WAT JE DE VADER OOK VRAAGT IN MIJN NAAM
Nog steeds tijdens het Laatste Avondmaal zei Jezus tot zijn leerlingen:
Ik verzeker jullie:
wat je de Vader ook vraagt in mijn naam hij zal het je geven.
Tot nu toe hebben jullie niets in mijn naam gevraagd,
maar vraag het en je zult het ontvangen.
Dan zal je vreugde volmaakt zijn.
Ik heb jullie dit alles in beelden verteld,
maar er komt een tijd dat ik niet meer in beelden spreek,
maar jullie zonder omwegen over de Vader vertel.
Als je dan iets vraagt in mijn naam,
hoef ik het niet meer namens jullie aan de Vader te
vragen,
want de Vader zelf heeft jullie lief,
omdat jullie mij liefhebben
en geloven dat ik van God ben gekomen.
Ik ben bij de Vader vandaan gegaan
en naar de wereld gekomen,
nu verlaat ik de wereld weer
en ga ik terug naar de Vader.
(Johannes 16,23b-28)
Een drukke dag
bij de mensen begint voor Jezus diep in de nacht op een eenzame plaats in
gebed, in de stilte luisterend naar de VADER. Vaak trekt Hij zich daartoe terug
in de bergen. Het werkt aanstekelijk bij zijn leerlingen. Op een bepaald
ogenblik vragen zij Hem: Heer, leer ons bidden. En dan leert Hij hun het
gebed bij uitstek, het Onze Vader.
Vader, ONZE
Vader!', het eerste woord van elk gebed. Ons diepste ik komt open voor de
ontmoeting met God die ons persoonlijk liefheeft. Wat kunnen wij beter vragen
dan thuis te komen bij Onze Vader? En dat ZIJN Naam geloofd wordt en niet ons
eigen kleine naampje. Door te bidden dat zijn Naam geheiligd wordt, vragen wij
dat Hij meer in ons mag wonen. En we vragen dat ZIJN Rijk van liefde in ons en
in de wereld mag groeien.
Zo krijgen wij de
juiste KIJK en mogen wij vragen wat ons ter harte gaat: brood voor de dagen die
komen, brood, rechtvaardig verdeeld tussen de mensen. Wij vragen om Gods
barmhartigheid en beloven om zelf barmhartig te zijn. Wij vragen dat de Vader
ons zonder te veel kleerscheuren door de bekoringen zou leiden. DAT is ons
leven in zijn Naam: SAMEN het brood breken en het leven delen, SAMEN elkaar
dragen dag aan dag en overeind blijven in de aanvechtingen.
Jezus zegt om met
aandrang te bidden. Niet in een
handeltje! Maar om te zeggen aan de Vader, die ons liefheeft wat ons op het
hart ligt. In het vertrouwen dat God uiteindelijk alles ten goede keert voor
wie Hem oprecht liefhebben.
Doorheen dit
alles krijgen wij de hoogste gave: de heilige Geest, die de liefde in ons
verdiept. Aan God die Liefde is, vragen wij zijn gunsten. Maar hoe wij verhoord
worden is niet altijd duidelijk. In groeiende mate, krijgen wij evenwel de gave
van de Geest.
Terwijl wij Gods
aandacht vragen, krijgen wij zelf meer aandacht voor God en bloeit ons hart
open in liefde en vreugde. Wij krijgen: KRACHT TEN LEVEN, LEVENSMOED. Ooit
vroeg men God de vijand te verpletteren, nu vragen wij en krijgen wij: LIEFDE
EN GEDULD, EN AL DIE ANDERE GAVEN VAN GODS GOEDE HEILIGE GEEST!
Een kaarsje aansteken
Ik weet niet hoeveel mensen mij hebben geschreven
toen het slecht met mij ging:
We zullen een kaarsje voor je opsteken.
Mensen uit alle lagen van de bevolking,
onder wie ook gelouterde mensen
die zelf ooit hard hebben moeten knokken.
Op die momenten voel je
dat zon kaarsvlammetje
niet zo maar een sentimenteel lichtje is.
Als iemand een kaars pakt en een lucifer,
en die kaars voor iemand anders aansteekt,
dan is er toch sprake van warmte
van de ene mens voor de andere mens.
Duizenden en duizenden mensen
steken op een dag een kaarsje aan.
Dat is iets heel anders
dan wanneer duizenden mensen
geen kaars aansteken.
Bidden betekent niet alleen
vragen voor jezelf,
maar het is ook vragen voor de ander.
Zoals je een kaarsje voor een ander opsteekt,
zo vindt door het gebed
een verbinding tussen mensen plaats
en dat is een grote kracht in de samenleving.
Toon Hermans
|