Swift 2xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een plezierig hoofdstuk in de biografie van Victoria Glendinning gaat over de koffiehuizen in Londen in de tijd dat Swift er verbleef. Ze werden uitsluitend bezocht door mannen, voornamelijk uit politieke en culturele kringen, en velen maakten er naam door de geestigheden die ze er debiteerden.
De koffie die ze er dronken was gekruid met gember, kruidnagel of kaneel en gezoet met honing. Maar koffie drinken was ondergeschikt aan de hoofdzaak. Koffiehuizen waren gelegenheden voor informele sociale en politieke bijeenkomsten die in die tijd door elk lid van de hogere of de middenklasse werden bezocht om naar de roddels te luisteren, weddenschappen aan te gaan, de jongste pamfletten en tijdschriften te lezen, brieven te schrijven en vooral om indruk te maken op elkaar.
Mannen en vrouwen gingen samen naar chocoladebars, terwijl dames alleen de Indische huizen bezochten waar ze thee dronken en prenten, waaiers, chinoiserieën en andere kleine spullen konden kopen.
De koffiehuizen waren democratisch. No one who could put down his penny at the bar was excluded.
Zo was Swift een vaste klant in de koffiezaak Buttons. Zijn eerste bezoek daar werd door een aanwezige als volgt beschreven: Verscheidene dagen na elkaar trad er een vreemde geestelijke binnen, die er duidelijk niemand kende. Hij legde zijn hoed op een tafel en begon gedurende een half uur of langer op en neer te lopen, zonder het woord tot iemand te richten. Daarna nam hij zijn hoed van tafel, betaalde zijn koffie en verliet de zaak zonder een woord te hebben gezegd. Hij kreeg dan ook al vlug de bijnaam van the mad parson. Het wijst erop dat Swift, die toen toch al vicaris was, een provinciale buitenstaander.
In de koffiehuizen werden dus wits ten beste gegeven. De schrijfster geeft een hele reeks definities van wat in Swifts tijd onder wit werd verstaan.
John Dryden:
Wit is deep thought in common language
Pope
True wit is Nature to advantage dressed,
What oft was thought, but neer so well expressed.
Swift:
As wit is the noblest and most useful gift of human nature, so humor is the most agreeable
For wit and humor differ quite,
That gives surprise, and this delight.
Een witty man moet bijgevolg vindingrijk zijn, vlot epigrammen bedenken, een opgewekt karakter hebben, echte of voorgewende insiderkennis bezitten van de recentste politieke, literaire en seksuele roddels en geruchten, en bovendien een slecht karakter hebben.
|