Deze schrijfster uit het zuiden van de VS leefde van 1909 tot 2001. Een vrouw met een rijk gevuld leven die vooral bekend is voor haar verhalen.
Het begin van Music from Spain is verrassend.
One morning at breakfast Eugene MacLain was opening his paper and without the least idea of why he did it, when his wife said some innocent thing to him Crumb on your chin or the like he leaned across the table and slapped her face. They were in their forties, married twelve years she was the older: she was looking it now.
Daarop verlaat de man zijn woning en trekt de stad in. Hij redt het leven van een Spaanse artiest die bijna onder een auto liep en samen lopen ze door San Francisco. Ze kunnen niet met elkaar praten, want ze verstaan elkaar niet. Toch blijven ze de hele dag samen, gaan samen uit eten, wandelen langs de kust, enz. We vernemen dat het gezin van Eugene een jaar tevoren een dochtertje heeft verloren. De Spanjaard blijft een gesloten boek. Op het einde van het verhaal stapt hij op de bus en verdwijnt. Eugene keert naar huis en zijn vrouw doet alsof er niets is gebeurd.
Het verhaal deed me denken aan Het Dwaallicht van Elsschot. Ook een tocht door de stad, nergens naartoe, en mensen die elkaar niet begrijpen.
Ik weet niet of dit verhaal vertaald is. In de bib in Gent zijn er wel twee bundels verhalen in het Nederlands beschikbaar, maar ze zijn weggestopt in het magazijn.
Ik heb enkele mooie fotos van de schrijfster gevonden, oordeel zelf maar.
Via een vriend kreeg ik de onderstaande vertaling toegestuurd. Ze is van de dichter Albe en dateert uit 1959. Het is een uitgave van Willy Godenne, Brussel.
DE VERWONDING EN DE DOOD
Om vijf uur van de middag.
Het was vijf uur stipt van de middag.
Een knaap droeg het witte laken
om vijf uur van de middag.
Een mand met kalk stond klaar reeds
om vijf uur van de middag.
Al het andere was dood en alleen dood
om vijf uur van de middag.
De wind bracht de watten aan
om vijf uur van de middag.
En de oxyde zaaidekristal en nikkel
om vijf uur van de middag.
Reeds vechten de duif en de luipaard
om vijf uur van de middag.
En een dij met een desolate hoorn
om vijf uur van de middag.
Het bonzen van de gongklok begon
om vijf uur van de middag.
De klokken van arsenik en de walm
om vijf uur van de middag.
Bij de straathoeken groepen van stilte
om vijf uur van de middag.
En alleen de stier het hart hoog!
om vijf uur van de middag.
Toen het sneeuwzweet aan het uitbreken was
om vijf uur van de middag,
toen de plaza zich met jodium overdekte
om vijf uur van de middag,
lei de dood eieren in de wonde
om vijf uur van de middag.
Om vijf uur van de middag.
Om vijf uur stipt van de middag.
Een doodskist op wielen is het bed
om vijf uur van de middag.
Knekels en fluiten weerklinken in zijn oor
om vijf uur van de middag.
De stier loeide langs zijn voorhoofd
om vijf uur van de middag.
De kamer iriseerde van doodstrijd
om vijf uur van de middag.
Van ver komt reeds het koudvuur aanzetten
om vijf uur van de middag.
Hoorngeschal van iris langs de groene liezen
om vijf uur van de middag.
De wonden gloeiden als zonnen
om vijf uur van de middag,
en de volksdrom breekt de ramen stuk
om vijf uur van de middag.
Om vijf uur van de middag.
Ach! wat een ijzingwekkende vijf uur van de middag!
Het was vijf uur op al de klokken!
Het was vijf uur in de schaduw van de middag!
La cogida y la muerte
A las cinco de la tarde.
Eran las cinco en punto de la tarde.
Un niño trajo la blanca sábana a las cinco de la tarde.
Una espuerta de cal ya prevenida a las cinco de la tarde.
Lo demás era muerte y sólo muerte a las cinco de la tarde.
El viento se llevó los algodones a las cinco de la tarde.
Y el óxido sembró cristal y níquel a las cinco de la tarde.
Ya luchan la paloma y el leopardo a las cinco de la tarde.
Y un muslo con un asta desolada a las cinco de la tarde.
Comenzaron los sones del bordón a las cinco de la tarde.
Las campanas de arsénico y el humo a las cinco de la tarde.
En las esquinas grupos de silencio a las cinco de la tarde.
¡Y el toro, solo corazón arriba! a las cinco de la tarde.
Cuando el sudor de nieve fue llegando a las cinco de la tarde,
cuando la plaza se cubrió de yodo a las cinco de la tarde,
la muerte puso huevos en la herida a las cinco de la tarde.
A las cinco de la tarde.
A las cinco en punto de la tarde.
Un ataúd con ruedas es la cama a las cinco de la tarde.
Huesos y flautas suenan en su oído a las cinco de la tarde.
El toro ya mugía por su frente a las cinco de la tarde.
El cuarto se irisaba de agonía a las cinco de la tarde.
A lo lejos ya viene la gangrena a las cinco de la tarde.
Trompa de lirio por las verdes ingles a las cinco de la tarde.
Las heridas quemaban como soles a las cinco de la tarde,
y el gentío rompía las ventanas a las cinco de la tarde.
A las cinco de la tarde.
¡Ay qué terribles cinco de la tarde! ¡Eran las cinco en todos los relojes! ¡Eran las cinco en sombra de la tarde!
Zoals beloofd hier de Spaanse versie met een foto van Mejías.
Ter informatie: hebt u al ontdekt dat je bij Google nu ook gemakkelijk afbeeldingen kunt oproepen ? Bij de home page van Google staat een knop Afbeeldingen. Klik die aan en vul de persoon in van wie u een afbeelding wilt zien. Je krijgt een hele reeks.
ALMA AUSENTE
No te conoce el toro ni la higuera, ni caballos ni hormigas de tu casa. No te conoce el niño ni la tarde porque te has muerto para siempre.
No te conoce el lomo de la piedra, ni el raso negro donde te destrozas. No te conoce tu recuerdo mudo porque te has muerto para siempre.
El otoño vendrá con caracolas, uva de niebla y monjes agrupados, pero nadie querrá mirar tus ojos porque te has muerto para siempre.
Porque te has muerto para siempre, como todos los muertos de la Tierra, como todos los muertos que se olvidan en un montón de perros apagados.
No te conoce nadie. No. Pero yo te canto. Yo canto para luego tu perfil y tu gracia. La madurez insigne de tu conocimiento. Tu apetencia de muerte y el gusto de tu boca. La tristeza que tuvo tu valiente alegría.
Tardará mucho tiempo en nacer, si es que nace, un andaluz tan claro, tan rico de aventura. Yo canto su elegancia con palabras que gimen y recuerdo una brisa triste por los olivos.
Het is niet met opzet dat ik weer een treurig gedicht heb gekozen. Heet viel me gewoon in handen en het leek me wel interessant er wat meer rond te vertellen. Het gedicht komt uit het boek Federico García Lorca, De mooiste gedichten. Een prachtige tweetalige uitgave van Het Davidsfonds uit 2001. De gedichten zijn vertaald door Piet Thomas en Christian de Paepe, met een inleiding van laatstgenoemde. Het boek heeft een mooie layout en is mooi geïllustreerd.
Lorca is geboren in Granada in 1898 en in 1936 werd hij er vermoord door de Guarda Civil wegens zijn politieke overtuigingen. Het was de tijd van Franco.
Het gedicht komt uit de bundel Llanto por Ignacio Sánchez Mejías. Een treurzang op deze vriend van de auteur. Deze professionele stierenvechter was een mecenas voor jonge auteurs. In 1934, toen hij het stierenvechten al had opgegeven, probeerde hij een comeback, maar hij werd door de stier gedood.
AFWEZIGE ZIEL
De stier kent je niet noch de vijgenboom,
de paarden niet, noch de mieren in je huis.
Het kind kent je niet, noch het middaguur
want je bent dood voor altijd.
De rug van je grafsteen kent je niet,
noch het zwarte satijn waarin je verpulvert.
Je verstomde herinnering kent je niet
want je bent dood voor altijd.
Straks komt de herfst met zijn hoorngeschal,
druiventrossen in nevellicht en bergen dicht bijeen,
maar niemand zal je ogen willen zien
want je bent dood voor altijd.
Want je bent dood voor altijd
zoals de doden van de Aarde,
zoals alle doden die vergeten zijn
als honden op een vaalt, vergaan.
Geen mens die je kent? Niet een. Maar ik bezing je.
Ik bezing je slanke figuur en je gracie voor later.
De onvolprezen rijpheid van je inzicht.
Je hunker naar de dood en de smaak van zijn mond.
De droefheid in je vreugde en je moed.
Lang duurt het voor geboren wordt, als het gebeurt,
een Andalusiër, zo beroemd en rijk aan avonturen.
Ik eer zijn elegantie met mijn klagend zingen
en ik gedenk een droeve bries die door olijfhout waait.
De Spaanse versie staat in het volgende blokje, met een foto van Mejías.
Een ander bekend gedicht uit deze klaagzang is A las cinco de la tarde. Dat is het tijdstip waarop het stierengevecht plaatshad. Het gedicht bestaat uit een vijfentwintigtal strofen van twee regels en in elke regel komt de titel voor. Ik heb er jammer genoeg geen Nederlandse vertaling van gevonden.
Ik vernoem het gedicht hier omdat het ook de titel is van een kunstwerk, een video-installatie van de Vlaamse kunstenares Marie-Jo Lafontaine. Haar werk is eigendom van het SMAK in Gent maar ik geloof niet dat het momenteel wordt tentoongesteld. Het toont op 15 schermen die in een cirkel staan opgesteld een stierengevecht in slow motion. Als ik het me goed herinner is de muziek van Mahler. Het geheel is een aangrijpend werk. Toen ik het voor het eerst zag was ik erg geshockeerd door het lot van de stier. Voor mij was dat het hoofdpersonage van de video. Maar daarnaast was er ook de elegantie en kunst van de stirenvechter. U kunt een stukje van het werk zien op de website van deze kunstenares. Het adres is: http://www.marie-jo-lafontaine.com/
Zodra u binnen bent op de website moet u naar artworks gaan, en daar video sculptures aanklikken. Dan komt u wel bij het werk terecht.
Kijk verder ook eens bij haar fotos: Belle Jeunesse en Babylon babies. Het zijn prachtige fotos van jonge mensen. Enkele jaren geleden hebben ze op de kaft gestaan van het tijdschrift Streven, elke maand een foto, en alleen daarom zou je het tijdschrift hebben gekocht.
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey