Een blason
is een literair genre uit de 16e eeuw in Frankrijk. Het is een soort
lofdicht (soms ook een hekeldicht).
Het is een
gedicht waarin een voorwerp, een kleur, een begrip enz. wordt opgeroepen. De
dichter beschrijft het voorwerp niet, maar zet zijn verbeelding aan het werk en
verheerlijkt meestal de aantrekkelijke kanten ervan.
Het blason
du corps féminin kwam terug in de mode dankzij Clément Marot. Die Franse auteur
moest wegens zijn opvattingen in 1535 Frankrijk verlaten en vertrok naar
Ferrara. Aan datprotestantse hof genoot
hij de bescherming van de hertogin van Ferrara. Daar dichtte hij zijn Blason du
beau tétin. Dat had zon succes, dat een hele reeks Franse dichters het idee oppikten
en op hun beurt dergelijke blasons begonnen te schrijven. Ze stuurden ze op
naar Marot en die bezorgde ze aan de hertogin. Samen beslisten ze dat het meest
geslaagde gedicht er een was vanMaurice
Scève, namelijk Le blason du sourcil.
Het blason
dat hieronder volgt is van een anonieme dichter en het beschrijft het intieme
lichaamsdeel van de vrouw. Het is speels en pikant. Leuk vond ik de
vergelijking met de aars (loin de danger et bruit de ton voisin) et het meest
geslagd de laatste tien regels. Het vertalen lijkt me onmogelijk. Ik zal onderaan
enkele woorden verklaren.
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey