. Die hoop van toen herleeft en wenkt weer.
Zo zijn ook wij onderweg, met eenzelfde Woord dat ons lokte, en geslingerd tussen hoop en vrees. Soms kunnen angst en twijfel te groot lijken voor ons kleine kunnen. Ons leven kan ons plat tegen de grond slaan. Eigen leed of de massieve pijn van de wereld, zoveel kan ons doen wankelen, ook als wij tevoren die grote genade van een rustig geloof mochten ervaren.
Weer is het verhaal hier niet af. Als wij aandachtig en luisterbereid zijn, kunnen andere ervaringen ons deel zijn. ‘Niemand heeft ooit God gezien.’ Maar soms kunnen wij iets van Hem merken, iets dat de vervulling laat vermoeden van onze diepste hunker. Dat gebeurt niet in lawaai en drukte, wel als het stil wordt in onszelf, als wij aardse goesting opzij schuiven, en ons openstellen voor God.
‘Als de ziele luistert, spreekt het al een taal dat leeft.’ Vergeten wij de stilte niet, opdat wij die taal horen van al wat leeft. Opdat wij het vluchtige schrijven van het schrijverke verstaan: ‘wij schrijven, herschrijven en schrijven nog den heiligen name van God.’
Van tijd tot tijd moet je het doen:
de berg opgaan.
De wereld laten verstillen,
jezelf en de anderen hervinden in gebed,
het volle licht van God
laten schitteren op je gezicht.
Dat kan je vooral in het gezelschap van Jezus,
uit wie dit heldere licht al straalt,
en in het gezelschap van andere bergbeklimmers,
godzoekers zoals Mozes en Elia.
Het was voor hen geen wereldvlucht.
Zij namen alles mee op die berg:
het wel en wee van hun volk,
hun machteloosheid en ontgoocheling.
Maar er kwam even vrede in hun hart.
Zij ontvingen nieuwe kracht
om af te dalen, om te herbeginnen.
Want wie op de berg
alles in het volle licht heeft gezien,
kan ook God vinden
in het verwrongen gezicht
dat lijden heet.
(Levensecht)
Foto's:
1. Schilderij van Luc Blomme: 'De gedaanteverandering'.
2. 'Cristo Nordestino'. Doek uit Bahia, Brasil. Kunstenaar mij onbekend.
3. Glasraam in kerk van Waarschoot.
|