Na 7 jaar ontmoeten ze elkaar opnieuw onder vier ogen. Hester vertelt de dominee wie Chillingworth is. Verder probeert ze hem te overhalen om deze gemeenschap te verlaten. De wildernis in onder de indianen, of de oceaan over, naar Europa. Ze laat verstaan dat ze dan met hem zou meegaan.
Hoofdstuk XVIII: De zon breekt door
Door het jarenlange isolement heeft Hester zich aan die bedrukkende Puriteinse sfeer kunnen onttrekken en is ze een onafhankelijke vrouw geworden. Vandaar ook dat ze kan voorstellen om samen met Dimmesdale weg te trekken. De dominee heeft die mate van vrijheid echter nog niet veroverd. Hij blijft de eeuwige twijfelaar. Voor hem is het: vluchten als een notoire misdadiger of blijven als een huichelaar. Hij besluit om mee weg te gaan. Hester gespt de rode letter af en gooit ze weg.
Hoofdstuk XIX : Het kind aan de oever van de beek
Pearl staat aan de waterkant. Als Hester haar bij zich en de dominee roept, weigert ze naar hen toe te gaan. Eerst moet Hester opnieuw de letter opspelden.
Hoofdstuk XX : De dominee
Over 4 dagen vertrekt er een schip naar Bristol. Maar eerst wil de dominee nog een preek houden bij de installatie van de nieuwe gouverneur. De tocht van de dominee naar huis na zijn samenzijn met Hester. Hij heeft allerlei aanvechtingen om domme dingen te doen: een vrome vrouw choqueren, kinderen lelijke woorden aanleren, schuine grappen uitwisselen met zeelui. Hij vraagt zich af of hij krankzinnig wordt of dat hij zonet zijn ziel aan Satan heeft verkocht.
Hoofdstuk XXI : Nieuw Engeland viert feest
Ter ere van de nieuwe gouverneur wordt er feestgevierd. Het gaat er voor een keer wat ongedwongener aan toe in het puriteinse Boston. Hester ontmoet de kapitein van het schip en hoort van hem dat ook Chillingworth wil inschepen.
Hoofdstuk XXII : De optocht
De optocht trekt voorbij, met de dominee. Hij doet of hij Hester en Pearl niet opmerkt onderweg. De heks Hibbins treedt nog eens op.
Hoofdstuk XXIII : De onthulling van de rode letter
Als Dimmesdale de kerk verlaat, waar hij zojuist een aangrijpende preek heeft gehouden, begeeft hij zich naar het schavot waar Hester en haar dochter zich bevinden. Hij vraagt hen samen met hem op het schavot te gaan staan.Hij is fel verzwakt en stervende. Hij houdt een publieke toespraak waarin hij zijn zonde belijdt. Hij ontbloot zijn borst en daarop is ook een rode letter afgebeeld. Hij sterft in de armen van Hester.
Hoofdstuk XXIV : Besluit
In dit slothoofdstuk lezen we nog hoe het verder afloopt met de hoofdpersonen. Chillingworth sterft en laat zijn erfenis na aan Pearl. Hester en haar dochter verlaten Boston. Later keert Hester terug naar de stad en speldt de letter opnieuw op.
Ik heb me voor die laatste hoofdstukken beperkt tot het bondig weergeven van de inhoud. De themas zijn dezelfde gebleven.
Het gaat om het hart van Dimmesdale. Nu Chillingworth het geheim van de dominee heeft ontdekt, is hij niet langer een toeschouwer, maar wordt hij een medespeler.
Hoofdstuk XII : De doorwaakte nacht
Dimmesdale krijgt het idee om s nachts naar het schavot te gaan, waar ooit Hester op stond. Hij bevindt zich nu op het randje van de waanzin. Er passeren enkele mensen. Eerst de oude dominee Wilson, aan wie hij de bekentenis zou kunnen doen, maar hij laat hem passeren. Wat later verschijnen Hester en Pearl. Hij nodigt ze uit op het schavot. Ten slotte komt ook Chillingworth langs, die de gestoorde dominee mee naar huis neemt. Aan de hemel is een meteoor verschenen en het was alsof er in de lucht een letter A was verschenen.
Hoofdstuk XIII : Nog eens Hester
Intussen is Pearl zeven jaar. Hester is in het stadje een vertrouwde figuur. De A is normaal geworden en Hester helpt minder bedeelden, bezoekt zieken, enz. Waar de geborduurde letter verscheen, betekende zijn geheimzinnige glans vertroosting. Elders het zinnebeeld der zonde, bracht hij in de kamers der zieken licht.
Hester is getroffen door de belabberde toestand van de dominee. Ze wil hem helpen, in de eerste plaats door hem te zeggen dat Chillingworth haar echtgenoot is.
De letter A krijgt mettertijd buiten echtbreekster nog andere betekenissen. In de eerste plaats is het ook de eerste letter van de voornaam van de dominee, die Arthur heet. Vervolgens is het de eerste letter van Angel. Een nam die ze verdient door haar inzet voor haar medemensen. Ten slotte is het de A van Able: bekwaam, dankzij haar hulpvaardigheid.
Hoofdstukken XIV tot XVI
Niet dat ik me er gemakkelijk wil van af maken, maar het lijken me overgangshoofdstukken, waarin niet zo veel gebeurt. Hester heeft een ontmoeting met de dokter en ze krijgt toestemming om Dimmesdale te zeggen wie de dokter in feite is. In het volgende hoofdstuk praten Hester en Pearl over de rode letter, maar er wordt niets verklapt. In hoofdstuk 16 maken moeder en dochter een boswandeling met de bedoeling de dominee te ontmoeten.
We vernemen dat Chillingworth uit de wildernis ontsnapt is en dat het dus een klap voor hem was om zijn echtgenote daar zo in schande te zien staan. Vandaar ook zijn wens om wraak te nemen. De gezondheid van Dimmesdale is fel achteruitgegaan en hij wordt patiënt bij Chillingworth. Beiden betrekken kamers in dezelfde woning. Chillingworth zal proberen het zieleleven van de dominee te doorgronden. Wat Hawthorne hier schrijft, loopt vooruit op Freud. Ik citeer: Hij speurde naar zijn beginselen, snuffelde in zijn herinneringen en raakte alles heel behoedzaam aan, als iemand die een schat zoekt in een donkere grot. Weinig geheimen kunnen een speurder, die gelegenheid en toestemming heeft om zulk een onderzoek in te stellen, en de kundigheid bezit om het uit te voeren, verborgen blijven. Een man die onder een geheim gebukt gaat, dient in het bijzonder de vertrouwelijke omgang met zijn arts te vermijden. Als hij (d.i. de arts) intuïtie bezit. Als hij het vermogen bezit om zich zo met zijn patiënt te vereenzelvigen dat deze laatste zonder het zelf te weten dingen zegt, die hij gelooft alleen maar te denken als dergelijke ontboezemingen zonder luidruchtige reactie worden aangehoord en de luisteraar zijn medegevoel minder laat blijken uit lange toespraken dan wel door stilzwijgen of een onverstaanbaar gemompel, met nu en dan een enkel woord om te laten merken dat alles wordt begrepen dan zal onvermijdelijk het ogenblik aanbreken waarop de ziel van de patiënt smelt en wegstroomt in een donkere, maar doorzichtige stroom, die al zijn geheimen aan de dag brengt.
Hoe zien de mensen het samenwonen van deze twee mannen ? De enen zien er het spel van de Voorzienigheid in, die deze twee mannen heeft samengebracht om de dominee te genezen. Bij de onontwikkelde massa (opnieuw het naïeve primitivisme) ligt het anders. Als zij voortgaan op wat ze zien (aldus Hawthorne) maken ze meestal de onjuiste gevolgtrekking. Gaan ze echter voort op hun intuïtie en hun hart, dan hebben ze het meestal bij het rechte eind.
In Chillingworth hebben ze geen vertouwen. Er wordt verteld dat hij heeft deelgenomen aan zwarte kunst, in de leer is geweest bij geestenbezweerders onder de indianen. Sinds hij in de stad is, is zijn gelaatsuitdrukking veranderd, van rustig, peinzend is ze nu boosaardig geworden. Het volk besluit eruit dat hij satan zelf of satans afgezant is.
Hoofdstuk X : De dokter en zijn patiënt
Dit is voor mij tot nu toe het mooiste hoofdstuk.
Aansluitend bij het vorige hoofdstuk, over het doorgronden van de ziel van Dimmesdale, citeer ik de volgende prachtige zin:
He now dug into the poor clergymans heart, like a miner searching for gold; or, rather, like a sexton delving into a grave, possibly in quest of a jewel that had been buried on the dead mans bosom, but likely to find nothing save mortality and corruption.
We maken een gesprek mee tussen de dominee en de dokter. Deze laatste probeert Dimmesdale tot een bekentenis te dwingen. Dimmesdale moet zich ook nu weer anders voordoen dan wie hij in werkelijkheid is. De eerste keer was het in het openbaar tegenover Hester die hij probeerde te overtuigen de naam van haar belager te bekennen. Nu in privé met de dokter zit zijn betoog ook weer vol hints naar zijn eigen ongeluk, maar het verlossende woord komt niet over zijn lippen. In bedekte termen geeft hij zich telkens wel bloot.
Het hoofdstuk, en het gesprek, wordt onderbroken door Hester en Pearl die in de tuin passeren. Pearl danst op de graven. Ze plukt de stekelige vruchten van een klit (dat onkruid stond ook al aan de gevangenispoort) en kleeft die rond de rode letter op haar moeders borst. Het meisje staat hier opnieuw symbool voor het doorbreken van taboes, voor het ontsnappen aan de doem die over alle mensen hangt. Ze noemt Chillingworth een zwarte man, die haar moeder wil pakken, maar Pearl zelf zal hij nooit in handen krijgen. Dimmesdale noemt Pearl en haar gedrag: de vrijheid van een geschonden wet.
Na dat intermezzo gaat het gesprek tussen de twee mannen voort. Als de dokter te veel aandringt op een bekentenis van de dominee komt het tot een kleine ruzie.
Later treft de dokter de dominee slapend aan. Hij schuift diens hemd opzij en ziet op de borst van de dominee een teken dat hem een duivels genoegen verschaft.
Man had marked this womans sin by a scarlet letter. God, as a direct consequence of the sin which man thus punished, had given her a lovely child.
Het kind dus tegelijk als resultaat van haar zonde en tevens als bewijs dat God haar vergiffenis heeft geschonken.
Pearl is een wispelturig kind. Ze is van de kinderwereld afgesneden. Ze is ook anders dan de andere Puriteinse kinderen, die spelletjes spelen als kerkje, quakertje geselen of Indiaantje scalperen.
Haar moeder kleedt haar ook heel fleurig. Een dubbelzinnige houding. Aan de ene kant om erop te wijzen dat ze verschilt van de Puriteinse somberheid. Aan de andere kant valt ze zo meer op, wordt er nadruk op gelegd dat het een zondig kind is. Hester wil de boetedoening altijd voortzetten. Maar misschien wil ze ook de aandacht van de vader op het kind vestigen, om op die manier niet alleen de schande te moeten dragen, en om de vader aan zijn schuld te herinneren.
Door zijn eigenaardig gedrag, wordt er gezegd dat het kind een duivelskind is.
Hoofdstuk VII: In het huis van de gouverneur
Er bestaan plannen om het kind van Hester af te nemen. In het vorige hoofdstuk was gesuggereerd dat het een duivelskind was, en door het van de moeder te verwijderen wil men deze laatste beschermen. Ook als het geen duivelskind zou zijn, zou het beter dan bij zijn moeder een godsdienstige opvoeding kunnen krijgen.
De moeder heeft haar voor het bezoek in het rood gekleed. Het kind is als het ware de rode letter tot leven gewekt. Onderweg worden ze met modder begooid, maar Pearl jaagt de kinderen weg, als een engel met een vlammend zwaard.
Hoofdstuk VIII: Het kind en de dominee
Pearl wordt in dit hoofdstuk op verschillende manieren genoemd: als een tropisch vogeltje,bont gevederd vogeltje. Ze staat als symbool voor de ontsnapping uit deze sombere Puriteinse gemeenschap.
De gouverneur legt uit waarom Pearl aan de moeder zou moeten worden onttrokken: men kan ze niet toevertrouwen aan de leiding van iemand die aan de listen en lagen der wereld geen weerstand heeft kunnen bieden.
Ten slotte zal dominee Dimmesdale een pleidooi houden om het kind toch bij de moeder te laten. Hij argumenteert dat het een zegen van God was, de enige in haar leven. Als de moeder het kind tot God zal brengen, zullen ook de ouders daarheen gevoerd worden. In dit opzicht is de zondige moedergelukkiger te prijzen dan de zondige vader.
Hoewel Pearl het niet zal begrepen hebben, gaat ze de dominee liefkozen om hem te bedanken.
Recapitulatie
Als we even terugblikken op de voorbije hoofdstukken zien we verschillende themas en motieven die telkens weer terugkomen.
In de eerste plaats is er het zwijgen en de geheimhouding. Hester verraadt de vader niet, de dominee bekent zijn schuld niet, Chillingworth, haar echtgenoot, maakt zich niet kenbaar.
De rode letter domineert het hele verhaal. Op verschillende manieren, in de kleren, in de roos, in de kleur rood die wel in elk hoofdstuk voorkomt.
Primitieve eenvoud. Zo noemt Hawthorne het karakter van die vroege kolonisten. De meisjes en vrouwen waren pas uit Engeland gekomen, ze waren nog grover van aard dan de dames in zijn tijd. Ze hanteren een grover taalgebruik. Godsdienst en wet zijn identiek. Van kleine betwistingen wordt een halszaak gemaakt. De Puriteinen noemt hij de meest onverdraagzame mensensoort die ooit heeft bestaan.
Ook vuur in zijn verschillende gedaanten speelt een rol: Hester die gebrandmerkt zou moeten worden, Pearl die als een straaltje vuur over de aarde danst, de gloed van de rode letter, het vlammende zwaard van Pearl.
De gevoelens van schaamte.
Wraak. Chillington herhaalt tot driemaal toe dat ooit de dag zal komen dat de deelgenoot in de zonde mee aan de schandpaal zal staan.
De personages hebben allemaal iets dubbelzinnigs in zich.
Hester heeft aan de ene kant een groot schuldgevoel, maar toch blijft ze koppig.
Pearl is tegelijk een duivelskind en een elfje. Ze strooit drakentanden die gewapende vijanden worden die ze de strijd aanbindt. Haar scheppende geest bezielt de dode voorwerpen tot leven.
Chillingworthgeneest Hester en Pearl maar tegelijk zint hij op wraak. Hij is ook een cynisch man. Hij wenst haar niet dood, omdat ze haar schande zolang mogelijk moet dragen. Als hij haar het medicijn toedient zegt hij dat het rustgevend is, maar dat hij haar geen gerust geweten kan geven. Van vergiffenis of medelijden is bij hem geen sprake.
Dominee Dimmesdale wordt heen en weer geslingerd tussen tegenstrijdige gevoelens. Aan de ene kant is hij een zondaar, aan de andere kant een priester die bewonderd wordt. Hij wil dat Hester hem publiek bekend maakt als de schuldige. Waarom wil hij dat ? Nu is hij in feite de enige zondaar, hij heeft haar verleidt. Als hij Hester zo ver kan krijgen dat zij hem verraadt, heeft ook zij zich zwak getoond. Dat zou zijn eergevoel ten goede komen.
Tegenstelling tussen het volk en de autoriteiten. Hoewel het volk haar bespot, kan ze vandaar toch enig medelijden ondervinden, terwijl de autoriteiten koud en streng zijn.
De Boze. Hester heeft een zesde zintuig ontwikkeld waarmee ze de zondige mensen kan ontdekken.Pearl zou een kind van de duivel zijn. De heks Hibbins doet even mee. Hester en Pearl bevinden zich in een heksenkring. Het was de tijd van de heksenvervolgingen. Denk maar aan de heksen van Salem.
Vanop het verhoog ziet Hester tussen de menigte een man die ze herkent. Hij stelt vragen aan een omstaander. Zo vernemen we hoe Hester in schande is vervallen. Ze was de echtgenote van een oude Engelse geleerde die haar vooruit had gestuurd naar Amerika. Sinds twee jaar was er niets meer van hem vernomen. Hester is toen bezweken voor een andere man, van wie ze nu een kind heeft en van wie ze de naam niet wil prijsgeven. Het was beter hier te staan, met zoveel mensen tussen hem en haar, dan hem van aangezicht tot aangezicht en onder vier ogen te ontmoeten.
Achter haar op het balkon staan de gouverneur Bellingham, de oude predikant John Wilson en de jonge dominee Dimmesdale. Deze laatste moet trachten Hester ervan te overuigen de naam van de verleider mee te delen. Hij houdt een heel persoonlijk betoog en smeekt Hester om de naam te noemen. Het is duidelijk dat hijzelf de boosdoener is. Haar antwoord is Nooit.
Hoofdstuk IV: De ontmoeting
Hester keert terug naar de gevangenis. Ze is echter zo overspannen dat er een dokter moet worden bijgehaald. Het is de man die ze had herkend in de menigte, Roger Chillingworth, haar vroegere echtgenoot. Ook hem wil ze de naam van haar verleider niet meedelen. Hij verzoekt haar om ook zijn identiteit geheim te houden. Hij zegt zelf te zullen uitzoeken wie zich aan haar vergrepen heeft. Hij zint op wraak. Hester heeft schrik dat hij haar met het medicijn wil vergiftigen, maar hij wil haar net in leven houden, opdat ze de schande haar hele leven zal dragen.
Hoofdstuk V: Hester en haar handwerk
Hester wordt vrijgelaten. Ze ziet opnieuw de zon, maar deze schenkt geen troost, integendeel, ze doet de letter op haar borst nog beter uitkomen. Zoals in het vorige hoofdstuk, toen haar echtgenoot zijn vinger op haar borst legde en ze de rode letter in haar borst voelde schroeien.
En ook hier laat de auteur geen hoop. Want alle tot jaren aangegroeide dagen zouden haar schande en ellende niet verminderen, maar de som ervan vergroten. Ze zou ook haar persoonlijkheid verliezen en verworden tot een figuur, die de dominees en zedenprekers als symbool van vrouwelijke zwakheid en zondige hartstocht konden stellen. Hoewel ze de wereld zou kunnen intrekken, blijft ze op de plek van haar onheil. Om boete te doen, maar misschien ook om in de buurt te blijven van de vader van haar kind.
Ze gaat in een afgelegen huisje wonen. Ze houdt zich in leven met het maken van handwerkjes, waarin ze uitmunt. Voor iedereen, soldaten, hoogwaardigheidsbekleders, doden, behalve voor jonggehuwden.
Soms heeft ze de indruk dat de letter haar een nieuw zintuig heeft gegeven. Een waarmee ze de geheime zonden in de harten van anderen kon ontdekken. Ze vreest dat het een list van de Boze is.
We bevinden ons opnieuw voor de gevangenispoort. De auteur grijpt de gelegenheid aan om wat over de tijdgeest, het Puritanisme, te vertellen. Recht en godsdienst vallen vrijwel samen. Of er nu een geringe straf of de doodstrafwordt voltrokken, het gebeurt met dezelfde strengheid en medelijden moet de veroordeelde niet verwachten.
Dan gaat de deur open en verschijnt Hester Prynne. Ze draagt op haar arm het kind van haar schande en op haar jurk is de rode letter A met gouddraad geborduurd. Die letter, aldus de auteur, verwijdert haar uit de normale samenleving en sluit haar op in een aparte wereld. Eerst heeft ze de neiging om die schandelijke letter te verbergen door er haar kind voor te houden, maar ze realiseert zich dat ze daarmee de ene schande gebruikt om de andere te verbergen.
Schaamte is een diepgeworteld gevoel in deze gemeenschap. Vanaf de gevangenis moet Hester te voet naar het schavot waar de schandpaal is opgesteld (zie ook hieronder, de gang van de heks Hibbins naar de plaats van haar terechtstelling). Ze zal er tot na de middag voor iedereen ten toon worden gesteld, maar de schande zal haar bespaard blijven dat ze haar hoofd in het blok moet steken. Het ergste aan de schandpaal is namelijk dat men zijn gelaat niet van schaamte kan verbergen. Deze vrouw met haar kind is niet de madonna met de verlosser, maar ze worden aan het volk getoond als afschrikwekkend voorbeeld van schuld, zonde en boete.
In dit hoofdstuk komt even the old Mistress Hibbins ter sprake. Zij was een aanzienlijke vrouw in Boston, echtgenote van de gouverneur. Door haar meningen op religieus gebied die afweken van de Puriteinse leer en ook door haar moeilijke karakter, werd ze veroordeeld als heks. Op 19 juni 1656 werd ze opgehangen.
she was to goe from the barr to the place from whence she came, and from thence to the place of execution, and there to hang till she was dead. Five weeks later, the woman known as Ann Hibbins was hanged because she was a witch.
Midden van de zeventiende eeuw in Boston. Voor de gevangenispoort staat een groep mensen te wachten. De gevangenis wordt beschreven. Ze is 15 à 20 jaar oud , maar ze vertoont reeds sporen van ouderdom. Like all that pertains to crime, it seemed never to have known a youthful era. Voor de gevangenis ligt een grasveldje waarop alleen wat onkruid groeit. Maar aan een kant van de poort staat een wilde rozenstruik, die zijn geur en schoonheid geeft aan degene die de gevangenis binnentreedt en aan de veroordeelde die ze verlaat om naar de plaats van terechtstelling te gaan. Heeft die rozenstruik altijd bestaan, of is hij ontstaan onder de voet van de vrome Ann Hutchinson toen zij er binnentrad ?
Over dit hoofdstuk hangt een dreigende sfeer: de zwijgende, sombere menigte, het droefgeestig aanschijn van de gevangenis, het onkruid, enz.
Een gevangenispoort kan opengaan in gunstige of in ongunstige zin, om iemand buiten te laten of binnen te laten.
De tweede alinea begint met een prachtige zin. The founders of a new colony, whatever Utopia of human virtue and happiness they might originally project, have invariably recognized it among their earliest practical necessities to allot a portion of the virgin soil as a cemetry, and another portion as the site of a prison.
Ondanks alle goede bedoelingen, blijft de mens een zondaar.
Ann Hutchinson, geboren in 1591 in Engeland. In 1634 kwam ze met haar echtgenoot naar Amerika en vestigde zich in Boston. Het godsdienstig klimaat in Boston was erg strikt, bidden, vasten en zelfdiscipline. Ann hield thuis preken voor vrouwen. Haar meningen verschilden nogal sterk van de officiële leer en in 1638 werd ze onder huisarrest geplaatst.
She is but a woman and many unsound and dayngerous Principles are held by her."
Your opinions frett like a Gangrene and spread like a Leprosie, and will eate out the very Bowells of Religion."
Ze werd geëxcommuniceerd en verbannen. "I doe cast you out and in the name of Christ I doe deliver you up to Satan, that you may learne no more to blaspheme, to seduce, and to lye."
Repliek van Ann:
"The Lord judgeth not as man judgeth," she retored. "Better to be cast out of the church than to deny Christ."
Vanuit Boston ging ze zich met haar kinderen en een vijftigtal volgelingen vestigen op Rhode Island. In 1643 werd ze gedood door een raid van indianen.
Isaac Johnson
Een kolonist uit Engeland die in 1630 in America arriveerde. Hij was aanvankelijk in Charlestown, maar bij gebrek aan drinkbaar water trok hij naar Shawmut, nu Boston, waar hij de leiding over de kolonie kreeg. Hij was er de rijkste man.
Na Melville blijf ik nog even in 19e eeuws Amerika. Hawthorne (meidoorn, zie fotootje hiernaast, toevallig) werd geboren in Salem in 1804 en stierf in 1864. Hij was in Boston een vriend van Melville die zijn Moby Dick aan hem heeft opgedragen.
Dat moet volstaan als biografie. Ik ben van plan deze roman traag en hoofdstuk per hoofdstuk te lezen en hier en daar te becommentariëren. Mensen die interesse hebben kunnen meelezen. Het boek is in elke bibliotheek voorhanden.
Er is ook een Engelse versie beschikbaar op de website van Gutenberg.
De Nederlandse versies die ik bij de hand heb, zijn de volgende:
1. Nathaniel Hawthorne: De rode letter. Vertaling van Nel Bakker. Uitgeverij Het Spectrum. In de reeks Prisma Klassieken 14 (met leeslint). Die uitgave is ook als prismaboek nr. 198 verschenen. Het is de beste vertaling. Modern en goed leesbaar.
2. Nathaniel Hawthorne: De scharlaken letter. Vertaling W. Van Ravesteyn. Uitgeverij Wereldbibliotheek 1950. Die vertaling is zwaarder op de hand en in het boek ontbreekt het hoofdstuk Het douanekantoor. Dat is een latere toevoeging van de auteur die niet direct verband houdt met het verhaal.
De scharlaken letter is een A. Zij staat voor adulteress, echtbreekster, overspelige vrouw.
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey