Pessoa: Criança desconhecida e suja brincando à minha port
Pessoa:Criança desconhecida e suja brincando à minha
porta
Dit gedicht schreef Pessoa onder het pseudoniem van Alberto
Caeiro.
De vertaling is van mezelf en gezien mijn onvolmaakte kennis
van het Portugees mag de lezer er niet
te streng voor zeijn.
Onbekend en
vuil kind dat voor mijn deur speelt,
Ik vraag je
niet of je me een boodschap van de symbolen brengt.
Ik vind je
bevallig omdat ik je nooit eerder heb gezien,
En
natuurlijk, mocht je proper zijn, dan was je een ander kind,
En zou je
hier niet komen.
Speel in
het stof, speel !
Ik waardeer
je aanwezigheid enkel met mijn ogen.
Het is meer
waard altijd iets voor het eerst te zien, dan het te kennen,
Want kennen
is als nooit voor het eerst te hebben gezien,
En nooit
voor het eerst te hebben gezien is enkel hebben van horen zeggen.
De wijze
waarop dit kind vuil is, verschilt van de wijze waarop de anderen vuil zijn.
Speel!
Terwijl je een steen op raapt die in je hand past
Weet je dat
hij in je hand past.
Welke
filosofie bereikt een grotere zekerheid?
Geen
enkele, en geen enkele kan ooit komen spelen voor mijn deur.
De dichter
ziet een onbekend vuil kind voor zijn deur spelen. Dat voorval treft hem en hij
wil weten wat hetgeen hij daarbij ervaart, voor hem inhoudt. Het zet hem aan
het denken. Hij vraagt haar niet naar de symboliek van die eigenschappen (spelend
kind, vuil en onbekend). Hij vindt het bevallig omdat hij het voordien nooit
zag en was het proper geweest, dan was het een ander kind en zou het hier ook
niet komen.
Die
gedachte bevredigt de dichter echter niet. Daarom moet het kind voort in het
stof spelen, want hij moet het beeld vasthouden om het gebeurde echt te
begrijpen.
Dan
bedriegt hij zichzelf. Hij zegt dat hij haar enkel bevallig vindt met zijn
ogen. Alsof er zoiets bestaat als louter zien, zonder bij-gedachten.
Hij zet een
nieuwe redenering op. Het is meer waard iets voor de eerste keer te zien dan
het te kennen, want dat laatste is alsof je nooit iets voor het eerst hebt
gezien en dat betekent dat je het alleen hebt van horen vertellen.
Maar ook
hier loopt hij vast. Voor het eerst iets zien betekent: erdoor getroffen
worden, iets speciaals ervaren. Bij kennen is er geen verrassing meer. Heb je
het niet gezien, dan heb je het slechts van horen vertellen, d.w.z. de ervaring
is niet authentiek.
Neen, dit
meisje is anders vuil dan andere vuile meisjes. (Omdat dit specifieke meisje hem
op de een of andere manier getroffen heeft, ook de aanleiding was voor het
gedicht).
Nog altijd
is het antwoord onbevredigend en moet het meisje verder spelen. Ze raapt een
steen op die in haar hand past. Het kind denkt niet. Het speelt. Het kind is in
staat te doen wat de dichter niet kan. Het doet iets zonder erbij na te denken.
Het spelen is zijn ware zijn. (Maar zo
interpreteert de dichter het. Hij kan natuurlijk niet in het hoofd van het kind
kijken. Hij verbeeldt zich dat het alleen maar speelt. Wie weet denkt het
intussen wel: wat een rare man staat me daar aan te gapen).
Geen
filosofie kan een grotere zekerheid bieden. Geen enkele filosofie komt voor
zijn deur spelen, d.w.z. kan dat moment van inzicht geven dat het spelende kind
wel kan.
En zo kun
je uiteindelijk voor geen enkele unieke ervaring een verklaring vinden. Het
overkomt je. Laat het gebeuren en wees dankbaar dat het gebeurt.
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey