ZES JAAR GELEDEN
Beste Tante,
ondanks de 84 jaren, die je hier
op deze aarde geleefd hebt, zullen slechts weinigen je kennen zoals je diep
binnenin was.
Voor iedereen was je de flinke,
sterke vrouw, die gezag uitstraalde, en toch warmte, die een ijzeren wilskracht
had maar evenzeer een groot hart voor al wie klein en zwak was.
Zelf kwam je nooit naar buiten
als een zwakke vrouw; dat was een geheim dat je voor jezelf hield, en nooit
uitsprak. Je wilde er zijn voor de anderen, die je nodig hadden. Dat was zo
toen je jong was, dat was zo in je bloei van je volwassenheid, dat was zo in de
rijpe tijd van je ouderdom.
Zo was je opgevoed: met mooie,
grote idealen, waarin je geloofde en waaraan je levenslang trouw wilde blijven.
Naar buiten uit mocht of kon of wilde je niet zwak, weifelend of twijfelend
overkomen. Alleen in heel intieme gesprekken liet je ook die minder zelfzekere
binnenkant doorschemeren.
Vele momenten van alleen zijn,
vele lange nachten heb je met jezelf daarover gesproken, heb je met onze Vader
in de hemel daarover gedacht, heb je daarrond gebeden. Maar in de omgeving van
anderen, de kinderen in je gezinstehuis, de mensen van de Bond van Gepensioneerden,
en de mensen van Ziekenzorg wilde je steun en toeverlaat zijn. Een boom
waartegen wie dan ook kon leunen als hij of zij het moeilijk had.
Je was de vrouw die er niet voor
zichzelf maar voor anderen wilde zijn, vooral wie het hoe dan ook moeilijk had
of in nood zat. Een hart dat openstond als anderen alleen niet verder konden.
We danken je, omdat je was wie je was, omdat je er voor ons was, wie we ook
waren.
Wij, mensen van elke leeftijd,
van je kleine kleinkind tot je oude Leentje danken je omdat jij jij was
en
elk van ons zal wel zijn of haar eigen beeld van jou bewaren
Je bent niet dood...
Je bent niet dood. De Heer heeft je geroepen
bij Hem te wonen in zijn glanzende huis.
Je hoeft geen rust en vrede meer te zoeken.
Je hebt ze nu want je bent veilig thuis.
Je bent niet dood je mag voor eeuwig leven.
Je bent verlost van onvolkomenheid,
van pijn en van verdriet. God zal je geven
een onbegrensd geluk in onbegrensde tijd.
Je bent niet dood. Maar ach, ik zal je missen,
zoals een mens de meest geliefde mist.
De jaren van geluk zijn niet meer uit te wissen.
en ik geloof: God heeft zich niet vergist.
Nel
Benschop
|