Foto
Ich gruet u allen int gemeyne,
Want met nimant besonder en ben ich bekent
Inhoud blog
  • esperanto
  • Over liefde
  • Bidden en/of mediteren
  • in memoriam
  • Karel D'huyvetters: Spinoza: de brieven over God
  • Losse bedenkingen 2: De hoofddoek
  • Losse bedenkingen 1: Geloven en niet-geloven
  • Gerrit Achterberg: Weerbericht
  • Nicole Verschoore: Le maître du bourg
  • Henry James: Washington Square
  • liefde
  • Blason du corps féminin
  • Pessoa: Criança desconhecida e suja brincando à minha port
  • Boutens: Rijk gemis
  • Beschouwingen bij Als de ziel spreekt
  • P.C. Boutens: De ziel spreekt
  • Jacob Winkler Prins: Uit mistig grijze morgenstrepen
  • Franco Sacchetti: Florentijnse verhalen
  • Peter Handke: Wunschloses Ungluck
  • Maria Petyt: Het leven van de weerdighe moeder Maria Petyt
  • Leonardo Sciascia: Mort de l'Inquisiteur
  • Flannery O'Connor: Goede mensen zijn dun gezaaid
  • McCullers: Clock without hands
  • Jane Bowles: Two Serious Ladies
  • J.D. Salinger: Franny and Zooey
  • Anne Bronte: A Reminiscence
  • William Faulkner: Shingles for the Lord
  • Vercors: Le Silence de la Mer
  • Maria Dermout: De Sirenen
  • Aifric Campbell: De logica van het moorden
  • Jörn Pfennig: Twee gedichten
  • Hesse: Over lezen en boeken
  • Colum McCann: Het verre licht
  • Vondel, Shakespeare! 2
  • Vondel: Joseph in Egypten
  • Schnitzler: Traumnovelle
  • Vondel, Shakespeare !.
  • Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt
  • Psalm 23
  • Rilke: Eranna an Sappho
  • Charles Perrault: Riquet à la houppe
  • Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif
  • Vestdijk: The Beauty and the Beast
  • Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder
  • Arthur Schnitzler: Sterben
  • Hofmannsthal
  • Yeats
  • Swift: A Voyage to the Houyhnhnms
  • Swift: A voyage to Laputa!
  • Swift: A voyage to Brobdingnag
  • Swift 2
  • Swift (1667-1745)
  • Swift: Gulliver's Travels (1)
  • Joseph Conrad: Within the Tides
  • Schopenhauer over de dood (1)
  • Piet Calis: Vondel. Het Verhaal van zijn Leven
  • Jacques Prévert: Fatras
  • Van de Woestijne: Vervarelijk Festijn
  • John M. Synge: The Playboy of the Western World
  • Synge: prelude
  • Alan Bennett: The Uncommon Reader
  • James Baldwin: Going to meet the man
  • Laura Esquivel: Como agua para chocolate
  • Carry van Bruggen: Goenong Djatti
  • Carry van Bruggen: Anekdote
  • Juan Filloy: De Bende
  • Sébastien Japrisot: L'été meurtrier
  • Richard Hough: The Potemkin Mutiny
  • Leonardo Sciascia: De Zaak Aldo Moro
  • A. Stifter: Brigitta
  • Lodeizen/Merrill
  • Gezelle
  • Michaël Borremans: The glaze
  • McEwan: Aan Chesil Beach
  • Hanshan: Gedichten van de Koude Berg
  • Richard Minne: Madèle of de lustige weduw
  • William Faulkner: Mosquitos
  • Indisch beeldje
  • William Cullen Bryant
  • William Cullen Bryant: To the fringed gentian
  • William Cullen Bryant: Sonnet - To an American Painter Departing for Europe
  • Balzac: Les Proscrits
  • Herman Melville: Bartleby the Scrivener
  • Nabokov: An Affair of Honor
  • Nabokov: The Visit to the Museum
  • D. H. Lawrence: Liefde in het hooi
  • Grillparzer (1791-1872): De arme Speelman
  • Franz Kafka: Das Urteil (Het Vonnis)
  • Reiner Stach: Kafka. Die Jahre der Entscheidungen
  • Moreau-Vauthier: La mort de Joseph Bara
  • Louis David: Joseph Bara
  • J. Boze: Marat
  • David: A Marat
  • Goldsmith: She Stoops to Conquer
  • Pirandello en Camilleri
  • Oliver Goldsmith: The Vicar of Wakefield
  • Barbara Allen
  • Victor Jara (1932-1973)
  • Vestdijk: Sint Sebastiaan
  • Le jeu de tonneau
  • Brecht: Twee gedichten
  • Joden in Engeland
  • Christopher Marlowe: The Jew of Malta
  • Franz Kafka: Brief an den Vater
  • Willem de Mérode: De witte kater
  • Shakespeare: The Merchant of Venice (eerste bedrijf)
  • Stendhal: Lucien Leuwen
  • Baudelaire: Les Fleurs du Mal
  • The Arrest of Oscar Wilde at the Cadogan Hotel
  • Lichtenberg
  • Charles Ducal: In inkt gewassen
  • Amoz Oz: Verzen van het leven en de dood
  • Goldsmith (1728-1774)
  • Shakespeare: The Tempest
  • David van Reybrouck: Slagschaduw
  • Norbert De Beule: EBdiep
  • Een naam
  • Ira Levin: Een kus voor je sterft
  • José Eduardo Agualusa: De handelaar in verledens
  • Kathleen Raine: The World
  • Erwin Mortier: Avonden op het Landgoed. Op reis met Gerard Reve
  • Nathaniel Hawthorne: The Gentle Boy
  • Poe: The Premature Burial
  • Melville
  • Bhartrihari
  • Ismail Kadare: De dochter van Agamemnon. De opvolger
  • Thomas Hardy: Jude the Obscure
  • Carlos Drummond de Andrade: De liefde, natuurlijk
  • Kenzaburo Oë: De knoppen breken
  • Angus Wilson: Anglo Saxon Attitudes
  • Sandro Veronesi: Waar gaat die vrolijke trein naartoe
  • Frederik van Eeden: Pauls ontwaken
  • Sàndor Màrai: Gloed
  • Anthony Powell: What's become of Waring
  • Ian McEwan: De troost van vreemden
  • Stendhal: Lamiel
  • Sándor Márai: De opstandigen
  • Friedrich Dürrenmatt: De rechter en zijn beul
  • Thomas Bernhard: Der Stimmenimitator
  • B. Traven: Een generaal komt uit de wildernis
  • Epicurus/Leopold
  • Bernardo Carvalho: Negen nachten
  • Ian McEwan: Amsterdam
  • Rosalie en Virginie Loveling
  • Agota Kristof: De analfabete
  • Daniel Defoe: A Journal of the Plague Year
  • Voltaire: Filosofisch woordenboek
  • Vondel: Noah 5e bedrijf
  • Thomas Hardy: Far from the Madding Crowd
  • Dromen
  • Leonardo Sciascia: Een duidelijke zaak
  • L.P. Boon: De paradijsvogel
  • Gorecki: Symfonie nr. 3 - Symfonie der Klaagliederen
  • J. H. Leopold
  • Petrarca: Brieven aan zijn broer
  • Konstantin Paustovskij: Begin van een onbekend tijdperk
  • Heinrich van Kleist: Die Marquise von O.
  • Lionel Trilling: The Middle of the Journey
  • Poesjkin: Schoppenvrouw
  • Schnittke
  • Timmermans: Adagio
  • Joseph Roth: Rebellie
  • John Boyne: De jongen in de gestreepte pyjama
  • Evelyn Waugh: Edmund Campion
  • Umberto Saba: Voor de vogels en een vriend
  • Kenzaburo Oë: De hoogmoedige doden
  • Heinrich Böll: De nalatenschap
  • Nabokov: Uitnodiging voor een onthoofding
  • Achterberg: En Jezus schreef in 't zand
  • Vondel: Noah 4e bedrijf
  • Streven januari 2007
  • Vladimir Nabokov: Bastaards
  • Sá-Carneiro: Twee gedichten
  • Mário de Sá-Carneiro: Beijos
  • Boutens: Kussen
  • Georges Eekhoud / J.I. De Haan
  • Vestdijk: Ierse nachten
  • Faulkner: As I Lay Dying
  • Boutens
  • Alfred Jarry: L' amour en visites
  • Ledeganck: Het burgslot van Zomergem
  • Tsjechow: Drama op de jacht
  • William Faulkner: Sanctuary
  • Vondel: Noah vervolg 3e bedrijf
  • Vondel: Noah 3e bedrijf
  • Pierre Louÿs (1870 - 1925) : Journal
  • Ledeganck: De Zinnelooze
  • Pikanterie
  • Goya en Louÿs
  • Pierre Louÿs: La Femme et le Pantin
  • Jack London: De droom van Martin Eden
  • Hugo von Hofmannsthal: Das Erlebnis des Marschalls von Bassompierre
  • Eduard von Kaiserling: Schwüle Tage
  • Flaubert: Saint Julien l'hospitalier
  • Saint Julien l'hospitalier
  • Emile Zola: Thérèse Raquin
  • Zondeval
  • Witold Gombrovicz: De beheksten
  • Janneke
  • Albert Verwey: De page
    Zoeken in blog

    sprokkelhout

    10-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vondel, Shakespeare !.

    Vondel, Shakespeare ….

     

    In 1641 schreef Vondel onderstaand gelegenheidsgedicht naar aanleiding van het door Sandrart geschilderde portret van Geeraert Vossius.

     

    Laet sestigh winters vry dat VOSSENhooft besneeuwen,

    Noch grijzer is het brein dan ’t gryze hair op ’t hooft;

    Dat brein heeft heughenis van meer dan vijftigh eeuwen,

    En al haer wetenschap in boecken afgeslooft,

    Sandrart, bestuw hem niet met boecken en met blaren;

    Al wat in boecken steeckt is in dat hooft gevaren.

     

    De aanhef van het gedicht doet denken aan de aanhef van het tweede sonnet van Shakespeare:

     

    When forty Winters shall besiege thy brow

     

    Ik weet niet of Vondel dat sonnet van Shakespeare heeft gekend. De sonnetten van Shakespeare verschenen in 1609. Mischien kwam de beeldspraak van de winters in dat verband ook al in de oudheid voor, ook dat weet ik niet. Op het volgende adres http://www.dbnl.org/tekst/_tij003189401_01/_tij003189401_01_0025.htm van de DBNL kan men nalezen hoe Vondel, die pas laat Engels leerde, in contact is gekomen met Engelsen en zo waarschijnlijk het Shakespeariaanse sonnet heeft leren kennen. Dat sonnet onderscheidt zich van de sonnetvorm van Petrarca hierdoor dat het drie kwatrijnen telt en een afsluitend tweeregelig couplet. Het eerste sonnet in die vorm bij Vondel dateert van 1628.

    Het is een vertaling van een Latijns gedicht van Daniël van Breen, van wie Vondel onderwijs in de logica en het Grieks had gekregen. Het gedicht gaat over het overlijden van Vondels jongere broer Willem (1603-1628). Willem studeerde rechten in leiden en behaalde de graad van dokter in de rechten in Orleans.

     

    Dat gedicht gaat als volgt:

     

     

    Terwijle Themis en Euterpe, om ’t gratighst, mijnen,

    En trecken, om ’t genot van dezen Iongeling,

    Beslecht de Doot dien twist, na dat langduurigh quynen,

    En schiet en eigent hem, in ’t midden van ’t geding.

    Wat baat de lauwerkrans? Wat baten Hengstebronnen?

    Wat baat het, of men ’t Recht zijn rol afloopen hoort?

    Zoo ras de Doot ons roept, wy volgen, als verwonnen.

    Zy leit den willigen, en ruckt den wrevlen voort.

    Godtvruchtigheit alleen verlaat ons niet in ’t sterven:

    Stantvastigh houdtze stant, in ’t midden van de doot;

    En, vagende het lijf van ’t rotten, en bederven,

    Bestelt des vromen ziel in ’s heils gerusten schoot.

    O nutte wisseling! Al schijnt het vleesch verloren,

    Des overledens geest wort door de doot herboren.

     

     

     

     

    Themis en Euterpe: rechtswetenschap en zangkunst

    Om ’t gratighst: wedijverend

    Mijnen om: dingen naar

    Eighenen: toeeigenen

    Geding: twist (zie vers 3)

    Hengstebron: hippocrene. Bron op de berg Helikon, waarvan het water inspiratie gaf aan de dichters. Ze zou door een hoefrslag van Pegasos zijn ontstaan.

    Wrevlen: weerspannige

    Vagen van: ontdoen van

    Bestellen: een plaats verschaffen.

    10-01-2010 om 08:08 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    08-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt

    Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt

     

    De novelle begint met het vertrek van Doktor Gräsler uit Lanzarote. Hij heeft daar in de winter een praktijk in een hotel. Zijn laatste verblijf was dramatisch, want zijn zuster, die bij hem verbleef, heeft er zelfmoord gepleegd. ‘s Zomers oefent hij zijn praktijk uit in een badstadje. Daar raakt hij bevriend met de familie Schleheim en wordt hij verliefd op de dochter Sabine. De auteur beschrijft die evolutie heel traag, in het tempo van de rustige, al wat oudere man.

    Terug thuis ontvangt hij een lange brief waarin Sabine zegt dat ze met hem wil trouwen. Die brief doet de dokter echter twijfelen. Sabine heeft zijn kleine kantjes door, zijn pedanterie, koelheid, besluiteloosheid. Wat zal het dan wel worden als ze ooit samenwonen! Hij houdt zijn antwoord in beraad.

    Intussen ontmoet hij Katharina, een jonge ongecompliceerde jonge vrouw met wie hij een korte maar hartstochtelijke relatie heeft. Hij twijfelt tussen Sabine en Katharina en kiest ten slotte voor de eerste. Hij wordt echter koel ontvangen en Sabine wijst hem af. Als hij terug thuis komt, is Katharina overleden. Hij huwt ten slotte met een weduwe die in zijn woning woont.

    Tot zover de inhoud.

     

    Na de dood van zijn zuster wordt het rustige leven van de dokter verstoord door de liefde. Op korte tijd kruisen drie vrouwen zijn leven. De intellectuele, zakelijke Sabine. Het onbevangen jonge meisje Katharina en ten slotte de volkse weduwe. Schnitzler maakt mooie portretten van hen.

     

    Dramatisch is de dood van Katharina. Gräsler was bij de weduwe geroepen omdat haar dochtertje roodvonk had. Dit gebeurde in de periode dat Katharina bij hem logeerde. Het kindje geneest. Katharina is echter besmet geraakt en bezwijkt later aan de ziekte.

     

    Gräsler beugte sich über die Kranke, streichelte ihr Wangen und Haare, küßte sie auf die Stirn, versicherte sie, daß die in ein paar Tagen wieder gesund sein werde und daß sie dann gleich zu ihm zurück müsse; daß er sie überhaupt nie wieder von sich fortlassen und überallhin mitnehmen werde, wo sein Schicksal ihn hinführe; daß es ihn ja mit aller Macht wieder hergetrieben habe und daß sie ein Kind sei und seine Geliebte und seine Frau, und daß er sie liebe, liebe,wie noch nie ein Wesen geliebt worden sei. Aber während er sie noch befriedigt lächeln sah, merkte er schon, daß alle Seine Worte den Weg ins Tiefste ihrer Seele nicht mehr fanden, daß sie nur mehr als schwankende Schatten erfaßte, was ringsum sich bewegte, daß er am Beginn von Tagen stand, in denen jede Stunde erfüllt sein sollte von der grauenhaften Angst um etwas Geliebtes, das einem unsichtbar nahenden Feind verfallen ist; und daß er sich zu einem verzweifelten Ringen rüsten mußte – das er doch schon in diesem Augenblick als nutzlos erkannte.

     

    De novelle is in 1991 verfilmd door Roberto Faenza onder de titel Mio Caro dottor Grasler. In het Engels uitgebracht als The Bachelor.

     

     

    08-01-2010 om 10:27 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Psalm 23

    Psalm 23

     

    Ik ga twee versies geven van deze korte psalm. De eerste komt uit de Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004. Aan die laatste vertaling is gewerkt door een grote groep geleerden uit allerlei disciplines. Het was de bedoeling om een vlot leesbare tekst af te leveren die geschikt is om gelezen en gehoord te worden. “De vertalers hebben geput uit de volle breedte van de Nederlandse taal, zoals die wordt geschreven in het Nederland en Vlaanderen van de laatste decennia van de twintigste, en de eerste jaren van de eenentwintigste eeuw. Nadrukkelijk modieus en archaïsch Nederlands is daarbij vermeden.”  

     

    Op de site van het Bijbelgenootschap (www.bijbelgenootschap.nl ) is interessante commentaar te vinden bij hun vertaling,

     

     

     Een psalm van David.

     

    De HEER is mijn herder,

    het ontbreekt mij aan niets.

    Hij laat mij rusten in groene weiden

    en voert mij naar vredig water,

    hij geeft mij nieuwe kracht

    en leidt mij langs veilige paden

    tot eer van zijn naam.

    Al gaat mijn weg

    door een donker dal,

    ik vrees geen gevaar,

    want u bent bij mij,

    uw stok en uw staf,

    zij geven mij moed.

    U nodigt mij aan tafel

    voor het oog van de vijand,

    u zalft mijn hoofd met olie,

    mijn beker vloeit over.

    Geluk en genade volgen mij

    alle dagen van mijn leven,

    ik keer terug in het huis van de HEER

    tot in lengte van dagen.

     

     

    De tweede versie is van Ida Gerhardt en Marie Van Der Zeyde. Hun vertaling verscheen in 1972. Zij hebben zich enkel op de Hebreeuwse tekst gebaseerd. In hun verantwoording schrijven ze o.a. het volgende over hun vertaling.

    De psalmen zijn levende taal: van en voor levende mensen. Niet die vreemde, verstarde, hortende en veelal onverstaanbare taal, die zovele jaren van de kansel tot ons is gekomen.

    Wat wij hebben gedaan is luisteren, lusiteren en nog eens luisteren naar wat de tekst- deze concrete tekst en dit concrete vers – meedeelt: en dan vertalen volgens de context. Dit gebiedt soms een stuk letterlijke vertaling, soms moet men, juist om de wille van de context, darvan afwijken.

    De oorspronkelijke psalmen zijn door hun dichters bedoeld om gereciteerd en gezongen te worden; hetzelfde geldt voor de vertaling. Niet alleen met de ogen moet men lezen; wie de psalmen wil verstaan moet ze lezen “met eigen stem”: luisterend –met de oren en met het hart. Luisterend – tot, boven verwachten en hopen, in de onderstroom van het vers het antwoord hoorbaar wordt.

     

    In de Vertaling Vn gerhardt en Van Der Zeyde is elke psalm een gedicht geworden. Mijn voorkeur gaat uit naar hun vertaling. Die van het Bijbelgenootschap is me wat te eenvoudig.

     

    De Heer is mijn herder,
          mij zal niets ontbreken.

    Hij wijst mij te liggen
          in grazige weiden,

    hij voert mij naar wateren der rust.

          Hij behoedt mijn ziel voor verdwalen,

    hij leidt mij in sporen van waarheid
          getrouw aan zijn naam.

    Moest ik gaan door het dal van de schaduw des doods,

          kwaad zou ik niet vrezen.

    Want naast mij gaat gij,

          uw stok en uw staf

          zij doen mij getroost zijn.

    Een tafel richt gij mij aan

          in het aangezicht van mijn belagers

    en zalft met olie mijn hoofd.

          Mijn beker vloeit over.

    Zo zijn dan geluk en genade om mijn schreden

          al de dagen mijns levens.

    Verblijven mag ik in het huis van de Heer

          tot in lengte van dagen.

     

     

    04-01-2010 om 09:58 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Rilke: Eranna an Sappho

    Rilke: Eranna an Sappho

     

    O du wilde weite Werferin:

    Wie ein Speer bei andern Dingen

    lag ich bei den Meinen. Dein Erklingen
    warf mich weit. Ich weiß nicht wo ich bin.

    Mich kann keiner wiederbringen.

     

    Meine Schwestern denken mich und weben,
    und das Haus ist voll vertrauter Schritte.

    Ich allein bin fern und fortgegeben,

    Und ich zittere wie eine Bitte;
    denn die schöne Göttin in der Mitte
    ihrer Mythen glüht und lebt mein Leben.

     

    In dit gedicht gaat Rilke ervan uit, zoals men ook in de Oudheid dacht, dat Eranna een tijdgenote van Sappho was. Dit gedicht zou dus een liefdesverklaring van Eranna aan Sappho zijn. Eranna was ook dichteres en is op jeugdige leeftijd, negentien jaar, gestorven.

     

    Eranna noemt Sappho een speerwerpster, die ‘wild’ en ‘weit’ is, tegelijk niets ontziend en veraf. Zelf noemt ze zich een speer, een voorwerp gereed om te worden opgenomen en weggeworpen. Dat gebeurt dan ook figuurlijk. Eranna is verliefd geraakt toen ze Sappho haar gedichten hoorde voordragen of haar anderszins waarnam (dein Erklingen). De liefde is zo sterk dat ze niet meer weet waar ze is en dat ze niet meer kan terugkeren naar het alledaagse leven onder haar zusters.

    Ze leeft niet zelf meer, maar wordt geleefd. Vooreerst in de gedachten van haar zusters, vervolgens door Aphrodite aan wier liefde ze volledig is overgeleverd (fortgegeben).

     

    Oh jij wilde verre werpster:

    Als een speer bij andere dingen
    lag ik bij de mijnen. Jou te horen
    wierp me ver weg. Ik weet niet waar ik ben.

    Mij kan niemand terugbrengen.

     

    Mijn zusters denken mij en weven,
    en het huis is vol vertrouwde schreden.

    Ik alleen ben ver en uitgeleverd,
    en ik sidder als een bede;
    want de mooie godin gloeit in het midden
    van haar mythen en leeft mijn leven.

     

    Een mooiere vertaling en meer commentaar is te vinden bij Peter Verstegen (Rilke: Nieuwe gedichten, Het eerste deel).

     

    Het antwoord van Sappho is als volgt:

     

    Sappho an Eranna

     

    Unruh will ich über dich bringen,
    schwingen will ich dich, umrankter Stab.

    Wie das Sterben will ich dich durchdringen
    und dich weitergeben wie das Grab
    an das Alles: allen diesen Dingen.

     

    Dit antwoord is moeilijker te begrijpen. Het lijkt alsof Sappho wil zeggen dat haar liefde gevaarlijk is. Als ze de liefde van Eranna beantwoordt, zal deze vergaan.

     

     

    Onrust wil ik over je brengen,
    je doen trillen, omrankte staf.

    Als het sterven wil ik in je dringen
    en je doorgeven  als het graf
    aan het al: al deze dingen.

     

     


     

    04-01-2010 om 09:15 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Charles Perrault: Riquet à la houppe
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Charles Perrault: Riquet à la houppe

     

    Het sprookje van Perrault is verfijnder van stijl, maar al bij al sentimenteler en niet zo spannend als het verhaal van Cathérine Bernard. Het begint als volgt:

     

    “Il était une fois une Reine qui accoucha d’un fils, si laid et si mal fait, qu’on douta longtemps s’il avait forme humaine.”

     

    In de volgende zin duikt al een fee op die zegt dat de prins heel verstandig zal zijn en dat hij zijn kennis zal kunnen doorgeven aan de persoon die hij bovenal liefheeft.

    In een naburig koninkrijk bevalt een andere koningin van twee dochters: de ene is beeldschoon, maar zal dom blijven, de andere is heel lelijk, maar zal heel slim worden. Om de moeder te troosten, geeft de fee de mooie prinses het vermogen om de persoon die ze liefheeft mooi te maken.

    De prinsessen worden ouder et la cadette enlaidissait à vue d’oeil, et l’aînée devenait plus stupide de jour en jour.

    De mooie dochter heeft aanvankelijk veel aanbidders, maar als deze merken hoe dom ze is, kiezen ze prompt voor de slimme dochter.

    Op een dag ontmoet de mooie prinses de aartslelijke prins Riquet. Deze kan haar even verstandig maken als hijzelf is, op voorwaarde dat ze met hem wil trouwen. De prinses krijgt een jaar bedenktijd. Intussen krijgt ze veel aanbidders en is ze van plan om met een van hen te trouwen.

    Een jaar later, tijdens een wandeling, hoort ze onder de grond een drukke bedrijvigheid. Er wordt een feest georganiseerd. Ze doet navraag en het blijkt dat de volgende dag de prins Riquet in het huwelijk zal treden. Plots herinnert ze zich dat ze een jaar geleden had beloofd om met Riquet te trouwen.

     

    “Ce qui faisait qu’elle ne s’en souvenait pas, c’est que, quand elle fit cette promesse, elle était une bête, et qu’en prenant le nouvel esprit que le prince lui avait donné, elle avait oublié toutes ses sottises.”

     

    De prinses weigert, maar als Riquet haar herinnert aan de macht die de fee haar heeft gegeven, stemt ze toe en op hetzelfde moment verandert Riquet in een mooie prins.

     

    Vervolgens treedt de auteur in het verhaal met de moraal:

     

    Quelques-uns assurent que ce ne furent point les charmes de la Fée qui opérèrent, mais que l’amour seul fit cette Métamorphose.

     

    Verblind door de liefde:

     

    Elle ne vit plus la difformité de son corps, ni la laideur de son visage, que sa bosse ne lui sembla plus que le bon air d’un homme qui fait le gros dos, et qu’au lieu que jusqu’alors elle l’avait vu boiter effroyablement, elle ne lui trouva plus qu’un certain air penché qui la charmait.

     

    Dan volgen er nog twee Moralités.

     

    Ce que l’on voit dans cet écrit,

    Est moins un conté en l’air que la vérité même;

    Tout est beau dans ce que l’on aime,

    Tout ce qu’on aime a de l’esprit.

     

    Autre moralité:

     

    Dans un objet où la Nature,

    Aura mis de beaux traits, et la vive peinture

    D’un teint où jamais l’Art ne saurait arriver,

    Tous ces dons pourront moins pour rendre un coeur sensible,

    Qu’un seul agrément invisble

    Que l’Amour y fera trouver.

    05-10-2009 om 05:40 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif

    Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif

     

    Dit is de oorspronkelijke titel van het sprookje De Schone en het Beest. De bekendste auteur ervan is Charles Perrault, maar die had zich gebaseerd op een verhaal van Cathérine Bernard (1662-1712). Bernard was afkomstig uit Normandië en werd later literair in de Parijse salons, waar waarschijnlijk ook dit galante verhaal werd voorgelezen. De naam Riquet is ontleend aan het Normandische dialect, waar het misvormd, gebocheld betekent.

     

    In tegenstelling tot de conte van Perrault is dat van Bernard eenvoudiger en ruwer. Er komen geen feeën en prinsen in voor en het was dus niet direct bestemd voor kinderen. Het verhaal gaat als volgt:

     

    Een sultan uit Granada heeft een beeldschone dochter, Mama, maar ze is jammer genoeg oerdom.

     

    “Mama n’avait pas assez d’esprit pour savoir qu’elle n’en avait point.”

     

    Op een dag ziet ze tijdens een wandeling een afschuwelijke dwerg uit de grond te voorschijn komen. Hij spreekt haar aan met de woorden:

     

    “J’ai des choses fâcheuses à vous apprendre, mais j’en ai d’agréables à vous promettre.” Hij zegt haar ronduit dat ze dom is en vevolgt op cynische toon:

     

    “Voilà ce que j’avais de cruel à vous dire; mais à la manière stupide dont vous me regardez, je juge que je vous ai fait trop d’honneur lorsque j’ai craint de vous offenser.”

     

    Hij kan haar echter slim maken op voorwaarde dat ze met hem trouwt. Als ze maar de volgende woorden herhaalt, zal haar verstand toenemen:

     

    Toi qui peut tout animer,

    Amour, si pour n’être plus bête,

    Il ne faut que savoir aimer,

    Me voilà prête.

     

    Mama wordt inderdaad een verstandige vrouw. De aanbidders stromen toe en ze wordt verliefd op een ervan, Arada.

    Een jaar later ontmoet ze de dwerg opnieuw. Ze daalt af in zijn onderaardse rijk waar ze koningin kan worden. Ze heeft twee dagen tijd om een beslissing te nemen, verblijft er is een prachtig vertrek en elle y fut servie par des gnomes de son sexe, dont la laideur la blessait moins que celle des hommes.

     

    Ondanks haar afkeer van Riquet, besluit ze met hem te trouwen.

    Ze verlangt echter nog naar haar minnaar Arada. En omdat in die tijd par bonheur, le temps des amants fidèles durant encore, is Arada bereid ook verborgen onder de grond te komen leven zodat de geliefden elkaar kunnen ontmoeten. Riquet ontdekt de minnaar echter en roept Mama bij zich:

    “Quand je vous ai donné de l’esprit, je prétendais en jouir: vous en avez fait usage contre moi.”

    Maar omdat ze haar woord heeft gehouden en met hem getrouwd is, treft hij een minnelijke schikking. Mama zal ’s nachts, als ze bij hem is, een geestige vrouw zijn maar overdag zal ze de domme gans van vroeger zijn. Door de dwerg  s’ nachts met kruiden in een diepe slaap te houden, slaagt mama erin haar minnaar nog te ontmoeten. Maar uiteindelijk worden ze door de dwerg betrapt. Hij betovert Arada waardoor die net hetzelfde uiterlijk krijgt als hijzelf en Mama hen niet meer van elkaar kan onderscheiden.

     

    Elle se vit deux maris au lieu d’un, et ne sut jamais à qui adresser ses plaintes, de peur de prendre l’objet de sa haine pour l’objet de son amour; mais peut-être qu’elle n’y perdit guère: les amants à la longue deviennent des maris.

     

     

    05-10-2009 om 04:59 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-10-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vestdijk: The Beauty and the Beast
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    The Beauty and the Beast

     

    Vindt u, mijnheer, het beest zo monsterachtig?

    Hij is wel klein, maar als hij langs mijn benen

    Hunkerend rijst, mijn sprookjesmacht indachtig,

    Is dra het monster uit de prins verdwenen.

     

    Zoals wij vrouwen schooiers glans verlenen

    Wordt ’t kleinste dwergje bij ons oppermachtig.

    Het beest krijgt kleur, zwelt aan, staat op zijn tenen:

    Mijn schoonheid hief hem tot één meter tachtig.

     

    Zijn rimp’lig snuit, van jeugdig bloed doorstroomd,

    Triomf van deze steeds hervatte tover,

    Zal mij, tot loon, in liefdesweelde domp’len.

     

    Maar bloed wordt door ons vrouwen afgeroomd.

    Daar staat hij in zijn hoek weer te verschromp’len.

    O prins, zo klein, zo klein, het houdt niet over.

     

     

     

     

     

    02-10-2009 om 20:21 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    29-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder

     

    Geronimo en Carlo houden zich op in de grensstreek tussen Tirol en Italië. Geronimo

    speelt gitaar en zingt. Carlo haalt het geld op en verzorgt zijn broer. Hun toehoorders zijn reizigers die met het rijtuig aankomen en in de herberg overnachten. Geronimo is in zijn jeugd blind geworden, nadat zijn broer per ongeluk met een pijltje uit een blaaspijp zijn oog had getroffen. Sindsdien trekken ze samen op.

     

    Op een dag arriveert een onrustige jongeman aan de herberg. Hij geeft Carlo een stuk van één frank. Even later wendt hij zich tot Geronimo en zegt hem zich niet te laten bedriegen door zijn begeleider, want hij heeft die zopas een stuk van twintig frank gegeven.

    Als Geronimo Carlo daarover aanspreekt, zegt deze enkel een stuk van één frank te hebben ontvangen. Geronimo gelooft hem niet en van dan af wantrouwt hij zijn broer die hij ervan verdenkt hem altijd al te hebben bedrogen. Carlo kan hem niet overtuigen. Ten einde raad besluit hij enkele reizigers te beroven. Na de diefstal trekken de broers vliegensvlug naar het zuiden. Carlo verzint een smoes en toont zijn broer het geldstuk. Deze blijft er echter van overtuigd dat zijn broer hem heeft voorgelogen.

     

    Na enkele dagen worden ze in Italië opgewacht door een gendarm, een bekende van hen. Hij neemt hen mee om verhoord te worden, want ze worden verdacht van de diefstal. Op weg naar het politiekantoor gebeurt het volgende.

     

    Und plötzlich blief Geronimo stehen, so daß auch Carlo innehalten mußte.

     

    “Nun, was ist denn?” sagte der Gendarm ärgerlich. “Vorwärts, vorwärts!” Aber da sah er mit Verwunderung, daß der Blinde die Gitare auf den Boden fallen ließ, seine Arme erhob und mit beiden Händen nach den Wangen des Bruders tastete. Dann näherte er Seine Lippen dem Munde Carlos, der zuerst nicht wußte, wie ihm geschah, und küßte ihn.


    Het schilderij is The Blind Musicians van John Singer Sargent uit 1912. Uit de collectie van de Aberdeen Art Gallery

    29-09-2009 om 16:38 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-09-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arthur Schnitzler: Sterben
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Arthur Schnitzler: Sterben

     

    Schnitzler (1862-1931) is vooral een auteur van toneelstukken en novellen. In de novelle Sterben uit 1895 zijn er maar drie personages belangrijk. Het jonge stel Felix en Marie en hun huisarts en vriend Alfred.

    Felix verneemt dat hij ernstig ziek is. Hoewel hem niet uitdrukkelijk wordt gezegd dat hij niet kan genezen, is de vrees voor een fatale afloop voortdurend aanwezig. De novelle verhaalt hoe zijn ziekte de verhouding tussen de jonggehuwden verstoort. Marie is erg ontdaan en belooft in een opwelling samen met Felix te willen sterven. Maar na een tijdje van opoffering en nadat ze zelf onder de toestand begint te lijden, keert haar levensdrang terug.

    Intussen vecht Felix zijn strijd met de dood uit. Hij kan er zich niet mee verzoenen en alleen de gedachte dat Marie met hem zal sterven, geeft hem troost. Om de dood te ontvluchten, maakt hij samen met Marie nog een reis naar het zuiden. Tijdens die reis en op hun bestemming vreest Marie dat Felix haar zal vermoorden. Ten slotte zal de gedachte dat Marie hem in de steek laat en hem bedriegt Felix noodlottig worden.

     

    Enkele passages die me getroffen hebben.

    Nadat de huisarts de zieke heeft terecht gewezen omdat hij zich nodeloos ongerust maakt, antwoordt Felix:

     

    “Großer Psychologe”, lächelte Felix. “Wenn ein Arzt mit einem grob ist, kommt man sich gleich so gesund vor.”

     

    Het pessimisme van Felix mag blijken uit de volgende woorden:

     

    “Es gehen eigentlich lauter zum Tode Verurteilte auf der Erde herum.”

     

    “Das leben verachten, wenn man gesund ist wie ein Gott, und dem Tod ruhig ins Auge schauen, wenn man in Italien spazierenfährt und das Dasein in den buntesten Farben ringsum blüht – das nenn’ ich ganz einfach Pose. Man sperre einmal so einen Herrn in eine Kammer, verurteile ihn zu Fieber und Atemnot, sage ihm, zwischen den ersten Januar und ersten Februar nächsten Jahres werden Sie begraben sein, und lasse sich dan netwas von ihm vorphilosophieren.”

     

    27-09-2009 om 00:00 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hofmannsthal
    De schrijver heeft als taak het materiaal van het leven te zuiveren, te ordenen en onder woorden te brengen. In het leven heerst een weerzinwekkende absurditeit, een vreselijk woeden van de materie - als erfelijkheid, innerlijke dwang, domheid, boosheid, ingeboren slechtheid - op geestelijk vlak heerst verwardheid, een haast ongelofelijke ongerijmdheid - dat is de Augiasstal die vraagt om steeds opnieuw gezuiverd en tot een tempel herschapen te worden.

    09-02-2009 om 20:57 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Yeats
    The Lover pleads with his Friend for Old Friends


    Though you are in your shining days,
    Voices among the crowd
    And new friends busy with your praise,
    Be not ukind or proud,
    But think about old friends the most:
    Time's bitter flood will rise,
    Your beauty perish and be lost
    For all eyes but these eyes.

    09-02-2009 om 20:49 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Swift: A Voyage to the Houyhnhnms
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Swift: A Voyage to the Houyhnhnms

     

    Op zijn laatste reis komt Gulliver bij de Houyhnhnms en de Yahoos. De Yahoos zijn een wilde diersoort, iets tussen mens en aap. Ze bewegen zich voort op hun vier poten die voorzien zijn van scherpe klauwen. Ze kunnen springen en huppelen en klimmen als eekhoorns in bomen. De term Yahoo heeft achteraf in het Engels de betekenis gekregen van a human being of degraded and bestial type. Ze incarneren voor Swift al het wrede en slechte in de mens. Kort voor de publikatie van Gulliver’s Travels schreef Swift aan Pope:

     

    I have ever hated all Nations professions and Communityes and all my love is towards individuals… But principally I hate and detest that animal called man, although I heartily love John, Peter, Thomas and so forth.

     

    Dit is in tegenstelling met Linus van Peanuts die ooit zei: I love mankind, it’s people I can’t stand.

     

    De Yahoos worden als slaven gebruikt door de Houyhnhnms. De Houyhnhnms zijn uiterst rationele, sprekende paarden. Gulliver leert hun taal waarover hij het volgende zegt:

     

    In speaking they pronounce through the nose and throat, and their language approaches nearest to the High Dutch or German, of any I know in Europe; but it is much more graceful and significant. The Emperor Charles V made almost the same observation, when he said that if he were to speak to his horse, it should be in High Dutch.

     

    Houyhnhnm betekent in hun taal horse en etymologisch : the perfection of nature. Het zijn dan ook heel deugdzame, vredelievende en rationele wezens die bijvoorbeeld niet zoiets kennen als liegen of een valse voorstelling van iets geven. Hun verklaring daarvoor is de volgende:

     

    For he argued thus: that the use of speech was to make us understand one another, and to receive information of facts; now if any one said the thing which was not, these ends were defeated; because I cannot properly be said to understand him; and I am so far from receiving information, that he leaves me worse than in ignrance, for I am led to believe a thing black when it is white, and short when it is long. And this were all the notions he had concerning that faculty of lying, so perfectly well understood, and so universally practised among human creatures.

     

    Gulliver beschrijft verder het justieapparaat in Engeland aan zijn meester-Houyhnhnm:

     

    It is a maxim among these lawyers, that whatever has been done before may legally be done again: and therefore they take special care to record all the decisions formerly made against common justice and the general reason of mankind. These, under the name of precedents, they produce as authorities, to justify the most iniquitous opinions; and the judges never fail of directing accordingly.

     

    It is likewise to be observed, that this society has a peculiar cant and jargon of their own, that no other mortal can understand, and wherein all their laws are written, which they take special care to multiply; wherby they have wholly confounded the very essence of truth and falsehood, of right and wrong; so that it will take thirty years to decide whether the field left me by my ancestors for six generations belongs to me, or to a stranger three hundred miles off.

     

    Ook de medische stand krijgt ervan langs in een hilarische passage:

     

    Their fundamental is that all diseases arise from repletion; from whence they conclude that a great evacuation of the body is necessary, either trough the natural passage or upwards at the mouth. Their next business is from herbs, minerals, gums, oils, shells, salts, juices, seaweed, excrements, barks of trees, serpents, toads, frogs, spiders, dead men’s flesh and bones, birds, beasts and fishes, to form a composition for smell and taste the most abominable, nauseous and detestable they can possibly contrive, which the stomach immediately rejects with loathing; and this they call a vomit. Or else from the same store-house, with some other poisonous additions, they command us to take in at the orifice above or below (just as the physician then happens to be disposed) a medicine equally annoying and disgustful to the bowels; which relaxing the belly, drives down all before it, and this they call a purge or a clyster. For nature (as the physicians allege) having intended the superior anterior orifice only for the intromission of solids and liquids, and the inferior posterior for ejection; these artists ingeniously considering that in all diseases nature is forced out of her seat; therefore to replace her in it the body must be treated in a manner directly contrary, by interchanging the use of each orifice, forcing solids and liquids in at the anus, and making evacuations at the mouth.

     

    Een van de andere dingen waarover de Houyhnhnms zich verwonderen is het volgende:

     

    Another thing he wondered at in the Yahoos was their strange disposition to nastines and dirt, whereas there appears tob e a natural love of cleanliness in all other animals.

     

    Gulliver leeft nu onder de Houyhnhnms als een gelukkige wilde. Zijn leven wordt geregeerd door twee maximes: That nature is very easily satisfied en  That necessity is the mother of invention.

     

    Maar aan dat zalige en vredige leven komt een eind. Ondanks het feit dat hij de taal van de Houyhnhnms heeft geleerd en een beschaafd wezen lijkt, aanzien de Houyhnhnms hem toch als een Yahoo en wordt hij verzocht het land te verlaten. Met de hulp van zijn Meester bouwt hij een kano en verlaat hij het eiland. Zijn terugkeer onder de mensen is moeilijk. Voor hem zijn het Yahoos. Hij walgt van hun geur, wil niet met hen praten enz.

     

    Deze laatste reis is wel de interessantste uit het hele boek. We treffen er veel onderwerpen in aan die in de kinderversies van Gulliver’s reizen niet aan bod komen.

     

     

     

     

    09-02-2009 om 20:43 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Swift: A voyage to Laputa!
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Swift: A voyage to Laputa…

     

    Op zijn derde reis komt Gulliver in contact met gewone mensen. Geen Lilliputters, reuzen of de paarden uit het vierde deel. Hij richt in dit deel zijn aandacht op de intellectuele dwaasheid van de mens. Laputa is een vliegend eiland dat zich in alle richtingen kan bewegen dankzij een reusachtige magneet. De bewoners van Laputa heersen over een uitgebreid rijk bestaande uit talrijke eilanden die echter niet kunnen vliegen. Soms komen die eilandjes in opstand, maar dan worden ze gestraft door het moedereiland Laputa. Deze UFO beweegt zich dan tot boven het opstandige eiland en sluit het af van het zonlicht, waardoor ziekten en hongersnood ontstaan. In andere gevallen wordt het ongehoorzame eiland van op Laputa gebombardeerd met grote stenen en moeten de bewoners hun toevlucht onder de grond en in grotten zoeken. De zwaarste straf bestaat erin dat Laputa zich laat zakken tot op het eiland en alles verplettert.

     

    De Laputanen zijn extreme wetenschappers. Hun hele kennis is gebaseerd op astronomie, muziek en wiskunde. Jammer genoeg leven ze uitsluitend in een abstracte en ideële wereld en is hun kennis van geen praktisch nut.

     

    The ideas are perpetually conversant in lines and figures. If they would, for example, praise the beauty of a woman, or any other animal, they describe it by rhombs, circles, parallelograms, ellipses, and other geometrical terms.

     

    Gulliver verlaat het vliegende eiland en bezoekt de metropolis Laguda en zijn beroemde academie.  In dat reusachtige gebouw is een schare projectors aan het werk. Het zijn wetenschappers die jarenlang aan de meest absurde projecten werken. De eerste die hij ontmoet had been eight years upon a project for extracting sunbeams out of cucumbers, which were to be put into vials hermetically sealed, and let out to warm the air in raw inclement summers.

     

    Een andere probeerde al jaren  to reduce human excrement to its original food, by separating the several parts, removing the tincture which it receives from the gall, making the odour exhale, and scumming of the saliva. Een omgekeerde cloaca van Wim Delvoye.

     

    Nog een andere,  a most ingenious architect had contrived a new method for building houses, by beginning at the roof, and working down to the foundation, which he justified to me by the practice of those two prudent insects, the bee and the spider.

     

    Ook in de talenschool wordt er duchtig nagedacht. Zo wordt er voorgesteld to shorten discourse by cutting polysyllables into one, and leaving verbs and particles, because in reality all things imaginable are but nouns.

     

    Een ander project ging over het compleet over boord gooien van woorden. For it is plain that every word we speak is in some degree a diminution of our lungs by corrosian, and consequently contributes to the shortening of our lives. An expedient was therefore offered, that since words are only names for things, it would be more convenient for all men to carry about them such things as were necessary to express the particular business they are to discourse on.

    02-02-2009 om 20:55 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Swift: A voyage to Brobdingnag
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Swift: A voyage to Brobdingnag

     

    Gulliver’s tweede reis brengt hem bij de reuzen. Hij wordt ontdekt door landarbeiders en vreest te worden vertrapt als een little hateful animal. Een boer neemt hem mee naar huis en toont hem aan zijn vrouw maar she screamed and ran back as women in England do at the sight of a toad or a spider. Hij wordt in bescherming genomen door Glumdalclitch, de negenjarige dochter van het gezin, een meisje dat aan de kleine kant is voor haar leeftijd en maar iets minder dan 12 meter groot is. Zij zal hem tijdens zijn hele verblijf in het reuzenrijk vergezellen en vertroetelen.  De boer voert Gulliver nu in het hele land op als een bezienswaardigheid. Maar Gulliver raakt uitgeput, almost reduced to a skeleton, en als de boer denkt dat hij er het leven zal bij inschieten, verkoopt hij hem aan de koningin.

     

    Net als in het eerste hoofdstuk speelt Swift hier met de tegenstelling tussen groot en klein. Hij staat stil bij de onaangename kanten van de situatie. Zo laat de jaloerse paleisdwerg hem in een pot room vallen. Verder wordt hij aangevallen door enorme wespen, vliegen en ratten. Als de vliegen van zijn gezicht wegvliegen, bespeurt hij op zijn gelaat een kleverige stof, en heeft hij meteen een verklaring voor het feit dat vliegen ondersteboven tegen het plafond kunnen lopen. Hij wordt ook ontvoerd door een aap, zo groot als een olifant (King-Kong !).

     

    Aangenamere momenten beleeft hij bij de hofdames. Ze vermaken zich onder andere door de spiernaakte Gulliver tussen hun borsten te leggen. En : The handsomest among these Maids of Honour, a pleasant frolicsome girl of sixteen, would sometimes set me astride upon one of her nipples, with many other tricks, wherin the reader will excuse me for not being over particular.

     

    Het tweede hoofdstuk is toch voornamelijk gewijd aan gesprekken tussen Gulliver en de koning, waarin ze het meestal hebben over politieke aangelegenheden. Het is voor Swift een gelegenheid om de draak te steken met  de toestand in de wereld en in de eerste plaats in Engeland. De toon van het boek wordt steeds pessimistischer.

    Over de wetten in Brobdingnag schrijft hij :

     

    No law of that country must exceed in words the number of letters in their alphabet, which consists only in two and twenty. They are expressed in the most plain and simple terms, wherin these people are not mercurial enough to discover above one interpretation. And to write a comment upon any law is a capital crime.

    25-01-2009 om 18:23 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Swift 2
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Swift 2

     

    Een plezierig hoofdstuk in de biografie van Victoria Glendinning gaat over de koffiehuizen in Londen in de tijd dat Swift er verbleef. Ze werden uitsluitend bezocht door mannen, voornamelijk uit politieke en culturele kringen, en velen maakten er naam door de geestigheden die ze er debiteerden.

     

    De koffie die ze er dronken was gekruid met gember, kruidnagel of kaneel en gezoet met honing. Maar koffie drinken was ondergeschikt aan de hoofdzaak. Koffiehuizen waren  gelegenheden voor informele sociale en politieke bijeenkomsten die in die tijd door elk lid van de hogere of de middenklasse werden bezocht om naar de roddels te luisteren, weddenschappen aan te gaan, de jongste pamfletten en tijdschriften te lezen, brieven te schrijven en vooral om indruk te maken op elkaar.

     

    Mannen en vrouwen gingen samen naar chocoladebars, terwijl dames alleen de Indische huizen bezochten waar ze thee dronken en prenten, waaiers, chinoiserieën en andere kleine spullen konden kopen.

     

    De koffiehuizen waren democratisch. No one who could put down his penny at the bar was excluded.

     

    Zo was Swift een vaste klant in de koffiezaak Button’s. Zijn eerste bezoek daar werd door een aanwezige als volgt beschreven: Verscheidene dagen na elkaar trad er een vreemde geestelijke binnen, die er duidelijk niemand kende. Hij legde zijn hoed op een tafel en begon gedurende een half uur of langer op en neer te lopen, zonder het woord tot iemand te richten. Daarna nam hij zijn hoed van tafel, betaalde zijn koffie en verliet de zaak zonder een woord te hebben gezegd. Hij kreeg dan ook al vlug de bijnaam van the mad parson. Het wijst erop dat Swift, die toen toch al vicaris was, een provinciale buitenstaander.

     

    In de koffiehuizen werden dus wits ten beste gegeven. De schrijfster geeft een hele reeks definities van wat in Swift’s tijd onder wit werd verstaan.

     

    John Dryden:

    Wit is deep thought in common language

     

    Pope

    True wit is Nature to advantage dressed,

    What oft was thought, but ne’er so well expressed.

     

    Swift:

    As wit is the noblest and most useful gift of human nature, so humor is the most agreeable

     

    For wit and humor differ quite,

    That gives surprise, and this delight.

     

    Een witty man moet bijgevolg vindingrijk zijn, vlot epigrammen bedenken, een opgewekt karakter hebben, echte of voorgewende insiderkennis bezitten van de recentste politieke, literaire en seksuele roddels en geruchten, en bovendien een slecht karakter hebben.

    22-01-2009 om 20:30 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Swift (1667-1745)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Swift (1667-1745)

     

    Swift werd geboren in Dublin in 1667. Zijn vader stierf nog voordat Jonathan geboren was. De moeder laat haar twee kinderen (Jane, geboren 1666, en Jonathan) achter bij de ooms van Jonathan in Dublin en trekt zelf naar haar familie in Leicester. Het kindermeisje neemt daarna de kinderen ook voor enkele jaren mee naar Engeland, maar niet naar de moeder. In 1673 is Swift terug in Dublin. Hij gaat er naar school en in 1682 begint hij zijn studie aan het Trinity College in Dublin. De moeder van Swift zou sterven in 1710 in Leicester. Hoewel haar zoon haar niet echt intiem gekend had, schreef hij bij haar dood:

     

    I have now lost my barrier between me and death; God grant I may live to be as well prepared for it, as I confidently believe her to have been! If the way to Heaven be trough piety, truth, justice, and charity, she is there.

     

    Mij treft hierin vooral die eerste zin. Hij beschrijft een ervaring die de meeste mensen wel zullen hebben als ze ouders en naaste familieleden rondom zich zien heengaan. Zolang de ouders nog leven, denkt men niet dat de eigen dood al in aantocht is. Met het wegvallen van de ouders ligt de weg naar de dood nu open. De dood richt haar blik nu op jou.

     

    Swift zag zijn moeder pas terug in 1689, nadat hij samen met een neef naar Engeland was gevlucht. In 1689 brak in Engeland namelijk de revolutie los. De katholieke koning James moest aftreden en vluchtte naar Frankrijk. Hij werd opgevolgd door zijn protestantse dochter Mary en haar echtgenoot Willem van Oranje. Zij werden dan ook de monarchen van Ierland. James wou met de hulp van de Fransen zijn troon heroveren en viel daarom Ierland binnen. Hij werd echter definitief verslagen bij de Slag van de Boyne in 1690. Een veldslag die nog jaarlijks door de Noord-Ierse protestanten tijdens een van hun marsen wordt herdacht. Swift, die protestant was, vreesde de gevolgen van een terugkeer van James en was dus naar Engeland uitgeweken. Daar zal hij als secretaris in dienst treden van William Temple, een diplomaat die vaak in de Nederlanden verbleef en ambassadeur was in den Haag. Hij was ook betrokken bij de totstandkoming van het huwelijk tussen Mary (16 jaar) en Willem van Oranje (27). Swift is dan 22 jaar en zal in dat gezin kennismaken met zijn toekomstige geliefde die op dat moment acht jaar is.

    In die jaren begint Swift ook last te krijgen van de ziekte van Ménière die hem zijn verdere leven zal hinderen.

    In 1695 wordt Swift priester in Kilroot. Het is een afgelegen dorp in het noordwesten van Ierland. Later zal hij het nog brengen tot dean deken van Sint-Patrick in Dublin. Dat feit leeft nog voort in de uitdrukking as the Dean said, die bijvoorbeeld wordt gebruikt na het zeggen van een spreuk.

     

    Swift was zijn hele leven onverdraagzaam tegenover mensen die zich afscheurden van de Anglicaanse kerk en non-conformisten. De katholieken in Ierland boezemden hem minder schrik in. Zij waren altogether as inconsiderable as women and children. Their lands are almost entirely taken from them, and they are rendered incapable of purchasing any may.

     Hij dacht dat de katholieken will daily crumble away. Hij zag het zo:

     

    Tis agreed among naturalists that a lion is a larger, a stronger, a more dangerous enemy than a cat; yet if a man were to have his choice, either a lion at his foot, bound fast with three or four chains, his teeth drawn out, and his claws pared to the quick, or an angry cat in full liberty at his throat; he would take no long time to determine.

     

    De vrouwen in zijn leven heeft hij niet echt gelukkig gemaakt. Dat valt te verwachten van iemand die schrijft:

    He never yet saw the woman for whose sake he would part with the middle of his bed.

     

    De meeste informatie in dit stukje komt uit de biografie van Victoria Glendinning.

    20-01-2009 om 14:43 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Swift: Gulliver's Travels (1)
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Swift: Gulliver’s Travels

     

    De eerste reis van Gulliver brengt hem na een schipbreuk op het eiland Lilliput (met creatures not six inches high). Het bevindt zich ten zuidwesten van Sumatra. Vlakbij ligt nog een eiland, Blefuscu, met ook kleine mensjes, dat in oorlog is met Lilliput. Het conflict is ontstaan door de vraag of een ei aan de smalle kant of aan de brede kant moet worden gebroken. Swift spot hier met de vaak absurde tegenstellingen tussen godsdienstige en politieke tegenstanders. De katholieken zouden in dit geval de Big-Endians zijn, de Anglicanen de Small-Endians.

     

    Zoals bekend wordt Gulliver als gevangene weggevoerd en opgesloten. Een van de eerste problemen waarmee hij te kampen krijgt is hoe hij zich kan ontlasten.

     

    I had been for some hours extremely pressed by the necessities of nature; which was no wonder, it being almost two days since I had last disburthened myself. I was under great difficulties between urgency and shame. The best expedient I could think on, was to creep into my house, which I accordingly did; and shutting the gate after me, I went as far as the length of my chain would suffer, and discharged my body of that uneasy load.

     

    Daarna deed hij dit in de vroege ochtend, voordat hij bezoek kreeg.

     

    From this time my constant practice was, as soon as I rose, to perform that business in open air, at the full extent of my chain, and due care was taken every morning before company came, that the offensive matter should be carried off in wheel-barrows, by two servants appointed for that purpose.

     

    Op een bepaald moment breekt brand uit in de vertrekken van de keizerin. Gelukkig is Gulliver niet veraf en kan hij het vuur al plassend blussen. Niet tot tevredenheid van de koningin, die voortaan weigert die vertrekken nog te bewonen en die het Gulliver nooit zal vergeven.

    Nieuw was die methode niet, want Gargantua van Rabelais had op dezelfde manier al eens de straten van Parijs onder water gezet.

     

    De keizer gebruikt Gulliver ook voor zijn vermaak. Zo diende Gulliver zich met gespreide benen op te stellen en liet de keizer zijn halve leger onder Gulliver doorlopen.

     

    His majesty gave orders, upon pain of death, that every soldier in his march should observe the strictest decency with regard to my person; which, however, could not prevent some of the younger officers from turning up their eyes as they passed under me. And, to confess the truth, my breeches were at that time in so ill a condition, that they afforded some opportunities for laughter and admiration.

     

     

    20-01-2009 om 14:02 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Joseph Conrad: Within the Tides
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Joseph Conrad: Within the Tides

     

    Een boekje met vier verhalen uit de jaren 1910-1914. Drie van de vier waren bestemd voor het Amerikaanse Metropolitan Magazine. Conrad reageerde op het verzoek om een bijdrage te leveren met de wens voor special terms for prostituting his intellect to please the Metropolitan.

    Het eerste verhaal bracht zes keer meer op dan zijn meesterwerk Heart of Darkness. It makes one sick. Zei hij er zelf over. Voor hem waren het oefeningen om op vier verschillende manieren een verhaal te vertellen.

     

    The Planter of Malata

     

    Dit verhaal speelt zich af in Australië. Geoffrey Renouard leeft geïsoleerd op een eiland waar hij een zijdeplantage uitbaat. Hij is even terug in de bewoonde wereld waar hij kennis maakt met een professor en zijn dochter. Beiden zijn op zoek naar de verloofde van het meisje, die na ten onrechte te zijn beschuldigd van verduistering, spoorloos was verdwenen. Renouard wordt verliefd op het meisje. Het tragische is dat de verloofde zopas op zijn eiland gestorven is, wat hij verzwijgt. Alles komt tenslotte uit en Renouard zal nog zelfmoord plegen.

    Enkele citaten:

    We are all equipped with a fund of humanity which is not exhausted without many and repeated provocations.

     

    Er is de tegenstelling tussen het stadsmeisje en de man van ‘wide horizons’.

    They had no common conversational small change. They had to use the great pieces of general ideas, but they exchanged them trivially.

     

    The Partner

    Het tweede verhaal wordt verteld door een oude zeeman. Het gaat over schurken die een naïeve zakenman bedriegen. Ze willen het schip waarop zijn broer kapitein is laten zinken om de verzekeringspremie op te strijken. Het verhaal loopt noodlottig af. Het is in spreektaal geschreven.

     

    The Inn of the two Witches

    Een spookverhaal. De hoofdpersoon gaat in Spanje op zoek naar een scheepsmaat die op missie was uitgestuurd. Hij treft zijn lijk aan in een herberg. Hij ontsnapt zelf maar net aan de dood. De manier waarop de moord is gebeurd is bijzonder.

     

    Because of the Dollars

    Het gaat om oude dollars die ingewisseld kunnen worden. Kapitein Davidson vaart met zijn schip, de Sissie, de kust af om ze op te halen. Enkele schurken zien hun kans een slag te slaan en ze wachten Davidson op bij een zekere Bamtz, een avonturier-leegganger die ergens heel afgelegen aan de kust woont.

    De brave kapitein zal de hinderlaag overleven dankzij een vroegere kennis, Laughing Anne, een gewezen painted woman. Zij zal er echter het leven bij inschieten.

    De openingszin is een typische zeemanszin:

    While we were hanging about near the water’s edge, as sailors idling ashore will do…

     

    Davidson was getrouwd, een ongewone toestand voor zeelieden:

    Ours, as you remember, was a bachelor crowd; in spirit anyhow, if not absolutely in fact.

     

    Over de figuur Bamtz:

    One can understand a fellow living by cadging and small swindles in towns, in large communities of people; but Bamtz managed to do that trick in the wilderness, to loaf on the outskirts of the virgin forest.

     

    Over Laughing Anne:

    Everybody in de Archipelago had heard of Laughing Anne. She had really a pleasant silvery laugh always at her disposal, so to speak, but it wasn’t enough apparently to make her fortune. The poor creature was ready to stick to any half-decent man if he would only let her, but she always got dropped, as it might have been expected.

     

    She had not cried for years. She was not a crying woman either. It was hearing herself called Laughing Anne that had started her sobbing like a fool.

     

    Over het scheepje de Sissie:

    …but he was curious to see the place, and the little Sissie could go anywhere where there was water enough to float a soup-plate.

     

    Deze verhalen worden tot het mindere werk van Conrad gerekend. Mij hebben ze niettemin veel leesgenot verschaft. Avonturen- en zeeverhalen worden in de ze tijd niet meer zo vaak geschreven. Misschien brengt de piraterij in Somalië daar verandering in. Conrad schreef trouwens 100 jaar geleden al:

     

    He told her, he said, that there were no Javasea pirates nowadays except in boy’s books.

     

     

     

     

     

    29-12-2008 om 20:27 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schopenhauer over de dood (1)

    Schopenhauer over de dood (1)

     

    Schopenhauer citeert bij het begin van zijn betoog Socrates: filosofie is voorbereiding op de dood.

    Tegelijk met de rede kreeg de mens noodzakelijkerwijs ook de verschrikkelijke zekerheid van de dood. Schopenhauer stelt vast dat de dood datgene is wat de mens het meest vreest. Dat mag ook blijken uit het feit dat we in onze hevigste vorm van wraakzucht, de dood van onze vijand wensen.

    Maar de rede bezorgt de mens ook metafysische denkbeelden die hem daarover troosten. Alle religies en filosofische systemen zijn hoofdzakelijk op dit ene doel gericht; ze zijn in de eerste plaats een tegengif tegen de zekerheid van de dood. De ene religie slaagt daar beter in dan de andere. In het brahmanisme en het boeddhisme beschouwt de mens zichzelf als het oerwezen waaraan elk ontstaan en vergaan in wezen vreemd is. De westerse religies stellen dat de mens geschapen is uit het niets en zij laten het leven beginnen met de geboorte. Schopenhauer  stipt daarbij aan hoe absurd die laatste overtuiging is. Men leert de mens dat hij uit het niet is ontstaan, dus een eeuwigheid lang niets is geweest, maar dat hij desondanks in de toekomst onvergankelijk zal zijn.

     

    De angst voor de dood is aangeboren. Alles, was geboren wird, bringt sie schon mit auf die Welt. Dat geldt voor mens zowel als voor dier. Waarom vlucht het dier voor gevaar ? Het weet toch niet wat de dood is ? Het mijdt de dood, omdat het louter wil tot leven is. Zijn enige doel is in leven blijven. Voor de mens is dat net zo, aldus Schopenhauer. Want mocht de mens kiezen dan zou hij de voorkeur geven aan het niet-zijn. Die bewering van Schopenhauer is nogal willekeurig. Hij gaat ervan uit dat het leven in de eerste plaats lijden is. In zijn mooie Duits zegt hij: Klopfte man an die Gräber und fragte die Todten, ob sie wieder aufstehen wollten; sie würden mit den Köpfen schütteln. Hij citeert ook nog Voltaire: On aime la vie; mais le néant ne laisse pas d’avoir du bon. En : Je ne sais pas ce que c’est la vie éternelle, mais celle-ci est une mauvaise plaisanterie.

    27-12-2008 om 19:37 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Piet Calis: Vondel. Het Verhaal van zijn Leven
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Piet Calis: Vondel. Het Verhaal van zijn Leven

     

    Uitgegeven bij Meulenhoff in 2008. Het kost 35 euro.

     

    Dit is een boek waarop ik al jaren zit te wachten. Niet dat ik wist dat het in voorbereiding was, wel omdat ik er allang naar uitkijk. Ik was dan ook blij verrast het in de bibliotheek bij de nieuwe aanwinsten aan te treffen. Voor zover ik weet is er, alleszins in mijn krant, geen aandacht aan deze biografie besteed.

    Ik ga de biografie niet navertellen, maar over de afkomst van de dichter wil ik toch een en ander uit dit boek citeren.

    Vooraf enkele data:

    1587-1679: levensjaren van Vondel

    1517: Reformatie met Luther

    1566: Beeldenstorm

    1576: Spaanse furie

    1585: Parma verovert Antwerpen

     

    De familie Vondel is afkomstig uit de Zuidelijke Nederlanden. Mogelijk uit Vondelen, een gemeente bij Ninove. Maar ook bij Gent ligt een gehucht Vondele.

    De grootvader van de dichter was de zoon van een linnenwever in Antwerpen. In 1545 trouwde hij in de Antwerpse Sint-Jacobskerk met een zekere Anna van Uffele. Uit zijn tweede huwelijk met Catharina Sampson werd de vader van de dichter geboren (1559 of 1560). Het gezin was katholiek, maar in de jaren 80 zou de vader, die hoedenmaker was, zich aansluiten bij de doopsgezinden.

    In 1517 luidde Luther de Reformatie in. In de beginperiode hadden in de Nederlanden vooral de anabaptisten of wederdopers veel succes. Zij waren tegen de kinderdoop. Alleen volwassenen werden in de gemeente van Christus opgenomen. Ze waren afgescheurd van Zwingli in 1525. Luther was voor hen niet radicaal genoeg. Zij wilden een complete scheiding tussen religie en politiek, waren tegen krijgsdienst en zuiverheid en soberheid waren voor hen heel belangrijk.

     

    De wederdopers vielen uiteen in de revolutionaire anabaptisten en de doopsgezinden.

     

    De eersten hadden als leider Jan van Leiden (1509-1536). Hij veroverde Munster, dat hij tot het nieuwe Jerusalem wilde maken, en voerde er een tiranniek bewind. Bij de herovering van de stad door de katholieken, werd hij gevat en op een verschrikkelijke manier om het leven gebracht. Hij was gekant tegen het traditionele huwelijk en hield er een groot aantal minnaressen op na. Ook in Amsterdam had hij volgelingen, die naakt en weeklagend op straat liepen en zelfs een dag het stadhuis konden bezetten. Ook zij werden onderdrukt.

     

    De tweede groep waren doopsgezinden of menisten, aanhangers van Menno Simons die in 1536 met de katholieke kerk brak. Zij waren gematigder, bemoeiden zich niet met de wereld en streefden naar afzondering voor de eigen vervolmaking. Ze noemden zich dienaars van Christus.

    Beide groepen werden echter over een kam gescheerd en stonden bloot aan vervolging: meer dan 1500 van hen stierven als martelaar.

     

    In Antwerpen, waar de familie Vondel woonde, waren er in 1566 ongeveer 2000 doopsgezinden. In 1535 trad de overheid voor het eerst tegen hen op en volgden er terechtstellingen. In de eerste 40 jaar werden meer dan 200 doopsgezinden omgebracht.

    Toen Parma in 1585 Antwerpen veroverde, gingen 35.000 protestanten van alle gezindten in ballingschap. De Vondels trokken naar Keulen. Vondels vader hertrouwde er met Sara Cramer uit Antwerpen en in 1587 werd de dichter geboren. In het gezin werd hoogstwaarschijnlijk Vlaams gesproken. Toen ook in Keulen de doopsgezinden vervolgd werden,verliet de familie de stad in 1595. Na enkele omzwervingen vestigden ze zich in 1597 in Amsterdam. Joost was toen 9 à 10 jaar.

     

    Interessant is ook het verhaal van de ouders van de tweede vrouw van Vondels vader. Sara Cramer werd geboren in 1565. Haar ouders waren de knopenmakeer Peter Cramer en zijn vrouw Clementia Haussart.

    Peter was lid van en rederijkerskamer in Antwerpen. In die kamers vonden niet alleen literaire activiteiten plaats, er werd ook kritisch geoordeeld over godsdienst en politiek. Ze werden door de overheid dan ook nauw in het oog gehouden. Peter zweerde het katholieke geloof af, zijn vrouw deed dat niet, en werd doopsgezind. In 1571 werd hij met 22 andere geloofsgenoten gedagvaard. Hij kwam niet opdagen en toen men hem thuis kwam arresteren, ontsnapte hij met zijn beide kinderen naar Keulen. Zijn zwangere vrouw Clementia, hoewel katholiek, werd opgesloten in heet Steen bij de Schelde. In de loop der jaren hebben daar meer dan 400 doopsgezinden gevangengezeten. Dankzij een interventie van haar neef mocht Clementia naar huis, maar na de bevalling werd ze opnieuw opgesloten. Diezelfde neef kon voorkomen dat ze werd terechtgesteld Ze zou gespaard worden als ze een van haar kinderen liet dopen. Daarop werd de jongste dochter uit Keulen teruggebracht en op 6.7.1571 in de Onze Lieve Vrouwekerk gedoopt. Kort daarop kwam ze vrij en trok ze met haar gedoopte dochter naar haar man in Keulen.


     

     

     

     

    22-12-2008 om 14:45 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Poems are blossoms of the brain. Emily Dickinson
    Kunst gibt nicht das Sichtbare wieder, sondern macht sichtbar. Paul Klee

    La nostra vita in terra

    Altro non è che guerra


    en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Hebreeën 13.2
    Archief per week
  • 29/06-05/07 2020
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 13/05-19/05 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 26/09-02/10 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 08/11-14/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 31/12-06/01 2008
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 26/12-01/01 2006
  • 12/12-18/12 2005
  • 05/12-11/12 2005
  • 28/11-04/12 2005
  • 21/11-27/11 2005
  • 14/11-20/11 2005
  • 07/11-13/11 2005
  • 31/10-06/11 2005
  • 24/10-30/10 2005
  • 17/10-23/10 2005
  • 10/10-16/10 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 26/09-02/10 2005
  • 19/09-25/09 2005
  • 12/09-18/09 2005
  • 05/09-11/09 2005
  • 29/08-04/09 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005
  • 25/07-31/07 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 11/07-17/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 27/06-03/07 2005
  • 20/06-26/06 2005
  • 13/06-19/06 2005
  • 06/06-12/06 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005
  • 16/05-22/05 2005
  • 09/05-15/05 2005
  • 02/05-08/05 2005
  • 25/04-01/05 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Aanraders tot nu toe:

    Von Keyserling: Branding
    Hrabal: Zwaarbewaakte treinen
    Voltaire: Candide
    Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven
    Hawthorne: De scharlaken letter
    Yalom: De Schopenhauer-kuur
    Rosa: De derde oever van de rivier
    Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi
    Waugh: The Loved One
    Kadare: Het donkere jaar
    Baricco: Zijde
    Moorehead: De Blauwe Nijl
    Lampedusa: De tijgerkat
    Melville: Billy Budd
    Platonov: De bouwput
    Tim Parks: Bestemming
    Bernhard: De neef van Wittgenstein
    Kafka: Die Verwandlung
    Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw
    Traven: Verhalen
    Baldwin: Go Tell it on the Mountain
    Faulkner: As I lay dying
    Oë: De hoogmoedige doden
    Trilling: The Middle of the Journey
    Hardy: Far from the madding crowd
    Kristof: De analfabete
    McEwan: Amsterdam
    Filloy: De bende
    Sciascia: De Zaak Aldo Moro
    Salinger: Franny and Zooey

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!