Van verschillende kanten was dit boekje (120 blz., 16 op 11 cm) me al aanbevolen, en het heeft mijn verwachtingen niet beschaamd. Het is een zeer poëtische geschiedenis van een man die zijde maakt en daarvoor de rupsen gaat halen in Japan. Een avontuurlijke tocht, want Japan laat in die tijd (1863) geen handel toe. De man, Hervé Joncour, geraakt toch aan zijn rupsen, dankzij een Japanner die rijk is geworden met smokkelen. Hervé wordt verliefd op de raadselachtige vrouw van deze potentaat. Hervé Joncour hield niet op met praten maar keek instinctief omlaag naar haar en wat hij zag, zonder op te houden met praten, was dat die ogen geen oosterse vorm hadden, en dat ze, met een verwarrende intensiteit, op hem gericht waren: alsof ze vanaf het begin niets anders hadden gedaan, van onder de oogleden.
Ik citeer dit fragment, omdat ik dat laatste stukje kijken van onder de oogleden zo mooi vind.
Het werkje is heel ingehouden en sober geschreven, zeer poëtisch en fijnzinnig. Veel meer kan ik er niet over zeggen, ik kan u alleen maar aanraden het te lezen.
Het donkere jaar is 1913. In 1912 was Albanië onafhankelijk geworden, na gedurende eeuwen geregeerd te zijn door de Turken (Ottomaanse Rijk). Tegen die onafhankelijkheid rees echter verzet van Rusland en Frankrijk (die partij kozen voor de Serviërs). In 1913 werd Albanië een soeverein vorstendom onder prins Wilhelm von Wied, maar het moest grondgebied prijsgeven. Die vorst zou het onbestuurbare land echter een jaar later al verlaten.
De roman begint met het verschijnen van een komeet aan de hemel, die de meeste mensen als een brenger van onheil beschouwen. Het boek eindigt met het verdwijnen van de komeet. Ik citeer de laatste paragraaf van het boek, zonder daarbij iets te verraden.
En zo, met deze droevige gebeurtenissen, liep het jaar ten einde. De komeet begon langzaam te verbleken, het was alsof hij de terugreis aanvaardde na wekenlang te hebben geobserveerd wat er op deze wereld gebeurde. De mensen, altijd geneigd de dingen vanuit hun eigen natuur te interpreteren, probeerden ongetwijfeld te raden welke betekenis het vertrek van de komeet kon hebben. Maar niemand kon erachter komen wat hij op zijn terugreis mee zou nemen: afgrijzen over wat hij op deze wereld had gezien, een boosaardige vreugde om het onheil dat hij met zijn stralen had gebracht, of noch het een, noch het ander, maar eerder iets van een onbestemd en vaag verdriet dat hij op zijn lange reis door de koude uitgestrektheid van de kosmos met zich mee zou blijven dragen.
We maken kennis met drie mannen die hun dorp verlaten en ten strijde trekken. Tegen wie ? Ze weten het zelf niet al te best. De toestand in het land is enorm verward, met de aanwezigheid van een groot aantal buitenlandse troepen en plaatselijke potentaten. Het drietal groeit uit tot een miserabel legertje en het trekt het land door, her en der vechtend, terugkerend op hun schreden, weer vechtend, enz. tot ze ten slotte allemaal omkomen. Het zijn primitieve mannen in een woest land. Op een bepaald moment begraven ze een medestrijder. Ze graven de sneeuw weg tot het graf plots met water wordt gevuld: ze bevinden zich op een dichtgevroren meer zonder het te beseffen. Ze zijn het slachtoffer van de buitenlandse troepen, de natuur en hun eigen patriottische gevoelens. De personages zijn niet zo scherp getekend, ze gaan eerder op in de natuur en in de gebeurtenissen.
Bij het lezen zie je als het ware schilderijen voor je. Bijvoorbeeld bij het kruisigen van een rebel:
Het was donker en Shestans lange, blonde haren die hier en daar met bloed waren bevlekt, glansden zacht in het schijnsel van de fakkels. Het kwam misschien door deze glans dat er in de ogen van de esadisten (aanhangers van een Turks legerleider) iets van vrees verscheen, want het was alsof de gekruisigde, zoals al geruime tijd werd gefluisterd, inderdaad iets van de komeet in zich had, zodat ze wel eens zouden kunnen worden gestraft voor wat ze hem nu aandeden.
Het boek beschrijft een primitieve wereld, vol van bijgeloof en geweld. De auteur mengt fictie en werkelijkheid door elkaar. Hij laat zien hoe er mythen ontstaan.
Kadare schrijft heel zelfzeker en met een grote overtuiging. Hij is een geboren verteller. Ik weet niet of hij de Nobelprijs al heeft gewonnen, maar volgens mij maakt hij veel kans hem te winnen. Nog enkele dagen geduld ! (Een andere grote kandidaat is volgens mij John Updike).
De auteur is Albanees en werd geboren in 1936. Er zijn (gelukkig) veel werken van hem vertaald.
Het boek is geschreven in 1985. De Nederlandse vertaling uit 2002 werd uitgegeven bij Van Gennep.
Ein Reiter durch das Bergtal zieht, Im traurig stillen Trab: Ach ! zieh ich jetzt wohl in Liebchens Arm, Oder zieh ich ins dunkle Grab? Die Bergstimme Antwort gab: Ins dunkle Grab!
Und weiter reitet der Reitersmann, Und seufzet schwer dazu: So zieh ich denn hin ins Grab so früh- Wohlan, im Grab ist Ruh! Die Stimme sprach dazu: Ins Grab ist Ruh!
Dem Reitersmann eine Träne rollt Von der Wange kummervoll: Und ist nur im Grabe die Ruhe für mich- So ist mir im Grabe wohl. Die Stimm erwidert hohl: Im Grabe wohl!
In de Londense wijk Chelsea Marina (Marina omdat er een jachthaventje is) (en ik weet niet of de wijk echt bestaat), bestaat de bevolking voor het merendeel uit middenklassers, artsen, architecten, enz. die echter aan prestige hebben ingeboet. Hun haat richt zich op de maatschappij, en dit keer zijn zij het en niet de proletariërs die de revolutie zullen maken. Er volgen betogingen, brandstichtingen, enz. De mensen zijn tot het inzicht gekomen dat elke zin uit hun leven verdwenen is. Schijnbaar los daarvan is er een bom ontploft op Heathrow, waarbij de ex-vrouw van het hoofdpersonage, David Markham, om het leven komt. Deze zal nu proberen te ontdekken wie die moord op zijn geweten heeft. Hij raakt echter helemaal in de ban van de revolutionairen en hun leiders en leidsters, waardoor hij aan hun acties gaat deelnemen.
Een thriller is het boek niet, daarvoor is de uitkomst te voorspelbaar. Het is wel een ironisch boek waarin die middenklasse belachelijk wordt gemaakt en dat misschien een beetje inzicht verschaft in de technieken die worden gebruikt om mensen over te halen om misdaden te begaan. De meeste personen zijn geschift.
Ik herinner me dat dit boek vorig jaar een goede recensie kreeg in minstens één krant. Jammer dat ik niet meer weet wat er zo goed werd gevonden, het was wat te veel van hetzelfde. Een boek ter verstrooiing, om te lezen en weg te leggen.
De auteur is een Brit die geboren werd in 1930. Er zijn al enkele boeken van hem verfilmd, o.a. Het Keizerrijk van de Zon, door Spielberg en Crash door David Cronenburg.
Crash las ik vorig jaar. Het is voor mensen die houden van sex en crashende auto's. Waardering: 7/10
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey