16 februari 2025 – 6de zondag C
We krijgen vandaag twee lezingen, die op het eerste gezicht weinig met elkaar te maken hebben. Jeremia plaatst de mens die alleen op zichzelf vertrouwt tegenover de mens die zijn vertrouwen op God stelt. In het evangelie volgen de zaligsprekingen zoals Lucas die geeft. Beide lezingen vragen een levenswijze, die heel anders is dan wat meestal gebeurt in onze wereld. Die noodzaak om op een andere manier te gaan leven is trouwens duidelijk zichtbaar in onze tijd, met zoveel ellende die door mensen wordt veroorzaakt.
Gezegend is hij die op de Heer vertrouwt, en zich veilig weet bij Hem. (Jeremia 17,7)
Gelukkig jullie, armen, voor jullie is het koninkrijk van God. … Maar wee jullie, rijken, je hebt je troost al binnen … (Lucas 6, 20 en 24)
VERTROUWEN BIJ TEGENWIND
De woorden van Jezus vallen moeilijk vandaag: `Gelukkig ben je als je arm bent en honger hebt. Of als je nu huilt en de mensen je haten, omwille van mijn Naam’. Als Jezus mooie verhalen vertelt over liefde en goedheid, is dat aantrekkelijk. Maar vandaag klinken zijn woorden minder aangenaam. Jezus’ woorden zijn dikwijls in strijd met wat mensen – ook wij – spontaan denken. Ons geloof lijkt dikwijls dom. En toch is het beter om te blijven vertrouwen op Jezus, ook als wij Hem soms niet goed begrijpen. Want zijn woorden sporen altijd aan tot goedheid en liefde. En geloof in een wereld die anders kan zijn. Ik denk aan wat een meisje eens zei: ‘Vertrouwen kan ik op mama, want als ik bang ben, voel ik me veilig bij haar.’ Dat meisje heeft ondervonden dat mama altijd te vertrouwen is. Haar leven heeft haar geleerd dat mama met haar altijd het beste voorheeft. Ook als zij het zelf niet altijd verstaat. Zo is het ook met ons. Het leven zelf leert ons dat Jezus met ons het beste voorheeft, en dat het goed is Hem te vertrouwen. Jeremia had dat ook al ondervonden: ‘Vervloekt is hij die zich afkeert van de Heer. Gezegend is hij die op de Heer vertrouwt, en zich veilig weet bij Hem.’
God, houd mijn hand vast. Als Gij dat doet, moet ik niet bang zijn. Wat kan het mij dan schelen dat het waait en stormt, dat de wind ons huis doet kraken ?
Ik ben veilig bij U. Net zo veilig als ik bij mijn moeder was toen ik nog niet was geboren.
Houd mijn hand vast. Dan is het goed.
(Jaak Dreesen)


|