Foto
Ich gruet u allen int gemeyne,
Want met nimant besonder en ben ich bekent
Inhoud blog
  • esperanto
  • Over liefde
  • Bidden en/of mediteren
  • in memoriam
  • Karel D'huyvetters: Spinoza: de brieven over God
  • Losse bedenkingen 2: De hoofddoek
  • Losse bedenkingen 1: Geloven en niet-geloven
  • Gerrit Achterberg: Weerbericht
  • Nicole Verschoore: Le maître du bourg
  • Henry James: Washington Square
  • liefde
  • Blason du corps féminin
  • Pessoa: Criança desconhecida e suja brincando à minha port
  • Boutens: Rijk gemis
  • Beschouwingen bij Als de ziel spreekt
  • P.C. Boutens: De ziel spreekt
  • Jacob Winkler Prins: Uit mistig grijze morgenstrepen
  • Franco Sacchetti: Florentijnse verhalen
  • Peter Handke: Wunschloses Ungluck
  • Maria Petyt: Het leven van de weerdighe moeder Maria Petyt
  • Leonardo Sciascia: Mort de l'Inquisiteur
  • Flannery O'Connor: Goede mensen zijn dun gezaaid
  • McCullers: Clock without hands
  • Jane Bowles: Two Serious Ladies
  • J.D. Salinger: Franny and Zooey
  • Anne Bronte: A Reminiscence
  • William Faulkner: Shingles for the Lord
  • Vercors: Le Silence de la Mer
  • Maria Dermout: De Sirenen
  • Aifric Campbell: De logica van het moorden
  • Jörn Pfennig: Twee gedichten
  • Hesse: Over lezen en boeken
  • Colum McCann: Het verre licht
  • Vondel, Shakespeare! 2
  • Vondel: Joseph in Egypten
  • Schnitzler: Traumnovelle
  • Vondel, Shakespeare !.
  • Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt
  • Psalm 23
  • Rilke: Eranna an Sappho
  • Charles Perrault: Riquet à la houppe
  • Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif
  • Vestdijk: The Beauty and the Beast
  • Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder
  • Arthur Schnitzler: Sterben
  • Hofmannsthal
  • Yeats
  • Swift: A Voyage to the Houyhnhnms
  • Swift: A voyage to Laputa!
  • Swift: A voyage to Brobdingnag
  • Swift 2
  • Swift (1667-1745)
  • Swift: Gulliver's Travels (1)
  • Joseph Conrad: Within the Tides
  • Schopenhauer over de dood (1)
  • Piet Calis: Vondel. Het Verhaal van zijn Leven
  • Jacques Prévert: Fatras
  • Van de Woestijne: Vervarelijk Festijn
  • John M. Synge: The Playboy of the Western World
  • Synge: prelude
  • Alan Bennett: The Uncommon Reader
  • James Baldwin: Going to meet the man
  • Laura Esquivel: Como agua para chocolate
  • Carry van Bruggen: Goenong Djatti
  • Carry van Bruggen: Anekdote
  • Juan Filloy: De Bende
  • Sébastien Japrisot: L'été meurtrier
  • Richard Hough: The Potemkin Mutiny
  • Leonardo Sciascia: De Zaak Aldo Moro
  • A. Stifter: Brigitta
  • Lodeizen/Merrill
  • Gezelle
  • Michaël Borremans: The glaze
  • McEwan: Aan Chesil Beach
  • Hanshan: Gedichten van de Koude Berg
  • Richard Minne: Madèle of de lustige weduw
  • William Faulkner: Mosquitos
  • Indisch beeldje
  • William Cullen Bryant
  • William Cullen Bryant: To the fringed gentian
  • William Cullen Bryant: Sonnet - To an American Painter Departing for Europe
  • Balzac: Les Proscrits
  • Herman Melville: Bartleby the Scrivener
  • Nabokov: An Affair of Honor
  • Nabokov: The Visit to the Museum
  • D. H. Lawrence: Liefde in het hooi
  • Grillparzer (1791-1872): De arme Speelman
  • Franz Kafka: Das Urteil (Het Vonnis)
  • Reiner Stach: Kafka. Die Jahre der Entscheidungen
  • Moreau-Vauthier: La mort de Joseph Bara
  • Louis David: Joseph Bara
  • J. Boze: Marat
  • David: A Marat
  • Goldsmith: She Stoops to Conquer
  • Pirandello en Camilleri
  • Oliver Goldsmith: The Vicar of Wakefield
  • Barbara Allen
  • Victor Jara (1932-1973)
  • Vestdijk: Sint Sebastiaan
  • Le jeu de tonneau
  • Brecht: Twee gedichten
  • Joden in Engeland
  • Christopher Marlowe: The Jew of Malta
  • Franz Kafka: Brief an den Vater
  • Willem de Mérode: De witte kater
  • Shakespeare: The Merchant of Venice (eerste bedrijf)
  • Stendhal: Lucien Leuwen
  • Baudelaire: Les Fleurs du Mal
  • The Arrest of Oscar Wilde at the Cadogan Hotel
  • Lichtenberg
  • Charles Ducal: In inkt gewassen
  • Amoz Oz: Verzen van het leven en de dood
  • Goldsmith (1728-1774)
  • Shakespeare: The Tempest
  • David van Reybrouck: Slagschaduw
  • Norbert De Beule: EBdiep
  • Een naam
  • Ira Levin: Een kus voor je sterft
  • José Eduardo Agualusa: De handelaar in verledens
  • Kathleen Raine: The World
  • Erwin Mortier: Avonden op het Landgoed. Op reis met Gerard Reve
  • Nathaniel Hawthorne: The Gentle Boy
  • Poe: The Premature Burial
  • Melville
  • Bhartrihari
  • Ismail Kadare: De dochter van Agamemnon. De opvolger
  • Thomas Hardy: Jude the Obscure
  • Carlos Drummond de Andrade: De liefde, natuurlijk
  • Kenzaburo Oë: De knoppen breken
  • Angus Wilson: Anglo Saxon Attitudes
  • Sandro Veronesi: Waar gaat die vrolijke trein naartoe
  • Frederik van Eeden: Pauls ontwaken
  • Sàndor Màrai: Gloed
  • Anthony Powell: What's become of Waring
  • Ian McEwan: De troost van vreemden
  • Stendhal: Lamiel
  • Sándor Márai: De opstandigen
  • Friedrich Dürrenmatt: De rechter en zijn beul
  • Thomas Bernhard: Der Stimmenimitator
  • B. Traven: Een generaal komt uit de wildernis
  • Epicurus/Leopold
  • Bernardo Carvalho: Negen nachten
  • Ian McEwan: Amsterdam
  • Rosalie en Virginie Loveling
  • Agota Kristof: De analfabete
  • Daniel Defoe: A Journal of the Plague Year
  • Voltaire: Filosofisch woordenboek
  • Vondel: Noah 5e bedrijf
  • Thomas Hardy: Far from the Madding Crowd
  • Dromen
  • Leonardo Sciascia: Een duidelijke zaak
  • L.P. Boon: De paradijsvogel
  • Gorecki: Symfonie nr. 3 - Symfonie der Klaagliederen
  • J. H. Leopold
  • Petrarca: Brieven aan zijn broer
  • Konstantin Paustovskij: Begin van een onbekend tijdperk
  • Heinrich van Kleist: Die Marquise von O.
  • Lionel Trilling: The Middle of the Journey
  • Poesjkin: Schoppenvrouw
  • Schnittke
  • Timmermans: Adagio
  • Joseph Roth: Rebellie
  • John Boyne: De jongen in de gestreepte pyjama
  • Evelyn Waugh: Edmund Campion
  • Umberto Saba: Voor de vogels en een vriend
  • Kenzaburo Oë: De hoogmoedige doden
  • Heinrich Böll: De nalatenschap
  • Nabokov: Uitnodiging voor een onthoofding
  • Achterberg: En Jezus schreef in 't zand
  • Vondel: Noah 4e bedrijf
  • Streven januari 2007
  • Vladimir Nabokov: Bastaards
  • Sá-Carneiro: Twee gedichten
  • Mário de Sá-Carneiro: Beijos
  • Boutens: Kussen
  • Georges Eekhoud / J.I. De Haan
  • Vestdijk: Ierse nachten
  • Faulkner: As I Lay Dying
  • Boutens
  • Alfred Jarry: L' amour en visites
  • Ledeganck: Het burgslot van Zomergem
  • Tsjechow: Drama op de jacht
  • William Faulkner: Sanctuary
  • Vondel: Noah vervolg 3e bedrijf
  • Vondel: Noah 3e bedrijf
  • Pierre Louÿs (1870 - 1925) : Journal
  • Ledeganck: De Zinnelooze
  • Pikanterie
  • Goya en Louÿs
  • Pierre Louÿs: La Femme et le Pantin
  • Jack London: De droom van Martin Eden
  • Hugo von Hofmannsthal: Das Erlebnis des Marschalls von Bassompierre
  • Eduard von Kaiserling: Schwüle Tage
  • Flaubert: Saint Julien l'hospitalier
  • Saint Julien l'hospitalier
  • Emile Zola: Thérèse Raquin
  • Zondeval
  • Witold Gombrovicz: De beheksten
  • Janneke
  • Albert Verwey: De page
    Zoeken in blog

    sprokkelhout

    15-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.A. Stifter: Brigitta

    A. Stifter: Brigitta

     

    Oostenrijks schrijver die leefde van 1805 tot 1868.

     

    Deze novelle is ook in het Nederlands vertaald. Ze verscheen in een dun boekje bij de Wereldbibliotheek dat je soms nog aantreft in een kringloopwinkel.

     

    De novelle bestaat uit drie delen: Steppenwanderung, Steppenhaus, Steppenvergangenheit en Steppengegenwart. Die steppe is de Hongaarse poesta. De verteller schrijft hoe hij er op jonge leeftijd een bezoek bracht aan de “de majoor”. Deze vijftiger had hij leren kennen op een reis in Italië. Hij woont op het landgoed Uwar. Op zijn weg ernaartoe komt de verteller eerst op het landgoed Moroshely, waar hij kennismaakt met de landeigenares die we later als Brigitta zullen leren kennen. Ze leeft daar met een zoon, nadat haar echtgenoot en kort na haar huwelijk was van doorgegaan met een andere vrouw. De majoor bezoekt haar geregeld en is beste maatje met de zoon.

     

    Op een dag maken de verteller en de majoor een rit te paard. Plots horen ze schoten en de majoor herkent in het geluid zijn pistolen. Wat is er gebeurd ? De zoon van Brigitta is door een aantal wolven aangevallen en gebeten. Beide mannen kunnen de jongen ontzetten en rijden hem naar het landgoed van zijn moeder. Dan volgt de ontknoping van het verhaal. Terwijl de moeder bij het bed van haar zoon zit, is de majoor droevig gestemd. De verteller vraagt hem wat er scheelt en de majoor antwoordt: “Ich habe kein Kind”. Brigitta heeft die woorden gehoord en zegt enkel: “Stephan”. De twee vallen elkaar in de armen. Stephan was namelijk de vader van haar zoon en had haar destijds in de steek had gelaten.Na lange omzwervingen had hij zich in de buurt van het landgoed van Brigitta gevestigd en er ook een bedrijf opgericht. Vijftien jaar lang zagen ze elkaar, maar is het nooit tot een persoonlijk gesprek of een verzoening tussen beiden gekomen. Alleen de gebeurtenis met hun zoon heeft hen weer bij elkaar gebracht.

     

    Ter afsluiting nog een droevig gedicht van Stifter

     

    Herbstabend

     

    Der Herbstwind weht durch falbe Auen,

    Das Abendrot is blaß und kalt,

    Zwei halb erblichene Sterne schauen

    Hernieder auf den Tannenwald.

     

    Zerstörte Wolkenbilder ziehn

    Vereinzelt durch den Himmel hin,

    Und kalte Abendnebel wehen

    Von jenen ausgestorbnen Höhen.

     

    Und was dein Auge keimen sah,

    Zerstört ist’s oder ist erkranket,

    Nur in den Stoppeln hier und da

    Noch ein vergessenes Hälmchen wanket.

     

    Das Abendglöcklein tönt von ferne,

    Wehmütig schwellt das Herz mir an,

    Die Astern sehen mit traurigem Sterne

    Aus diesem Blumenbeet mich an.

     

    Und wie des Ostes feuchter Hauch

    Die Blätter regt am Fliederstrauch,

    So flüstert es wie eine Klage

    Um längst vergangne Friedenstage.

     

    Und fröstelnd bricht die Nacht herein,

    Und Nebel dehnt sich dort am Teiche

    Und hült die tristen Gründe ein

    Wie Weiße Tücher eine Leiche.

    15-08-2008 om 08:39 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    07-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lodeizen/Merrill

    Lodeizen/Merrill

     

    In september 1946 arriveerde Hans Lodeizen (toen 24 jaar) in het Amherst College in Massachusetts om er zijn master in de biologie te halen. Hij was al zijn hele leven gefascineerd door mieren en had daarover al enkele, niet echt heel wete’nschappelijke, bijdragen geschreven.

    In Amherst maakte hij kennis met een groepje jongemannen die zich voor literatuur interesseerden. Een van hen was de dichter James Merrill, net als Lodeizen een jongeman van rijke afkomst. Merrill was verliefd op Lodeizen, maar die had zijn oog al op een andere student laten vallen. Toch zouden de twee vrienden blijven.

     

    Een goed een recnte biografie is: Koen Hilberdink: Hans Lodeizen. Uitgeverij G.A. van Oorschot. Amsterdam 2007.

     

    In 1959, negen jaar na de dood van Lodeizen, schreef Merrill het mooie onderstaande gedicht, waarvan ik een poging tot vertaling laat volgen.

     

    James Merrill: A Dedication

     

    Hans, there are moments when the whole mind

    Resolves into a pair of brimming eyes, or lips

    Parting to drink from the deep spring of a death

    That freshness they do not yet need to understand.

    These are the moments, if ever, a, angel steps

    Into the mind, as kings into the dress

    Of a poor goatherd, for their acts of charity

    These are moments when speech is but a mouth pressed

    Lightly and humbly against the angel’s hand.

     

     

    Hans, er zijn momenten waarop het hele gemoed

    Zich uitstort in een paar vochtige ogen, of op lippen

    Die zich openen om uit de diepe bron van een dode

    Dat heldere water te drinken dat ze nog niet hoeven te begrijpen.

    Op zulke momenten, en alleen dan, stapt een engel

    In het gemoed, zoals een koning, die zich mild wil tonen,

    In de kleren van een arme geitenhoeder.

    Er zijn momenten waarop spreken enkel een mond is

    Die zich licht en nederig op een engelenhand drukt.

     

     

    07-08-2008 om 20:02 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    03-08-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gezelle
    Tempus edax...


    ’t Is stille ! Neerstig tikt het on-

    gedurig hangend wezen,

    waarop de weg naar ’t eeuwige, in

    twaalf stappen, staat te lezen.

     

    ’t Is stille en middernacht ! Alsof

    ik blind ware, om mij henen,

    in donkere diepten schijnt het al

    verduisterd en verdwenen.

     

    ’t Is stille ! Niets te zien en niets

    te hooren, - ’t doet mij beven ! –

    als ’t altijd neerstig bijten van

    den tijdworm aan ons leven !

     

    In dit op het eerste gezicht simpele vers verwoordt Gezelle de vergankelijkheid van het leven.

     

    In het eerste kwatrijn is de dichter nog afwezig. Hij beschrijft een stille kamer waarin alleen het tikken van een klok hoorbaar is. De stilte is echter niet rustgevend. Het onophoudelijk tikken van de klok is eerder benauwend. Gezelle noemt de klok niet bij naam. Hij verpersoonlijkt haar tot een ‘hangend wezen’, wat haar spookachtig maakt. Ook de verwijzing naar het eeuwige (de dood, die in het gedicht ook niet bij name genoemd wordt) en nog wel in twaalf stappen (een lijdensweg) verhoogt het angstgevoel. Die eerste strofe roept een Poe-achtige sfeer op. In het hangend wezen herkent men gemakkelijk de gekruisigde Christus. De twaalf stappen verwijzen mogelijk naar de kruisweg. Die telt weliswaar veertien statiën, maar in de twaalfde sterft Christus, terwijl dertien en veertien gaan over de kruisafneming en de graflegging van Christus.

     

    In de tweede strofe schrijft de dichter over zichzelf. Het is middernacht. Dat is tegelijk het moment waarop de nacht het verst gevorderd is, maar ook het moment waarop de nieuwe dag begint. En die nieuwe dag kondigt zich niet goed aan. Alsof ik blind ware, zegt de dichter, waarmee hij aangeeft dat hij om zich heen geen houvast meer heeft, en hij noodgedwongen op zichzelf is aangewezen. Wat om hem heen was is verduisterd en verdwenen. Er blijft niets tastbaars over, wat hem rest is zijn eigen donkere innerlijk. We horen hierin het De profundis, uit de diepten, van psalm 130 (129).

     

    In de derde strofe is de stilte helemaal omgeslagen in angst. Zij doet de dichter beven. Hij hoort opnieuw alleen het tikken van de klok, maar nu hoort hij daarin het bijten van de tijdworm aan ons leven. Door zijn woordkeuze blijkt dat de dichter niet verzoend is met de dood. Zijn toon is bitter.

     

    Het neerstig tikken van de klok in de eerste strofe is uitgemond in het neerstig bijten van de tijdworm. Zoals ik al zei, vermijdt de dichter het woord dood. De twee laatste regels zijn regels van verzet en protest. Dat hij zich niet neerlegt bij het onvermijdelijke, blijkt dat hij dit doodsgedicht laat eindigen met het woord ‘leven’

     

    Het motto van het gedicht is Tempus edax… (rerum), de tijd die alles verslindt. Het komt uit de metamorfosen van Ovidius (15, 234).

     

    Het gedicht is waarschijnlijk in 1890 geschreven. Gezelle was toen zestig jaar.

    03-08-2008 om 11:24 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    03-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Michaël Borremans: The glaze

    Michaël Borremans: The glaze

     

    Momenteel loopt er in de Zeno X Gallery in Antwerpen een tentoonstelling met recent werk van Michël Borremans. Een schilder die de jongste jaren veel succes heeft. The glaze is het schilderij naar een beeldje van de oma van de schilder.

     

    Wie het schilderij wil zien, vindt het op het volgende adres: http://www.zeno-x.com/currentshow.htm.

    Hier moet men het nummertje 2 aanklikken.

     

    Het licht valt links binnen en sterk op het gelaat van het beeldje, waardoor het gedeeltelijk oplost en de rechterhelft enkel door wat schaduw boven het oog te onderscheiden is van de witte kraag. De linkerhelft van het gelaat is subtiel weergegeven door enkele schaduwstrepen en het rode driehoekje en streepje van neus en mond.

    Het beeldje wordt vooral gekenmerkt door de rondingen, de gebogen lijnen. Bovenaan op de muts zijn de lijnen een keer bol, alle andere rondingen zijn hol: de onderkant van de muts, het haar, de wenkbrauwen, de onderste helft van het gelaat, de kraag, het kleed, het sokkeltje. Daardoor krijgt het beeld een draaiende beweging die nog wordt geaccentueerd door de rechterarm en de richting van de hand. Die draaiende beweging vind men bijvoorbeeld ook terug in een ander prachtig werk: De wachter van Muñoz in het SMAK in Gent.

     

    Doordat de hele achtergrond gevuld is met een zelfde patroon, lijkt het beeldje niet ergens op te staan, maar lijkt het te zweven. Men zou kunnen denken aan een tenhemelopneming van Maria, ook door de neerwaartse blik van het meisje. Men kan ook denken aan de Maria van een piëta, maar zonder het lichaam van Christus. Of aan de dienstmaagd.

     

    Wat maakt het schilderij nu zo treffend, zo geslaagd en ontroerend?

    Ik denk het feit dat we er geen beeldje meer in zien. Stel je voor dat het echte beeldje naast het schilderij zou opgesteld staan. Pas dan zou het opvallen dat Borremans veel meer heeft gedaan dan ‘een beeldje schilderen’. Op het schilderij is het beeldje een kwetsbare, ingetogen figuur geworden. Die kwetsbaarheid wordt ook aangegeven door de beschadiging, de ontbrekende linkerhand. Die ontbrekende hand rukt ons ook uit onze droom: wat je ziet is de afbeelding van een beeldje, niets meer.

     

     

    03-05-2008 om 20:28 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.McEwan: Aan Chesil Beach
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    McEwan: Aan Chesil Beach

     

    Een beetje tegen mijn gewoonte in een hedendaags boek gelezen. Deze roman is de hemel in geprezen en heeft heel goed verkocht. Het is een boek dat men absoluut wil uitlezen om te weten hoe het afloopt. Toch heeft het me een beetje ontgoocheld. Ik vond de roman te gefabriceerd. Een schema dat met woorden werd ingevuld. Geschreven door iemand die de stiel te goed kent.

    Een pas getrouwd stel brengt zijn huwelijksdag door in een hotel bij Chesil Beach. Zowel aan de man als aan de vrouw scheelt er wat op seksueel vlak. De man heeft last van voortijdige zaadlozingen, de vrouw heeft een afkeer van seks. Het koppel heeft zijn problemen verzwegen en ook tijdens hun eerste vrijpartij vinden ze de juiste woorden niet om erover te praten. Het feest loopt dan ook verkeerd af en de eerste huwelijksdag is tevens de laatste. In het laatste deel schets de auteur de verdere levensloop van het koppel.

    03-05-2008 om 20:08 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-05-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hanshan: Gedichten van de Koude Berg
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hanshan: Gedichten van de Koude Berg

     

    Dit boekje werd in 1977 uitgegeven door De Arbeiderspers. De gedichten werden vertaald door W.L. Idema die de bundel ook voorzag van een interessant nawoord. Hanshan betekent koude berg. De naam werd gegeven aan de dichter die op het einde van zijn leven op die Chinese berg als kluizenaar zou hebben geleefd. Dat was mogelijk in de 2e helft van de 8e en de eerste helft van de 9e eeuw. Men kan zich afvragen of deze gedichten voor ons nog verstaanbaar zijn. Er is niet alleen het grote tijdsverschil, maar ook het grote cultuurverschil. Om een idee te geven zal ik het eerste gedicht uit de bundel overnemen.

     

    ‘k Heb altijd op een dorp gewoond,

    Daar vond me ieder weergaloos.

    Maar gist’ren kwam ik naar de stad,

    Toen keken honden van me op.

    De een vond er mijn broek te nauw,

    Een ander leek mijn jas wat lang.

    Steekt men de valk de ogen uit

    Dan hebben mussen lef en branie!

     

    Uit het nawoord wil ik ook een passage citeren.

     

    Het boeddhisme leert dat een eigen ik, een ziel, niet bestaat. De mens is niet anders dan een toevallige bundeling van een aantal elementen waarvan de geest er slechts een is. Deze bundeling valt met de dood uiteen.

     

    Zelf ben ik geen boeddhist. Er zijn trouwens zoveel verschillende scholen dat ik niet zou weten bij welke ik me zou moeten aansluiten. Bovendien bevat de leer een aantal voorschriften waar ik me niet aan wens te houden. Ten slotte acht ik me niet in staat om de gelukzalige staat van het nirwana te bereiken.Maar de bovenstaande opvatting van de mens als een toevallige bundeling van een aantal elementen kan ik wel onderschrijven. Het gaat er niet om of het waar is of niet, maar ik vind het een mooie vertrekbasis. Ze getuigt van nederigheid: we zijn maar dat. Ze houdt de mogelijkheid van dankbaarheid in: we mogen ons gelukkig prijzen dat we er zijn. Ze  legt ons verantwoordelijkheid op: ten aanzien van de medemensen en de wereld.

     

    02-05-2008 om 20:13 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Richard Minne: Madèle of de lustige weduw
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Richard Minne: Madèle of de lustige weduw

     

    De titel verraadt al wat we kunnen verwachten en dus zal de schrijver ons niet zozeer moeten verrassen, dan wel ons bekoren met zijn zwarte humor en ironie. Hij zet de toon al in de openingsalinea.

     

    Op Kerstavond, toen zijn adem begon te piepen als van een gevangen muis, wenkte Mijnheer Adhemar zijne vrouw. Zij kwam van vóór den spiegel aan de bedsponde zitten, met een paar oogen, gezwollen van verdriet en grooten vaak, en een gewrongen mond, bitter van het zuchten en het aanhoudend koffiedrinken.

     

    Na een saai huwelijk en klerkenbestaan Des Zondags zette hij zijn hoogen hoed op en ging met Madèle wandelen in het Park. Hij keek er naar de zwanen, de vaderlandsche monumenten en de officieren sterft hij.

     

    Madèle is nog jong, ze moet de eindjes aan elkaar zien te knopen en ze wil nog wat geluk.

    Dit begon Madèle allengskens in te zien, eenige weken na de begrafenis, het tijdstip dat het verdriet zich in zijn onderdelen scheidt en rustige vormen begint te nemen.

     

    Ze is een gewone, wat oppervlakkige vrouw, maar Minne gunt haar ook wat geluk.

     

    Madèle was eene van de velen die de dingen door hun oogen bekijken. Zij schikte het wit en zwart van hare fanfreluchen en colifichets. En zij gevoelde zich voor eenige oogenblikken een gelukkig mensch onder de zon.

     

    Madèle gaat op stap. De buren stellen vast dat ze pas om negen uur ’s avonds thuiskomt.

    De jonge weduw is gisteren in den nacht naar huis gekomen… Wie ’s avonds naar huis komt is vergezeld van zijn schaduw.

     

    Al bij al zijn haar uitstappen onschuldig. Langzaam echter begint ze meer belangstelling te krijgen voor de levenden.

     

    Later gebeurde dat natuurlijk meer, om de goede reden dat de levenden altijd beslag leggen op de dooden. Zij wikkelen deze in doeken die men de herinnering noemt, en laten het gansche boeltje de kuil inzakken, en schoppen er aarde  op, vergetelheid geheten. Toen Madèle met die vergetelheid op min of meer vertrouwelijken voet was geraakt, gebeurde het haar dikwijls, dat zij in het Park wandelend, er naar de zwanen, de vaderlandsche monumenten en de officieren keek zonder Adhemar te herdenken.

     

    Dit verhaaltje staat in het Verzameld Werk, uitgegeven door G.A. Van Oorschot in 2006.

     

    Minne beschrijft deze vrouw als een voorbijgangster. Als lezer voelen we ons als iemand die bij haar in de straat woont en die haar gadeslaat. Het verdriet en het innerlijk leven van de vrouw blijven voor ons verborgen. We kijken met onze bekrompen blik of ze zich correct gedraagt als weduwe.

     

    Minne dankt de charme van zijn proza voor een stuk aan zijn stunteligheid. Misschien werd het geschreven in een tijd dat de uitgevers nog geen redacteuren in dienst hadden om alles te stroomlijnen en te vermooien.


     

    29-04-2008 om 09:29 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.William Faulkner: Mosquitos
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    William Faulkner: Mosquitos

     

    Een vroege roman van Faulkner. Een gezelschap van enkele kunstenaars en andere vreemde vogels maakt een vierdaagse boottocht op het jacht van een rijke dame. Het wordt een komische belevenis die ons de kleine kantjes van de deelnemers leert kennen. Een van de figuren die beklijven is het nichtje van de gastvrouw. Een jong, onconventioneel, jongensachtig meisje dat op een dag samen met de steward van boord zal verdwijnen en bijna omkomt in de moerassige streek waarin ze verdwalen.

    Faulkner beschrijft haar zo als ze uit het water komt:

    “then she slid skilfully out of the water, sleek and dripping as a seal”.

    Ze wordt door een van de mannen met een grote boog in de lucht aan boord gehesen.

     

    Sunset was in his eyes: a glory he could not see; and her taut simple body, almost breastless and with the fleeting hips of a boy, was an ecstacy in golden marble, and in her face the passionate ecstacy of a child.

     

    Mr. Talliaferro is een dertiger die verliefd wordt op een jonge medepassagierster. In de volgende passage staat hij met haar aan dek.

     

    Then she became utterly static beside him and without moving at all she seemed to envelop him, giving him tot hink of himself surrounded, enclosed by the sweet cloudy fire of her thighs, as young girls can.

    Mr. Talliaferro saw her as through a blond mist. A lightness was moving down his members, a lightness so exquisite as to be almost unbearable, while above it all he listened to the dry interminable inchoherence of his own voice. That unbearable lightness moved down his arms to his hands, and down his legs, reaching his feet at last, and Mr. Talliaferro fled.

    Jenny looked after him. She sighed.

     

    Zou Kundera  hier zijn ondraaglijke lichtheid hebben gehaald?

     

    Er wordt veel over kunst gediscussieerd en over de verschillen tussen Europa en Amerika.

    In Europe, being an artist is a form of behavior; in America, it’s an excuse for a form of behavior.

     

    Er wordt ook gefilosofeerd aan boord.

     

    When youth goes out of you, you get out of it. Out of life, I mean. Up to that time you just live; after that, you are aware of living and living becomes a conscious process. Like thinking does in time, you know. You become conscious of thinking, and then you start right off to think in words. And first thing you know, you don’t have thoughts in your mind at all: you just have words in it. But when you are young, you just be. Then you reach a stage where you do. Then a stage where you think, and last of all, where you remember. Or try to.

     

    Over poëzie:

    The poetry of modern poets is like a pair of shoes that only those whose feet are shaped like the cobbler’s feet, can wear; while the old boys turnes out shoes that anybody who can walk at all can wear.

     

    A book is the writer’s secret life, the dark twin of a man: you can’t reconcile them.

    28-04-2008 om 20:30 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Indisch beeldje
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Harappa

     

    Het beeldje op de foto dateert ongeveer van 2000 VC. Het is uit de Periode van de Indus Vallei die ongeveer van 2500 tot 1500 VC duurde. Het beeldje is van rode zandsteen en is maar 10 cm groot. Het bevindt zich in het National Museum van New Delhi.

     

    Speciaal aan het beeldje is dat het heel lijfelijk is. Het onderscheidt zich bijvoorbeeld van de antieke Griekse beelden die veel gespierder zijn. Opvallend is bijvoorbeeld de bolle buik bij deze mannenfiguur. Een mogelijke verklaring daarvoor is het belang dat de yogi  aan de (buik)ademhaling besteden. Ook de andere vormen zijn allemaal afgerond en vloeiend.

    26-04-2008 om 21:25 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.William Cullen Bryant
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Na die twee mooie gedichten mag de dichter zelf er ook wel met zijn foto bij.

    19-04-2008 om 20:45 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.William Cullen Bryant: To the fringed gentian
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    William Cullen Bryant: To the fringed gentian

     

    Thou blossom, bright with autumn dew,

    And colored with the heaven’s own blue,

    That openest when the quiet light

    Succeeds the keen ans frosty night;

     

    Thou comest not when violets lean

    O’er wandering brooks and springs unseen,

    Or columbines, in purple dressed,

    Nod o’er the ground-bird’s hidden nest.

     

    Thou waitest late, and com’st alone,

    When woods are bare and birds are flown,

    And frosts and shortened days portend

    The aged Year is near his end.

     

    Then doth thy sweet and quiet eye

    Look through its fringes to the sky,

    Blue – blue - as if that sky let fall

    A flower from its cerulean wall.

     

    I would that thus, when I shall see

    The hour of death draw near to me,

    Hope, blossoming within my heart,

    May look to heaven as I depart.

     

    De bloem uit de titel is de franjegentiaan. Een blauwe bloem met franjes op de bloemblaadjes, zoals te zien op de foto. Columbine is de wilde akelei, eveneens een blauwe bloem. Cerulean uit de voorlaatste strofe betekent de kleur van de wolkenloze hemel, azuurblauw.

    Voor de ground-bird heb ik de juiste term niet gevonden. Het kan een vink zijn of een grasmus.

     

    De franjegentiaan bloeit in de herfst, in tegenstelling tot de akelei en de viooltjes uit de tweede strofe die in de lente bloeien.

     

    Vooral de twee eerste regels van de derde strofe vind ik heel mooi. Het zijn troostende woorden voor wie op zijn oudere dag toch nog iets moois verwacht.

    19-04-2008 om 20:43 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.William Cullen Bryant: Sonnet - To an American Painter Departing for Europe
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    William Cullen Bryant: Sonnet – To an American Painter Departing for Europe

     

    Thine eyes shall see the light of distant skies:

    Yet, Cole! Thy heart shall bear to Europe’s strand

    A living image of thy native land,

    Such as on thy own glorious canvass lies.

     

    Lone lakes – savannahs where the bison roves –

    Rocks rich with summer garlands – solemn streams –

    Skies, where the desert eagle wheels and screams –

    Spring bloom and autumn blaze of boundless groves.

     

    Fair scenes shall greet thee where thou goest – fair,

    But different – every where the trace of men,

    Paths, homes, graves, ruins, from the lowest glen

    To where life shrinks from the fierce Alpine air.

    Gaze on them, till the tears shall dim thy sight,

    But keep that earlier, wilder image bright.

     

    1829.

    Het schilderij is een werk van de schilder Thomas Cole: Distant view of the Niagara Fall

    19-04-2008 om 20:25 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Balzac: Les Proscrits
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Balzac: Les Proscrits

     

    Het verhaal speelt in 1308 in Parijs. In de schaduw van de Notre-Dame woont een politieagent avant la lettre met zijn vrouw, een wasvrouw. Hun woning is tevens ingericht als gastenverblijf. Momenteel bevinden er zich drie gasten. Een vrouw, die als werkster de wasvrouw helpt. Niets wijst erop dat zij een dienstmeisje is. Bovendien betaalt ze gul voor haar verblijf en dat van een tweede persoon in het huis: Godefroid, pauvre orphelin venu de Flandre à Paris pour étudier à l’université. Un homme de vingt ans environ, mais dont la taille et les formes étaient si frêles qu’au premier coup d’œil vous eussiez cru voir un enfant ou quelque jeune fille déguisée. Het blijkt dat de werkster vooral voor de jongen in het huis verblijft. De derde gast is een oude man met een streng uiterlijk, iemand die veel lijkt te hebben geleden. Het contrast tussen beiden is groot. Il semblait voir un gracieux et faible arbuste né dans le creux d’un vieux saule, dépouillé par le temps, sillonné par la foudre, décrépit, un de ces saules majestueux, l’admiration des peintres : le timide abrisseau s’y met à l’abri des orages. L’un était un Dieu, l’autre était un ange ; celui-ci le poète qui sent ; celui-là le poète qui traduit ; un prophète souffrant, un lévite en prières.

     

    Samen met de jongeman begeeft hij zich naar de universiteit waar ze een college van een zekere Sigier volgen. Intussen gaat de werkster in het huis in de papieren van de jongeman neuzen. Ze ontdekt er een contract met de naam Gothofredus comes Gantiacus ( Godefroid, comte de Gand).

     

    Als de oude man terugkeert betreurt hij zijn ballingschap en denkt hij terug aan de stad waar hij heeft gewoond. Ook Godefroid heeft heimwee, maar dan naar de hemel. De oude man zegt over hem: ce pauvre petit se croit un ange banni du ciel. Godefroid die zo graag bij God wil zijn onderneemt een zelfmoordpoging. De oude man wijst hem terecht, hij vertelt over zijn tochten in de hel en over zijn ontmoeting met een schaduw die de toegang tot het paradijs ontzegd wordt. Tijdens zijn leven was hij verliefd op een 10-jarig meisje met wie hij later was getrouwd. Zijn geliefde stierf echter en om bij haar te zijn, pleegde hij zelfmoord. Hij boet zijn straf nu uit in het vagevuur.

     

    Plots komen enkele ruiters bij het huis waar het drietal verblijft. Ze brengen een boodschap voor de oude man: Nous pouvons rentrer à Florence.Les Blancs triomphent.

     

    We vernemen nu dat de oude banneling Dante is. Hij was uit Firenze verbannen. De zogezegde werkster maakt zich ook bekend. Ze is een gravin en Godefroid is haar zoon. Als deze zijn moeder hoort praten zegt hij: Je reconnais la voix du ciel.

     

     

    19-04-2008 om 20:12 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Herman Melville: Bartleby the Scrivener
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Herman Melville: Bartleby the Scrivener

     

    De verteller heeft een advocatenkantoor in Wall Street. Hij heeft drie personeelsleden in dienst, twee mannen die wetteksten kopiëren en een boodschappenjongen. Hun echte namen kennen we niet, hun bijnamen wel: Kalkoen (Turkey), Nijptang (Nippers) en Gembertje (Ginger Nut). Wegens het vele werk komt er een nieuwe kracht bij: Bartleby.

    Aanvankelijk loopt alles goed, tot Bartleby op een dag een bepaalde opdracht weigert met de woorden: I would prefer not to. (Dat doe ik liever niet). Ook bij andere gelegenheden uit hij die woorden. Later ontdekt de verteller ook nog dat Bartleby op het kantoor woont. Alle pogingen van de advocaat om hem tot redelijkheid te brengen mislukken. Bartleby blijft halsstarrig in zijn lijdzaam verzet. Ten slotte verhuist de advocaat naar een ander kantoor. Maar ondanks de nieuwe huurders is Bartleby met geen stokken in beweging te krijgen. De huisbaas laat hem uiteindelijk arresteren en opsluiten in de gevangenis. Daar blijft hij even passief en laat hij zichzelf verhongeren. Bij een bezoek treft de advocaat hem dood aan op de binnenkoer.

     

    “His dinner is ready. Won’t he dine to-day, either ? Or does he live without dining ?”

    “Lives without dining,” said I, and closed the eyes.

    “Eh! – He’s asleep, ain’t he?”

    “With kings and counsellors,” murmured I.

     

    With kings and counsellors komt uit Job 3: 14. Die bijbelpassage is echter zo mooi, dat ik ze helemaal wil citeren.

     

    Waarom stierf ik niet, toen ik uit de moederschoot kwam,

    Ging ik niet dood toen ik haar bekken verliet;

    Waarom wachtten twee knieën mij op,

    Waarom twee borsten om mij te zogen;

    Waarom werd ik niet weggestopt als een misdracht,

    Als kinderen, die het licht niet aanschouwen?

     

    Dan lag ik nu neer, en had rust;

    Ik zou slapen, en door niets meer worden gestoord:

    Naast koningen en rijksbestuurders,

    Die zich grafmonumenten hebben gebouwd;

    Naast vorsten, badend in goud,

    En die hun paleizen vulden met zilver.

     

    Achteraf verneemt de advocaat dat Bartleby vroeger had gewerkt op de afdeling onbestelbare brieven van een postkantoor.

     

    Dead letters! Does it not sound like dead men? Conceive a man by nature and misfortune prone to a pallid hopelessness: can any business seem more fitted to heighten it than that of continualy handling these dead letters, and assorting them for the flames? For by the cartload they are annually burned. Sometimes from out the folded paper the pale clerk takes a ring:- the finger it was meant for, perhaps, moulders in the grave; a bank-note sent in swifted charity:- he whom it would relieve, nor eats nor hungers any more; pardon for those who died despairing; hope for those who died unhoping; good tidings for those who died stifled by unrelieved calamities. On errands of life, these letters speed to death.

    Ah Bartleby! Ah humanity!

     

    Over dit verhaal is ontzettend veel geschreven. Sommigen zien in Bartleby een Christusfiguur, anderen een revolutionair. Door steeds maar te weigeren ondermijnt hij de samenleving, zet hij de eerste stap naar de opbouw van iets anders. Zijn houding wekt irritatie op en ook wel ontroering.

    Hij is een zandkorrel in het raderwerk van de maatschappij. De advocaat, bij wie alles op rolletjes liep, moet nu keuzen maken. Hij kan Bartleby niet uitsluitend zien als een bediende, een ondergeschikte. Hij is nu verplicht om hem ook als mens tegemoet te treden: moet hij hem onderdak geven, mag hij hem ontslaan enz. Zijn twee andere collega’s zouden er korte metten mee gemaakt hebben. Enkele klappen gegeven en op straat gezet. De advocaat kan dat echter niet. Hij voelt zich als mens verantwoordelijk.

     

    Bartleby zelf blijft echter een raadsel. We krijgen geen verklaring voor zijn gedrag. Misschien moeten we hem ook niet als een figuur zien. Hij incarneert een goedaardig negationisme. Wat gebeurt er als men voortdurend neen blijft zeggen ? Men gaat zelf ten onder en de wereld draait voort.

     

    Men zou het verhaal ook in verband kunnen brengen met een oosterse gedachtegang. De advocaat staat dan symbool voor een oude wijze Chinese keizer die er moet voor zorgen dat zijn land goed wordt geregeerd. Hij moet zich menselijk tonen. Bartleby zou het taoïstische beginsel van wu wei kunnen aanhangen, d. i. handelen door niet te handelen. Maar geen van beiden komt ongeschonden uit het verhaal.

     

    Er staan op het net twee zeer goede geannoteerde teksten van dit verhaal.

     

    http://web.ku.edu/~zeke/bartleby/hypertext.html

     

    http://www.vcu.edu/engweb/webtexts/bartleby/

     

    15-04-2008 om 20:55 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nabokov: An Affair of Honor
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nabokov: An Affair of Honor

     

    Dit is het eerste verhaal uit Nabokov’s Quartet. Het is een parodie op het duel. Een bekend thema uit de Russische literatuur en ook wel uit het Russische leven in de negentiende eeuw.  De aanleiding is klassiek. Anton Petrovich komt vroeger dan voorzien thuis en betrapt zijn vrouw met Berg, net als hij een Russische emigrant. Hij heeft nieuwe handschoenen aan die hij maar met moeite uit kan trekken en waarvan hij er een wat ongelukkig in de richting van Berg gooit. In een briefje aan zijn vrouw vraagt hij haar het huis te verlaten en zelf gaat hij naar een verjaardagsfeestje van enkele emigranten. Halfdronken vraagt hij twee aanwezigen om hem te seconderen bij een duel met Berg. De twee mannen stemmen toe.

     

    Dan volgt de ontnuchtering voor Anton Petrovich. Hij is een lafaard en kan bovendien niet met wapens omgaan. Zijn tegenstander daarentegen heeft een schriftje waar tientallen kruisjes in staan van mensen die hij tijdens de oorlog heeft neergelegd. Nabokov grijpt deze gelegenheid aan om, in het algemeen, de houding van de mens voor de dood te schetsen. “And then Anton Petrovich  did the very worst thing a man in his situation could have done: he decided to reason out what death really meant”.

    Op de bewuste ochtend maakt Anton Petrovich zich klaar om naar het duel te gaan. 

    “Time to shave, wash, and dress. Scrupulously clean underwear, and the new black suit.

    … He grabled his favorite shirt, undid the button and grunted as he plunged head first into the cold, white darkness of the linen enveloping him”.

     

    Hij neemt samen met zijn secondanten de trein waarin ook Berg en zijn collega’s zitten. Ze stappen uit en begeven zich naar het bos waar het duel zal plaatsvinden. Anton Petrovich wil eerst nog iets drinken. Hij maakt van de gelegenheid gebruik om het hazenpad te kiezen. Hij doolt wat rond en keert ten slotte terug naar huis. Daar treft hij zijn secondanten en zijn vrouw aan. Wat is er gebeurd ? Op het ogenblik dat Anton Petrovich het op een lopen zette, kwamen de secondanten van Berg melden dat deze afzag van het duel. Berg wordt nu beschouwd als de lafaard en Tanya, de vrouw van Anton, keert naar haar man terug.

     

    Een pretentieloos humoristisch verhaal. Waarschijnlijk met veel verwijzingen naar de Russische traditie en literatuur over het duel, maar die ken ik jammer genoeg niet. Een puntje van overeenkomst met het vorige verhaal. In beide verhalen begint de geschiedenis met een intrede. Anton die thuiskomt, de verteller uit The Visit to the Museum die het museum betreedt. De ontknoping zet in met het verlaten van een woning. Anton verlaat het café, met gunstige afloop. In The Visit verlaat de hoofdpersoon het museum en belandt in het communistische Rusland.

    15-04-2008 om 20:09 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nabokov: The Visit to the Museum
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Nabokov: The Visit to the Museum

     

    Dit is het laatste verhaal(tje) uit Nabokov’s Quartet. Het verscheen in 1939. De verteller bevindt zich in een Franse provinciestad. Op verzoek van een Russische vriend moet hij in het museum aldaar navragen of een bepaald schilderij te koop is. Het stelt de grootvader van de vriend voor. Als de verteller de conservator zijn vraag voorlegt, beweert deze dat het schilderij niet in het museum hangt. Ze sluiten een weddenschap af en samen gaan ze kijken. Het schilderij blijkt er toch te hangen, maar de conservator verscheurt het papiertje met de weddenschap. Na een poosje verdwijnt de conservator en de verteller begint aan een lange tocht door de zalen van het museum. Hij treft er de meest onwaarschijnlijke zaken aan zoals een skelet van een walvis, zalen met locomotieven, stoommachines, fonteinen en beekjes, en reusachtige beelden. Ten slotte komt de verteller via een deur in een besneeuwde straat terecht. Ze komt hem bekend voor. Hij bevindt zich in Sint Petersburg. “Alas, it was not the Russia I remembered, but the factual Russia of today, forbidden to me, hopelessly slavish and hopelessly my own native land”.

    In een korte spotparagraaf vertelt hij nog dat hij wordt gearresteerd, en dat het hem veel moeite heeft gekost om opnieuw naar het buitenland te gaan.

     

    The Visit to the Museum is een conte fantastique. Het fantastische en absurde begint al bij de ontmoeting met de conservator, die o.a. een pas verzegelde envelop in de papiermand deponeert. De overgang van Frankrijk naar Rusland krijgt verder zijn beslag in de verschillende zalen. De stoommachines en locomotieven verwijzen naar de industrialisatie van het communistische Rusland. De fonteinen en beekjes kunnen jeugdherinneringen zijn.

     

    Voor Nabokov die zijn land is moeten ontvluchten, is emigratie altijd een belangrijk thema in zijn werk geweest. Nabokov heeft bij de Engelse editie van zijn werken altijd een kort voorwoord geschreven met wat uitleg over het werk. In dit geval zegt hij de lezer dat hij niet aan Kafka of Freud mag denken, maar waaraan dan wel zegt hij er niet bij. Daar doet de lezer natuurlijk mee wat hij wil. Freud heb ik er niet direct in ontdekt, tenzij dan in de torenspits die overal in het straatbeeld opduikt. Aan Kafka zou men kunnen denken, maar die zou het veel beklemmender hebben beschreven en misschien met wat minder humor.

     

     

    13-04-2008 om 08:55 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.D. H. Lawrence: Liefde in het hooi
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    D. H. Lawrence: Liefde in het hooi

     

    In het begin van dit verhaal denk je een Streuvels in handen te hebben. Een hete zomerdag op het platteland en twee broers, Maurice en Geoffrey, die het pas gemaaide hooi tot een berg optasten. Tussen de broers is rivaliteit ontstaan over een Fräulein die als gouvernante op de pastorie werkt. Maurice heeft ze voor de neus van de een jaar oudere broer Geoffrey weggekaapt en hij plaagt zijn broer ermee. Geoffrey wreekt zich door het zijn broer lastig te maken bij het werk. Het komt tot een dispuut boven op de hooiberg en Geoffrey duwt zijn broer eraf. De Fräulein heeft het incident gezien, maar Maurice ontkent dat zijn broer hem heeft geduwd. Maurice en de Fräulein vormen nu definitief een stel.

    Ook Geoffrey zal nog aan een lief geraken. Hij ontmoet een vrouw die door haar man, een zwerver in de steek is gelaten. De toenadering tussen de twee verloopt heel aarzelend, in tegenstelling met de impulsieve verhouding tussen Maurice en zijn verloofde.

     

    Een verhaal dat eigenlijk weinig om het lijf heeft en dat men evengoed ongelezen kan laten. Het boekje was anders mooi uitgegeven als marmerboek bij de uitgeverij Goossens in Hilversum.

     

    10-04-2008 om 21:15 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Grillparzer (1791-1872): De arme Speelman
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Grillparzer (1791-1872): De arme Speelman

     

    Kafka was de directe aanleiding tot het lezen van dit verhaal. Hij kende grote stukken ervan uit het hoofd, las het verhaal voor aan zijn zus Ottla en bezorgde een exemplaar aan enkele geliefden. Kafka kende het leven van Grillparzer en vond daarin gelijkenissen met zijn eigen leven. Beide schrijvers konden bijvoorbeeld niet besluiten om met hun verloofde te trouwen. In het verhaal zelf zitten ook elementen die Kafka moeten aangesproken hebben. Zo is er een vader die zijn zoon verstoot en komt er een liefdesgeschiedenis in voor die faliekant afloopt. Kafka kende het verhaal waarschijnlijk al van in zijn schooltijd en het was belangrijk voor hem in de tijd van zijn verloving met Felice Bauer. In 1920 echter breekt hij het verhaal af in een brief aan Milena (weil ich mich der Geschichte schäme, so wie wenn ich sie selbst geschrieben hatte en hij noemt het verhaal zum Sterben Geziertes, d.i. volslagen gekunsteld.). Hij heeft dan zelf al afgerekend met zijn vader in zijn Brief an den Vater en zijn verloving met Felice Bauer is al enkele jaren afgelopen.

     

    Het verhaal is een raamvertelling. De verteller maakt op een volksfeest in Wenen kennis met een oude man die op een viool krast en die hem fascineert. Hij zoekt de speelman op en die vertelt hem zijn geschiedenis. Zijn vader was een man van aanzien, maar eerzuchtig en veeleisend. Jakob, de middelste zoon, is traag van begrip, vergeleken bij zijn broers.  Mijn broers sprongen bij het leren van de ene top naar de andere, maar ik kon nooit iets overslaan, en als er maar een enkel woord was dat ik niet begreep, moest ik weer bij het begin beginnen.

    Hij vindt een betrekking als kopiist op de kanselarij van zijn vader.

    Op een dag wordt hij erg ontroerd door een liedje dat hij een meisje hoort zingen. Barbara is de dochter van een kruidenier uit de buurt. Hij komt met haar in gesprek en hij laat zich de muziek van het lied op blad bezorgen. Intussen sterft zijn vader. Hij erft een groot bedrag, maar laat zich door zijn compagnon bedriegen en is nu straatarm. Barbara  heeft wel sympathie voor hem, maar ze heeft een hekel aan zwakke, overgevoelige mannen. Het komt tot een breuk tussen hen en Barbara huwt een slager. Voor Jakob begint nu zijn loopbaan als straatmuzikant, maar dan van iemand die altijd hetzelfde deuntje speelt. Hier eindigt het verhaal van de speelman.

     

    De verteller gaat op reis en als hij terugkeert heeft er een overstroming plaatsgevonden. De speelman heeft zich daarbij heldhaftig gedragen, maar heeft kou gevat en is daaraan gestorven.  Barbara zal zijn begrafenis verzorgen.

     

    Het is op het eerste gezicht een nogal sentimenteel en romantisch verhaal. Toch zitten er voldoende mooie passages en  bespiegelingen in die het werkje interessant maken. Het slot is ontroerend. Niet zozeer door het overlijden van de speelman, wel door het feit dat Barbara hem altijd trouw is gebleven. Of beter, Barbara is trouw gebleven aan zichzelf. Ze heeft haar gevoel van liefde (voor Jakob) de hele tijd intact gehouden.

    08-04-2008 om 21:01 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    01-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Franz Kafka: Das Urteil (Het Vonnis)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Franz Kafka: Das Urteil (Het Vonnis)

     

    Kafka schreef dit tien bladzijden lange verhaal in één ruk, op 22/23 september 1912, van  tien uur ’s avonds tot zes uur ‘s  morgens. Um zwei Uhr schaute ich zum letzten Male auf die Uhr. Wie das Dienstmädchen zum ersten Male durchs Vorzimmer ging, schrieb ich den letzten Satz nieder (uit zijn dagboek). Hij is immens tevreden met het prozastuk en als eerste werk die ochtend leest hij het verhaal voor aan zijn zussen. Een maand tevoren had hij bij Max Brod thuis kennisgemaakt met de hem onbekende Felice Bauer, aan wie hij het verhaal heeft opgedragen. Hij schreef het verhaal twee dagen nadat hij haar zijn eerste brief had opgestuurd. Op 24 oktober schrijft hij Felice dat hij het verhaal aan haar opgedragen heeft, maar hij voegt eraan toe:

    Im übrigen hat die Geschichte in ihrem Wesen, soweit ich sehen kann, nicht den geringsten Zusammenhang mit Ihnen, außer daß ein darin flüchtig erscheinendes Mädchen Frieda Brandenfeld heißt, also wie ich später merkte, die Anfangsbuchstaben des Namens mit Ihnen gemeinsam hat. Der einzige Zusammenhang besteht vielmehr nur darin, daß die kleine Geschichte versucht, von ferne Ihren wert zu sein.

     

    Heeft deze geschiedenis, zoals hij schrijft, niets te maken met zijn recente kennismaking met Felice Bauer ? In de eerste zin relativeert hij zijn bewering al door te schrijven soweit ich sehen kann. Verder zijn er de identieke beginletters van beide personen (Kafka had Freud gelezen). Had hij die naam bewust of onbewust gekozen ? In de laatste zin, maakt het woordje vielmehr zijn bewering ook minder eenduidig. Voorzag hij misschien dat zijn toekomst met Felice problematisch zou zijn?

     

    Bij het verbeteren van de drukproef in februari 1913 schrijft hij over Das Urteil:  … die Geschichte ist wie eine regelrechte Geburt mit Scmutz und Schleim bedeckt aus mir herausgekommen.

     

    Het verhaal begint heel onschuldig, zelfs idyllisch. Op een Sontagvormittag im schönsten Frühjahr zit Georg Bendemann op zijn kamer en schrijft een brief aan een oude vriend die is uitgeweken naar Rusland om daar een zaak te beginnen. Maar de zaak draait niet meer zo goed en de brieven uit Rusland zijn schaars geworden. Het probleem voor Georg is dat hij niet weet wat hij zijn vriend kan en mag schrijven. Omdat hij schrik heeft om hem te beledigen, kan hij hem geen raad geven en ook dat zijn eigen zaken goed gaan vindt hij misplaatst om mee te delen. Daarom schrijft hij altijd maar over onbelangrijke zaken. Op aandringen van zijn verloofde echter, schrijft hij hem nu toch dat hij verloofd is.

    Georg gaat dan met zijn brief naar de kamer van zijn vader. Hij is er al maandenlang niet binnen geweest, omdat zij elkaar op het werk en tijdens de maaltijden zien. Nu zet het onheil in: Georg staunte darüber, wie dunkel das Zimmer des Vaters selbst an diesem sonnigen Vormittag war. Als hij de kamer binnengaat komt zijn vader hem tegemoet: “Ah,  Georg! “ sagte der Vater und ging ihm gleich entgegen. Sein schwerer Schlafrock öffnete sich im Gehen, die Enden Umflatterten ihn – “mein vater ist noch immer ein Riese”, sagte sich Georg. De vader wordt hier voorgesteld als de viriele man, die zonder omwegen door het leven gaat. Georg zegt dat hij zijn vriend van zijn verloving heeft in kennis gesteld. Zijn vader echter zegt dat hij niet gelooft dat hij daar echt een vriend heeft. Georg probeert over iets anders te praten. Ondertussen kleedt hij zijn vader uit, legt hem in bed en dekt hem toe (alsof hij hem wil begraven). Maar dan springt zijn vader overeind en stuurt zijn verwijten op Georg af. Om te beginnen over zijn toekomstig huwelijk (een episode die later in een andere vorm ook in de Brief an den Vater zal voorkomen).

    “Weil sie die Röcke gehoben hat“ fing der Vater zu flöten an, „weil sie die Röcke so gehoben hat, die widerliche Gans“, und er hob, um das darzustellen, sein Hemd so hoch, daß man auf seinem Oberschenkel die Narbe aus seinem Kriegsjahren sah, „weil sie die Röcke so und so und so gehoben hat, hast du dich an sie herangemacht, und damit du an ihr ohne Störung dich befriedigen kannest, hast du unser Mutter andenken geschändet, den Freund verraten und deinen Vater ins Bett gesteckt, damit er sich nicht rühren kann. Aber kann er sich rühren oder nicht ?“.

    Georg probeert zich nog met spot en sarcasme te verdedigen, maar zijn vader veroordeelt hem steeds scherper en spreekt ten slotte het vonnis uit: Ich verurteile dich jetzt zum Tode des Ertrinkes.

    Georg is nu zo murw, dat hij dit besluit van zijn vader ook gaat uitvoeren.

     

    Het heeft weinig zin dit werkje louter te lezen als een verhaaltje. Men moet zich in het personage verplaatsen en proberen mee te maken wat het inwendig beleeft, zijn twijfels, zijn onzekerheid, hoe hij zichzelf voorliegt enz. Op die manier wordt het verhaal heel beklemmend.  

     

    01-04-2008 om 19:24 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Reiner Stach: Kafka. Die Jahre der Entscheidungen

    Reiner Stach: Kafka. Die Jahre der Entscheidungen

     

    Een Kafka-biografie over de jaren 1910 tot 1915. In een van de eerste hoofdstukken bevinden we ons bij de familie Kafka thuis. De 29-jarige Franz woont bij zijn ouders en twee zusters. Een derde zuster was in 1910 gehuwd en had het huis verlaten. De kamer van Franz kafka lag tussen de keuken en de slaapkamer van zijn ouders. Dat betekende dat zijn privacy niet erg groot was. De avondmaaltijd bij de Kafka’s, die elders in Praag een winkel hadden, werd genuttigd omstreeks half tien. Daarna gebeurde het dat de vader met enkele vrienden of familieleden nog enkele spelletjes kaart speelde. Kafka trok zich dan meestal terug in zijn kamer. Tegen middernacht begaf de vader zich naar zijn bed. Vanaf dan begon het nachtelijke leven van de schrijver Kafka.

     

    In zijn dagboek, 5 november 1911, staat een stukje dat hij later onder de titel Großer Lärm in een tijdschrift zou publiceren:

     

    Ich sitze in meinem Zimmer im Hauptquartier des Lärms der ganzen Wohnung. Alle Türen höre ich schlagen, durch ihren Lärm bleiben mir nur die Schritte der zwischen ihnen Laufenden erspart, noch das Zuklappen der Herdtüre in der Küche höre ich. Der Vater durchbricht die Türen meines Zimmers und zieht im nachschleppenden Schlafrock durch, aus dem Ofen im Nebenzimmer wird die Asche gekratzt, Valli fragt ins Unbestimmte, durch das Vorzimmer, wie durch eine Pariser Gasse rufend, ob denn des Vaters Hut schon geputzt ist, ein Zischen, das mir befreundet sein will, erhebt das Geschrei einer antwortenden Stimme. Die Wohnungstür wird aufgeklinkt und lärmt wie aus katarrhalischem Hals, öffnet sich dan weiterhin mit dem kurzen Singen einer Frauenstimme und schließt sich mit einem dumpfen männlichen Ruck, der sich am rücksichtslosesten anhört. Der Vater ist weg, jetzt beginnt der zartere, zerstreutere, hoffnungslosere Lärm, von den Stimmen der zwei Kanarienvögel angeführt. Schon früher dachte ich daran, bei den Kanarienvögeln fällt es mir aber von neuem ein, ob ich nicht die Türe bis zu einer kleinen Spalte öffnen, schlangengleich ins Nebenzimmer kriechen und so auf dem Boden meine Schwestern und ihr Fräulein um Ruhe bitten sollte.

     

    Omstreeks de tijd dat hij Das Urteil schrijft, november 1912, schrijft hij in een brief aan Felice Bauer hoe hij zijn dagen indeelt om te kunnen schrijven.

     

    Seit 1 ½ Monaten ist meine Zeiteinteilung mit einigen in den letzten Tagen infolge unerträglicher Schwäche eingetretenen Störungen die folgende:  Von 8 bis 2 oder 2⅓ Bureau, bis 3 oder ½4 Mittagessen, von da ab schlafen im Bett (meist nur Versuche, eine Woche lang habe ich in diesem Schlaf nur Montenegriner gesehn mit einer äußerst widerlichen, Kopfschmerzen verursachenden Deutlichkeit jedes details ihrer komplizierten Kleidung) bis ½8, dann 10 Minuten Turnen, nackt bei offenem Fenster, dann eine Stunde Spazierengehn allein oder mit Max oder mit noch einem andern Freund, dann Nachtmahl innerhalb der Familie (ich habe 3 Schwestern, eine verheiratet, eine verlobt, die ledige ist mir, unbeschadet der Liebe zu den andern, die bei weitem liebste) dann um ½11 (oft wird aber auch sogar ½12)Niedersetzen zum Schreiben und dabeibleiben je nach kraft, Lust und Glück bis 1, 2, 3 Uhr, einmal auch schon bis 6 Uhr früh. Dann wieder Turnen, wie oben, nur natürlich mit Vermeidung jeder Anstrengung, abwaschen und meist mit leichtem Herzschmerzen und zuckender Bauchmuskulatur ins Bett. Dann alle mögliche Versuche einzuschlafen, d.h. unmögliches zu erreichen, denn man kann nicht schlafen (der Herr verlangt sogar traumlosen Schlaf) und dabei gleichzeitig an seine Arbeiten denken und überdies die mit Bestimmtheit nicht zu entscheidende Frage mit Bestimmtheit lösen wollen, od ben nächsten Tag ein Brief von Ihnen kommen wird und zu welcher Zeit.

     

    Voor Kafka-liefhebbers is deze biografie een must. Ze is in 2002 uitgegeven bij Fischer.

    01-04-2008 om 10:53 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Poems are blossoms of the brain. Emily Dickinson
    Kunst gibt nicht das Sichtbare wieder, sondern macht sichtbar. Paul Klee

    La nostra vita in terra

    Altro non è che guerra


    en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Hebreeën 13.2
    Archief per week
  • 29/06-05/07 2020
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 13/05-19/05 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 26/09-02/10 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 08/11-14/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 31/12-06/01 2008
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 26/12-01/01 2006
  • 12/12-18/12 2005
  • 05/12-11/12 2005
  • 28/11-04/12 2005
  • 21/11-27/11 2005
  • 14/11-20/11 2005
  • 07/11-13/11 2005
  • 31/10-06/11 2005
  • 24/10-30/10 2005
  • 17/10-23/10 2005
  • 10/10-16/10 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 26/09-02/10 2005
  • 19/09-25/09 2005
  • 12/09-18/09 2005
  • 05/09-11/09 2005
  • 29/08-04/09 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005
  • 25/07-31/07 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 11/07-17/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 27/06-03/07 2005
  • 20/06-26/06 2005
  • 13/06-19/06 2005
  • 06/06-12/06 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005
  • 16/05-22/05 2005
  • 09/05-15/05 2005
  • 02/05-08/05 2005
  • 25/04-01/05 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Aanraders tot nu toe:

    Von Keyserling: Branding
    Hrabal: Zwaarbewaakte treinen
    Voltaire: Candide
    Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven
    Hawthorne: De scharlaken letter
    Yalom: De Schopenhauer-kuur
    Rosa: De derde oever van de rivier
    Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi
    Waugh: The Loved One
    Kadare: Het donkere jaar
    Baricco: Zijde
    Moorehead: De Blauwe Nijl
    Lampedusa: De tijgerkat
    Melville: Billy Budd
    Platonov: De bouwput
    Tim Parks: Bestemming
    Bernhard: De neef van Wittgenstein
    Kafka: Die Verwandlung
    Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw
    Traven: Verhalen
    Baldwin: Go Tell it on the Mountain
    Faulkner: As I lay dying
    Oë: De hoogmoedige doden
    Trilling: The Middle of the Journey
    Hardy: Far from the madding crowd
    Kristof: De analfabete
    McEwan: Amsterdam
    Filloy: De bende
    Sciascia: De Zaak Aldo Moro
    Salinger: Franny and Zooey

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!