|
Hoofdstuk I De gevangenisdeurxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Midden van de zeventiende eeuw in Boston. Voor de gevangenispoort staat een groep mensen te wachten. De gevangenis wordt beschreven. Ze is 15 à 20 jaar oud , maar ze vertoont reeds sporen van ouderdom. Like all that pertains to crime, it seemed never to have known a youthful era. Voor de gevangenis ligt een grasveldje waarop alleen wat onkruid groeit. Maar aan een kant van de poort staat een wilde rozenstruik, die zijn geur en schoonheid geeft aan degene die de gevangenis binnentreedt en aan de veroordeelde die ze verlaat om naar de plaats van terechtstelling te gaan. Heeft die rozenstruik altijd bestaan, of is hij ontstaan onder de voet van de vrome Ann Hutchinson toen zij er binnentrad ?
Over dit hoofdstuk hangt een dreigende sfeer: de zwijgende, sombere menigte, het droefgeestig aanschijn van de gevangenis, het onkruid, enz.
Een gevangenispoort kan opengaan in gunstige of in ongunstige zin, om iemand buiten te laten of binnen te laten.
De tweede alinea begint met een prachtige zin. The founders of a new colony, whatever Utopia of human virtue and happiness they might originally project, have invariably recognized it among their earliest practical necessities to allot a portion of the virgin soil as a cemetry, and another portion as the site of a prison.
Ondanks alle goede bedoelingen, blijft de mens een zondaar.
Ann Hutchinson, geboren in 1591 in Engeland. In 1634 kwam ze met haar echtgenoot naar Amerika en vestigde zich in Boston. Het godsdienstig klimaat in Boston was erg strikt, bidden, vasten en zelfdiscipline. Ann hield thuis preken voor vrouwen. Haar meningen verschilden nogal sterk van de officiële leer en in 1638 werd ze onder huisarrest geplaatst.
She is but a woman and many unsound and dayngerous Principles are held by her."
Your opinions frett like a Gangrene and spread like a Leprosie, and will eate out the very Bowells of Religion."
Ze werd geëxcommuniceerd en verbannen. "I doe cast you out and in the name of Christ I doe deliver you up to Satan, that you may learne no more to blaspheme, to seduce, and to lye."
Repliek van Ann:
"The Lord judgeth not as man judgeth," she retored. "Better to be cast out of the church than to deny Christ."
Vanuit Boston ging ze zich met haar kinderen en een vijftigtal volgelingen vestigen op Rhode Island. In 1643 werd ze gedood door een raid van indianen.
Isaac Johnson
Een kolonist uit Engeland die in 1630 in America arriveerde. Hij was aanvankelijk in Charlestown, maar bij gebrek aan drinkbaar water trok hij naar Shawmut, nu Boston, waar hij de leiding over de kolonie kreeg. Hij was er de rijkste man.
|