Dit is een verhaal uit de bundel Twice Told Tales die Hawthorne (1804-1864) in 1842 publiceerde.
Het verhaal gaat over de strijd tussen de Puriteinen en de Quakers in het midden van de 17e eeuw in de VS. De Puriteinen zagen de Quakers als een bedreiging voor hun geloof en probeerden ze op alle manieren tegen te houden. Maar: The Quakers, esteeming persecution as a divine call to the post of danger, laid claim to a holy courage, unknown to the Puritans themselves, who shunned the Cross by providing for the peaceable exercice of their religion in a distant wilderness.
The fines, imprisonments, and stripes liberally distributed by our pious forefathers
Hiermee refereert Hawthorne aan enkele van zijn voorouders, die een belangrijke rol hadden gespeeld bij de vervolging van de Quakers.
De beweging van de Quakers werd opgericht door George Fox (1624-1691). To Quake betekent sidderen, en Quakers was een spotnaam die betrekking had op de extase waaraan de leden op de bijeenkomsten onderhevig waren of op het sidderen voor het oordeel van God. In het dagelijks leven verwerpen de Quakers de militaire dienst, zijn ze sober gekleed, zijn ze gematigd in eten en drinken en wijden ze zich aan liefdewerk en weldadigheid. Hun invloed nam erg toe onder invloed van William Penn (1644-1682) en de stichting van Pennsylvania. George Woolman, een andere Quaker, was een van de eersten die de strijd tegen de slavernij aanbond.
In het verhaal van Hawthorne zijn zopas twee Quakers opgehangen. Als die avond de Puritein Tobias Pearson naar huis keert, treft hij bij het graf van de gehangenen een jongetje aan. Het is het zoontje van een van de terechtgestelden. Zijn moeder werd de wildernis ingestuurd. Het kind heet Ilbrahim, een naam die het heeft gekregen nadat zijn vervolgde ouders een tijdje goed ontvangen waren bij een sultan. Later zal Melville aan de hoofdpersoon van zijn roman Moby-Dick eveneens een vreemde naam geven, namelijk Ishmael die in Moby-Dick kritiek uit op het christendom en die vriendschap vindt bij de heidense wilde Queequeg. De verleiding is te groot om ook nu weer niet uit Moby-Dick te citeren. In het hotel moet Ihsmael het bed delen met deze kannibaal uit de Stille Zuidzee.
How it is I know not; but there is no place like a bed for confidential disclosures between friends. Man and wife, they say, there open the bottom of their souls to each other; and some old couples often lie and chat over old times till nearly morning. Thus, then, in our hearts honeymoon, lay I and Queequeg a cosy, loving pair.
Terug naar The Gentle Boy. (Met een letter meer verandert the gentle boy in een gentile, een heiden. In dit verhaal is het jongetje inderdaad het slachtoffer van de felle strijd tussen verschillende geloofsovertuigingen).
Ilbrahim wordt niet aanvaard door de Puriteinse gemeenschap en ook zijn adoptieouders zullen het moeilijk krijgen. Op een bepaald moment ontmoet de jongen zijn echte moeder. Zij is een uitgestotene en zal haar kind aan Tobias en zijn vrouw toevertrouwen. Ze heeft in de kerk zopas een aangrijpende aanklacht uitgesproken. Ze vraagt nu aan Tobias om naar voren te treden, zodat ze kan zien aan wie ze haar kind overlaat.
She turned her face upon the male auditors, and after a momentary delay, Tobias Pearson came forth from among them. The Quaker saw the dress which marked the military rank, and shook her head; but then she noted the hesitating air; the eyes that struggled with her own, and were vanquished; the color that went and came, and could find no resting place. As she gazed, an unmirthful smile spread over her features, like sunshine that grows melancholy in some desolate spot.
Op een bepaald moment kan Ilbrahim toch vriendschap sluiten met een Puriteinse jongen. Deze wordt in het huis van Tobias verzorgd na een ongeluk, en Ilbrahim zal niet van zijn zijde wijken. Als de jongen hersteld is, zal hij hem echter als een echte Judas verraden. Op het eind van het verhaal zal Ilbrahim sterven in het bijzijn van zijn moeder.
Poe was een heel rationeel en analytisch man die ook veel belangstelling had voor wetenschap. Zo dreef hij de spot met literaire tijdgenoten die bewust vaagheid in hun werk nastreefden.
Hint everything assert nothing. If you feel inclined to say bread and butter, do not by any means say it outright. You may say any and every thing approaching to bread and butter. You may hint at buckwheat cake, or you may even go so far as to insinuate oatmeal porridge, but if bread and butter be your real meaning, be cautious, my dear Miss Psyche, not on any account to say bread and butter.
In dit verhaal wendt Poe alle middelen aan om angst te creëren. Is het angst die hij zelf ervaart, of wil hij alleen zijn lezers de stuipen op het lijf jagen, ik weet het niet. Poe leefde in ieder geval in de wereld van de geest. His imagination never moved in the physical world but in the psychical.
Poe begint zijn verhaal met te zeggen dat bepaalde onderwerpen te verschrikkelijk zijn om ze in fictie te behandelen (een bewering die hij zo dadelijk zelf zal logenstraffen). Hij somt enkele voorbeelden op zoals de aardbeving in Lissabon, de pest in Londen, waarvan we de feitelijke verslagen lezen met pleasurable pain.
Het ergste wat de mens kan overkomen is levend te worden begraven. En het gebeurt meer dan we denken, want : the boundaries which divide Life from Death are at best shadowy and vague. Who shall say where the one ends, and where the other begins?
Hij haalt dan verschillende gevallen aan van mensen die levend begraven werden. Zo o.a. van een vrouw van wie na 3 jaar het familiegraf door haar echtgenoot geopend werd. As its portals swung outwardly back, some white-apparelled object fell rattling within his arms. It was the skeleton of his wife in her yet unmoulded shroud. Hij vertelt hoe ze in die toestand geraakt was en:
Thus she remained, and thus she rotted, erect.
Wat ervaart een levend begraven mens ?
The unendurable oppression of the lungs the stifling fumes of the damp earth the clinging to the death garments the rigid embrace of the narrow house the blackness of the absolute Night the silence like a sea that overwhelms the unseen but palpable presence of the Conqueror Worm.
Tot slot vertelt hij een eigen ervaring. Hij lijdt aan een ziekte die hem af en toe in een toestand van schijndood brengt en waaruit hij maar langzaam ontwaakt. Daardoor had hij een heilige schrik om levend begraven te worden.Hij bezweert zijn vrienden dat ze hem nooit begraven voordat zijn lichaam tekenen van ontbinding vertoont. Bovendien heeft hij zijn familiegraf zo laten aanpassen dat het steeds van binnenuit kan worden geopend. Er kan lucht en licht in en er is eten en drinken voorradig. Zijn doodskist is heel behaaglijk gemaakt en bij de minste beweging van zijn lichaam zal het deksel opengaan. Aan een van zijn handen is een touw vastgemaakt dat verbonden is met een grote bel op het dak van het graf.
Op een dag ontwaakt hij en stelt vast dat hij niet in het aangepaste graf ligt. Hij denkt dat hij levend begraven is. Wat was het geval ? Op een jachtuitstap met enkele vrienden moesten ze voor een storm schuilen in een bootje.De verteller sliep in een heel smalle kooi, dicht tegen het plafond. Het schip vervoerde aarde, en wat hij rook leek de aarde waarin hij begraven lag. Toen hij wilde schreeuwen stelde hij vast dat The movement of the jaws, in his effort to cry aloud, showed me that they were bound up, as is usual with the dead.
De verklaring hiervoor: The bondag about the jaws was a silk handkerchief in which I had bound up my head, in default of my customary nightcap.
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey