Foto
Ich gruet u allen int gemeyne,
Want met nimant besonder en ben ich bekent
Inhoud blog
  • esperanto
  • Over liefde
  • Bidden en/of mediteren
  • in memoriam
  • Karel D'huyvetters: Spinoza: de brieven over God
  • Losse bedenkingen 2: De hoofddoek
  • Losse bedenkingen 1: Geloven en niet-geloven
  • Gerrit Achterberg: Weerbericht
  • Nicole Verschoore: Le maître du bourg
  • Henry James: Washington Square
  • liefde
  • Blason du corps féminin
  • Pessoa: Criança desconhecida e suja brincando à minha port
  • Boutens: Rijk gemis
  • Beschouwingen bij Als de ziel spreekt
  • P.C. Boutens: De ziel spreekt
  • Jacob Winkler Prins: Uit mistig grijze morgenstrepen
  • Franco Sacchetti: Florentijnse verhalen
  • Peter Handke: Wunschloses Ungluck
  • Maria Petyt: Het leven van de weerdighe moeder Maria Petyt
  • Leonardo Sciascia: Mort de l'Inquisiteur
  • Flannery O'Connor: Goede mensen zijn dun gezaaid
  • McCullers: Clock without hands
  • Jane Bowles: Two Serious Ladies
  • J.D. Salinger: Franny and Zooey
  • Anne Bronte: A Reminiscence
  • William Faulkner: Shingles for the Lord
  • Vercors: Le Silence de la Mer
  • Maria Dermout: De Sirenen
  • Aifric Campbell: De logica van het moorden
  • Jörn Pfennig: Twee gedichten
  • Hesse: Over lezen en boeken
  • Colum McCann: Het verre licht
  • Vondel, Shakespeare! 2
  • Vondel: Joseph in Egypten
  • Schnitzler: Traumnovelle
  • Vondel, Shakespeare !.
  • Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt
  • Psalm 23
  • Rilke: Eranna an Sappho
  • Charles Perrault: Riquet à la houppe
  • Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif
  • Vestdijk: The Beauty and the Beast
  • Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder
  • Arthur Schnitzler: Sterben
  • Hofmannsthal
  • Yeats
  • Swift: A Voyage to the Houyhnhnms
  • Swift: A voyage to Laputa!
  • Swift: A voyage to Brobdingnag
  • Swift 2
  • Swift (1667-1745)
  • Swift: Gulliver's Travels (1)
  • Joseph Conrad: Within the Tides
  • Schopenhauer over de dood (1)
  • Piet Calis: Vondel. Het Verhaal van zijn Leven
  • Jacques Prévert: Fatras
  • Van de Woestijne: Vervarelijk Festijn
  • John M. Synge: The Playboy of the Western World
  • Synge: prelude
  • Alan Bennett: The Uncommon Reader
  • James Baldwin: Going to meet the man
  • Laura Esquivel: Como agua para chocolate
  • Carry van Bruggen: Goenong Djatti
  • Carry van Bruggen: Anekdote
  • Juan Filloy: De Bende
  • Sébastien Japrisot: L'été meurtrier
  • Richard Hough: The Potemkin Mutiny
  • Leonardo Sciascia: De Zaak Aldo Moro
  • A. Stifter: Brigitta
  • Lodeizen/Merrill
  • Gezelle
  • Michaël Borremans: The glaze
  • McEwan: Aan Chesil Beach
  • Hanshan: Gedichten van de Koude Berg
  • Richard Minne: Madèle of de lustige weduw
  • William Faulkner: Mosquitos
  • Indisch beeldje
  • William Cullen Bryant
  • William Cullen Bryant: To the fringed gentian
  • William Cullen Bryant: Sonnet - To an American Painter Departing for Europe
  • Balzac: Les Proscrits
  • Herman Melville: Bartleby the Scrivener
  • Nabokov: An Affair of Honor
  • Nabokov: The Visit to the Museum
  • D. H. Lawrence: Liefde in het hooi
  • Grillparzer (1791-1872): De arme Speelman
  • Franz Kafka: Das Urteil (Het Vonnis)
  • Reiner Stach: Kafka. Die Jahre der Entscheidungen
  • Moreau-Vauthier: La mort de Joseph Bara
  • Louis David: Joseph Bara
  • J. Boze: Marat
  • David: A Marat
  • Goldsmith: She Stoops to Conquer
  • Pirandello en Camilleri
  • Oliver Goldsmith: The Vicar of Wakefield
  • Barbara Allen
  • Victor Jara (1932-1973)
  • Vestdijk: Sint Sebastiaan
  • Le jeu de tonneau
  • Brecht: Twee gedichten
  • Joden in Engeland
  • Christopher Marlowe: The Jew of Malta
  • Franz Kafka: Brief an den Vater
  • Willem de Mérode: De witte kater
  • Shakespeare: The Merchant of Venice (eerste bedrijf)
  • Stendhal: Lucien Leuwen
  • Baudelaire: Les Fleurs du Mal
  • The Arrest of Oscar Wilde at the Cadogan Hotel
  • Lichtenberg
  • Charles Ducal: In inkt gewassen
  • Amoz Oz: Verzen van het leven en de dood
  • Goldsmith (1728-1774)
  • Shakespeare: The Tempest
  • David van Reybrouck: Slagschaduw
  • Norbert De Beule: EBdiep
  • Een naam
  • Ira Levin: Een kus voor je sterft
  • José Eduardo Agualusa: De handelaar in verledens
  • Kathleen Raine: The World
  • Erwin Mortier: Avonden op het Landgoed. Op reis met Gerard Reve
  • Nathaniel Hawthorne: The Gentle Boy
  • Poe: The Premature Burial
  • Melville
  • Bhartrihari
  • Ismail Kadare: De dochter van Agamemnon. De opvolger
  • Thomas Hardy: Jude the Obscure
  • Carlos Drummond de Andrade: De liefde, natuurlijk
  • Kenzaburo Oë: De knoppen breken
  • Angus Wilson: Anglo Saxon Attitudes
  • Sandro Veronesi: Waar gaat die vrolijke trein naartoe
  • Frederik van Eeden: Pauls ontwaken
  • Sàndor Màrai: Gloed
  • Anthony Powell: What's become of Waring
  • Ian McEwan: De troost van vreemden
  • Stendhal: Lamiel
  • Sándor Márai: De opstandigen
  • Friedrich Dürrenmatt: De rechter en zijn beul
  • Thomas Bernhard: Der Stimmenimitator
  • B. Traven: Een generaal komt uit de wildernis
  • Epicurus/Leopold
  • Bernardo Carvalho: Negen nachten
  • Ian McEwan: Amsterdam
  • Rosalie en Virginie Loveling
  • Agota Kristof: De analfabete
  • Daniel Defoe: A Journal of the Plague Year
  • Voltaire: Filosofisch woordenboek
  • Vondel: Noah 5e bedrijf
  • Thomas Hardy: Far from the Madding Crowd
  • Dromen
  • Leonardo Sciascia: Een duidelijke zaak
  • L.P. Boon: De paradijsvogel
  • Gorecki: Symfonie nr. 3 - Symfonie der Klaagliederen
  • J. H. Leopold
  • Petrarca: Brieven aan zijn broer
  • Konstantin Paustovskij: Begin van een onbekend tijdperk
  • Heinrich van Kleist: Die Marquise von O.
  • Lionel Trilling: The Middle of the Journey
  • Poesjkin: Schoppenvrouw
  • Schnittke
  • Timmermans: Adagio
  • Joseph Roth: Rebellie
  • John Boyne: De jongen in de gestreepte pyjama
  • Evelyn Waugh: Edmund Campion
  • Umberto Saba: Voor de vogels en een vriend
  • Kenzaburo Oë: De hoogmoedige doden
  • Heinrich Böll: De nalatenschap
  • Nabokov: Uitnodiging voor een onthoofding
  • Achterberg: En Jezus schreef in 't zand
  • Vondel: Noah 4e bedrijf
  • Streven januari 2007
  • Vladimir Nabokov: Bastaards
  • Sá-Carneiro: Twee gedichten
  • Mário de Sá-Carneiro: Beijos
  • Boutens: Kussen
  • Georges Eekhoud / J.I. De Haan
  • Vestdijk: Ierse nachten
  • Faulkner: As I Lay Dying
  • Boutens
  • Alfred Jarry: L' amour en visites
  • Ledeganck: Het burgslot van Zomergem
  • Tsjechow: Drama op de jacht
  • William Faulkner: Sanctuary
  • Vondel: Noah vervolg 3e bedrijf
  • Vondel: Noah 3e bedrijf
  • Pierre Louÿs (1870 - 1925) : Journal
  • Ledeganck: De Zinnelooze
  • Pikanterie
  • Goya en Louÿs
  • Pierre Louÿs: La Femme et le Pantin
  • Jack London: De droom van Martin Eden
  • Hugo von Hofmannsthal: Das Erlebnis des Marschalls von Bassompierre
  • Eduard von Kaiserling: Schwüle Tage
  • Flaubert: Saint Julien l'hospitalier
  • Saint Julien l'hospitalier
  • Emile Zola: Thérèse Raquin
  • Zondeval
  • Witold Gombrovicz: De beheksten
  • Janneke
  • Albert Verwey: De page
    Zoeken in blog

    sprokkelhout

    29-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maria Dermout: De Sirenen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Maria Dermout: De Sirenen

     

    Nederlandse schrijfster (1888-1962). Ze heeft heel lang in Indonesië gewoond en publiceerde pas op 63-jarige leeftijd haar eerste werk.

     

    Deze bundel verhalen is uit haar nalatenschap samengesteld. De verhalen dateren uit de hele loopbaan van de schrijfster.

     

    Het titelverhaal is gesitueerd op Sumatra, in het noordoostelijk deel aan de straat van Malakka die de grens vormt tussen Sumatra en Maleisië. De bevolking leeft er in ‘lange huizen’.

      (De traditionele huizen zijn in het bezit van de vrouwen. In de grote huizen kunnen honderden mensen terecht die aan elkaar zijn gelinkt door een enkele gemeenschappelijke moeder.

    Elke dochter heeft een kamer waar ze haar man die vaak alleen 's nachts komt kan ontvangen. Het huis wordt telkens gegeven aan de dochter van de moeder des huizes. Vaak is een huis omringd door andere huizen. Er werd er telkens een bijgebouwd als een vrouwelijk lid van de familie ging trouwen.)

     

    Op een dag verlaat een vrouw haar woning. Ze koopt een prauw en samen met een scheepsmaat en een poes gaat ze op zoek naar het ‘land van de tijger’. Dat is het Vasteland, waar haar eiland heel lang geleden ook deel van uitmaakte. De scheepsmaat wordt de minnaar van de vrouw. Hij kan de poes niet uitstaan en die verhuist naar het ruim. ’s Avonds gaan zij voor anker en wassen en baden zij zich. De scheepsmaat gaat altijd het water in.

     

    “Met een paar korte slagen zwom hij over het diepe heen, waar de haaien zijn die graag bloed drinken, dat wist hij wel!. Hij kon vlugger en ook beter zwemmen dan de haaien, zei hij. En dan kwam hij op het verdronken land, daar was het niet diep: uitgestrekte vlakke weiden onder water met algen begroeid alsof het gras was, groen en bruin en erg nat; en op die weiden zoals het behoort, graasden koeien.

    Op de zeeweiden graasden zeekoeien…

    Niet in het felle zonlicht overdag: in de schemer, of in een nevel, of des nachts leken zij wel wat op vrouwen, deze zeekoeien. En zij loeiden.

    Begeleid, gedempt, overstemd soms door alle geluiden van zee en golven en wind, was het alsof zij zongen, de zwarte vrouwen onder water, de Sirenen. Zoals zij genoemd zijn al in de grijze oudheid.”

     

    Aan boord intussen, heeft de vrouw slechtere bedoelingen. Elke nacht, als de scheepsmaat slaapt, prikt ze met een speld in zijn vinger en laat ze de poes het bloed oplikken.

    Op een nacht wordt de prauw losgeslagen en zwalpt rond tot hij strandt voor een onbekende kust, het Vasteland. De jongen is dood en de vrouw gooit hem overboord. Zelf springt ze aan wal, gevolgd door de poes.

     

    Hij keek met zijn hete gele ogen naar overal tegelijk; de vrouw, de prauw, het verdronken land aan de ene kant, de zeekoeien, daar lag de man, het Vasteland aan de andere kant, de bossen, de heuvels, de bergen, overal bossen, weer naar de vrouw, gromde, en met één sprong was hij van de prauw af en op de hoge rotskust en stond daar: hij was een volwassen koningstijger, goudgeel met zwarte strepen, en verschrikkelijk om te zien.

     

    De jongen ligt nog altijd in de verdronken wei: Hij ligt recht en stil in de natte bruin en groene algen, toch is hij niet verdronken, hij slaapt ook niet, hij ligt rustig achterover, zijn beide handen liggen naast hem. Hij houdt zijn ogen dicht zoals iemand die naar iets luistert, hij houdt zijn ogen open, dan kijkt hij door het water. In een kring om hem heen zijn de zwarte vrouwen onder water, de Sirenen, zij zingen voor hem.

     

    Het verhaal dat begon met de woorden Het verhaal luidt: eindigt met de woorden Zo luidt het verhaal.

     

     

    Verder in de bundel staan onder andere drie verhalen over slangen, over een man die met haaien vecht, over een danser met een speer enz.

    De stijl van Maria Dermout is bijzonder. Ze heeft zich laten inspireren door de Indonesische verhaaltraditie, met veel herhalingen, heel suggestief en geheimzinnig. Het zijn verhalen waarbij de lezer het beste zijn verbeelding kan laten werken.

     

     

    29-01-2010 om 11:50 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    27-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aifric Campbell: De logica van het moorden

    Aifric Campbell: De logica van het moorden

     

     

    Een Ierse schrijfster die taalkunde studeerde en semantiek doceerde in Zweden. Verder was ze investeringsbankier in Londen en nog later schoolde ze zich om tot psychotherapeute. Die verschillende thema’s komen in deze eersteling terug.

     

    Jay Hamilton is psychoanalyticus. In het eerste hoofdstuk maken we kennis met Cora Miller, een van zijn patiënten. Het is voor de schrijfster een gelegenheid om een paar ideeën te ventileren.

     

    Hij was benieuwd geweest of hij bepaalde culturele verschillen zou ontdekken, maar het bleek dat zijn cliënten, altijd hetzelfde zouden zijn, allemaal op zoek naar betekenis in de chaos, zonder dat er ook maar een van hen inzag dat zinloosheid gelijkstaat aan bevrijding.

     

    Het was nu eenmaal een feit dat patiënten die medicijnen gebruikten snel saai werden. Het was een faustiaanse ruil die hen kneedbaar en onverschillig maakte, omdat ze de menselijke ervaring inruilden voor de bevroren woestenij van verdoofde monotonie.

     

    Jay is geen voorstander van medicatietherapie. In dat verband zegt hij later:

     

    Het werkelijke probleem, Dana, is onze afnemende verdraagzaamheid, ons gebrek aan uithoudingsvermogen. Het lijkt wel of het menselijke ras bezig is spierkracht te verliezen. We gaan ervan uit dat we geen tegenspoed zullen ondervinden. Dát is interessant – onze toenemende intolerantie voor het lijden dat met het leven gepaard gaat.

     

    De echte crisis wordt gevormd door onze afnemende levenslust. We slaan op de vlucht voor onze eigen menselijkheid.

     

    Een tweede personage met wie we kennismaken is Robert, de veel oudere en later vermoorde broer van Jay. Hij was een taalfilosoof die een radicale theorie verkondigde. Hij raadde zijn broer destijds af om het beroep van psychoanalyticus uit te oefenen, omdat het volgens hem niet wetenschappelijk was. Jay is het daar niet mee eens, getuige onderstaande bedenking uit de tijd dat hij studeerde.

     

    Witgejaste psychologiedocenten wezen naar gekooide knaagdieren die rondrenden door het zaagsel en hielden hun studenten voor dat kennis alleen op empirische wijze kon worden verkregen. Jay had de indruk dat de gehele discipline maar wat aan het rondstommelen was door de raadselen van de natuur.

     

    Het volgende personage is Dana Flynn. Ze heeft Jay om een interview verzocht om te praten over het leven van zijn vermoorde broer. Het verhaal spitst zich nu toe op het leven en de dood van Robert en zijn relatie met zijn broer Jay. Robert leidde een dubbelleven als homoseksueel. Een gevaarlijke bezigheid in die jaren, omdat ze strafbaar was en er vaak jacht op homo’s werd gemaakt. Misschien is Robert zo aan zijn eind gekomen.

     

    Daarna begint het thrillergedeelte van het boek. De moord op Robert wordt ontraadseld.

     

     

     

     

     

     

     

    27-01-2010 om 16:26 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jörn Pfennig: Twee gedichten

    Jörn Pfennig: Twee gedichten

     

    Verfahren

     

     

    Als we het erover
    eens konden worden   
    dat ik jouw lichaam
    begeesterend
    mag vinden
    en jij
    mijn lichaam
    niet bedreigend
    hoeft te vinden –
    we waren een stapje dichter
    richting paradijs.

     

     

    Sei ehrlich

     

     

    Er zijn zoveel redenen

    om niet met een man te slapen

    maar – zeg eens eerlijk:

    een reden kan toch ook zijn

    dat je net ongesteld bent.

    Zeg me aub als het dat is
    je helpt er mij en jezelf mee-
    en samen
    stellen we dan wellicht vast
    dat deze reden
    er helemaal geen is.

     

    22-01-2010 om 16:22 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hesse: Over lezen en boeken

    Hesse: Over lezen en boeken

     

    Een oud boek biedt altijd troost, het spreekt als het ware van ver weg, we kunnen ernaar luisteren of ook niet. En als plots machtige woorden oplichten, lijken die ons niet uit een boek van nu te komen, lijken het niet de woorden van auteur zus of zo, maar komen ze uit de eerste hand, als de schreeuw van een meeuw en een zonnestraal.

     

    Voor de waarachtige lezer betekent een boek lezen: wezen en denken van een vreemde te leren kennen, proberen hem te begrijpen en als het kan er een vriend van te maken.

     

     

    De vijanden van goede boeken en van goede smaak überhaupt, zijn niet degenen die boeken verachten, maar zij die boeken verslinden.

     

    Velen vinden het een schande om de nieuwste roman van de nieuwste modeschrijver niet te kennen, terwijl ze hun leven lang de oude boeken in de kast hebben laten staan. Zij beseffen niet hoeveel van dat nieuwste en meest geliefde slechts opgewarmde oude kost is die als nieuwigheid wordt opgediend.

    22-01-2010 om 16:15 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Colum McCann: Het verre licht

    Colum McCann: Het verre licht 


    Een roman uit 1998 van een Ierse schrijver die in New York woont. Het verhaal speelt zich af onder de grond en hoog in de lucht. De eerste verhaallijn begint in 1916. We maken kennis met een groepje mannen dat bezig is met het graven van een tunnel onder een rivier in New York. Het is hard en gevaarlijk werk en er heeft een spectaculair ongeluk plaats waarbij een aantal arbeiders door de druk vanuit de tunnel hoog de lucht in worden geschoten, midden in de rivier.

    De andere verhaallijn begint in 1961. Daarin leren we Boomkikker kennen. Zijn vrouw en kind hebben hem verlaten nadat hij handtastelijk werd met zijn dochter. Hij leeft nu in de metrogangen, in een hooggelegen moeilijk toegankelijke ruimte. In die gangen leeft een bont gezelschap outcasts.

    Ik heb deze roman met genoegen gelezen. Een ongewoon onderwerp, leerrijk en af en toe ontroerend.

     

    21-01-2010 om 16:40 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    16-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vondel, Shakespeare! 2

    Vondel, Shakespeare… 2

     

    Onderstaand stukje heb ik gehaald bij de DBNL. Het is van Menno ter Braak. Hij schreef het naar aanleiding van de publicatie van Vondels werken in één deel.

    Het geeft volgens mij een goede typering van Vondel als overtuigde katholiek en zinnelijk dichter. Hiermee is natuurlijk niets gezegd over de prachtige taal die Vondel schreef. Op dat vlak is hij volgens mij nooit meer geëvenaard. Gezelle bijvoorbeeld heeft er rijkelijk uit geput. Of de vergelijking met Shakespeare klopt kan ik niet beoordelen.

     

     

    Over Vondel althans weten wij door de biographie van Geeraert Brandt genoeg, om te kunnen vaststellen, dat hij de onderwerping aan het bindend (en tevens voor zijn zinnelijk temperament speelruimte latend) gezag ener absolute autoriteit nodig had, om zich te kunnen laten gaan in zijn zinnelijk dichterschap; hij vond dat gezag in de katholieke Kerk, na een periode van onzekerheid (niet: van twijfel!), en van dat ogenblik af kunnen wij geen onderscheid meer maken tussen Vondels gezicht en het katholieke masker. Precies het tegendeel bij Shakespeare: wie zijn drama's aandachtig leest, onderscheidt steeds weer achter het masker van de officiële, positieve, optimistische Shakespeare het beweeglijke, sceptische, ironische en in laatste instantie altijd officieuze en raadselachtige gezicht van een andere Shakespeare, die zich in de poëzie van zijn woorden evenzeer verbergt als onthult, wiens officiële oplossingen altijd begeleid worden door een heimelijke wenk naar de verborgen andere oplossing.

     

    Naar zulke geheimen, naar deze ondoorgrondelijke glimlach van het beweeglijke gezicht achter het masker, zal men bij Vondel vergeefs zoeken; hij heeft zich zozeer geïdentificeerd met de ‘spelregels’ van zijn cultuurperiode, dat hij het gehele wereldgebeuren en geheel zijn mensenkennis in dienst kon stellen van die ‘spelregels’. Zijn masker en zijn gezicht zijn zo volkomen één, dat men inmenging van Vondels persoonlijk leven in zijn werken met een lantarentje moet opsporen; zijn persoonlijk leven is versmolten met de traditie, waaraan hij zich heeft onderworpen, zijn werk is naast dat van Rubens een facet van de ‘onontleedbare fuzie van Christendom en heidendom’ (Verwey), die men de barok pleegt te noemen. En meer nog: dit persoonlijk leven is versmolten met een specifiek Nederlandse, Amsterdamse vorm van barok, die zijn geur en eigenheid zou verliezen door vertaling. Verwey formuleert het weer uitstekend, als hij Vondels wereldorde omschrijft als: ‘een kegel met aan de top de Godheid, dan Amsterdam en de kerk, dan de vorsten en de burgerij, en in die burgerij als het eigenlijk waardevolle alles wat niet om het goed diende, maar om de geest.’. ‘Hij beschreef dat schema niet’, voegt Verwey er aan toe, ‘maar hij voelde het in zich en doordrong en omsloot het met zijn droom van de klassieke oudheid.’

    Het woord ‘schema’ is hier de inleider uit de pen gegleden. En volkomen terecht; zo belachelijk als het zou zijn, de problematiek van Shakespeare als ‘schema’ te betitelen, zo geheel van toepassing is deze term op de problematiek van Vondel. Voor de kennis van Vondels oeuvre, als geraamte van ideeën wel te verstaan, komt men een heel eind met de kennis van de Bijbel, de kerkelijke overlevering en wat zich daarbij aansluit, voorts van de requisieten der Ouden; de ‘onontleedbare fuzie’ van die twee elementen is geen fusie van ideeën; noch van critisch inzicht in het Christendom, noch van de psychologie der Oudheid vindt men in Vondels werk de sporen. Het ‘schema’ is hem voldoende om de zinnelijke wereld, waarin (zie de hemel in Lucifer!) ook de bovenzinnelijke wereld

    DBNL

    16-01-2010 om 14:51 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vondel: Joseph in Egypten

    Vondel: Joseph in Egypten

     

    Dit treurspel is gebaseerd op hoofdstuk 39 van het boek Genesis. Jozef was als slaaf door de hofmeester Potifar vrij gemaakt en aangesteld tot beheerder van zijn goederen. Jempsar, de echtgenote van Potifar, is echter hartstochtelijk verliefd op Jozef, deze jongeling wiens wijsheit en deught in een schoon en welgeschapen lichaem uitmuntende, de Hofmeestres zo verleckerden, datze menighmael die godtvruchtige en allerkuischte ziel tot onkuischheit zocht te bekooren.

    Op een dag wordt ze handtastelijk. Jozef vlucht weg, maar laat zijn kleed achter in haar handen. Daarop roept Jempsar haar dienaars en beweert ze dat Jozef haar heeft proberen aan te randen. Potifar wordt op de hoogte gebracht en sluit Jozef op.

     

    In dit stichtelijke treurspel wil de overtuigd katholieke Vondel zijn tijdgenoten waarschuwen voor enkele ondeugden zoals onkuisheid en overspel. De beste remedie daartegen is vertrouwen in God en te leven volgens zijn wet.

    Wie dit leest moet wel denken dat dit werk maar een saaie boel zal zijn. Niets is minder waar. Zo vindt de ‘kuise’ Vondel er duidelijk plezier in om de passie van Jempsar heel uitvoerig en beeldrijk te verwoorden. Zoals in deze monoloog van Jozef:

     

    Terwijl ick hier word aangevochten

    Van Jempsar, ’t heete en dartle dier;

    ’t Welck, raezende van minnetoghten,

    niet blussen kan dat heilloos vier,

    ’t En zy in mijn bederf en schennis.

     

    Hoewel het verhaal zelf ons vandaag nog weinig kan boeien, Vondels taal is dikwijls zo mooi dat hem lezen een genot blijft. Enkele voorbeelden.

     

    Wy quamen om het hair te poeren,

    Te krullen, en met goudt te snoeren,

    En haer op ’t cierelijckst te kleên.

     

    ’t Genot van eenen kus is meer

    dan al ’t genot van staet en eer.

     

    Gesloke min smaeckt zoetst, in duistre en diepe holen:

    Daer leeft men by den nacht: daer glimmen Venus kolen

    Met levendigher gloet, dan by den lichten dagh.

     

    Is dit die lieve mont? zijn dit dees zachte wangen,

    Die ghy my eerstmael boodt, met onverzaden lust?

    Heeft Potiphar zoo vroegh den bloesem afgekust,

    En al dat blozent schoon van ’t aenschijn afgestreecken?

     

    Daer zy dootkranck en flaeuw, als op doots oever leit.

     

    O schoone Rachels schoonste zoon,

    Hoe lastigh valt u al dit schoon,

    Uw jonkheit aengeboren.

    Wat geeft dit in een weeligh hof,

    De dartele oogen niet al stof,

    Om d’uwe te bekooren,

    En af te leiden van de Deught;

    In ’t allerblakenst van uw jeught,

    In ’t lustighst van uw leven,

    By dees verwijfde AEgyptenaers.

    16-01-2010 om 14:37 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schnitzler: Traumnovelle
    1. Schnitzler: Traumnovelle

     

    Fridolin (35) en Albertine zijn getrouwd en hebben een kind. Ze zijn de vorige avond naar een bal geweest en zijn er zich van bewust daß gestern nicht zum erstenmal ein Hauch von Abenteuer, Freiheit und Gefahr sie angerührt. Albertine vertelt hoe ze de vorige zomer verliefd werd op een jongeman en Fridolin was in de ban van een jong meisje.

    Het gesprek wordt onderbroken, want Fridolin, die arts is, wordt weggeroepen naar een patiënt. Van nu af begint een nachtelijke tocht die in het teken staat van liefde, maar vooral van dood. De patiënt, een oude vriend, is overleden. Zijn dochter, die verloofd is, verklaart haar liefde aan Fridolin. Deze wijst haar af en zet zijn tocht voort. Onderweg herinnert hij zich de dode die hij zopas verlaten heeft. Und der Tote fiel ihm ein, den er eben verlassen, und mit einigem Schauer, ja nicht ohne Ekel dachte er daran, daß in dem langdahingestreckten mageren Leib unter der braunen Flanelldecke nach ewigen Gesetzen Verwesung und Verfall ihr Werk schon begonnen hatten.

    De volgende ontmoeting is met een groepje dronken studenten. Een van hen stoot hem opzettelijk aan. Zal hij die jongeman uitdagen tot een duel? Voor zoiets doms zijn leven riskeren? Als arts loopt hij dagelijks levensgevaar bij zieke patiënten. Vervolgens ontmoet hij een hoertje. Hij gaat mee naar haar kamer, maar er gebeurt niets. In een café treft hij daarna een oude kennis. Die speelt geblinddoekt piano bij geheime bijeenkomsten. Fridolin is nieuwsgierig. Hij krijgt het codewoord, zorgt voor kleren en gaat naar het feest. Het betreft een gemaskerd bal met naakte vrouwen. Fridolin wordt als indringer ontmaskerd. Een vrouw offert zich voor hem op. Hij wordt aan de deur gezet.

    Om vier uur ’s morgens keert hij weer naar huis. Zijn vrouw vertelt hem haar droom van die nacht. Daarin vrijt ze met een onbekende en is ze er zonder medelijden getuige van hoe haar man wordt gekruisigd.

    De volgende dag bezoekt Fridolin een na een de plaatsen waar hij de vorige nacht heeft vertoefd. Het hoertje Mizzi is opgenomen in het ziekenhuis. In de woning van het verkleed bal krijgt hij een waarschuwing. Ten slotte belandt hij in het ziekenhuis waar hij het lijk aantreft van de vrouw die zich de voorbije nacht voor hem had opgeofferd. Ze werd verplicht zich te vergiftigen.

    Opnieuw thuis vertelt hij zijn vrouw alles wat is voorgevallen. Beiden verzoenen zich.

     

    De novelle is verfilmd door Kubrick onder de titel Eyes wide shut.

    12-01-2010 om 13:01 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vondel, Shakespeare !.

    Vondel, Shakespeare ….

     

    In 1641 schreef Vondel onderstaand gelegenheidsgedicht naar aanleiding van het door Sandrart geschilderde portret van Geeraert Vossius.

     

    Laet sestigh winters vry dat VOSSENhooft besneeuwen,

    Noch grijzer is het brein dan ’t gryze hair op ’t hooft;

    Dat brein heeft heughenis van meer dan vijftigh eeuwen,

    En al haer wetenschap in boecken afgeslooft,

    Sandrart, bestuw hem niet met boecken en met blaren;

    Al wat in boecken steeckt is in dat hooft gevaren.

     

    De aanhef van het gedicht doet denken aan de aanhef van het tweede sonnet van Shakespeare:

     

    When forty Winters shall besiege thy brow

     

    Ik weet niet of Vondel dat sonnet van Shakespeare heeft gekend. De sonnetten van Shakespeare verschenen in 1609. Mischien kwam de beeldspraak van de winters in dat verband ook al in de oudheid voor, ook dat weet ik niet. Op het volgende adres http://www.dbnl.org/tekst/_tij003189401_01/_tij003189401_01_0025.htm van de DBNL kan men nalezen hoe Vondel, die pas laat Engels leerde, in contact is gekomen met Engelsen en zo waarschijnlijk het Shakespeariaanse sonnet heeft leren kennen. Dat sonnet onderscheidt zich van de sonnetvorm van Petrarca hierdoor dat het drie kwatrijnen telt en een afsluitend tweeregelig couplet. Het eerste sonnet in die vorm bij Vondel dateert van 1628.

    Het is een vertaling van een Latijns gedicht van Daniël van Breen, van wie Vondel onderwijs in de logica en het Grieks had gekregen. Het gedicht gaat over het overlijden van Vondels jongere broer Willem (1603-1628). Willem studeerde rechten in leiden en behaalde de graad van dokter in de rechten in Orleans.

     

    Dat gedicht gaat als volgt:

     

     

    Terwijle Themis en Euterpe, om ’t gratighst, mijnen,

    En trecken, om ’t genot van dezen Iongeling,

    Beslecht de Doot dien twist, na dat langduurigh quynen,

    En schiet en eigent hem, in ’t midden van ’t geding.

    Wat baat de lauwerkrans? Wat baten Hengstebronnen?

    Wat baat het, of men ’t Recht zijn rol afloopen hoort?

    Zoo ras de Doot ons roept, wy volgen, als verwonnen.

    Zy leit den willigen, en ruckt den wrevlen voort.

    Godtvruchtigheit alleen verlaat ons niet in ’t sterven:

    Stantvastigh houdtze stant, in ’t midden van de doot;

    En, vagende het lijf van ’t rotten, en bederven,

    Bestelt des vromen ziel in ’s heils gerusten schoot.

    O nutte wisseling! Al schijnt het vleesch verloren,

    Des overledens geest wort door de doot herboren.

     

     

     

     

    Themis en Euterpe: rechtswetenschap en zangkunst

    Om ’t gratighst: wedijverend

    Mijnen om: dingen naar

    Eighenen: toeeigenen

    Geding: twist (zie vers 3)

    Hengstebron: hippocrene. Bron op de berg Helikon, waarvan het water inspiratie gaf aan de dichters. Ze zou door een hoefrslag van Pegasos zijn ontstaan.

    Wrevlen: weerspannige

    Vagen van: ontdoen van

    Bestellen: een plaats verschaffen.

    10-01-2010 om 08:08 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt

    Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt

     

    De novelle begint met het vertrek van Doktor Gräsler uit Lanzarote. Hij heeft daar in de winter een praktijk in een hotel. Zijn laatste verblijf was dramatisch, want zijn zuster, die bij hem verbleef, heeft er zelfmoord gepleegd. ‘s Zomers oefent hij zijn praktijk uit in een badstadje. Daar raakt hij bevriend met de familie Schleheim en wordt hij verliefd op de dochter Sabine. De auteur beschrijft die evolutie heel traag, in het tempo van de rustige, al wat oudere man.

    Terug thuis ontvangt hij een lange brief waarin Sabine zegt dat ze met hem wil trouwen. Die brief doet de dokter echter twijfelen. Sabine heeft zijn kleine kantjes door, zijn pedanterie, koelheid, besluiteloosheid. Wat zal het dan wel worden als ze ooit samenwonen! Hij houdt zijn antwoord in beraad.

    Intussen ontmoet hij Katharina, een jonge ongecompliceerde jonge vrouw met wie hij een korte maar hartstochtelijke relatie heeft. Hij twijfelt tussen Sabine en Katharina en kiest ten slotte voor de eerste. Hij wordt echter koel ontvangen en Sabine wijst hem af. Als hij terug thuis komt, is Katharina overleden. Hij huwt ten slotte met een weduwe die in zijn woning woont.

    Tot zover de inhoud.

     

    Na de dood van zijn zuster wordt het rustige leven van de dokter verstoord door de liefde. Op korte tijd kruisen drie vrouwen zijn leven. De intellectuele, zakelijke Sabine. Het onbevangen jonge meisje Katharina en ten slotte de volkse weduwe. Schnitzler maakt mooie portretten van hen.

     

    Dramatisch is de dood van Katharina. Gräsler was bij de weduwe geroepen omdat haar dochtertje roodvonk had. Dit gebeurde in de periode dat Katharina bij hem logeerde. Het kindje geneest. Katharina is echter besmet geraakt en bezwijkt later aan de ziekte.

     

    Gräsler beugte sich über die Kranke, streichelte ihr Wangen und Haare, küßte sie auf die Stirn, versicherte sie, daß die in ein paar Tagen wieder gesund sein werde und daß sie dann gleich zu ihm zurück müsse; daß er sie überhaupt nie wieder von sich fortlassen und überallhin mitnehmen werde, wo sein Schicksal ihn hinführe; daß es ihn ja mit aller Macht wieder hergetrieben habe und daß sie ein Kind sei und seine Geliebte und seine Frau, und daß er sie liebe, liebe,wie noch nie ein Wesen geliebt worden sei. Aber während er sie noch befriedigt lächeln sah, merkte er schon, daß alle Seine Worte den Weg ins Tiefste ihrer Seele nicht mehr fanden, daß sie nur mehr als schwankende Schatten erfaßte, was ringsum sich bewegte, daß er am Beginn von Tagen stand, in denen jede Stunde erfüllt sein sollte von der grauenhaften Angst um etwas Geliebtes, das einem unsichtbar nahenden Feind verfallen ist; und daß er sich zu einem verzweifelten Ringen rüsten mußte – das er doch schon in diesem Augenblick als nutzlos erkannte.

     

    De novelle is in 1991 verfilmd door Roberto Faenza onder de titel Mio Caro dottor Grasler. In het Engels uitgebracht als The Bachelor.

     

     

    08-01-2010 om 10:27 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Psalm 23

    Psalm 23

     

    Ik ga twee versies geven van deze korte psalm. De eerste komt uit de Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004. Aan die laatste vertaling is gewerkt door een grote groep geleerden uit allerlei disciplines. Het was de bedoeling om een vlot leesbare tekst af te leveren die geschikt is om gelezen en gehoord te worden. “De vertalers hebben geput uit de volle breedte van de Nederlandse taal, zoals die wordt geschreven in het Nederland en Vlaanderen van de laatste decennia van de twintigste, en de eerste jaren van de eenentwintigste eeuw. Nadrukkelijk modieus en archaïsch Nederlands is daarbij vermeden.”  

     

    Op de site van het Bijbelgenootschap (www.bijbelgenootschap.nl ) is interessante commentaar te vinden bij hun vertaling,

     

     

     Een psalm van David.

     

    De HEER is mijn herder,

    het ontbreekt mij aan niets.

    Hij laat mij rusten in groene weiden

    en voert mij naar vredig water,

    hij geeft mij nieuwe kracht

    en leidt mij langs veilige paden

    tot eer van zijn naam.

    Al gaat mijn weg

    door een donker dal,

    ik vrees geen gevaar,

    want u bent bij mij,

    uw stok en uw staf,

    zij geven mij moed.

    U nodigt mij aan tafel

    voor het oog van de vijand,

    u zalft mijn hoofd met olie,

    mijn beker vloeit over.

    Geluk en genade volgen mij

    alle dagen van mijn leven,

    ik keer terug in het huis van de HEER

    tot in lengte van dagen.

     

     

    De tweede versie is van Ida Gerhardt en Marie Van Der Zeyde. Hun vertaling verscheen in 1972. Zij hebben zich enkel op de Hebreeuwse tekst gebaseerd. In hun verantwoording schrijven ze o.a. het volgende over hun vertaling.

    De psalmen zijn levende taal: van en voor levende mensen. Niet die vreemde, verstarde, hortende en veelal onverstaanbare taal, die zovele jaren van de kansel tot ons is gekomen.

    Wat wij hebben gedaan is luisteren, lusiteren en nog eens luisteren naar wat de tekst- deze concrete tekst en dit concrete vers – meedeelt: en dan vertalen volgens de context. Dit gebiedt soms een stuk letterlijke vertaling, soms moet men, juist om de wille van de context, darvan afwijken.

    De oorspronkelijke psalmen zijn door hun dichters bedoeld om gereciteerd en gezongen te worden; hetzelfde geldt voor de vertaling. Niet alleen met de ogen moet men lezen; wie de psalmen wil verstaan moet ze lezen “met eigen stem”: luisterend –met de oren en met het hart. Luisterend – tot, boven verwachten en hopen, in de onderstroom van het vers het antwoord hoorbaar wordt.

     

    In de Vertaling Vn gerhardt en Van Der Zeyde is elke psalm een gedicht geworden. Mijn voorkeur gaat uit naar hun vertaling. Die van het Bijbelgenootschap is me wat te eenvoudig.

     

    De Heer is mijn herder,
          mij zal niets ontbreken.

    Hij wijst mij te liggen
          in grazige weiden,

    hij voert mij naar wateren der rust.

          Hij behoedt mijn ziel voor verdwalen,

    hij leidt mij in sporen van waarheid
          getrouw aan zijn naam.

    Moest ik gaan door het dal van de schaduw des doods,

          kwaad zou ik niet vrezen.

    Want naast mij gaat gij,

          uw stok en uw staf

          zij doen mij getroost zijn.

    Een tafel richt gij mij aan

          in het aangezicht van mijn belagers

    en zalft met olie mijn hoofd.

          Mijn beker vloeit over.

    Zo zijn dan geluk en genade om mijn schreden

          al de dagen mijns levens.

    Verblijven mag ik in het huis van de Heer

          tot in lengte van dagen.

     

     

    04-01-2010 om 09:58 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rilke: Eranna an Sappho

    Rilke: Eranna an Sappho

     

    O du wilde weite Werferin:

    Wie ein Speer bei andern Dingen

    lag ich bei den Meinen. Dein Erklingen
    warf mich weit. Ich weiß nicht wo ich bin.

    Mich kann keiner wiederbringen.

     

    Meine Schwestern denken mich und weben,
    und das Haus ist voll vertrauter Schritte.

    Ich allein bin fern und fortgegeben,

    Und ich zittere wie eine Bitte;
    denn die schöne Göttin in der Mitte
    ihrer Mythen glüht und lebt mein Leben.

     

    In dit gedicht gaat Rilke ervan uit, zoals men ook in de Oudheid dacht, dat Eranna een tijdgenote van Sappho was. Dit gedicht zou dus een liefdesverklaring van Eranna aan Sappho zijn. Eranna was ook dichteres en is op jeugdige leeftijd, negentien jaar, gestorven.

     

    Eranna noemt Sappho een speerwerpster, die ‘wild’ en ‘weit’ is, tegelijk niets ontziend en veraf. Zelf noemt ze zich een speer, een voorwerp gereed om te worden opgenomen en weggeworpen. Dat gebeurt dan ook figuurlijk. Eranna is verliefd geraakt toen ze Sappho haar gedichten hoorde voordragen of haar anderszins waarnam (dein Erklingen). De liefde is zo sterk dat ze niet meer weet waar ze is en dat ze niet meer kan terugkeren naar het alledaagse leven onder haar zusters.

    Ze leeft niet zelf meer, maar wordt geleefd. Vooreerst in de gedachten van haar zusters, vervolgens door Aphrodite aan wier liefde ze volledig is overgeleverd (fortgegeben).

     

    Oh jij wilde verre werpster:

    Als een speer bij andere dingen
    lag ik bij de mijnen. Jou te horen
    wierp me ver weg. Ik weet niet waar ik ben.

    Mij kan niemand terugbrengen.

     

    Mijn zusters denken mij en weven,
    en het huis is vol vertrouwde schreden.

    Ik alleen ben ver en uitgeleverd,
    en ik sidder als een bede;
    want de mooie godin gloeit in het midden
    van haar mythen en leeft mijn leven.

     

    Een mooiere vertaling en meer commentaar is te vinden bij Peter Verstegen (Rilke: Nieuwe gedichten, Het eerste deel).

     

    Het antwoord van Sappho is als volgt:

     

    Sappho an Eranna

     

    Unruh will ich über dich bringen,
    schwingen will ich dich, umrankter Stab.

    Wie das Sterben will ich dich durchdringen
    und dich weitergeben wie das Grab
    an das Alles: allen diesen Dingen.

     

    Dit antwoord is moeilijker te begrijpen. Het lijkt alsof Sappho wil zeggen dat haar liefde gevaarlijk is. Als ze de liefde van Eranna beantwoordt, zal deze vergaan.

     

     

    Onrust wil ik over je brengen,
    je doen trillen, omrankte staf.

    Als het sterven wil ik in je dringen
    en je doorgeven  als het graf
    aan het al: al deze dingen.

     

     


     

    04-01-2010 om 09:15 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Charles Perrault: Riquet à la houppe
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Charles Perrault: Riquet à la houppe

     

    Het sprookje van Perrault is verfijnder van stijl, maar al bij al sentimenteler en niet zo spannend als het verhaal van Cathérine Bernard. Het begint als volgt:

     

    “Il était une fois une Reine qui accoucha d’un fils, si laid et si mal fait, qu’on douta longtemps s’il avait forme humaine.”

     

    In de volgende zin duikt al een fee op die zegt dat de prins heel verstandig zal zijn en dat hij zijn kennis zal kunnen doorgeven aan de persoon die hij bovenal liefheeft.

    In een naburig koninkrijk bevalt een andere koningin van twee dochters: de ene is beeldschoon, maar zal dom blijven, de andere is heel lelijk, maar zal heel slim worden. Om de moeder te troosten, geeft de fee de mooie prinses het vermogen om de persoon die ze liefheeft mooi te maken.

    De prinsessen worden ouder et la cadette enlaidissait à vue d’oeil, et l’aînée devenait plus stupide de jour en jour.

    De mooie dochter heeft aanvankelijk veel aanbidders, maar als deze merken hoe dom ze is, kiezen ze prompt voor de slimme dochter.

    Op een dag ontmoet de mooie prinses de aartslelijke prins Riquet. Deze kan haar even verstandig maken als hijzelf is, op voorwaarde dat ze met hem wil trouwen. De prinses krijgt een jaar bedenktijd. Intussen krijgt ze veel aanbidders en is ze van plan om met een van hen te trouwen.

    Een jaar later, tijdens een wandeling, hoort ze onder de grond een drukke bedrijvigheid. Er wordt een feest georganiseerd. Ze doet navraag en het blijkt dat de volgende dag de prins Riquet in het huwelijk zal treden. Plots herinnert ze zich dat ze een jaar geleden had beloofd om met Riquet te trouwen.

     

    “Ce qui faisait qu’elle ne s’en souvenait pas, c’est que, quand elle fit cette promesse, elle était une bête, et qu’en prenant le nouvel esprit que le prince lui avait donné, elle avait oublié toutes ses sottises.”

     

    De prinses weigert, maar als Riquet haar herinnert aan de macht die de fee haar heeft gegeven, stemt ze toe en op hetzelfde moment verandert Riquet in een mooie prins.

     

    Vervolgens treedt de auteur in het verhaal met de moraal:

     

    Quelques-uns assurent que ce ne furent point les charmes de la Fée qui opérèrent, mais que l’amour seul fit cette Métamorphose.

     

    Verblind door de liefde:

     

    Elle ne vit plus la difformité de son corps, ni la laideur de son visage, que sa bosse ne lui sembla plus que le bon air d’un homme qui fait le gros dos, et qu’au lieu que jusqu’alors elle l’avait vu boiter effroyablement, elle ne lui trouva plus qu’un certain air penché qui la charmait.

     

    Dan volgen er nog twee Moralités.

     

    Ce que l’on voit dans cet écrit,

    Est moins un conté en l’air que la vérité même;

    Tout est beau dans ce que l’on aime,

    Tout ce qu’on aime a de l’esprit.

     

    Autre moralité:

     

    Dans un objet où la Nature,

    Aura mis de beaux traits, et la vive peinture

    D’un teint où jamais l’Art ne saurait arriver,

    Tous ces dons pourront moins pour rendre un coeur sensible,

    Qu’un seul agrément invisble

    Que l’Amour y fera trouver.

    05-10-2009 om 05:40 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif

    Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif

     

    Dit is de oorspronkelijke titel van het sprookje De Schone en het Beest. De bekendste auteur ervan is Charles Perrault, maar die had zich gebaseerd op een verhaal van Cathérine Bernard (1662-1712). Bernard was afkomstig uit Normandië en werd later literair in de Parijse salons, waar waarschijnlijk ook dit galante verhaal werd voorgelezen. De naam Riquet is ontleend aan het Normandische dialect, waar het misvormd, gebocheld betekent.

     

    In tegenstelling tot de conte van Perrault is dat van Bernard eenvoudiger en ruwer. Er komen geen feeën en prinsen in voor en het was dus niet direct bestemd voor kinderen. Het verhaal gaat als volgt:

     

    Een sultan uit Granada heeft een beeldschone dochter, Mama, maar ze is jammer genoeg oerdom.

     

    “Mama n’avait pas assez d’esprit pour savoir qu’elle n’en avait point.”

     

    Op een dag ziet ze tijdens een wandeling een afschuwelijke dwerg uit de grond te voorschijn komen. Hij spreekt haar aan met de woorden:

     

    “J’ai des choses fâcheuses à vous apprendre, mais j’en ai d’agréables à vous promettre.” Hij zegt haar ronduit dat ze dom is en vevolgt op cynische toon:

     

    “Voilà ce que j’avais de cruel à vous dire; mais à la manière stupide dont vous me regardez, je juge que je vous ai fait trop d’honneur lorsque j’ai craint de vous offenser.”

     

    Hij kan haar echter slim maken op voorwaarde dat ze met hem trouwt. Als ze maar de volgende woorden herhaalt, zal haar verstand toenemen:

     

    Toi qui peut tout animer,

    Amour, si pour n’être plus bête,

    Il ne faut que savoir aimer,

    Me voilà prête.

     

    Mama wordt inderdaad een verstandige vrouw. De aanbidders stromen toe en ze wordt verliefd op een ervan, Arada.

    Een jaar later ontmoet ze de dwerg opnieuw. Ze daalt af in zijn onderaardse rijk waar ze koningin kan worden. Ze heeft twee dagen tijd om een beslissing te nemen, verblijft er is een prachtig vertrek en elle y fut servie par des gnomes de son sexe, dont la laideur la blessait moins que celle des hommes.

     

    Ondanks haar afkeer van Riquet, besluit ze met hem te trouwen.

    Ze verlangt echter nog naar haar minnaar Arada. En omdat in die tijd par bonheur, le temps des amants fidèles durant encore, is Arada bereid ook verborgen onder de grond te komen leven zodat de geliefden elkaar kunnen ontmoeten. Riquet ontdekt de minnaar echter en roept Mama bij zich:

    “Quand je vous ai donné de l’esprit, je prétendais en jouir: vous en avez fait usage contre moi.”

    Maar omdat ze haar woord heeft gehouden en met hem getrouwd is, treft hij een minnelijke schikking. Mama zal ’s nachts, als ze bij hem is, een geestige vrouw zijn maar overdag zal ze de domme gans van vroeger zijn. Door de dwerg  s’ nachts met kruiden in een diepe slaap te houden, slaagt mama erin haar minnaar nog te ontmoeten. Maar uiteindelijk worden ze door de dwerg betrapt. Hij betovert Arada waardoor die net hetzelfde uiterlijk krijgt als hijzelf en Mama hen niet meer van elkaar kan onderscheiden.

     

    Elle se vit deux maris au lieu d’un, et ne sut jamais à qui adresser ses plaintes, de peur de prendre l’objet de sa haine pour l’objet de son amour; mais peut-être qu’elle n’y perdit guère: les amants à la longue deviennent des maris.

     

     

    05-10-2009 om 04:59 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vestdijk: The Beauty and the Beast
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    The Beauty and the Beast

     

    Vindt u, mijnheer, het beest zo monsterachtig?

    Hij is wel klein, maar als hij langs mijn benen

    Hunkerend rijst, mijn sprookjesmacht indachtig,

    Is dra het monster uit de prins verdwenen.

     

    Zoals wij vrouwen schooiers glans verlenen

    Wordt ’t kleinste dwergje bij ons oppermachtig.

    Het beest krijgt kleur, zwelt aan, staat op zijn tenen:

    Mijn schoonheid hief hem tot één meter tachtig.

     

    Zijn rimp’lig snuit, van jeugdig bloed doorstroomd,

    Triomf van deze steeds hervatte tover,

    Zal mij, tot loon, in liefdesweelde domp’len.

     

    Maar bloed wordt door ons vrouwen afgeroomd.

    Daar staat hij in zijn hoek weer te verschromp’len.

    O prins, zo klein, zo klein, het houdt niet over.

     

     

     

     

     

    02-10-2009 om 20:21 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    29-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder

     

    Geronimo en Carlo houden zich op in de grensstreek tussen Tirol en Italië. Geronimo

    speelt gitaar en zingt. Carlo haalt het geld op en verzorgt zijn broer. Hun toehoorders zijn reizigers die met het rijtuig aankomen en in de herberg overnachten. Geronimo is in zijn jeugd blind geworden, nadat zijn broer per ongeluk met een pijltje uit een blaaspijp zijn oog had getroffen. Sindsdien trekken ze samen op.

     

    Op een dag arriveert een onrustige jongeman aan de herberg. Hij geeft Carlo een stuk van één frank. Even later wendt hij zich tot Geronimo en zegt hem zich niet te laten bedriegen door zijn begeleider, want hij heeft die zopas een stuk van twintig frank gegeven.

    Als Geronimo Carlo daarover aanspreekt, zegt deze enkel een stuk van één frank te hebben ontvangen. Geronimo gelooft hem niet en van dan af wantrouwt hij zijn broer die hij ervan verdenkt hem altijd al te hebben bedrogen. Carlo kan hem niet overtuigen. Ten einde raad besluit hij enkele reizigers te beroven. Na de diefstal trekken de broers vliegensvlug naar het zuiden. Carlo verzint een smoes en toont zijn broer het geldstuk. Deze blijft er echter van overtuigd dat zijn broer hem heeft voorgelogen.

     

    Na enkele dagen worden ze in Italië opgewacht door een gendarm, een bekende van hen. Hij neemt hen mee om verhoord te worden, want ze worden verdacht van de diefstal. Op weg naar het politiekantoor gebeurt het volgende.

     

    Und plötzlich blief Geronimo stehen, so daß auch Carlo innehalten mußte.

     

    “Nun, was ist denn?” sagte der Gendarm ärgerlich. “Vorwärts, vorwärts!” Aber da sah er mit Verwunderung, daß der Blinde die Gitare auf den Boden fallen ließ, seine Arme erhob und mit beiden Händen nach den Wangen des Bruders tastete. Dann näherte er Seine Lippen dem Munde Carlos, der zuerst nicht wußte, wie ihm geschah, und küßte ihn.


    Het schilderij is The Blind Musicians van John Singer Sargent uit 1912. Uit de collectie van de Aberdeen Art Gallery

    29-09-2009 om 16:38 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arthur Schnitzler: Sterben
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Arthur Schnitzler: Sterben

     

    Schnitzler (1862-1931) is vooral een auteur van toneelstukken en novellen. In de novelle Sterben uit 1895 zijn er maar drie personages belangrijk. Het jonge stel Felix en Marie en hun huisarts en vriend Alfred.

    Felix verneemt dat hij ernstig ziek is. Hoewel hem niet uitdrukkelijk wordt gezegd dat hij niet kan genezen, is de vrees voor een fatale afloop voortdurend aanwezig. De novelle verhaalt hoe zijn ziekte de verhouding tussen de jonggehuwden verstoort. Marie is erg ontdaan en belooft in een opwelling samen met Felix te willen sterven. Maar na een tijdje van opoffering en nadat ze zelf onder de toestand begint te lijden, keert haar levensdrang terug.

    Intussen vecht Felix zijn strijd met de dood uit. Hij kan er zich niet mee verzoenen en alleen de gedachte dat Marie met hem zal sterven, geeft hem troost. Om de dood te ontvluchten, maakt hij samen met Marie nog een reis naar het zuiden. Tijdens die reis en op hun bestemming vreest Marie dat Felix haar zal vermoorden. Ten slotte zal de gedachte dat Marie hem in de steek laat en hem bedriegt Felix noodlottig worden.

     

    Enkele passages die me getroffen hebben.

    Nadat de huisarts de zieke heeft terecht gewezen omdat hij zich nodeloos ongerust maakt, antwoordt Felix:

     

    “Großer Psychologe”, lächelte Felix. “Wenn ein Arzt mit einem grob ist, kommt man sich gleich so gesund vor.”

     

    Het pessimisme van Felix mag blijken uit de volgende woorden:

     

    “Es gehen eigentlich lauter zum Tode Verurteilte auf der Erde herum.”

     

    “Das leben verachten, wenn man gesund ist wie ein Gott, und dem Tod ruhig ins Auge schauen, wenn man in Italien spazierenfährt und das Dasein in den buntesten Farben ringsum blüht – das nenn’ ich ganz einfach Pose. Man sperre einmal so einen Herrn in eine Kammer, verurteile ihn zu Fieber und Atemnot, sage ihm, zwischen den ersten Januar und ersten Februar nächsten Jahres werden Sie begraben sein, und lasse sich dan netwas von ihm vorphilosophieren.”

     

    27-09-2009 om 00:00 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hofmannsthal
    De schrijver heeft als taak het materiaal van het leven te zuiveren, te ordenen en onder woorden te brengen. In het leven heerst een weerzinwekkende absurditeit, een vreselijk woeden van de materie - als erfelijkheid, innerlijke dwang, domheid, boosheid, ingeboren slechtheid - op geestelijk vlak heerst verwardheid, een haast ongelofelijke ongerijmdheid - dat is de Augiasstal die vraagt om steeds opnieuw gezuiverd en tot een tempel herschapen te worden.

    09-02-2009 om 20:57 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Yeats
    The Lover pleads with his Friend for Old Friends


    Though you are in your shining days,
    Voices among the crowd
    And new friends busy with your praise,
    Be not ukind or proud,
    But think about old friends the most:
    Time's bitter flood will rise,
    Your beauty perish and be lost
    For all eyes but these eyes.

    09-02-2009 om 20:49 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Swift: A Voyage to the Houyhnhnms
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Swift: A Voyage to the Houyhnhnms

     

    Op zijn laatste reis komt Gulliver bij de Houyhnhnms en de Yahoos. De Yahoos zijn een wilde diersoort, iets tussen mens en aap. Ze bewegen zich voort op hun vier poten die voorzien zijn van scherpe klauwen. Ze kunnen springen en huppelen en klimmen als eekhoorns in bomen. De term Yahoo heeft achteraf in het Engels de betekenis gekregen van a human being of degraded and bestial type. Ze incarneren voor Swift al het wrede en slechte in de mens. Kort voor de publikatie van Gulliver’s Travels schreef Swift aan Pope:

     

    I have ever hated all Nations professions and Communityes and all my love is towards individuals… But principally I hate and detest that animal called man, although I heartily love John, Peter, Thomas and so forth.

     

    Dit is in tegenstelling met Linus van Peanuts die ooit zei: I love mankind, it’s people I can’t stand.

     

    De Yahoos worden als slaven gebruikt door de Houyhnhnms. De Houyhnhnms zijn uiterst rationele, sprekende paarden. Gulliver leert hun taal waarover hij het volgende zegt:

     

    In speaking they pronounce through the nose and throat, and their language approaches nearest to the High Dutch or German, of any I know in Europe; but it is much more graceful and significant. The Emperor Charles V made almost the same observation, when he said that if he were to speak to his horse, it should be in High Dutch.

     

    Houyhnhnm betekent in hun taal horse en etymologisch : the perfection of nature. Het zijn dan ook heel deugdzame, vredelievende en rationele wezens die bijvoorbeeld niet zoiets kennen als liegen of een valse voorstelling van iets geven. Hun verklaring daarvoor is de volgende:

     

    For he argued thus: that the use of speech was to make us understand one another, and to receive information of facts; now if any one said the thing which was not, these ends were defeated; because I cannot properly be said to understand him; and I am so far from receiving information, that he leaves me worse than in ignrance, for I am led to believe a thing black when it is white, and short when it is long. And this were all the notions he had concerning that faculty of lying, so perfectly well understood, and so universally practised among human creatures.

     

    Gulliver beschrijft verder het justieapparaat in Engeland aan zijn meester-Houyhnhnm:

     

    It is a maxim among these lawyers, that whatever has been done before may legally be done again: and therefore they take special care to record all the decisions formerly made against common justice and the general reason of mankind. These, under the name of precedents, they produce as authorities, to justify the most iniquitous opinions; and the judges never fail of directing accordingly.

     

    It is likewise to be observed, that this society has a peculiar cant and jargon of their own, that no other mortal can understand, and wherein all their laws are written, which they take special care to multiply; wherby they have wholly confounded the very essence of truth and falsehood, of right and wrong; so that it will take thirty years to decide whether the field left me by my ancestors for six generations belongs to me, or to a stranger three hundred miles off.

     

    Ook de medische stand krijgt ervan langs in een hilarische passage:

     

    Their fundamental is that all diseases arise from repletion; from whence they conclude that a great evacuation of the body is necessary, either trough the natural passage or upwards at the mouth. Their next business is from herbs, minerals, gums, oils, shells, salts, juices, seaweed, excrements, barks of trees, serpents, toads, frogs, spiders, dead men’s flesh and bones, birds, beasts and fishes, to form a composition for smell and taste the most abominable, nauseous and detestable they can possibly contrive, which the stomach immediately rejects with loathing; and this they call a vomit. Or else from the same store-house, with some other poisonous additions, they command us to take in at the orifice above or below (just as the physician then happens to be disposed) a medicine equally annoying and disgustful to the bowels; which relaxing the belly, drives down all before it, and this they call a purge or a clyster. For nature (as the physicians allege) having intended the superior anterior orifice only for the intromission of solids and liquids, and the inferior posterior for ejection; these artists ingeniously considering that in all diseases nature is forced out of her seat; therefore to replace her in it the body must be treated in a manner directly contrary, by interchanging the use of each orifice, forcing solids and liquids in at the anus, and making evacuations at the mouth.

     

    Een van de andere dingen waarover de Houyhnhnms zich verwonderen is het volgende:

     

    Another thing he wondered at in the Yahoos was their strange disposition to nastines and dirt, whereas there appears tob e a natural love of cleanliness in all other animals.

     

    Gulliver leeft nu onder de Houyhnhnms als een gelukkige wilde. Zijn leven wordt geregeerd door twee maximes: That nature is very easily satisfied en  That necessity is the mother of invention.

     

    Maar aan dat zalige en vredige leven komt een eind. Ondanks het feit dat hij de taal van de Houyhnhnms heeft geleerd en een beschaafd wezen lijkt, aanzien de Houyhnhnms hem toch als een Yahoo en wordt hij verzocht het land te verlaten. Met de hulp van zijn Meester bouwt hij een kano en verlaat hij het eiland. Zijn terugkeer onder de mensen is moeilijk. Voor hem zijn het Yahoos. Hij walgt van hun geur, wil niet met hen praten enz.

     

    Deze laatste reis is wel de interessantste uit het hele boek. We treffen er veel onderwerpen in aan die in de kinderversies van Gulliver’s reizen niet aan bod komen.

     

     

     

     

    09-02-2009 om 20:43 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Poems are blossoms of the brain. Emily Dickinson
    Kunst gibt nicht das Sichtbare wieder, sondern macht sichtbar. Paul Klee

    La nostra vita in terra

    Altro non è che guerra


    en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Hebreeën 13.2
    Archief per week
  • 29/06-05/07 2020
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 13/05-19/05 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 26/09-02/10 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 08/11-14/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 31/12-06/01 2008
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 26/12-01/01 2006
  • 12/12-18/12 2005
  • 05/12-11/12 2005
  • 28/11-04/12 2005
  • 21/11-27/11 2005
  • 14/11-20/11 2005
  • 07/11-13/11 2005
  • 31/10-06/11 2005
  • 24/10-30/10 2005
  • 17/10-23/10 2005
  • 10/10-16/10 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 26/09-02/10 2005
  • 19/09-25/09 2005
  • 12/09-18/09 2005
  • 05/09-11/09 2005
  • 29/08-04/09 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005
  • 25/07-31/07 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 11/07-17/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 27/06-03/07 2005
  • 20/06-26/06 2005
  • 13/06-19/06 2005
  • 06/06-12/06 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005
  • 16/05-22/05 2005
  • 09/05-15/05 2005
  • 02/05-08/05 2005
  • 25/04-01/05 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Aanraders tot nu toe:

    Von Keyserling: Branding
    Hrabal: Zwaarbewaakte treinen
    Voltaire: Candide
    Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven
    Hawthorne: De scharlaken letter
    Yalom: De Schopenhauer-kuur
    Rosa: De derde oever van de rivier
    Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi
    Waugh: The Loved One
    Kadare: Het donkere jaar
    Baricco: Zijde
    Moorehead: De Blauwe Nijl
    Lampedusa: De tijgerkat
    Melville: Billy Budd
    Platonov: De bouwput
    Tim Parks: Bestemming
    Bernhard: De neef van Wittgenstein
    Kafka: Die Verwandlung
    Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw
    Traven: Verhalen
    Baldwin: Go Tell it on the Mountain
    Faulkner: As I lay dying
    Oë: De hoogmoedige doden
    Trilling: The Middle of the Journey
    Hardy: Far from the madding crowd
    Kristof: De analfabete
    McEwan: Amsterdam
    Filloy: De bende
    Sciascia: De Zaak Aldo Moro
    Salinger: Franny and Zooey

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!