Engelse auteur die leefde van 1903 tot 1966. De satiricus bij uitstek, die schitterende dialogen schrijft. Zijn bekendste (en beste ?) niet-satirische werk is Brideshead Revisited.
The Loved One is een parodie op de begrafenis business in Amerika. Het boek werd in 1965 verfilmd door Tony Richardson. Ik lees in een kritiek erop dat de film vervelend is en over het boek lees ik dat het overtrokken en overdreven is. Nu, dat is helemaal niet mijn mening.
Een jonge Engelsman Barlow is onlangs gearriveerd in Amerika. Hij zoekt zijn geluk in de filmwereld, maar dat lukt niet en hij vindt een baantje in een bedrijfje dat dieren ter aarde besteld:The Happier Hunting Grounds, en dat dit niet direct erg respectvol doet. Als zijn oudere vriend zelfmoord pleegt, moet hij diens begrafenis verzorgen. Hij komt daarbij terecht bij de firma Whispering Glades waar het er heel anders aan toe gaat. De man die er de lijken prepareert heet Joyboy en de schminkassistente Miss Aimée Thanatogenos. Prettig detail, Joyboy is verliefd op Miss Thanatogenos, wat ze heeft ontdekt door het feit dat de lijken die ze van hem voor de finishing touch krijgt doorgestuurd, altijd een glimlach op de lippen hebben.
Barlow wordt ook verliefd op die jongedame en het loopt slecht af voor haar.
Zoals gezegd betreft de satire de begrafenis business, maar daarnaast ook het nepgehalte van het Engelse wereldje in Hollywood, de naïeve Amerikanen tegenover de gewiekste Engelsen, de hartsrubrieken in de damesbladen, enz. Misschien een beetje te veel clichés voor hedendaagse lezers, maar toch heel amusant. Hoe vaak gebeurt het dat we met een boek luidop moeten lachen ?
Het boek krijgt van mij dan ook een hoge waardering 9,5/10. Dat halfje knijp ik er af omdat hij de dames in het boek zo weinig ontziet.
Eerst iets over de schrijver. Hij werd geboren in 1855, als tiende van twaalf kinderen,in een Duits adellijk geslacht in Koerland. Dat is een streek in Zuid-Letland, die in die periode tot het Russische rijk behoorde. Hij studeerde recht, filosofie en kunstgeschiedenis. Eerst in zijn streek, daarna in Wenen. Tot in 1895 beheerde hij de landgoederen van zijn moeder.Daarna trok hij met twee zusters naar München. In 1897 wordt hij ziek van een syfilisinfectie. Hij wordt gedeeltelijk lam en blind. Hij zet zijn literaire carrière echter voort en dicteert zijn romans en verhalen aan een van zijn zusters. Het hier besproken werk is van 1911, toen de auteur al blind was.
Deze roman heet in het Duits Wellen (golven). De zee speelt er een belangrijke rol in. Het is zomer en de familie van de barones Von Buttlär heeft aan de Oostzee een vakantiewoning gehuurd. In een andere woning, iets verderop logeren Doralice en de schilder Hans Grill. Doralice was gehuwd met een veel oudere rijke baron, maar dat leven was haar te saai en ze is eruit getrokken met deze schilder. (Dat wordt in het kort uiteengezet in hoofdstuk 2, op een grandioze manier. De middelen die de baron gebruikt om de vrouw aan hem te hechten). Voor de familie Von Buttlär kan er geen sprake van zijn om met dit koppel in contact te treden. Toch komt het ervan, na een riskante zwempartij van een van de dochters van het gezin (opnieuw een fantastische passage). Doralice is een beeldschone vrouw en het wekt dan ook geen verwondering dat ze het hart van de heren op hol brengt. Zij is de persoon om wie alles draait.
Ik verklap met opzet niet te veel over deze roman, eigenlijk een novelle, want ik hoop dat zoveel mogelijk mensen het boek zullen lezen. Het is subtiel vanaf de eerste tot de laatste bladzijde. Tijdens de lectuur heb ik er voortdurend aan moeten denken dat de schrijver blind was. Daardoor heeft hij zich ten volle kunnen concentreren op het essentiële. De wisselwerking tussen de vele facetten van de zee en het zielenleven van zijn personages.
Het verhaal speelt zich af tijdens de zomermaanden op een enkele locatie, namelijk aan het strand, in de duinen.
Het motto van het boek is een vers van Baudelaire. Ik typ het hier over, omdat het de inhoud van de roman heel goed dekt;
Vous êtes tous les deux ténébreux et discrets:
Homme, nul n a sondé le fond de tes abîmes,
O mer, nul ne connaît tes richesses intimes,
Tant vous êtes jaloux de garder vos secrets.
Het boek werd uitgegeven bij de uitgeverij Aspektin Soesterberg, Nederland, in 1999. Er staan nogal wat spelfouten in, maar die nemen we er maar bij.
Voor zover ik weet is dit het enige boek dat van deze auteur in het Nederlands vertaald is. Mochten er mensen dit boek of een ander boek van deze auteur ergens aantreffen, dan zouden ze me een enorm plezier doen met het me te signaleren.
Het portret uit 1898 tenslotte is van de schilder Lovis Corinth.
Opnieuw een filmboek. Zelf wist ik het niet, maar mijn dochters wel, waarschijnlijk omdat Johnny Depp de hoofdrol speelt. De film is van Tim Burton.
Washington Irving is een Amerikaan die leefde van 1783 tot 1859. Hij verbleef ook lang in Europa. Hij schreef onder het pseudoniem Dietrich Knickerbocker onder andere een komische geschiedenis van het Hollands bewind in New York. Hij is echter het bekendst vanwege zijn verhalen. Het zijn fantastische verhalen maar niet zo fantastisch als die van Poe, van wie hij een voorloper was. Naar het schijnt zijn de verhalen Rip van Winkle en De legende van Sleepy Hollow het bekendst. Ze zijn ook opgenomen in deze verhalenbundel. Rip van Winkle was een van die gelukkige dwaze, maar goed functionerende stervelingen die de wereld luchtig opnemen, wit of bruin brood eten, net wat zonder veel denkwerk of moeite te krijgen is, en liever honger lijden voor een paar centen, dan hard werken voor een pond.
Op zekere dag volgt hij een oud mannetje naar een afgelegen plaats in de bergen. Er is daar een bijeenkomst van rare mannetjes. Als hij na het feest wakker wordt, keert hij terug naar zijn dorp en blijkt het dat hij 20 jaar afwezig is geweest.
Sleepy Hollow gaat over twee mannen die naar de gunsten van een jonge vrouw dingen. Als een van hen op een bepaald ogenblik een man zonder hoofd ontmoet (zijn rivaal ?) en hij doodsangsten uitstaat, druipt hij af.
De andere verhalen zijn over het algemeen met veel humor geschreven. Er is ook een mooi liefdesverhaal bij, Annette Delarbre. Een meisje dat haar verloofde zo voor de gek houdt, dat hij wegtrekt. Zij wordt krankzinnig van spijt, maar op het eind komt het nog goed.
Misschien vinden lezers deze verhalen niet meer van deze tijd en wat saai.
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey