André Gide: La symphonie pastoralexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Gide (1869 1951) schreef dit werkje in 1919.
Een dominee in een Zwitsers dorpje raakt ingesneeuwd en maakt van de gelegenheid gebruik om recente gebeurtenissen te boek te stellen. Op een dag wordt hij naar een afgelegen hutje weggeroepen, waar een oude vrouw op sterven ligt. Hij treft er een blind meisje van ongeveer vijftien jaar aan dat half verwilderd lijkt en nauwelijks praat. Hij beslist deze Gertrude op te vangen. Dat valt niet in goede aarde bij zijn vrouw, die reeds vijf kinderen heeft. De dominee echter meent dat God dit kind op zijn weg heeft gezet en zet door. Met veel inspanning krijgt hij haar aan het praten en leert hij haar de wereld kennen. Een eenzijdige wereld, zoals later zal blijken. Hij toont haar enkel de mooie kanten van het bestaan. En ook in zijn godsdienstonderricht, het voorlezen uit de Bijbel, mijdt hij angstvallig de brieven van Paulus, omdat die de zonde introduceren. Hij houdt het bij de evangelies, waarin hij alleen een boodschap van liefde leest. De titel van het boekje slaat op de Pastorale, de zesde symfonie van Beethoven. De dominee woont daar samen met Gertrude namelijk een uitvoering van bij.
Op een bepaald moment zijn er toenaderingspogingen van de oudste zoon van de dominee tot Gertrude. De vader ziet dat met lede ogen aan, hij zendt zijn zoon op reis en plaatst Gertrude bij een dame uit het dorp. Hij heeft nog niet door, of wil niet toegeven, dat hij zelf verliefd is op Gertrude. Op een bepaald moment erkennen ze elkaar hun gevoelens. Gertrude ondergaat een operatie die haar het zicht teruggeeft. Ze onderneemt een zelfmoordpoging omdat ze ziet dat ze de echtgenote van de dominee onrecht aandoet. Met te zien, heeft ze ook een zondebesef gekregen. In een laatste gesprek met de dominee, voordat ze sterft, zegt ze dat ze verliefd is op zijn zoon. Een huwelijk is echter niet mogelijk omdat de zoon zich (samen met haar) tot het katholicisme heeft bekeerd en hij priester wil worden. De dominee blijft geslagen achter. De laatste zin van het boek luidt: Jaurais voulu pleurer, mais je sentais mon coeur plus aride que le désert.
Door de inhoud zo te vertellen doe ik het boek veel te kort. Er zitten verschillende themas in verwerkt. De echtelijke problemen, de confrontatie van de vader met zijn zoon, de onmogelijkheid van een zuivere liefde, het conflict in het christendom tussen de aanhangers van de wet en die van de liefde.
Op een bepaald moment wordt in het boek van de sneeuw gezegd dat hij bovenaan lang mooi blijft, een tapijt blijft vormen, maar dat het smeltproces van onderen begint. Dit beeld slaat op de liefde van de dominee, die ondermijnd wordt door de dingen waar hij geen vat op heeft.
Het boek is met vuur en overtuiging geschreven. Het is soms poëtisch en ontroerend. Modern is het niet meer, omdat de zaken rechtuit worden gezegd, zonder omwegen en duidelijk. Maar dat is voor mij helemaal geen tekort. Er zijn ook veel bijbelcitaten in opgenomen, die hun plaats krijgen in het verhaal.
|