VIERDE PAASZONDAG - 15 MEI 2011
IK BEN DE DEUR VOOR DE SCHAPEN
Ik ben de deur voor de schapen, zegt Jezus vandaag over zichzelf. Het is beeldspraak uit een tijd die lang voorbij is, maar die we toch nog kunnen verstaan, als we ontvankelijk zijn en Jezus in ons hart willen toelaten:
ZIJN leven biedt een pad voor ONS leven, in de doolhof van gebeurtenissen, waar zoveel valse herders, rovers en dieven, noemt Jezus hen met hun mooiste glimlach mensen misleiden voor eigen winst, eigen voordeel en eigen macht.
In die tijd zei Jezus: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Wie niet door de deur, maar langs een andere weg de schaapskooi binnengaat, hij is een dief en een rover.
Maar wie door de deur binnengaat, is de herder van de schapen. Hem doet de deurwachter open. De schapen luisteren naar zijn stem; hij roept zijn schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten.
En als hij al zijn schapen naar buiten heeft gebracht, trekt hij voor hen uit, terwijl zij hem volgen, omdat zij zijn stem kennen. Een vreemde echter zullen ze niet volgen; integendeel, zij zullen van hem wegvluchten, omdat ze de stem van vreemden niet kennen.
Deze gelijkenis vertelde Jezus hun, maar zij begrepen niet wat Hij hun wilde zeggen.
Een andere keer zei Jezus tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de deur van de schapen. Allen die voor Mij zijn gekomen, zijn dieven en rovers, maar de schapen hebben niet naar hen geluisterd.
Ik ben de deur. Als iemand door Mij binnengaat, zal hij worden gered; hij zal in- en uitgaan en weide vinden. De dief komt alleen maar om te stelen, te slachten en te vernietigen.
Ik ben gekomen, opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed. (Johannes 10,1-10)
IK BEN DE DEUR VOOR DE SCHAPEN
Onlangs stond in de krant: 'Alles bij elkaar hebben wij het nog nooit zo goed gehad als vandaag. In de winkels puilen de draagtassen uit en de karretjes liggen overvol. En toch is de onvrede groot, de leegte voelbaar: vele mensen blijven onvoldaan en snakken naar een ander leven. Een leven, dat meer innerlijke rust aanreikt en een wereld waarin meer mensen gelukkig zijn .'
Die woorden brengen onze tijd duidelijk in beeld. Er wordt ons ingepompt dat alles zo goed gaat, maar onder het vernis van de schone schijn, schuilen zoekende mensen, die hunkeren naar levensvreugde. Het vluchtig plezier schenkt duidelijk geen voldoening, maar laat mensen achter met een grote innerlijke honger. Onze tijd, die God afschrijft en zoveel afleiding in de plaats stelt, doet het blijkbaar niet.
Als we dit beseffen KAN de zoektocht beginnen naar wat echt waardevol is. Dit KAN tot God leiden, in het beste geval. Maar dan is er een gids nodig, iemand die zelf een zoeker was en die bij God is uitgekomen! En die door woord en leven iets laat zien van God! Dan krijgen die oude verhalen weer inhoud. Want het was toen niet anders dan nu: mensen hadden dezelfde verlangens en kenden dezelfde leegte in hun hart.
Jezus zegt: Ik ben de deur voor de schapen. Ook voor ons is Hij de deur naar innerlijke rust en diepe vreugde, zoals Hij dat was voor de mensen van toen, die voor Hem open stonden. Wij kunnen hierbij helpen, want wij zijn geroepen om Jezus aanwezig te stellen: we kunnen de mensen benaderen, zoals Jezus deed, met dezelfde fijngevoelige aandacht. Wij kunnen hen omringen met de goedheid die Jezus eigen was. Wij zijn geroepen om met dezelfde woorden te troosten en te bemoedigen.
Dit zal altijd onze roeping blijven: mensen te zijn, die naar Jezus verwijzen, de deur, die niet doodloopt op een blinde muur maar toegang geeft tot diepe vreugde binnenin. Zoals Hij zelf zegt: Ik ben gekomen opdat zij leven zouden bezitten, en wel in overvloed.
Vader, hier ben ik om vereenzaamde, 'overbodige' mensen warmte en geborgenheid te geven.
Uw troost vraag ik om gebroken, geknakte mensen te doen blijven hopen,
Uw zachtmoedigheid vraag ik om de wereld, uw schepping en uw levenswerk, een stukje goddelijker, een beetje menselijker te maken.
Uw gerechtigheid vraag ik, om onrecht en eigenliefde in mij en rondom mij tegen te gaan.
Uw barmhartigheid vraag ik om met een open hart naar mensen toe te gaan.
Uw zuiverheid vraag ik om uw stem in de stilte horen.
Uw vrede vraag ik om aan al uw kinderen te vertellen dat Gij Vader en Moeder zijt.
Opdat uw wil geschieden zou ben ik bereid. Vader, hier ben ik, zend mij.
(Martien D'Hollander)
|