Geronimo en Carlo houden zich op in de grensstreek tussen Tirol en Italië. Geronimo
speelt gitaar en zingt. Carlo haalt het geld op en verzorgt zijn broer. Hun toehoorders zijn reizigers die met het rijtuig aankomen en in de herberg overnachten. Geronimo is in zijn jeugd blind geworden, nadat zijn broer per ongeluk met een pijltje uit een blaaspijp zijn oog had getroffen. Sindsdien trekken ze samen op.
Op een dag arriveert een onrustige jongeman aan de herberg. Hij geeft Carlo een stuk van één frank. Even later wendt hij zich tot Geronimo en zegt hem zich niet te laten bedriegen door zijn begeleider, want hij heeft die zopas een stuk van twintig frank gegeven.
Als Geronimo Carlo daarover aanspreekt, zegt deze enkel een stuk van één frank te hebben ontvangen. Geronimo gelooft hem niet en van dan af wantrouwt hij zijn broer die hij ervan verdenkt hem altijd al te hebben bedrogen. Carlo kan hem niet overtuigen. Ten einde raad besluit hij enkele reizigers te beroven. Na de diefstal trekken de broers vliegensvlug naar het zuiden. Carlo verzint een smoes en toont zijn broer het geldstuk. Deze blijft er echter van overtuigd dat zijn broer hem heeft voorgelogen.
Na enkele dagen worden ze in Italië opgewacht door een gendarm, een bekende van hen. Hij neemt hen mee om verhoord te worden, want ze worden verdacht van de diefstal. Op weg naar het politiekantoor gebeurt het volgende.
Und plötzlich blief Geronimo stehen, so daß auch Carlo innehalten mußte.
Nun, was ist denn? sagte der Gendarm ärgerlich. Vorwärts, vorwärts! Aber da sah er mit Verwunderung, daß der Blinde die Gitare auf den Boden fallen ließ, seine Arme erhob und mit beiden Händen nach den Wangen des Bruders tastete. Dann näherte er Seine Lippen dem Munde Carlos, der zuerst nicht wußte, wie ihm geschah, und küßte ihn.
Het schilderij is The Blind Musicians van John Singer Sargent uit 1912. Uit de collectie van de Aberdeen Art Gallery
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey