MARIA, MOEDER VAN SMARTEN
In die tijd waren zijn vader en moeder verbaasd
over wat er van hem werd gezegd.
Simeon zegende hen en zei tegen Maria, zijn moeder:
Weet wel dat velen in Israël
door hem ten val zullen komen of juist zullen opstaan.
Hij zal een teken zijn dat betwist wordt,
ook door uw ziel zal een zwaard gaan
en zo zal onthuld worden
wat er in veler harten omgaat.
(Lucas 2,33-35)
Naar de heuvel van Golgotha
(Gabriël)
Verzwijg al uw vragen, Maria,
Maria, vergeet uw angst;
vertroetel hem, maak hem gelukkig
nog enige zomers lang.
Want de dag dat hij trager dan anders
het brood aan uw tafel breekt
en over uw hoofd naar het donker
zijn woorden van dankbaarheid spreekt, -
die dag is de laatste, Maria.
Gij kunt hem niet achterna
want hij gaat zonder wapen of wanhoop
naar de heuvel van Golgotha
(Maria)
Ik loop door de vierkante kamer
onmetelijk groot na zijn groet,
maar ik heb geen verdriet meer, ik stamel
zijn vaarwel voorgoed en voorgoed.
Ik loop door het zand van de wegels
die over de heuvelrug gaan,
zijn spoor naar de stad van de mensen,
zijn sporen bij mij vandaan.
Ik loop door het gras van de weide
tussen polken van groen en kruid
daar spreken de bloemen van zijde
zijn zaligsprekingen uit.
Ik loop door de drom der voldanen
naar de heuvel van Golgotha
en onder het kruis zeg ik amen
hem moederlijk moeielijk na.
Anton van Wilderode
|