Een van de vele kwatrijnen die De Haan schreef. Vooral de eerste twee regels zijn prachtig van muzikaliteit. Wie ze luidop of zelfs stil leest, zal ze bijna beginnen te zingen.
Ik ben geen thrillerlezer, maar omdat deze titel werd aangeraden door de Standaard journalist Bart Brinckman in zijn jaareindelijstje, heb ik me er toch maar aan gewaagd. De openingszin is: Het was allemaal zo mooi volgens plan verlopen, zo verdomd mooi, en nu zou zij het nog kapotmaken.
Aan het woord is de toekomstige moordenaar die van zijn verliefde verneemt dat ze zwanger is. Zij is de dochter van een rijke kopermagnaat en de moordenaar had zijn zinnen op een rijke buit gezet. Hij tracht het meisje te overtuigen om een abortus te laten uitvoeren. Als dat niet lukt, beslist hij om ze te vermoorden. Hij ensceneert een zelfmoord en slaagt in zijn opzet.
Dat hoofdstuk, Dorothy, naar de naam van het meisje, is heel knap en spannend geschreven. Het tweede hoofdstuk heet Ellen. Zij is de zus van Dorothy die twijfelt aan de versie van de zelfmoord. Ze gaat op onderzoek uit en na eliminatie blijven er twee verdachten over met wie ze op avontuurlijke wijze in contact komt. Ook dat hoofdstuk is boeiend. Ik wil verder niets verklappen, alleen dat er ook nog een derde zus in het stuk zal voorkomen.
De verdere ontwikkeling van de plot heeft me wat ontgoocheld. Ik had liever gezien dat de twijfel van Ellen tussen de twee kandidaat-moordenaars verder was uitgewerkt. Maar nu duikt er onverwachts nog iemand op. Zodra we de moordenaar bij naam kennen, is het enkel nog afwachten hoe hij zal worden ontmaskerd en welk lot hem te wachten staat.
Dat vind ik nu net het zwakke punt van thrillers. Het einde is altijd voorspelbaar: de schuldige wordt ontmaskerd. Daarom zal ik een thriller nooit gauw herlezen. Het genre is beter geschikt voor de film, waarbij het verhaal extra spanning kan winnen door visuele effecten, muziek enz.
Een korte roman die ik twee keer heb moeten lezen om mee te zijn. Het verhaal wordt verteld door een gekko. Die hagedis is een incarnatie van een man en leeft in dezelfde woning als Félix Venturo, de vendedor de passados, die mensen die erom vragen een nieuw verleden bezorgt. Tot zijn klanten behoren generaals, ministers enz. Mensen die na de onafhankelijkheid van Angola, waar het verhaal zich afspeelt, aan de macht deelnemen en met een mooi verleden willen pronken.
Op een dag krijgt Félix Ventura een man over de vloer die een bom duiten neertelt voor nieuwe papieren en een verleden, maar die weinig over zijn echte verleden loslaat. De man zal voortaan als José Buchmann door het leven gaan. Als moeder krijgt hij een Amerikaanse kunstenares, Eva Miller, van wie ooit een aquarel in Vogue was verschenen. José Buchmann zal zelfs naar zijn onechte moeder op zoek gaan. Alsof het verhaal op zich nog niet fantastisch genoeg is, komen er ook nog een aantal dromen van de gekko in voor. Op het einde van de roman lijken verschillende personages een gemeenschappelijk verleden te hebben en wordt het verhaal zelfs dramatisch.
Tijd voor enkele citaten.
Aan de muur slapen vleermuizen met hun kop omlaag in hun zwarte mantels gewikkeld.
De roman bestaat uit een groot aantal korte hoofdstukken. Een van de kortste en mooiste is dat over de confrontatie van de gekko met een schorpioen.
Op het moment dat ik mijn ogen opendeed, zag ik de schorpioen. Hij zat een paar centimeter van me vandaan. Roerloos. Opgesloten in een pantser van haat als een middeleeuwse ridder in zijn harnas. Toen stortte hij zich op mij. Ik sprong achteruit en gleed bliksemsnel langs de muur omhoog tot ik bij het plafond kwam. Ik hoorde heel duidelijk, en ik hoor nog steeds, de droge tik waarmee de gifstekel op de grond sloeg.
Ik herinner mij een zin die mijn vader ooit zei op een avond dat hij met ongemeende vreugde, hoop ik de dood van een tegenstander vierde.: Hij was slecht en hij wist het niet. Hij wist niet eens wat slechtheid was. Dat wil zeggen: hij was volkomen slecht. Dat was wat ik voelde op het moment dat ik mijn ogen opende en de schorpioen zag.
Twee van de hoofdpersonages zijn fotografen, een vrouw die vooral wolken en licht fotografeert en een man die oorlogsfotograaf was. Wat dunkt u, waarde vriend, is het belangrijker getuigenis af te leggen van schoonheid of kond te doen van verschrikkingen ?
Agualusa is een Portugese auteur, geboren in 1960. Hij won met dit boek de Independent Foreign Fiction prize. U kunt een zeer interessant interview met de auteur lezen op het volgende adres:
Daarin breekt hij onder andere een lans voor de Zuid-Amerikaanse en niet-Engelstalige Afrikaanse schrijvers. Over dit boek, dat in het Engels is vertaald als The Book of Chameleons, zegt hij dat het een eerbetoon is aan Borges, die hem sterk beïnvloed heeft. Vooraan in het boek staat trouwens een motto van Borges. De gekko uit de roman is een reïncarnatie van Borges en al de herinneringen van de gekko verwijzen naar gebeurtenissen uit het leven van Borges.
Agualusa is geboren in Angola en ziet zich voor een stuk als een Afrikaans auteur. Probleem is dat hij schrijft voor een Westers publiek, want de Angolezen zijn te arm om boeken te kopen en zouden zijn boeken ook niet kunnen lezen. Wat hij dus eigenlijk doet is de Angolese werkelijkheid vertalen voor vreemdelingen.
Het boek is uit het Portugees vertaald door Harrie Lemmens en in 2007 uitgegeven bij Meulenhoff.
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey