Dit werk is een beroemde Gothic novel, een griezelroman. Dat soort romans maakte, eigenaardig genoeg opgang in de 18e eeuw. Eigenaardig omdat de 18e eeuw net zon beschaafde en vrouwelijke eeuw was. In die eeuw komt de vrouw meer in de belangstelling, krijgt haar gevoelsleven meer aandacht. Het is de tijd van het mal de vivre, van de vapeurs en van de metafysische angst. In deze romans komt de fascinatie tot uiting voor donkere wouden, duistere krochten, kerkhoven, ruïnes, dromen pijn enz. Edmund Burke, vooral bekend als een van de grondleggers van het conservatisme (Reflections on the revolution in France) had een esthetica van the sublime of het verhevene ontwikkeld. Volgens die theorie kon schoonheid ook gevonden worden in wat verschrikkelijk en pijnlijk is. Het is ook de periode waarin de markies de Sade zijn werken schreef. Een thema dat in deze boeken altijd terugkomt, is dat van de belaagde maagd.
De eerste bekende gothic novel is The Castle of Otranto, van Walpole uit 1765. Een andere bekende schrijfster van griezelverhalen is Ann Radcliffe (1764 1823). En het beroemdste werk is waarschijnlijk wel Frankenstein van Mary Shelley uit 1818.
De roman van Lewis (1775 1818) verscheen in 1796. Hij schreef het boek in 1794, toen hij 19 jaar was. In die tijd was hij verbonden aan de Britse ambassade in Den Haag en hij begon deze roman te schrijven om de verveling te verdrijven.
Het verhaal speelt zich af in Madrid, in de tijd van de inquisitie. De Monk is een dertigjarige Madrileense monnik die als een soort heilige wordt beschouwd en wiens preken volle kerken trekken. Maar hij zal niet heilig blijven. In zijn klooster is hij vaak in het gezelschap van een jonge monnik Rosario, die blijkt een jongedame te zijn en die er zonder al te veel moeite in slaagt om onze monnik te verleiden. Deze Rosario/Mathilde blijkt te heulen met de duivel die ook in het stuk mag optreden. In twee gedaanten zelfs, als een schone naakte jongeling en later als Lucifer. De monnik verliest stilaan zijn heilige manieren, wordt het slachtoffer van zijn driften en stort een andere jongedame in het verderf. Deze zal hij verkrachten en tenslotte ook vermoorden. In een nevenverhaal is er nog een vrouw in het spel. Zij is tegen haar zin in een klooster gedropt, waaruit ze probeert te ontsnappen met behulp van haar verloofde. Die pogingen mislukken jammerlijk en op een van haar uitstappen geraakt ze zwanger. Als dit ter ore komt van de kloosteroverste, wordt ze in een soort vergeetput weggestopt, vastgeketend en in het gezelschap van rottende lijken. Daar zal trouwens ook haar kind geboren worden. Al bij al loopt het voor haar nog goed af, want ze zal worden verlost, terwijl de boze abdis een wrede dood sterft.
De monnik wordt tenslotte ontmaskerd en aangehouden door de heren van de inquisitie. Hij wordt een beetje gemarteld om hem tot bekentenissen te dwingen maar uiteindelijk kan hij aan de dood ontkomen door zijn ziel aan de duivel te verkopen. Maar ook daar beleeft hij niet lang plezier aan, want de duivel neemt de zondaar mee naar een hoge rots en laat hem daar naar beneden vallen.
Ik kan me voorstellen dat deze 19-jarige auteur zich kostelijk heeft geamuseerd bij het schrijven van deze roman. Nu lezen we hem als een curiosum. Soms is het wel eens wat langdradig, maar de fantasie van de auteur houdt ons wakker. In tegenstelling met het werk van de Sade, is dit een kuis boek. Als de eer van een vrouw dan al wordt geschonden, dan klinkt dat zo:
You will even pardon me when I acknowledge, that in an unguarded moment the honour of Agnes was sacrified to my passion.
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey