Foto
Ich gruet u allen int gemeyne,
Want met nimant besonder en ben ich bekent
Inhoud blog
  • esperanto
  • Over liefde
  • Bidden en/of mediteren
  • in memoriam
  • Karel D'huyvetters: Spinoza: de brieven over God
  • Losse bedenkingen 2: De hoofddoek
  • Losse bedenkingen 1: Geloven en niet-geloven
  • Gerrit Achterberg: Weerbericht
  • Nicole Verschoore: Le maître du bourg
  • Henry James: Washington Square
  • liefde
  • Blason du corps féminin
  • Pessoa: Criança desconhecida e suja brincando à minha port
  • Boutens: Rijk gemis
  • Beschouwingen bij Als de ziel spreekt
  • P.C. Boutens: De ziel spreekt
  • Jacob Winkler Prins: Uit mistig grijze morgenstrepen
  • Franco Sacchetti: Florentijnse verhalen
  • Peter Handke: Wunschloses Ungluck
  • Maria Petyt: Het leven van de weerdighe moeder Maria Petyt
  • Leonardo Sciascia: Mort de l'Inquisiteur
  • Flannery O'Connor: Goede mensen zijn dun gezaaid
  • McCullers: Clock without hands
  • Jane Bowles: Two Serious Ladies
  • J.D. Salinger: Franny and Zooey
  • Anne Bronte: A Reminiscence
  • William Faulkner: Shingles for the Lord
  • Vercors: Le Silence de la Mer
  • Maria Dermout: De Sirenen
  • Aifric Campbell: De logica van het moorden
  • Jörn Pfennig: Twee gedichten
  • Hesse: Over lezen en boeken
  • Colum McCann: Het verre licht
  • Vondel, Shakespeare! 2
  • Vondel: Joseph in Egypten
  • Schnitzler: Traumnovelle
  • Vondel, Shakespeare !.
  • Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt
  • Psalm 23
  • Rilke: Eranna an Sappho
  • Charles Perrault: Riquet à la houppe
  • Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif
  • Vestdijk: The Beauty and the Beast
  • Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder
  • Arthur Schnitzler: Sterben
  • Hofmannsthal
  • Yeats
  • Swift: A Voyage to the Houyhnhnms
  • Swift: A voyage to Laputa!
  • Swift: A voyage to Brobdingnag
  • Swift 2
  • Swift (1667-1745)
  • Swift: Gulliver's Travels (1)
  • Joseph Conrad: Within the Tides
  • Schopenhauer over de dood (1)
  • Piet Calis: Vondel. Het Verhaal van zijn Leven
  • Jacques Prévert: Fatras
  • Van de Woestijne: Vervarelijk Festijn
  • John M. Synge: The Playboy of the Western World
  • Synge: prelude
  • Alan Bennett: The Uncommon Reader
  • James Baldwin: Going to meet the man
  • Laura Esquivel: Como agua para chocolate
  • Carry van Bruggen: Goenong Djatti
  • Carry van Bruggen: Anekdote
  • Juan Filloy: De Bende
  • Sébastien Japrisot: L'été meurtrier
  • Richard Hough: The Potemkin Mutiny
  • Leonardo Sciascia: De Zaak Aldo Moro
  • A. Stifter: Brigitta
  • Lodeizen/Merrill
  • Gezelle
  • Michaël Borremans: The glaze
  • McEwan: Aan Chesil Beach
  • Hanshan: Gedichten van de Koude Berg
  • Richard Minne: Madèle of de lustige weduw
  • William Faulkner: Mosquitos
  • Indisch beeldje
  • William Cullen Bryant
  • William Cullen Bryant: To the fringed gentian
  • William Cullen Bryant: Sonnet - To an American Painter Departing for Europe
  • Balzac: Les Proscrits
  • Herman Melville: Bartleby the Scrivener
  • Nabokov: An Affair of Honor
  • Nabokov: The Visit to the Museum
  • D. H. Lawrence: Liefde in het hooi
  • Grillparzer (1791-1872): De arme Speelman
  • Franz Kafka: Das Urteil (Het Vonnis)
  • Reiner Stach: Kafka. Die Jahre der Entscheidungen
  • Moreau-Vauthier: La mort de Joseph Bara
  • Louis David: Joseph Bara
  • J. Boze: Marat
  • David: A Marat
  • Goldsmith: She Stoops to Conquer
  • Pirandello en Camilleri
  • Oliver Goldsmith: The Vicar of Wakefield
  • Barbara Allen
  • Victor Jara (1932-1973)
  • Vestdijk: Sint Sebastiaan
  • Le jeu de tonneau
  • Brecht: Twee gedichten
  • Joden in Engeland
  • Christopher Marlowe: The Jew of Malta
  • Franz Kafka: Brief an den Vater
  • Willem de Mérode: De witte kater
  • Shakespeare: The Merchant of Venice (eerste bedrijf)
  • Stendhal: Lucien Leuwen
  • Baudelaire: Les Fleurs du Mal
  • The Arrest of Oscar Wilde at the Cadogan Hotel
  • Lichtenberg
  • Charles Ducal: In inkt gewassen
  • Amoz Oz: Verzen van het leven en de dood
  • Goldsmith (1728-1774)
  • Shakespeare: The Tempest
  • David van Reybrouck: Slagschaduw
  • Norbert De Beule: EBdiep
  • Een naam
  • Ira Levin: Een kus voor je sterft
  • José Eduardo Agualusa: De handelaar in verledens
  • Kathleen Raine: The World
  • Erwin Mortier: Avonden op het Landgoed. Op reis met Gerard Reve
  • Nathaniel Hawthorne: The Gentle Boy
  • Poe: The Premature Burial
  • Melville
  • Bhartrihari
  • Ismail Kadare: De dochter van Agamemnon. De opvolger
  • Thomas Hardy: Jude the Obscure
  • Carlos Drummond de Andrade: De liefde, natuurlijk
  • Kenzaburo Oë: De knoppen breken
  • Angus Wilson: Anglo Saxon Attitudes
  • Sandro Veronesi: Waar gaat die vrolijke trein naartoe
  • Frederik van Eeden: Pauls ontwaken
  • Sàndor Màrai: Gloed
  • Anthony Powell: What's become of Waring
  • Ian McEwan: De troost van vreemden
  • Stendhal: Lamiel
  • Sándor Márai: De opstandigen
  • Friedrich Dürrenmatt: De rechter en zijn beul
  • Thomas Bernhard: Der Stimmenimitator
  • B. Traven: Een generaal komt uit de wildernis
  • Epicurus/Leopold
  • Bernardo Carvalho: Negen nachten
  • Ian McEwan: Amsterdam
  • Rosalie en Virginie Loveling
  • Agota Kristof: De analfabete
  • Daniel Defoe: A Journal of the Plague Year
  • Voltaire: Filosofisch woordenboek
  • Vondel: Noah 5e bedrijf
  • Thomas Hardy: Far from the Madding Crowd
  • Dromen
  • Leonardo Sciascia: Een duidelijke zaak
  • L.P. Boon: De paradijsvogel
  • Gorecki: Symfonie nr. 3 - Symfonie der Klaagliederen
  • J. H. Leopold
  • Petrarca: Brieven aan zijn broer
  • Konstantin Paustovskij: Begin van een onbekend tijdperk
  • Heinrich van Kleist: Die Marquise von O.
  • Lionel Trilling: The Middle of the Journey
  • Poesjkin: Schoppenvrouw
  • Schnittke
  • Timmermans: Adagio
  • Joseph Roth: Rebellie
  • John Boyne: De jongen in de gestreepte pyjama
  • Evelyn Waugh: Edmund Campion
  • Umberto Saba: Voor de vogels en een vriend
  • Kenzaburo Oë: De hoogmoedige doden
  • Heinrich Böll: De nalatenschap
  • Nabokov: Uitnodiging voor een onthoofding
  • Achterberg: En Jezus schreef in 't zand
  • Vondel: Noah 4e bedrijf
  • Streven januari 2007
  • Vladimir Nabokov: Bastaards
  • Sá-Carneiro: Twee gedichten
  • Mário de Sá-Carneiro: Beijos
  • Boutens: Kussen
  • Georges Eekhoud / J.I. De Haan
  • Vestdijk: Ierse nachten
  • Faulkner: As I Lay Dying
  • Boutens
  • Alfred Jarry: L' amour en visites
  • Ledeganck: Het burgslot van Zomergem
  • Tsjechow: Drama op de jacht
  • William Faulkner: Sanctuary
  • Vondel: Noah vervolg 3e bedrijf
  • Vondel: Noah 3e bedrijf
  • Pierre Louÿs (1870 - 1925) : Journal
  • Ledeganck: De Zinnelooze
  • Pikanterie
  • Goya en Louÿs
  • Pierre Louÿs: La Femme et le Pantin
  • Jack London: De droom van Martin Eden
  • Hugo von Hofmannsthal: Das Erlebnis des Marschalls von Bassompierre
  • Eduard von Kaiserling: Schwüle Tage
  • Flaubert: Saint Julien l'hospitalier
  • Saint Julien l'hospitalier
  • Emile Zola: Thérèse Raquin
  • Zondeval
  • Witold Gombrovicz: De beheksten
  • Janneke
  • Albert Verwey: De page
    Zoeken in blog

    sprokkelhout

    11-08-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eduard von Keyserling: Branding
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Eduard von Keyserling: Branding

     

    Eerst iets over de schrijver. Hij werd geboren in 1855, als tiende van twaalf kinderen,  in een Duits adellijk geslacht in Koerland. Dat is een streek in Zuid-Letland, die in die periode tot het Russische rijk behoorde. Hij studeerde recht, filosofie en kunstgeschiedenis. Eerst in zijn streek, daarna in Wenen. Tot in 1895 beheerde hij de landgoederen van zijn moeder.Daarna trok hij met twee zusters naar München. In 1897 wordt hij ziek van een syfilisinfectie. Hij wordt gedeeltelijk lam en blind. Hij zet zijn literaire carrière echter voort en dicteert zijn romans en verhalen aan een van zijn zusters. Het hier besproken werk is van 1911, toen de auteur al blind was.

    Deze roman heet in het Duits Wellen (golven). De zee speelt er een belangrijke rol in. Het is zomer en de familie van de barones Von Buttlär heeft aan de Oostzee een vakantiewoning gehuurd. In een andere woning, iets verderop logeren Doralice en de schilder Hans Grill. Doralice was gehuwd met een veel oudere rijke baron, maar dat leven was haar te saai en ze is eruit getrokken met deze schilder. (Dat wordt in het kort uiteengezet in hoofdstuk 2, op een grandioze manier. De middelen die de baron gebruikt om de vrouw aan hem te hechten). Voor de familie Von Buttlär kan er geen sprake van zijn om met dit koppel in contact te treden. Toch komt het ervan, na een riskante zwempartij van een van de dochters van het gezin (opnieuw een fantastische passage). Doralice is een beeldschone vrouw en het wekt dan ook geen verwondering dat ze het hart van de heren op hol brengt. Zij is de persoon om wie alles draait.

    Ik verklap met opzet niet te veel over deze roman, eigenlijk een novelle, want ik hoop dat zoveel mogelijk mensen het boek zullen lezen. Het is subtiel vanaf de eerste tot de laatste bladzijde. Tijdens de lectuur heb ik er voortdurend aan moeten denken dat de schrijver blind was. Daardoor heeft hij zich ten volle kunnen concentreren op het essentiële. De wisselwerking tussen de vele facetten van de zee en het zielenleven van zijn personages.

    Het verhaal speelt zich af tijdens de zomermaanden op een enkele locatie, namelijk aan het strand, in de duinen.

     

    Het motto van het boek is een vers van Baudelaire. Ik typ het hier over, omdat het de inhoud van de roman heel goed dekt;

     

    Vous êtes tous les deux ténébreux et discrets:

    Homme, nul n’ a sondé le fond de tes abîmes,

    O mer, nul ne connaît tes richesses intimes,

    Tant vous êtes jaloux de garder vos secrets.

     

     

    Het boek werd uitgegeven bij de uitgeverij Aspekt  in Soesterberg, Nederland, in 1999. Er staan nogal wat spelfouten in, maar die nemen we er maar bij.

     

    Voor zover ik weet is dit het enige boek dat van deze auteur in het Nederlands vertaald is. Mochten er mensen dit boek of een ander boek van deze auteur ergens aantreffen, dan zouden ze me een enorm plezier doen met het me te signaleren.

     

    Het portret uit 1898 tenslotte is van de schilder Lovis Corinth.

     

    Waardering: 10/10.

    11-08-2005 om 16:10 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-08-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Washington Irving: Sleepy Hollow
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Washington Irving: Sleepy Hollow

     

    Opnieuw een filmboek. Zelf wist ik het niet, maar mijn dochters wel, waarschijnlijk omdat Johnny Depp de hoofdrol speelt. De film is van Tim Burton.

     

    Washington Irving is een Amerikaan die leefde van 1783 tot 1859. Hij verbleef ook lang in Europa. Hij schreef  onder het pseudoniem Dietrich Knickerbocker onder andere een komische geschiedenis van het Hollands bewind in New York. Hij is echter het bekendst vanwege zijn verhalen. Het zijn fantastische verhalen maar niet zo fantastisch als die van Poe, van wie hij een voorloper was. Naar het schijnt zijn de verhalen Rip van Winkle en De legende van Sleepy Hollow het bekendst. Ze zijn ook opgenomen in deze verhalenbundel. Rip van Winkle was een van die gelukkige dwaze, maar goed functionerende stervelingen die de wereld luchtig opnemen, wit of bruin brood eten, net wat zonder veel denkwerk of moeite te krijgen is, en liever honger lijden voor een paar centen, dan hard werken voor een pond.

    Op zekere dag volgt hij een oud mannetje naar een afgelegen plaats in de bergen. Er is daar een bijeenkomst van rare mannetjes. Als hij na het feest wakker wordt, keert hij terug naar zijn dorp en blijkt het dat hij 20 jaar afwezig is geweest.

    Sleepy Hollow gaat over twee mannen die naar de gunsten van een jonge vrouw dingen. Als een van hen op een bepaald ogenblik een man zonder hoofd ontmoet (zijn rivaal ?) en hij doodsangsten uitstaat, druipt hij af.

    De andere verhalen zijn over het algemeen met veel humor geschreven. Er is ook een mooi liefdesverhaal bij, Annette Delarbre. Een meisje dat haar verloofde zo voor de gek houdt, dat hij wegtrekt. Zij wordt krankzinnig van spijt, maar op het eind komt het nog goed.

    Misschien vinden lezers deze verhalen niet meer van deze tijd en wat saai.

     

    Waardering 7/10

    09-08-2005 om 18:31 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-08-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bohumil Hrabal: Zwaarbewaakte treinen

    Bohumil Hrabal: Zwaarbewaakte treinen

     

    1945, een Tsjechisch stadje, de Duitsers blazen de aftocht. Aan het woord is Milosch, een jongeman van 22 jaar. Hij is verlegen, achterdochtig en heeft drie maanden geleden een zelfmoordpoging ondernomen. Hij werkt op het station waar nog geregeld Duitse konvooien doorheen rijden. We maken kennis met enkele van zijn collega’s op het station. De chef, die vooral begaan is met zijn duiven, dienstleider Hubitschka tegen wie een tuchtonderzoek loopt (jammer dat ik al moet verklappen waarom: tijdens zijn nachtdienst had hij met een vrouwelijke bediende gestoeid en op haar achterwerk de ene stempel na de andere van het station afgedrukt).

    Milosch is de onschuldige jongen. Zijn zelfmoordpoging was het gevolg van een mislukte liefdesnacht. Gelukkig voor hem wordt hij later door een bekwamere dame ingewijd. Hij wordt door Hubitschka gebruikt om gevaarlijke verzetsdaden te verrichten. De laatste en grootste loopt verkeerd af. Er moet een munitietrein worden opgeblazen. Daarbij wordt Milosch gewond, maar ik denk dat de auteur zoveel sympathie voor zijn personage heeft opgevat, dat hij hem enkel het bewustzijn laat verliezen. En de lezer troost zich met de gedachte dat die toffe knul niet omgekomen is. Of gaat hij toch dood ?

     

    Het is weer zo’n prachtige novelle, met afwisselend humor en tragiek. Milosch is zo ontwapenend sympathiek. De verschrikkingen van de oorlog op de achtergrond: het bombardement op Dresden, de lazarustreinen met Duitse gewonde soldaten. Het schokkende vervoer van dieren (Gaia avant la lettre). En mochten er zich oudgediende spoorweglui onder de lezers bevinden, zij zullen hun hart kunnen ophalen aan de beschrijving van het primitieve gedoe met seinen, semaforen, bellen, enz.

     

    Waardering 9/10.

     

     

    06-08-2005 om 17:48 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Matt Thorne: Cherry

    Matt Thorne: Cherry

     

    Een roman die ik heb mee gegrist van tussen de aanwinsten in de bibliotheek. Ik heb daarbij altijd een licht schuldgevoel dat ik het boek voor de neus van andere lezers wegkaap. Maar kom, volgende week is het terug in de bieb en is het weer voor iedereen beschikbaar.

     

    Ik las het in het Engels en weet niet of het al vertaald is. Het is recent, van 2004. Het is een ideaal boek voor wie ter afwisseling iets in de Engelse taal wil lezen. Heel vlot geschreven en niet te moeilijk Engels. 37 hoofdstukjes over 197 blz.

     

    De verteller is een 33-jarige leraar op een comprehensive school in Londen. De Engelse term, omdat ik het ook heb moeten opzoeken. Het blijkt een school te zijn waar leerlingen van alle niveaus terecht kunnen, ze staan niet al te best aangeschreven in Engeland. De man woont alleen en is al tien jaar zonder geliefde. Op een dag ontmoet hij een man aan wie hij zijn wensen in verband met de ideale vrouw kenbaar kan maken. Hij denkt dat het om een grap gaat, maar plots staat daar Cherry voor hem. Hij begint een hartstochtelijke verhouding met haar (na al de zedige boeken uit de negentiende eeuw die ik de laatste tijd las, kreeg ik er even rode oortjes bij), maar de vrouw wordt ziek en verdwijnt voorlopig uit zijn leven. Hij kan ze maar terugkrijgen als hij voor de maffiaheren, die hem haar cadeau hadden gedaan, een klus opknapt.

     

    Tegen alle verwachtingen in wordt het boek zo nog een thrillertje. De ontknoping is wat flauw. Het boek is echter zo vlot geschreven, zo licht, dat het charmeert.

     

    Waardering: 7/10.

     

    (Je zult hier nooit een cijfer onder de vijf aantreffen. Dergelijke boeken heb ik al na enkele bladzijden opzij gelegd. Enkele recente voorbeelden: De Toeschouwer van Saul Bellow, De Troostelozen van Ishiguro (vooral omdat het zo een dik boek was)).

    06-08-2005 om 17:47 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-08-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Arthur Schnitzler: Twee novellen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Arthur Schnitzler: Twee novellen

     

    Droomnovelle

     

    Een verhaal dat naar het decadente neigt. Fridolin en Albertine zijn getrouwd en hebben een dochtertje. Op een avond praten ze over hun verleden, over vroegere verliefdheden, over een gemaskerd bal waaraan ze deelgenomen hadden. De sfeer is broeierig. Maar het gesprek wordt onderbroken. Fredolin, die arts is, wordt weggeroepen naar een patiënt. De man is echter overleden, en Fridolin trekt de nacht in. Zijn avontuur begint al bij de dochter van de overledene, die verliefd op hem is. Daarna gaat hij mee met een hoertje. Ten slotte ontmoet hij een vriend en via hem belandt hij op een geheime bijeenkomst, met naakte dames. Hij wordt er ontmaskerd en aan de deur gezet, terwijl een van de aanwezige vrouwen de voor hem bestemde straf in ontvangst zal nemen. ’s Morgens komt hij weer thuis, zonder dat hij zijn vrouw in den vleze bedrogen heeft. Op haar beurt vertelt zij hem een droom, waarin hij de bedrogene is.

    De volgende ochtend bezoekt hij nogmaals de drie vrouwen van de vorige nacht, maar het plaatje is ontluisterend.

    Hij keert terug naar huis, stort in, en vertelt zijn vrouw alles.

     

    ‘Wat moeten we doen Albertine ?’

    Ze glimlachte, en na een korte aarzeling antwoordde ze: ‘Het lot dankbaar zijn, geloof ik, dat we uit alle avonturen ongedeerd te voorschijn zijn gekomen – uit de werkelijke en uit de gedroomde.’

    …

    Ze nam zijn hoofd met beide handen en vleide het innig aan haar borst. ‘Nu zijn we wellicht ontwaakt,’ zei ze - , voor lange tijd.’

     

    Schnitzler was een tijd- en stadsgenoot van Freud. Ze voerden een uitgebreide correspondentie. De dromen, de onvervulde verlangens, het kan naar Freud verwijzen. De novelle is mooi gestructureerd, voor wie daar een liefhebber van is. De proloog in het gezin, de queeste van de man naar de vrouw, het tussenspel met de droom van de vrouw, de tweede, dit keer ontgoochelende tocht, en de terugkeer in de veilige thuishaven.

     

    Persoonlijk waarderingscijfer: 7,5/10.

     

    Casanova’s thuisreis

     

    We maken kennis met een 52-jarige Casanova op zijn retour. Hij zat gevangen in Venetië, was uit de gevangenis ontsnapt en werd uit de stad verbannen. Nu wil hij er graag terugkeren. Om dat te bereiken stelt hij een strijdschrift op tegen Voltaire.

     

    Hij ontmoet een oude kennis die hij destijds heeft ‘geholpen’ en waar hij een tijdje kan logeren. In de woning van die oude vriend bevindt zich een jong en verstandig meisje, een geleerde in de dop. Casanova wil haar koste wat kost veroveren maar het meisje negeert hem. Hij zal er ten slotte toch in slagen, maar op een heel schofterige manier. Ook naar Venetië zal hij kunnen terugkeren, maar daarvoor zal hij de rol van spion op zich moeten nemen.

     

    De novelle verhaalt de ontluistering van een man die zich niet bij zijn leeftijd kan neerleggen. De vrouwen die hij nog kan behagen zijn allemaal gemakkelijke prooien. Voor de jongere moet hij listen en geweld gebruiken. In het begin komt het verhaal moeilijk op gang, maar gaandeweg komt er meer vaart in en wordt het een avonturenverhaal, maar dan met een weinig sympathieke man in de hoofdrol.

     

    Waardering: 7/10.

      

     

    05-08-2005 om 11:45 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    04-08-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eduardo Mallea: Chaves
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Eduardo Mallea: Chaves

     

    Een Argentijnse auteur die leefde van 1903 tot 1982. Bij mijn weten zijn er maar twee werken van hem vertaald, het onderhavige en Al het groen zal vergaan. Beide zijn uitgegeven bij Coppens en Frenks, Amsterdam. Het eerste in 2000 het tweede in 1996. Ze zijn respectievelijk geschreven in 1953 en 1941.

     

    De hoofdpersoon komt zich aanbieden om te werken in een houtzagerij. Hij is een zwijgzame, stugge man die zo weinig mogelijk contact zoekt met zijn medearbeiders. Door die houding nemen zijn collega’s een vijandige houding aan. Hij stoort er zich niet aan en blijft de eenzaamheid opzoeken.

    We keren dertig jaar terug. Als jongeman was hij ook al een zwijger. Hij ontmoet een meisje Pura. Een stille verhouding, tot het meisje hem vertelt over een sympathieke student die ze heeft ontmoet. Chaves heeft angst zijn jonge geliefde te verliezen en begint te praten. Het valt hem moeilijk maar hij slaagt in zijn opzet, en het stel trouwt. Er wordt een dochter geboren, maar ze sterft na een aantal jaren. Ook zijn vrouw wordt ziek en sterft.

    Intussen keren we geregeld terug naar het leven in de houtzagerij. De vijandigheid groeit. Het lijkt tot een gevecht te komen, maar een opzichter kan dit verhinderen. Het boek eindigt met de vraag van de opzichter of hij dan nooit eens een praatje zal maken, waarop Chaves ‘nee’ antwoordt.

     

    Het is een bedrukkend, pessimistisch boek. Zowel de sterfscènes van zijn dochtertje als van zijn vrouw zijn aangrijpend beschreven. De hoofdpersoon is een sterke figuur. Een zwijger die moet praten om zijn leven overeind te houden, en die met zijn woorden ook de dood van zijn geliefden tracht te bezweren. Maar zijn woorden zijn krachteloos en hij vervalt terug in zijn zwijgen. Troost vindt hij aan de oever van de rivier.

     

    Ik vond het een heel mooie, sobere novelle (96 blz.) en heb direct het andere vertaalde werk van hem in huis gehaald.

     

     

    04-08-2005 om 13:01 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-08-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.José Riço Direitinho: Het brevier van de slechte neigingen

    José Riço Direitinho: Het brevier van de slechte neigingen

     

    Roman uit 1994 van een Portugese auteur van wie ik nog nooit gehoord had. Hij vertelt het verhaal van een zekere José de Risso (let op de voornaam van de schrijver). Die man leefde zogezegd van 1923 tot 1956, in een dorpje in het Noorden van Portugal tegen de grens met Spanje (Galicië) aan. De man is geboren met een eikenblad op de huid van zijn rug. Het is een teken van de bijzondere gaven waarover hij beschikt. Hij kan de dood van anderen voorvoelen, hij heeft magische krachten en op het eind van het verhaal is hij uitgegroeid tot een soort heilige, hoewel hij meer weg had van een duivel. Maar het verhaal gaat over bijgeloof, over de achterlijkheid in een Portugees dorp. Het hele boek door worden er geneeskrachtige drankjes en middeltjes bereid. Er sterven veel mensen een gewelddadige dood, een wolf richt moordpartijen aan, enz.

    Voor mensen die Portugal beter kennen, kan het boek een meerwaarde hebben. Anders kan men het ongelezen laten.

     

    02-08-2005 om 18:03 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    31-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bohumil Hrabal
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bohumil Hrabal

     

    Twee boeken van deze schrijver. Het eerste las ik vorig jaar, in de prehistorie toen de weblog nog niet was uitgevonden. Ik schreef toen dit verslagje voor de mailgroep Lezen.

    Al te luide eenzaamheid

     

    Een boekje (100 blz.) uit 1980 van deze Tsjechische schrijver, geboren in 1915.

    Het eenvoudige verhaal gaat over een man die al 35 jaar lang in een kelder oud papier en boeken samenperst tot balen. Behalve dat drinkt hij ook veel. Er komt een korte liefdesaffaire in voor (heel ontroerend geschreven, vind ik), en er treden nog enkele bijfiguren in op. Maar de essentie gaat over de liefde van de man voor boeken. Het verhaal is gesitueerd in de tijd van het communistische regime in Tsjechoslowakije. Tussen de regels lezen we over de onderdrukking van de intelligentia, de literatuur, de vrijheid…en hoe de man zich overeind houdt door middel van die boeken en de drank.

    Er komen af en toe ook korte filosofische uitweidingen in voor en als hij dronken is durft hij al eens te fantaseren, waarbij hij bijvoorbeeld Christus en de Chinese filosoof Lao Tze met elkaar confronteert. Een fragment:

     

    Maar zoals er in de trage stroom van een troebele rivier die langs fabrieken is getrokken, plotseling toch nog een blinkend visje opduikt, zo blinkt er in de stroom oud papier ook soms het ruggetje van een kostelijk boek, even wend ik dan verblind mijn blik af, maar daarna vis ik het er tussenuit, veeg het aan mijn voorschoot af, sla het open en snuffel even aan de tekst om vervolgens de eerste de beste zin waarop mijn oog valt als een homerische profetie door te lezen, en pas daarna leg ik het boek bij mijn andere fraaie vondsten in een kistje dat van binnen is bekleed met vrome bidprentjes die te zamen met gebedenboekjes per ongeluk door iemand in mijn kelder zijn gestort.

     

    In die stijl is het hele boek geschreven.

    Ik vond het prachtig. Het hoort  bij de topdrie van wat ik dit jaar heb gelezen

     

     

    Het stadje waar de tijd stil is blijven staan

     

    Deze ook weer korte roman (135 blz.) heb ik net uitgelezen. In 11 korte hoofdstukjes krijgen we de geschiedenis van enkele mensen uit een Tsjechisch stadje. De oude tijd, de oorlog, het communistische bewind. De hoofdpersonen zijn twee broers. De ene heeft een hoge functie in een brouwerij, de andere werkt er als hulpje voor het vuile werk. Het zijn twee totaal verschillende karakters, maar tegen het einde van het boek verwisselen ze van karakter. De losbol wordt sullig, en de droogstoppel vindt weer vreugde in het leven.

    Het verhaal heeft die typische Oost-Europese stijl. Veel fantasie, neigend tot het absurde, en heel veel humor. Ik heb geregeld moeten lachen met de vondsten van de auteur, iets wat me zelden overkomt in een boek. Het einde is dramatisch. In een nawoord vernemen we dat de ziekte van de schrijver daar de mogelijke oorzaak van was.

     

    Het vorige boek lag me beter, maar ook nu weer heb ik erg genoten van het proza van deze schrijver, van wie ik mettertijd alles hoop te lezen.

     
    Het boek is uitgegeven door Bert Bakker in 1993. Het manuscript van de schrijver dateert van 1973. Het was verboden onder het toenmalige regime.

    .

    31-07-2005 om 19:44 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gezelle

    Gezelle

     

    Johan van Iseghem : Guido Gezelle 1899-1999 : tien reken en een toovertik.

     

    Dit boek werd uitgegeven ter gelegenheid van de honderdste verjaardag van het overlijden van Guido Gezelle. Er werd toen een tentoonstelling georganiseerd in Brugge.

    Het boek is erg mooi uitgegeven en geïllustreerd. De bijdragen zijn van Gezelle-specialisten, die elk een facet van deze dichter belichten. Enkele onderwerpen: de afkomst van de dichter, Gezelle en de neogotiek, Gezelle en Longfellow, enz. Een zeer mooi en interessant boek.

     

    Johan van Iseghem: Guido Gezelles Vlaemsche Dichtoefeningen

     

    Dit is een werk van een ander kaliber. Het is een doctoraatsthesis, die bovendien bekroond werd door de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Een wetenschappelijk werk, dat ik niet grondig heb gelezen.

    In dit boek gaat de auteur onder andere na hoe deze bundel van Gezelle is ontstaan en waar hij de mosterd haalde. Het zijn letterlijk dichtoefeningen, want ze bouwden voort op de toen geldende poëtica. Het belangrijkste werk in dat opzicht was J.J. Nyssen, Essai de poétique uit 1845. Het geeft aanwijzingen hoe een gedicht moet worden geschreven. Van Iseghem toont nu in zijn scriptie aan dat Gezelle die poëtica heel nauwgezet heeft gevolgd.

    Ik geef ter illustratie enkele voorbeelden uit het werk van Van Iseghem. Volgens Nyssen ziet het oog liever opgaande bewegingen dan neerwaartse. In de Dichtoefeningen van Gezelle vinden we die bijvoorbeeld terug in de klimmende leeuwerik. Kronkelende bewegingen zijn mooier dan rechtlijnige. Bij Gezelle het krinkelen van het schrijverke. Het is onvoorstelbaar hoeveel voorbeelden de auteur kan aantonen. Maar wat is nu het wonderbaarlijke: hoewel Gezelle die voorschriften nauwgezet toepast, doet zijn poëzie helemaal niet kunstmatig aan. In het hiervoor besproken werk, Tien reken en een Tovertik, noemt Van Iseghem in dat verband het gedicht O ’t ruischen van het ranke riet, waarin veel van die regels zijn verwerkt, maar dat toch van een ongewone oorspronkelijkheid getuigt. Jammer dat ik het boek niet meer bij me hebt, want de beoordeling die hij over dit gedicht geeft, verdient het volledig te worden geciteerd.

    30-07-2005 om 17:39 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hendrik Conscience: De Leeuw van Vlaanderen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Hendrik Conscience: De Leeuw van Vlaanderen

     

    Veel hoef ik hier niet over te vertellen. Conscience (1812-1883) schreef dit boek toen hij 25 was. Ik las de uitgave van Het Laatste Nieuws. De spelling is een beetje gemoderniseerd, maar de uitgave is volledig, met het voorwoord en de noten van HC.

    Is dit werk nu nog leesbaar ? Met een beetje moeite wel. Het is natuurlijk een unicum in onze Vlaamse geschiedenis en daarom alleen al is het verplichte lectuur. Ik heb vroeger school gelopen op een rijksschool en daar heb ik eigenlijk nooit een Vlaamse impuls gekregen. De aandacht ging naar België, de liederen die we zongen gingen over het vaderland en niet over Vlaanderen. Ik heb dat later jammer gevonden. De Vlaamse Beweging, de ontvoogding van het Vlaamse volk, het waren blijkbaar taboe onderwerpen.

    Nu, De Leeuw van Vlaanderen zal tegenwoordig niemand meer Vlaamsgezind maken. Daarvoor is het boek te overtrokken. In zijn tijd was het natuurlijk belangrijk en de slotzin zal wel bij menigeen aangeslagen hebben.

     

    Gij Vlaming, die dit boek gelezen hebt, overweeg, bij de roemrijke daden welke hetzelve bevat, wat Vlaanderen eertijds was – wat het nu is – en nog meer wat het worden zal indien gij de heilige voorbeelden uwer Vaderen vergeet !

     

    Enkele zaken die me hebben getroffen. Vooral de bloeddorstigheid van Jan Breydel. Ik kan er maar moeilijk een held in zien. Het toppunt vond ik wel dat hij de lijken van de gesneuvelde vijanden nog eens extra ging vertrappelen met zijn paard. Ik vraag me af waar Conscience die wreedheid heeft afgekeken. Jongeren krijgen wel eens op hun donder als ze vreselijke computerspelletjes spelen, maar dit boek moet daar niet voor onder doen.

     

    Nog een gedachte die bij me opkwam tijdens het lezen: dit boek lijkt wel geschreven voor een poppenspel. De verschillende personages zijn in feite statische figuren, hun karakters zijn niet uitgediept, ze vertolken gewoon een rol.

     

    Soms werkt het proza op de lachspieren, maar ja, we leven nu een maal in een andere tijd. Toch een voorbeeldje:

    Die lange zoen, bij dewelke een zielsgedeelte des vaders voor de tweede maal in de boezem van het kind zonk, gaf het bloed der maagd meer vloeibaarheid en meer leven: een twijfelachtige roos kwam onder ieder harer wangen en haar ogen openden zich, tussen een zachte doch heilvolle glimlach.

     

    Aansluitend las ik een artikel van Walter Gobbers: Consciences Leeuw van Vlaenderen als historische roman en nationaal epos: een genrestudie in Europees perspectief. Het staat in Vlaamse literatuur van de Negentiende Eeuw onder redactie van Ada Deprez en Walter Gobbers.

    Ik citeer uit dat artikel enkele interessante weetjes.

    De negentiende-eeuwse historische roman beoogde een periode uit het verleden op te roepen, ingekleed in een fictioneel verhaal en zulks volgens een subtiele, maar toch ook wisselende dosering van historische waarheid en romantische verbeelding.

    Hierin was Conscience een navolger van Water Scott. Conscience heeft voor zijn roman veel opzoekwerk verricht en probeerde zo waarheidsgetrouw verslag uit te brengen.

     

    Scott liet zich meer leiden door antiquarische liefde voor door vergetelheid bedreigde voorvaderlijke zeden en cultuur, terwijl Conscience gemotiveerd werd door trots op de verloren gegane grootheid van het nationale verleden, tot het herstel waarvan hij wilde bijdragen.

    De Leeuw is een nationalistische roman, niet enkel ingegeven door een hartstochtelijke liefde voor eigen land, volk en cultuur, maar werkelijk bedoeld als wekroep om het nationale bewustzijn van de Vlamingen wakker te schudden en aldus de nationale emancipatiestrijd een spoorslag te geven.

    Verder in dit artikel toont Gobbers aan dat het werk van Conscience niet louter een historische roman is, maar dat het ook epische trekken heeft.

    30-07-2005 om 16:50 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    25-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.André Gide: La symphonie pastorale
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    André Gide: La symphonie pastorale

     

    Gide (1869 – 1951) schreef dit werkje in 1919.

     

    Een dominee in een Zwitsers dorpje raakt ingesneeuwd en maakt van de gelegenheid gebruik om recente gebeurtenissen te boek te stellen. Op een dag wordt hij naar een afgelegen hutje weggeroepen, waar een oude vrouw op sterven ligt. Hij treft er een blind meisje van ongeveer vijftien jaar aan dat half verwilderd lijkt en nauwelijks praat. Hij beslist deze Gertrude op te vangen. Dat valt niet in goede aarde bij zijn vrouw, die reeds vijf kinderen heeft. De dominee echter meent dat God dit kind op zijn weg heeft gezet en zet door. Met veel inspanning krijgt hij haar aan het praten en leert hij haar de wereld kennen. Een eenzijdige wereld, zoals later zal blijken. Hij toont haar enkel de mooie kanten van het bestaan. En ook in zijn godsdienstonderricht, het voorlezen uit de Bijbel, mijdt hij angstvallig de brieven van Paulus, omdat die de zonde introduceren. Hij houdt het bij de evangelies, waarin hij alleen een boodschap van liefde leest. De titel van het boekje slaat op de Pastorale, de zesde symfonie van Beethoven. De dominee woont daar samen met Gertrude namelijk een uitvoering van bij.

    Op een bepaald moment zijn er toenaderingspogingen van de oudste zoon van de dominee tot Gertrude. De vader ziet dat met lede ogen aan, hij zendt zijn zoon op reis en plaatst Gertrude bij een dame uit het dorp. Hij heeft nog niet door, of wil niet toegeven, dat hij zelf verliefd is op Gertrude. Op een bepaald moment erkennen ze elkaar hun gevoelens. Gertrude ondergaat een operatie die haar het zicht teruggeeft. Ze onderneemt een zelfmoordpoging omdat ze ziet dat ze de echtgenote van de dominee onrecht aandoet. Met te zien, heeft ze ook een zondebesef gekregen. In een laatste gesprek met de dominee, voordat ze sterft, zegt ze dat ze verliefd is op zijn zoon. Een huwelijk is echter niet mogelijk omdat de zoon zich (samen met haar) tot het katholicisme heeft bekeerd en hij priester wil worden. De dominee blijft geslagen achter. De laatste zin van het boek luidt: J’aurais voulu pleurer, mais je sentais mon coeur plus aride que le désert.

     

    Door de inhoud zo te vertellen doe ik het boek veel te kort. Er zitten verschillende thema’s in verwerkt. De echtelijke problemen, de confrontatie van de vader met zijn zoon, de onmogelijkheid van een zuivere liefde, het conflict in het christendom tussen de aanhangers van de wet en die van de liefde.

     

    Op een bepaald moment wordt in het boek van de sneeuw gezegd dat hij bovenaan lang mooi blijft, een tapijt blijft vormen, maar dat het smeltproces van onderen begint. Dit beeld slaat op de liefde van de dominee, die ondermijnd wordt door de dingen waar hij geen vat op heeft.

     

    Het boek is met vuur en overtuiging geschreven. Het is soms poëtisch en ontroerend. Modern is het niet meer, omdat de zaken rechtuit worden gezegd, zonder omwegen en duidelijk. Maar dat is voor mij helemaal geen tekort. Er zijn ook veel bijbelcitaten in opgenomen, die hun plaats krijgen in het verhaal.

     

    25-07-2005 om 17:29 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Iran

    Dit gedicht ter nagedachtenis aan de jongens van 18 en 17 jaar die gisteren in Iran werden opgeknoopt omdat ze homoseksueel waren.

     

     

    Billy in de ijzers

    door Herman Melville

    Aardig van de predikant om in de Eenzame Boeg te komen

    Om hier op zijn knieën te komen bidden

    Voor zo iemand als ik, Billy Budd. Maar zie:

    Door de poort komt de maneschijn gedwaald !

    Hij raakt de sabel van de schildwacht en zilvert deze nis.

    Maar hij zal sterven bij het gloren van Billy’s laatste dag.

    Een juwelen blok zullen ze morgen van mij maken,

    Een hangende parel aan de ranok,

    Als de oorhanger die ik Bristol Molly schonk.

    O, ik ben het, niet het vonnis dat ze zullen vernietigen.

    Ai, ai, alles is uit en ik moet vroeg in de morgen

    Rijzen van omlaag naar omhoog.

    Maar op een lege maag zal het niet gaan;

    Ze zullen me wat kaak te knabbelen geven voor ik ga.

    Zeker, een baksgast zal me de afscheidsmok reiken.

    Maar de hemel weet niet wie me zullen oplopen,

    De hoofden afgewend van de hijs en het beleggen.

    Geen fluit voor die vallen – maar is ’t niet alles verbeelding ?

    Een mist in mijn ogen, het is dromen wat ik doe.

    Mijn vanglijn doorgekapt ? Alles los voor vertrek ?

    De roffel voor de grog en Billy weet het niet ?

    Maar Donald heeft beloofd bij de plank te zullen staan,

    Zodat ik een vriendenhand zal drukken voor ik zink.

    Maar neen ! Ik zal dan dood zijn, nu ik eraan denk.

    Ik herinner me Taff de Welshman toen hij zonk

    En zijn wang was als uitbottend rose in de knop.

    Maar mij, mij zullen ze in mijn hangmat naaien en diep laten vallen,

    Vademen, vademen diep. Wat zal ik dromen, zo vast in slaap.

    Ik voel het al over me komen. Schildwacht, ben je daar ?

    Maak de boeien wat losser om mijn polsen

    En rol me over op de andere zijde;

    Ik ben slaperig en de slijmerige wieren slingeren zich om me heen.

     

    Vertaling: Johan M. Palm. Verschenen bij de Wereldbibliotheek 1950.

    Billy in the Darbies

     

    by Herman Melville

     

    Good of the Chaplain to enter Lone Bay 
    And down on his marrow-bones here and pray 
    For the likes just o' me, Billy Budd. -- But look: 
    Through the port comes the moon-shine astray! 
    It tips the guard's cutlas and silvers this nook; 
    But 'twill die in the dawning of Billy's last day. 
    A jewel-block they'll make of me to-morrow, 
    Pendant pearl from the yard-arm-end 
    Like the ear-drop I gave to Bristol Molly -- 
    O, 'tis me, not the sentence they'll suspend. 
    Ay, Ay, Ay, all is up; and I must up to 
    Early in the morning, aloft from alow. 
    On an empty stomach, now, never it would do. 
    They'll give me a nibble -- bit o' biscuit ere I go. 
    Sure, a messmate will reach me the last parting cup; 
    But, turning heads away from the hoist and the belay, 
    Heaven knows who will have the running of me up! 
    No pipe to those halyards. -- But aren't it all sham? 
    A blur's in my eyes; it is dreaming that I am. 
    A hatchet to my hawser? all adrift to go? 
    The drum roll to grog, and Billy never know? 
    But Donald he has promised to stand by the plank; 
    So I'll shake a friendly hand ere I sink. 
    But -- no! It is dead then I'll be, come to think. 
    I remember Taff the Welshman when he sank. 
    And his cheek it was like the budding pink. 
    But me they'll lash me in hammock, drop me deep. 
    Fathoms down, fathoms down, how I'll dream fast asleep. 
    I feel it stealing now. Sentry, are you there? 
    Just ease this darbies at the wrist, and roll me over fair, 
    I am sleepy, and the oozy weeds about me twist. 
     

     

    25-07-2005 om 08:51 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jacob Cremer: Fabriekskinderen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Jacob Cremer: Fabriekskinderen

     

    Ik kwam de naam van deze Nederlandse auteur (1827 – 1880) tegen in het boekje van Mathijsen. Toen ik mijn Nederlandse boekenlijst overliep, trof ik tot mijn verwondering zijn naam en dat werkje aan. Hij is met dat stukje proza (22 blz.) opgenomen in deel 22 van de reeks Spectrum van de Nederlandse Letterkunde. Ik had gehoopt dat het ook zou voorkomen op de website van dbnl, maar dat is jammer genoeg niet het geval.

     

    Het proza zelf is niet zo bijzonder, wel de geschiedenis errond, en daarover wil het hier hebben. Ik haal mijn informatie uit de inleiding tot het werk.

    Nadat Cremer als schilder was mislukt, begon hij te schrijven. Ook zijn romans vonden geen bijval, maar hij boekte wel succes met zijn dorpsvertellingen Over-Betuwsche novellen (die wel bij dbnl te vinden zijn). De man las zijn verhalen zelf voor en daarmee lokte hij volle zalen. Door dat succes bleef hij in die trant schrijven, waardoor er geen ontwikkeling zat in zijn schrijversschap.

     

    Nederland had omstreeks het midden van de 19e eeuw een grote economische achterstand ten opzichte van andere Europese landen. Met het gevolg dat er schrijnende sociale omstandigheden heersten. De liberale regering wou niet weten van sociale wetten. De arbeiders vormden nog geen aparte bevolkingsklasse, zij werden beschouwd als ‘armen’ en die waren aangewezen op de liefdadigheid van hun meer welstellende landgenoten. Kinderarbeid was een normale zaak. In 1860 klaagde Multatuli de mistoestanden in Indië aan, maar tegen de toestanden in Nederland rees nog weinig protest. In 1863 kan een ingenieur bij het stoomwezen, de Vries Robbé de schrijver Cremer overhalen om een bezoek te brengen aan een Leidse wolfabriek. Naar aanleiding daarvan schrijft deze nog in dat jaar zijn Fabriekskinderen. Hij leest zijn rede zelf voor en hij vindt gehoor. Er wordt een commissie aangesteld die pas zes jaar later het advies uitbrengt om de leerplicht in te voeren. Het ministerie legt het advies echter ter zijde. Uiteindelijk wordt er in 1874 toch een wet goedgekeurd die een arbeidsverbod voor kinderen beneden de twaalf jaar uitvaardigt (behalve voor huiselijke diensten en veldarbeid). Dit werd de eerste sociale wet in Nederland, naar de indiener ervan werd ze ‘het kinderwetje van Van Houten’ genoemd.

     

    Maar nu het werkje zelf. De ondertitel luidt Een bede, doch niet om geld. Leiden is aan de ene kant een universiteitsstad, maar in een ander gedeelte worden fabrieken gebowud. De auteur leidt zijn lezer naar een kleine woning, op een koude decemberochtend. Een moeder wekt enkele van haar vijf kinderen die naar het werk moeten. De vader slaapt (hij is een dronkelap zonder werk). We volgen de kinderen op weg naar de fabriek. We krijgen een beschrijving van het werk dat ze er in de wolfabriek verrichten.

    Doch gij toefdet daar lang genoeg en wilt een ander tafereel. Aldus de schrijver. We maken kennis met een student die ’s morgens langs de weg een van de zoontjes aantreft. Hij neemt hem mee naar huis, geeft hem te eten, nieuwe kleren, enz. Een goed mens dus. Maar dat is hij pas geworden nadat hij met het leed echt geconfronteerd werd. Ook vandaag nog actueel.

    Maar, zoo zijn de menschen, ze moeten z i e n om te gevoelen; ze lezen in hunne nieuwsbladen van de duizende slagtoffers der mijnen en van de honderduizenden in den bloedigen krijg. Ja, ’t heet dan verschrikkelijk, maar ook aanstonds, aanstonds plooit weêr een lach hunnen mond, want daarnevens – in het nieuwsblad daar worden zij vergast op een aardig avontuur.

     

    We keren nog eens terug naar het gezin, waar een kindje sterft. Daarna is het verhaal gedaan. Wat volgt is een oproep om die toestanden te verhelpen. In de volgende paragraaf horen we een echo van Multatuli: En dat mijn verhaal u niet heeft voldaan, dat gij het ‘niet mooi’ hebt gevonden, zie, dat zou mij verheugen, indien ik u maar getroffen had; indien ge maar diep gevoeldet, dat daar ginder natuurgenooten, zwakke kinderen, armelijk gekleed en ellendig gevoed, 13, 14, 15 uren daags moeten werken in een klein bestek, ja – somstijds nog bovendien den ganschen langen nacht, waarop de zondag moet volgen.

     

    En tot besluit:

    Doorluchtige Vorst ! Edele en grootmagtige wetgevers in de Staat! Ziet: aan uwe en mijne kleederen, waaraan de handjes dier kleinen werkten, kleven droppels bloed; ja, de droppelen bloeds der arme in Nederland vermoorde fabrieks-kinderen.

     

    24-07-2005 om 21:19 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marita Mathijsen: Het literaire leven in de negentiende eeuw

    Marita Mathijsen: Het literaire leven in de negentiende eeuw

     

    Recent zijn er van haar hand nog twee boeken over de negentiende eeuw verschenen, maar die kon ik nog niet lezen.

    Dit boekje (92 bladzijden) is al van 1987. Wie interesse heeft, kan een kijkje nemen op het volgende adres, waar de volledige tekst mét illustraties is opgenomen. http://www.dbnl.org/tekst/math004lite02/index.htm . U moet dan kijken bij auteurs van de twintigste eeuw, onder de naam Mathijsen, en daar vindt u dan dit boekje. Het is de website van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, die ik niet genoeg kan aanbevelen.

     

    Het literaire leven wordt hier in brede zin beschreven, eerder sociologisch. Wie las er, wat las de lezer, hoe verliep het drukken en de verspreiding van literatuur, welke literaire genootschappen waren er, wie waren de belangrijkste schrijvers. Het boekje beschrijft uitsluitend de Nederlandse situatie, maar dat neemt niet weg dat het heel leerzaam is. Zo behandelt Mathijsen in haar inleiding in een korte paragraaf de mentaliteit in de 19e eeuw. Aan de ene kant de romantiek met zijn pathos, aandacht voor het grote en geweldige, zin voor contrasten, geheimzinnigheid en donkere machten. Aan de andere kant de biedermeiermentaliteit: de eeuw van de genoeglijkheid en de huiselijkheid.

    Over het onderwijs. De kinderen leerden lezen uit zogenaamde ABC-boekjes. Een voorbeeldje:

    Ach Heer, terwijl ik in mijn jeugd

    Ben gansch besmet met vuile zonden

    Cier my door uwen Geest met deugd:

    Doe my in Christus zijn gebonden.

     

    Gelukkig werd die methode vlug verlaten, en werd er gewerkt met platen, waarvan de uitloper aap, mies, noot sommigen nog zullen kennen.

     

    Het lijkt erop dat vrouwen uit de 19e eeuw meer lazen dan mannen. Een aanwijzing daarvoor is dat de schrijver van een roman zich dikwijls tot zijn lezers richtte met de woorden lieve lezeressen.

    Er werden leesgezelschappen opgericht die boeken aankochten die dan aan de leden werden uitgeleend. In de letterkundige genootschappen werden dan weer literaire avonden ingericht waarop auteurs uit hun werk kwamen voorlezen. Over zo een werkje zal ik het hebben in mijn volgende bijdrage.

     

    De schrijfster heeft het verder ook nog over de boekhandels, uitgeverijen en over enkele auteurs uit die periode. Bilderdijk, Tollens, enz., auteurs die niet meer worden gelezen, tenzij door nieuwsgierige buitenbeentjes. De figuur van de 19e eeuw is natuurlijk Multatuli, maar die wordt in dit boekje maar terloops vermeld.

     

    In het woord vooraf schrijft de auteur dat het boekje vooral bestemd is voor leerlingen uit de hoogste klassen van het hoger middelbaar en beginnende studenten aan universiteiten. Dus voor weetgrage mensen, die nog eens graag achterom kijken.

    24-07-2005 om 08:57 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Agota Kristof: Het dikke schrift
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Agota Kristof: Het dikke schrift

     

    Een boekje (150 blz., maar met veel wit, wat je uitleest op een uurtje of twee), dat me werd aangeraden door een vriend. Het werd in 1987 uitgegeven door Van Gennep Amsterdam en in de bibliotheek was het al in het magazijn beland.

    De schrijfster is in 1935 geboren in Hongarije. In 1956, na het neerslaan van de volksopstand is ze naar Zwitserland gevlucht waar ze nog steeds woont. Het Dikke schrift was haar debuut en het verscheen in 1987. Het werd in vele talen vertaald en kreeg enkele prijzen. Ze schrijft in het Frans.

     

    Het boek bestaat uit korte hoofdstukjes van hooguit drie bladzijden. Het eerste hoofdstukje heet De aankomst bij Grootmoeder. Een moeder wil haar twee zoontjes, een tweeling, in veiligheid brengen bij hun grootmoeder. Die woont in een klein stadje en het is daar veiliger dan in de grote stad en er is meer te eten. De gootmoeder is niet direct bereid, ze leeft namelijk in onmin met haar dochter. Bovendien heeft ze in het stadje de naam een heks te zijn en gaat het gerucht dat ze haar man heeft vergiftigd. Ze is vuil, ze stinkt, ze is ondankbaar en ze noemt haar kleinkinderen ‘tevengebroed’.  Wat is nu het dikke schrift ? Het is een schrift waarin ze hun ervaringen optekenen, en die vormen de korte hoofdstukjes van de roman. Die opstelletjes moeten waar zijn. Wij moeten opschrijven wat er is, wat wij zien, wat wij horen, wat wij doen. Bijvoorbeeld, het is verboden te schrijven: ‘Grootmoeder lijkt op een heks’; wat wél mag is schrijven:’De mensen noemen Grootmoeder de Heks.’

     

    Ik citeer dit om aan te geven in welke stijl het boek geschreven is. Alles is heel nuchter en sec. De jongens hebben het moeilijk, maar ze harden zich door allerlei oefeningen te doen, zowel lichamelijke als geestelijke. Het worden echte boefjes, oorlogskinderen, die heel vijandig staan tegenover hun medemensen en niemand ontzien. Over hun gevoelens schrijven ze niets, alleen de harde feiten.

     

    Het is een rauw boek. Sommige passages zijn keihard. Moord, verkrachting, bestialiteit. Het is dan ook in de eerste plaats een aanklacht tegen oorlog, geweld, onderdrukking, die van mensen onmensen maken. Geen lectuur voor gevoelige zielen.

     

     

    21-07-2005 om 15:14 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (6 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marta Morazzoni: Het huis
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Marta Morazzoni: Het huis

     

    Een recent boek van een in 1950 in Milaan geboren schrijfster. Het is mooi uitgegeven door Serena Libri in Amsterdam, een uitgeverij die al een dertigtal uitsluitend in het Nederlands vertaalde boeken  van Italiaanse schrijvers publiceert.

    Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel beslist de grootvader om een nieuw huis te bouwen, waarin hijzelf en zijn vrouw, zijn dochter en haar man en hun dochtertje Gemma samen zullen wonen. De mensen hebben het niet breed en iedere van hen zal wat moeten besparen en bijdragen. Het bouwen loopt niet van een leien dakje, en als het huis uiteindelijk af is, sterft de grootvader.

    In het tweede deel zijn we vijftig jaar later. Het huis wordt nu bewoond door Gemma en haar seniele moeder en een verzorgster voor deze laatste. Gemma wil het huis verkopen en een nieuw leven beginnen met haar geliefde, die we in het verhaal enkel kennen uit de brieven die Gemma hem schrijft. De makelaar die het huis wil kopen, wordt half verliefd op Gemma, maar hij krijgt geen hoogte van haar. Nadat de moeder op een raadselachtige wijze om het leven komt (vermoord door Gemma ?) kan het huis worden verkocht.

     

    Dat is ongeveer de inhoud. Het boek leest heel vlot. Het is heel verzorgd en fijn geschreven. Het zit vol gevoeligheden, raak getypeerde karakters. Duidelijk een boek dat door een vrouwelijke auteur geschreven is.

    21-07-2005 om 14:41 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Excelsior

    Excelsior

     

    Onlangs kocht ik een mooi geïllustreerd boekje met enkele gedichten van Longfellow. Een van die gedichten heette Excelsior en die titel deed me onmiddellijk denken aan een gedicht van Gezelle met dezelfde titel. Longfellow was geen onbekende voor Gezelle. Zoals bekend heeft hij zijn Song of Hiawatha vertaald. Dat werk was in de negentiende eeuw een succesnummer. Het verscheen in 1855 en werd direct in verschillende talen vertaald. De eerste vertaling in het Nederlands was van Meijboom en verscheen in 1862. Gezelle vertaalde in 1856 één zang uit het gedicht, maar hij begon pas in 1879 aan de definitieve versie die in 1886 werd gepubliceerd. Meer hierover is te lezen in Mijnheer Gezelle, de biografie door Michel van der Plas. Ook op volgend adres staat een kleine bijdrage: http://www.sip.be/gezelle/kortrijk/nl/song2_nl.htm

     

    Maar ik wou het over het gedicht Excelsior hebben. Excelsior betekent hogerop, steeds hoger. In het gedicht van Longfellow gaat het om een jongeman die de Alpen intrekt met een vlag waarop Excelsior staat. Hij passeert een dorp waarin de inwoners hem trachten af te houden van zijn tocht en die hem op de gevaren wijzen. Maar de jongeman wil verder. Zijn avontuur loopt verkeerd af en hij verongelukt.

     

    The shades of night were falling fast,
    As through an Alpine village passed
    A youth, who bore, 'mid snow and ice,
    A banner with the strange device,
    Excelsior!

    His brow was sad; his eye beneath,
    Flashed like a falchion from its sheath,
    And like a silver clarion rung
    The accents of that unknown tongue,
    Excelsior!

    In happy homes he saw the light
    Of household fires gleam warm and bright;
    Above, the spectral glaciers shone,
    And from his lips escaped a groan,
    Excelsior!

    "Try not the Pass!" the old man said:
    "Dark lowers the tempest overhead,
    The roaring torrent is deep and wide!
    And loud that clarion voice replied,
    Excelsior!

    "Oh stay," the maiden said, "and rest
    Thy weary head upon this breast!"
    A tear stood in his bright blue eye,
    But still he answered, with a sigh,
    Excelsior!

    "Beware the pine-tree's withered branch!
    Beware the awful avalanche!"
    This was the peasant's last Good-night,
    A voice replied, far up the height,
    Excelsior!

    At break of day, as heavenward
    The pious monks of Saint Bernard
    Uttered the oft-repeated prayer,
    A voice cried through the startled air,
    Excelsior!

    A traveller, by the faithful hound,
    Half-buried in the snow was found,
    Still grasping in his hand of ice
    That banner with the strange device,
    Excelsior!

    There in the twilight cold and gray,
    Lifeless, but beautiful, he lay,
    And from the sky, serene and far,
    A voice fell, like a falling star,
    Excelsior!

     

    Zoals u kunt lezen is het een heel romantisch gedicht.

     

    Het gedicht Excelsior van Gezelle is van een heel andere aard. Het is te lang om hier af te drukken, maar de belangstellende lezer kan het nalezen op het volgende adres:

    http://www.dbnl.org/tekst/geze002vlae01/geze002vlae01_0024.htm

     

    Het is een gedicht uit zijn eerste bundel, Dichtoefeningen en het werd geschreven in 1857. Het is het verhaal van een jongeman die zijn ouders en familie verlaat. Zoals bij Longfellow staat ook op zijn vlag Excelsior. Maar hij trekt de zee over en komt in een woest land waar hij Gods boodschap wil brengen. Maar de inboorlingen verstaan hem niet en brengen hem om het leven. In de laatste strofe is onze jonge priester in de hemel en zingen de engelen hem lof toe.

    Veel heeft Gezelle dus niet van Longfellow overgenomen, alleen de naam op de vlag en het afsluiten van elke strofe met het woord Excelsior.

     

    Om af te sluiten laat ik nog een gedicht met de titel Excelsior volgen. Het is van de Amerikaanse dichter Walt Whitman (1819-1892), maar het heeft een heel andere toon dan de twee vorige gedichten. Oordeel maar zelf.

     

    Who has gone farthest? for I would go farther,
    And who has been just? for I would be the most just person of the earth,
    And who most cautious? for I would be more cautious,
    And who has been happiest? O I think it is I--I think no one was
    ever happier than I,
    And who has lavish'd all? for I lavish constantly the best I have,
    And who proudest? for I think I have reason to be the proudest son
    alive--for I am the son of the brawny and tall-topt city,
    And who has been bold and true? for I would be the boldest and
    truest being of the universe,
    And who benevolent? for I would show more benevolence than all the rest,
    And who has receiv'd the love of the most friends? for I know what
    it is to receive the passionate love of many friends,
    And who possesses a perfect and enamour'd body? for I do not believe
    any one possesses a more perfect or enamour'd body than mine,
    And who thinks the amplest thoughts? for I would surround those thoughts,
    And who has made hymns fit for the earth? for I am mad with
    devouring ecstasy to make joyous hymns for the whole earth

    19-07-2005 om 21:26 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zola: La curée

    Zola: La curée

     

    Dit is het tweede deel uit de twintigdelige cyclus van de Rougon-Macquart. La curée betekent de jacht op succes, baantjesjagerij, verdelen van de buit.

    Drie personen spelen een hoofdrol in deze roman. Er is in de eerste plaats Saccard (een Rougon) wiens leven in het teken staat van rijk worden en aanzien verwerven. Als hij ergens munt kan uitslaan, kent hij geen scrupules. Terwijl zijn vrouw op sterven ligt, arrangeert zijn zuster al een nieuw huwelijk voor hem met een meisje van 19 die zwanger is geraakt. Saccard die het meisje van haar noch pluim kent, is bereid haar te huwen tegen een fors bedrag. Met dat geld kan hij beginnen te speculeren in onroerend goed. Er worden in Parijs namelijk grote avenues aangelegd en daarvoor moeten heel wat woningen worden onteigend. Hij kan zijn geld echter niet beheren, wankelt geregeld op het randje van het faillissement en zal op den duur zijn eigen vrouw financieel moeten bedriegen om het hoofd boven water te houden.

    De tweede hoofdpersoon is Renée, de jonge echtgenote van Saccard. Deze sensuele vrouw leidt een leeg luxe bestaan en verveelt zich te pletter. Haar stiefzoon, Maxime, de zoon uit het eerste huwelijk van haar man, is haar beste vrindje. Hij is een verwijfd type, een dandy en leegloper. Na verloop van tijd ontstaat er een incestverhouding tussen  Renée en Maxime. Zoals te verwachten loopt dat faliekant af.

    De roman speelt zich af in de ‘betere kringen’ van le Second Empire. Het is een decadent wereldje.

     

    Dit is de tweede roman die ik van Zola lees, en ik moet mijn idee over hem toch bijstellen. Ik had een vooroordeel dat het allemaal nogal plat zou zijn, maar dat is niet het geval. Nu en dan kan men van die oude ‘volksuitgaven’ van zijn werken in het Nederlands aantreffen en de titels daarvan alleen al voorspellen de meest vunzige lectuur. He tegendeel is waar. Zijn onderwerpen zijn weliswaar gewaagd voor die tijd (incest, in dit geval), maar de roman is heel knap geschreven. De ontwikkeling van de affaire tussen Renée en Maxime is heel mooi beschreven. Er hangt een zwoele, decadente sfeer over het geheel.

     

    Wat men er wel moet bijnemen, zijn de lange beschrijvingen. Zowel van Parijs, van de inrichting van de woningen, van de toiletten van de dames, enz. Maar ik kan me voorstellen dat er daar liefhebbers voor bestaan.

     

    Ik zit nu aan nummer twee en heb dus nog achttien delen te gaan. Zoals het er nu uit ziet, denk ik wel dat ik de hele cyclus mettertijd gelezen zal krijgen. Zola weet me te boeien.

    19-07-2005 om 20:25 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Camillo Boito: Senso
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Camillo Boito: Senso

     

    Een korte novelle, geschreven in 1883 en bij ons vooral bekend door de verfilming van Visconti uit 1954.

     

    De Venetiaanse gravin Livia vertelt in een dagboek een gebeurtenis van twintig jaar geleden, toen ze smoorverliefd werd op een hele knappe luitenant Remigio. Ze bedriegt haar echtgenoot, en als de luitenant wordt opgeroepen naar het front, schiet ze hem geld voor waarmee hij enkele artsen kan omkopen, zodat hij niet naar het strijdgewoel hoeft. Na een tijdje hoort ze niets meer van hem en gaat ze hem opzoeken. Ze betrapt hem met een andere vrouw. Uit wraak verraadt ze hem bij zijn commandant, en hoewel deze haar waarschuwt dat Remigio zal terechtgesteld worden, houdt ze haar aanklacht staande.

     

    De auteur leefde van 1836 tot 1914. Hij was de broer van Arrigo Boito, een componist die ook enkele libretto’s voor Verdi schreef (Otello en Falstaff).

    Camillo was behalve schrijver ook architect. Zijn laatste werk als architect was een rusthuis voor componisten, dat bij hem werd besteld door Verdi.

    17-07-2005 om 16:22 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    16-07-2005
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paul Klee: Stilleven
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Paul Klee: Stilleven

     

    Ter afwisseling zal ik in plaats van een boek een schilderij bespreken. Het is een doek van Paul Klee dat ik al zeker twintig jaar lang bewonder. Ik ben geen expert of kunsthistoricus, wat ik erover schrijf is een persoonlijke visie.

     

    U kunt een afbeelding van dit schilderij vinden op de volgende adressen:

     http://en.easyart.com/art-prints/prints/Paul-Klee/Paul-Klee-Letztes-Stilleben-33471.html

     

    of

     

    http://www.paulkleezentrum.ch/ww/en/pub/web_root/act/wissenschaftliches_archiv/werkphasen/die_letzten_schaffensjahre_193.cfm

     

    Dit stilleven is het laatste doek dat Klee schilderde. Zijn afscheid dus, en dat is volgens mij de boodschap van het werk.

     

    Een stilleven (nature morte, in het Frans, en in dit geval een meer passende benaming) situeert zich gewoonlijk in een interieur, een kamer, op een tafel waarop de voorwerpen uitgestald staan. Hier ontbreekt dit, en is de achtergrond een egaal zwart vlak. Dit kan al een eerste verwijzing zijn naar de nacht, de dood. Er zijn nog andere elementen die in die richting wijzen. Bovenaan rechts zien we een gele cirkel. Hij is geel, wat erop wijst dat het de zon kan zijn, maar dan een zon die niet (meer) straalt. Het is een eenzame planeet in het heelal. Met die cirkel correspondeert de gele schijf onderaan waarop zich een koffiekan, een beeldje en afgevallen bloemen en bladeren bevinden. Wat is er nu zo typisch aan die twee grootste voorwerpen ?  Het beeldje is een lachende figuur. Men ziet een lachende mond, twee kleine stippen voor de neusgaten en twee wat grotere stippen voor de ogen. Daarboven een lijn die de wenkbrauwen of een frons in het voorhoofd kan weergeven. Maar het opvallendste aan de figuur is dat ze met een arm wuift. Ten afscheid ? De wuifbeweging is herhaald in de tuit van de koffiekan. Op de gele schijf liggen allemaal verschillende bloempjes en blaadjes. Het bloempje tussen de twee figuren lijkt een mannetje dat wegloopt. De voorwerpen op de schijf zijn afgevallen, maar ze hebben hun kleuren bewaard. Het zijn geen herfstbladeren of uitgebloeide bloemen. Zouden ze niet kunnen verwijzen naar het werk van de schilder, de schilderijen en tekeningen die hij nalaat ?

    Het beeldje op de schijf wuift naar ons, maar ook naar de engel onderaan links. Ze lachen elkaar toe. Wie is die engel ? Het is de schilder, hier concreet de signatuur van de kunstenaar op het schilderij. Hij lacht nog wel, maar zijn ogen kijken ons niet meer recht aan. Ze zijn al wat verdraaid, ze zijn al op weg naar de andere kant, naar de dood. Dat het een afscheidnemende engel is, kun je ook merken aan de toegevouwen vleugels. En is het niet of hij zichzelf dichtvouwt ? Zijn linkerhand trekt het gewaad naar binnen en de rechterhand is niet meer actief en verdwijnt in het gewaad. De hand die niet meer zal schilderen. Het kruisje dat hij draagt wijst ook op de dood.

    Ten slotte is er de groep voorwerpen linksboven. Het rode worm- of darmachtige voorwerp. We vinden er de opwaartse beweging van de arm van het beeldje in terug, maar dit keer wuift die ‘arm’ niet, maar wijst hij naar boven. Het voorwerp zweeft, wat erop kan wijzen dat het onderweg is naar een ander oord. Aan twee dingen doet het voorwerp me denken. Eerst aan een mummie. In de tweede plaats aan een larve. Een larve die later een vlinder zal worden. De kunstenaar is dood en gemummificeerd maar zal openbloeien als een vlinder. Hij bevindt zich in een tussenstadium, tussen dood en leven. Dat zou kunnen betekenen dat de kunstenaar gelooft in een hiernamaals. De andere vier figuren rechts staan mooi recht, hun vormen zijn in tegenstelling met de vormen rechts,  nogal harmonisch. Misschien is dat de zone van de opstanding, de hemel, om het wat simplistisch te zeggen.

    Er zijn in die hoek nog aspecten die daar op wijzen. Helemaal in de linkerbovenhoek, een bloem, maar het kan ook een zon zijn. Ze vormt een contrast met de andere zon die geen stralen heeft, en met de afgevallen bloemen op de gele schijf. Zij wijst dus op leven (eeuwig leven ?). Typisch zijn ook de twee, op het eerste gezicht, rode bloemen. Ze hebben bovenaan een bloem, takken en wortels waartussen twee ogen staan. Maar als je de figuren ondersteboven bekijkt, zie je twee figuren, twee kinderen die zich voortbewegen op een wiel of rad. Het rad van de eeuwige wederkeer uit de oosterse religies ?

    Welke bewegingen geven het werk zijn dynamiek ? Er zijn de vier van elkaar losstaande groepen die lijken te zweven in een ruimte. De larve accentueert die indruk nog. Vervolgens is er de beweging van de bloem (zon) bovenaan links naar de zon en de gele schijf. Daarnaast is er het wuivende gebaar van het beeldje, de tuit en de larve. En ten slotte is er de glimlach van de engel en het beeldje.

     

    Al deze elementen en details versterken alleen maar de algemene indruk die het werk op mij maakt. De kunstenaar, de mens, die afscheid neemt van ons, van de wereld en van zijn werk.  Het ontroerende, aangrijpende van dit schilderij is de sereniteit waarmee hij afscheid neemt, met een glimlach.

     

     

    16-07-2005 om 20:36 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Foto

    Poems are blossoms of the brain. Emily Dickinson
    Kunst gibt nicht das Sichtbare wieder, sondern macht sichtbar. Paul Klee

    La nostra vita in terra

    Altro non è che guerra


    en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Hebreeën 13.2
    Archief per week
  • 29/06-05/07 2020
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 13/05-19/05 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 26/09-02/10 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 08/11-14/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 31/12-06/01 2008
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 26/12-01/01 2006
  • 12/12-18/12 2005
  • 05/12-11/12 2005
  • 28/11-04/12 2005
  • 21/11-27/11 2005
  • 14/11-20/11 2005
  • 07/11-13/11 2005
  • 31/10-06/11 2005
  • 24/10-30/10 2005
  • 17/10-23/10 2005
  • 10/10-16/10 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 26/09-02/10 2005
  • 19/09-25/09 2005
  • 12/09-18/09 2005
  • 05/09-11/09 2005
  • 29/08-04/09 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005
  • 25/07-31/07 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 11/07-17/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 27/06-03/07 2005
  • 20/06-26/06 2005
  • 13/06-19/06 2005
  • 06/06-12/06 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005
  • 16/05-22/05 2005
  • 09/05-15/05 2005
  • 02/05-08/05 2005
  • 25/04-01/05 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Aanraders tot nu toe:

    Von Keyserling: Branding
    Hrabal: Zwaarbewaakte treinen
    Voltaire: Candide
    Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven
    Hawthorne: De scharlaken letter
    Yalom: De Schopenhauer-kuur
    Rosa: De derde oever van de rivier
    Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi
    Waugh: The Loved One
    Kadare: Het donkere jaar
    Baricco: Zijde
    Moorehead: De Blauwe Nijl
    Lampedusa: De tijgerkat
    Melville: Billy Budd
    Platonov: De bouwput
    Tim Parks: Bestemming
    Bernhard: De neef van Wittgenstein
    Kafka: Die Verwandlung
    Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw
    Traven: Verhalen
    Baldwin: Go Tell it on the Mountain
    Faulkner: As I lay dying
    Oë: De hoogmoedige doden
    Trilling: The Middle of the Journey
    Hardy: Far from the madding crowd
    Kristof: De analfabete
    McEwan: Amsterdam
    Filloy: De bende
    Sciascia: De Zaak Aldo Moro
    Salinger: Franny and Zooey

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!