Tolstoj (1828 1910) schreef deze novelle in 1890. Het is in feite het lange verhaal van een man Pozdnysjev die zijn vroouw heeft vermoord. Hij vertelt het in een treincoupé aan een medereiziger, de verteller van de geschiedenis. Het gesprek begint over de liefde. Volgens de hoofdpersoon bestaat die niet. Volgens hem wordt vooral het mannelijk geslacht gedreven door lust, die alles kapotmaakt. Toch zal hij trouwen met zijn verloofde, maar al in de wittebroodsweken loopt het verkeerd. De eerste helft van het boek is een aanval op die zinnelijke lust. In de tweede helft komt de jaloezie aan bod. Pozdnysjev heeft kennis gemaakt met een violist die nu bij hem thuis op bezoek komt en met zijn vrouw musiceert. Hij denkt dat er een verhouding tussen hen ontstaat. Als hij een keer onverwacht terugkeert van een reis, treft hij de man thuis aan en vermoordt hij zijn vrouw.De titel van de novelle verwijst naar de sonate voor viool en piano van Beethoven. Vooral in de eerste beweging van dat werk laait de passie nogal op, en die zet de jaloeziegedachte bij Pozdnysjev in gang.
Het werk is heel negatief. Seksualiteit wordt erin afgeschilderd als een verschrikkelijk kwaad, dat elk gevoel van liefde vernietigt. Het werk is duidelijk schatplichtig aan Schopenhauer. Het verschil is dat bij Tolstoj die seksualiteit een vernielingskracht is, terwijl ze bij Schopenhauer een manifestatie van de Wil is. Die is niet uit op vernietiging, wel op voortbestaan. Toch ziet Schopenhauer die ook als een oorzaak van lijden. Wie het leed wil uitbannen, moet proberen de Wil aan banden te leggen.
Zowel de novelle, als die eenzijdige visie van Schopenhauer zijn niet meer van deze tijd. Maar zoals ik in een vorige bijdrage al zei, bevat het werk van Schopenhauer veel meer dan alleen maar die visie. Hem kun je blijven lezen, de novelle van Tolstoj is verouderd.
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey