Een zeer eigenaardig boek. Het is opgevat als een toneelstuk in drie bedrijven. Niet alle delen echter zijn in dialoogvorm. Het eerste bedrijf bijvoorbeeld The Courthouse begint met een lange inleiding in proza. Ze gaat over het ontstaan van het gerechtsgebouw in de pionierstijd en ze leidt de eerste scène in die zich 100 jaar later afspeelt in datzelfde gebouw. Daar wordt Nancy Mannigoe, een zwarte kinderoppas (en gewezen drugsverslaafde hoer) veroordeeld om te worden opgehangen wegens moord op de blanke baby van Temple Drake, die haar uit de goot had gehaald en bij wie ze in dienst is. In de volgende bedrijven lezen we hoe de moord er is gekomen. De aanleiding was het gedrag van Temple Drake, die van plan was eruit te trekken met een minnaar en het kind in de steek te laten. Voor Nancy kon dat niet (misschien projecteerde ze haar eigen verleden in het kind) en daarom vermoordde ze de baby. Temple Drake heeft wroeging en samen met de advocaat van Nancy zal ze nog proberen de terechtstelling te voorkomen door een bezoek aan de gouverneur van de staat.
Alle scènes worden dus voorafgegaan door een stuk proza. Het tweede gaat over de stad Jackson, waar het gouverneurshuis zich bevindt, en het laatste over de gevangenis waar Nancy opgesloten is.
In die prozagedeelten wordt telkens de geschiedenis van de plaats en het gebouw beschreven, met allerlei anekdotes. Die prozastukken zijn aartsmoeilijk. Met het woordenboek bij de hand, bleef er nog heel wat onduidelijk (een uitdaging voor de anglofielen in de groep !). Faulkner schrijft vaak ellenlange zinnen, plots onderbroken door lange uitweidingen tussen haakjes, hij stapelt de adjectieven op, gebruikt slang uit de zuiden van de VS enz.
De auteur raakt in het boek allerlei themas aan. Hij werkt ze niet uit, maar zegt er genoeg over om de lezer zelf een oordeel te laten vellen: over de gebiedsroof van de indianen, de slavernij, de doodstraf, de rechteloosheid in de pionierstijd enz.
Ik was van plan het boek in het Nederlands te herlezen, maar voor zover ik het kon nagaan is het niet vertaald in het Nederlands, wat ik nauwelijks kan geloven.
Een kunstschilder heeft zich teruggetrokken op een eilandje voor de Bretoense kust. Hij heeft een kunstcriticus naar zich toe gelokt om zijn portret te schilderen.
De roman is één lange monoloog van de kunstenaar. Hij spreekt hem uit terwijl hij in verschillende sessies het portret schildert. De criticus wordt volledig ontluisterd. Hij is gedeeltelijk verantwoordelijk voor de mislukte carrière van de kunstenaar en daarnaast heeft hij nog veel meer op zijn kerfstok. Wat kan ik niet verklappen want het boek wordt geacht een thriller te zijn. Welnu, het thrillergehalte komt pas tot uiting op de laatste twintig bladzijden van het boek. Wat daarvoor komt is ook interessant, tenminste voor lezers die van schilderkunst houden. Er wordt nogal afgerekend met de kunstkritiek die bepaalt wie een kans op de markt krijgt.
Op de achterflap staat dat deze auteur de beste historische thriller ooit zou hebben geschreven. De titel daarvan is Het goud van de waarheid. Heeft iemand die soms gelezen ?
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey