Vorige nacht viel me een naam te binnen van meer dan vijftig jaar geleden. Toen ik hem googelde las ik tot mijn spijt dat de dame begin dit jaar overleden was. Er was een foto bij afgedrukt, maar ik herkende haar niet. Ik kan haar ook nu niet meer voor de geest halen. Waarschijnlijk zal zij in haar verdere leven nooit aan mij gedacht hebben. Het zat zo. Op mijn zestiende had ik rugproblemen waarvoor ik gymnastiek bij haar diende te volgen. Ze was zowat acht jaar ouder dan ik. Ik weet niet hoe het kwam, maar ik werd verliefd op haar. Een platonische liefde die van een kant kwam en die ze misschien nooit heeft opgemerkt. Dat heeft ongeveer twee jaar geduurd. Een keer was ik bij haar thuis uitgenodigd. Als ik het me goed herinner was het om me een boek van Vondel te tonen. Bij die gelegenheid was haar jongere zus ook aanwezig en die speelde een pianowerkje van Lodewijk Mortelmans.
Verder heeft ze me ooit geholpen om een das te kiezen voor het huwelijk van mijn broer.
Toen mijn rug genezen was, hebben we elkaar nooit meer ontmoet, geschreven of gesproken.
Nu las ik dus dat ze overleden was en dat ze in een WZC (woonzorgcentrum) verbleef.
Hoe mooi zou het zijn als ik een foto van haar als die jonge vrouw kon zien
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey