BEWAAR HEN IN DE
WERELD
Tijdens het Laatste Avondmaal sloeg Jezus zijn ogen ten hemel en bad:
Vader, nu is de tijd gekomen,
toon nu de grootheid van uw Zoon,
dan zal de Zoon uw grootheid tonen.
Hij heeft van u macht over alle mensen ontvangen,
de macht om iedereen die u hem gegeven hebt
het eeuwige leven te schenken.
Het eeuwige leven,
dat is dat zij u kennen, de enige ware God,
en hem die u gezonden hebt, Jezus Christus.
Ik heb op aarde uw grootheid getoond
door het werk te volbrengen dat u mij opgedragen hebt.
Vader, verhef mij nu tot uw majesteit,
tot de grootheid die ik bij u had voordat de wereld bestond.
Ik heb aan de mensen
die u mij uit de wereld gegeven hebt
uw naam bekendgemaakt.
Zij waren van u, maar u hebt hen aan mij gegeven.
Ze hebben uw woord bewaard,
en nu begrijpen ze dat alles wat u mij hebt gegeven, van u
komt.
Ik heb de woorden die ik van u ontvangen heb aan hen
doorgegeven,
zij hebben ze aanvaard en nu weten ze echt
dat ik van u gekomen ben, en ze geloven dat u mij hebt
gezonden.
Ik bid voor hen.
Ik bid niet voor de wereld,
maar voor de mensen die u mij hebt gegeven,
omdat zij van u zijn
alles wat van mij is, is van u, en alles wat van u
is, is van mij
en omdat in hen mijn grootheid zichtbaar geworden is.
Ik ben al niet meer in de wereld, ik ga naar u toe,
maar zij blijven wel in de wereld.
Heilige Vader, bewaar hen door uw naam,
de naam die u ook aan mij gegeven hebt,
zodat zij één zijn zoals wij één zijn.
(Johannes 17,1-11a)
maar zij blijven wel
in de wereld
Dikwijls kijken wij met heimwee naar de tijd van de eerste
christenen. Dikwijls bidden wij dat de geestdrift van de vroege Kerk ook onder
ons zou leven.
Vandaag horen we de keerzijde van deze vroegste tijd. Jezus
gaat weg uit deze wereld en bidt voor zijn leerlingen. Hij ziet reeds de
moeilijkheden, die hun deel zullen worden. Hij weet dat hun leven niet
zorgeloos zal verlopen, als Hij niet meer zichtbaar bij hen is. Hij kent hun
vertwijfeling en Hij weet dat hun leven soms zwaar zal zijn. Daarom dat kleine
zinnetje bij het Laatste Avondmaal: Ik bid u voor hen.
Jaren later zijn de moeilijkheden van de leerlingen geen
toekomstmuziek meer. Het leven was verder gegaan, en de leerlingen waren al die
jaren trouw gebleven aan het woord van Jezus. Maar, hoe aantrekkelijk de
boodschap van Jezus ook was, zij werden niet begrepen door de wereld.
Integendeel: zij werden verstoten en uitgesloten, ze werden vervolgd, omwille
van zijn Naam. Petrus schrijft daarover.
Zusters en broeders, wees niet verbaasd over de
vuurproef die u ondergaat; er overkomt u niets uitzonderlijks. Hoe meer u deel
hebt aan Christus lijden, des te meer moet u zich verheugen.
Ook dat was het
leven van de eerste christenen en het blijft nog altijd het leven van velen die
Jezus willen volgen. Het kan hard vallen in het dagelijkse leven, maar de
werkelijkheid kan niet anders zijn. Even voordien had Jezus nog gebeden:
Vader, de wereld kent U niet en ziet U niet. En daarom bid ik U voor hen:
dat Gij hen in deze wereld zou bewaren.
Ik heb onder de zon
iets gezien
dat voor wijsheid
doorging.
Het was
verbijsterend.
Er was een kleine
stad met weinig inwoners.
Een machtig koning
trok tegen het stadje op,
omsingelde het en
bouwde grote belegeringswerken.
Er woonde daar een
man van lage afkomst,
die wijs was en met
zijn wijsheid de stad had kunnen redden.
Maar niemand schonk
aandacht aan die onbeduidende persoon.
Ik zei daarom tegen
mezelf:
Wijsheid is beter dan
macht,
maar de wijsheid van
een mens van lage afkomst wordt geminacht
en zijn woorden
vinden geen gehoor.
Het is beter dat je
luistert naar de kalme woorden van de wijzen
dan naar het
geschreeuw van een heerser onder dwazen.
Wijsheid is beter dan
het wapengekletter van zon dwaas;
hij alleen richt al
veel goeds te gronde.
Prediker 9,12-18
|