Voor 20 cent kocht ik onderstaand boek. Het bestaat uit twee delen, samen ongeveer 1500 bladzijden.
De Dichtwerken
van
Mr. Willem Bilderdijk,
met uitzondering van eenige stichtelijke dichtstukken,
naar tijdsorde gerangschikt en met vele ophelderende aanteekeningen uitgegeven
door
Dr. J. Van Vloten
Benevens als inleiding De Voorlezing over Bilderdijk
door
Dr. Nicolaas Beets
Ik neem aan dat weinig mensen hierin geïnteresseerd zullen zijn, maar toch wil ik hier geregeld een vers van die dichter overtypen. Voor de aardigheid, niet omdat het hoogstaande poëzie is. Trouwens, ik houd ervan om wat in het verleden te graven, om in deze computertijden wat ouderwets te zijn.
Aan den Heer P. J. Uylenbroek,
In antwoord op zijn brief van 19 mei 1778.
Een samenloop van bezigheden,
Verdrietlijk uit den aard voor t oefengraag verstand,
Of liever (waarom toch de waarheid niet beleden:
Wie hoort altoos de stem der reden,
En houdt het rustloos hart geduurzaam in den band?)
Een kwade luim had me overrompeld
En in mistroostigheid gedompeld;
Een kwaal, waartoe t gestel mijns lichaams overhelt,
Wanneer ik, juist van pas om deze harsenbeelden,
Die door mijn doffe zinnen speelden,
Te teugelen in hun geweld,
Uw vriendelijken brief mij zag ter hand gesteld.
De brief gaat nog verder, maar ik vrees dat ik Bilderdijk in kleine dosissen zal moeten opvoeren. Let toch eens op het volgende: in regel zes een kwade luimdie hij in regel acht samenvoegt in het woordje kwaal.
Guido Morselli: De verdamping van de menselijke soort
Guido Morselli: De verdamping van de menselijke soort
Een eigenaardige titel voor een van de vreemdste boeken die ik ooit heb gelezen. Deze Italiaanse auteur leefde van 1912 tot 1973. Zijn boek is van 1973, het jaar waarin hij zich van het leven heeft beroofd. Als je het boek leest, komt dat niet als een verrassing. Kort samengevat is dit de plot: een man onderneemt een zelfmoordpoging ergens in een afgelegen grot. Hij ziet echter op het laatste moment van zijn voornemen af. Als hij terug in de bewoonde wereld komt, zijn er geen mensen meer te bespeuren. Alle mensen zijn verdampt, hij is de enige overlevende. Wat er is gebeurd, weten we niet, en het doet ook niet ter zake. Verder in de roman gaat de man op onderzoek uit naar andere overlevenden, maar er is niemand meer. Een verhaal zit er niet in. Het boek is overwegend filosofisch van aard, met veel bespiegelingen. Maar daarnaast is er ook plaats voor gewonere dingen. Voorbeeld:
Kroniek uit Arcadië: door kletsnatte bossen en velden zit ik achter een van de geiten van mijn herders aan, ik krijg haar te pakken. Ik ben haar bij toeval tegengekomen. Sleep haar, letterlijk, naar huis, zet haar aan een touw vast in de lege stal, haar stoten ontwijkend, niet allemaal. Ik melk haar tot we uitgeput zijn, ik en zij. De dikke melk, zout, vet, maar met de smaak van de wildernis, is een Ur Milch, zo jong en zo oud als een doorvertelde legende, een verrukking.
Maar meestal is het boek abstracter. Voorbeeld:
Ik overleef. Ik ben dus uitverkoren, of ik ben verworpen. Niks geen toeval: wil. De interpretatie ervan berust bij mij, dat wel. Als ik veronderstel dat de mensheid het in de nacht van 2 juni had verdiend aan haar einde te komen, en de dissipatio een straf was, kom ik tot de conclusie dat ik de uitverkorene ben. Als ik veronderstel dat het een glorievol geheim was, tenhemelopneming, verengeling van de soort enzovoort, kom ik tot de conclusie dat ik de verworpene ben.
Geen boek voor mensen die tuk zijn op een vlot verhaal, wel voor wie kennis wil nemen van soms vreemde redeneringen en beschouwingen. Een boek dat tijd vergt en dat om herlezing vraagt. Ik was er weg van.
Voor wie wat Italiaans begrijpt, dit fragment uit zijn dagboek, pessimistischer kan moeilijk.
«Tutto è inutile. Ho lavorato senza mai un risultato; ho oziato, la mia vita si è svolta nella identica maniera. Ho pregato, non ho ottenuto nulla; ho bestemmiato, non ho ottenuto nulla. Sono stato egoista sino a dimenticarmi dellesistenza degli altri; nulla è cambiato né in me né intorno a me. Ho amato, sino a dimenticarmi di me stesso; nulla è cambiato né in me né intorno a me. Ho fatto qualche poco di bene, non sono stato compensato; ho fatto del male, non sono stato punito. Tutto è ugualmente inutile». (Guido Morselli, Diario, 6 novembre 1959)
Eigenlijk was ik het afgelopen weekend graag naar de mars voor het gezin geweest. De beelden op tv toonden een groep mensen die echt tevreden leken onder gelijkgestemden te kunnen vertoeven. Niet verwonderlijk, bij afwezigheid van dissidenten, als er geen gevaar is voor vervelende vragen en als men zich in alle rust zalig kan wiegen in het eigen gelijk. Om toch maar geen enkele wanklank te laten doorklinken, kreeg de betoging trouwens het label voor het gezin, hoewel ze eigenlijk gericht was tegen de adoptie van kinderen door holebis. Ik ken die mensen hun argumenten niet zo goed. Als ik ervan uitga dat ze overwegend vrij van vooroordelen zijn, dan zal hun belangrijkste argument wel zijn dat ze het kind willen beschermen tegen negatieve reacties in het latere leven. Alleen vraag ik me dan af waarom ze dan ook niet reageren tegen witte hetero ouders die een kleurkind adopteren. Ook dat kind kan later met de vinger gewezen worden.
Mijn grootste verwijt naar die groep mensen is hun oppervlakkigheid. (Trouwens niet zo verschillend van de oppervlakkigheid van de voorstanders die met slogans als gelijkheid en geen discriminatie schermen). Beide groepen durven, kunnen of willen niet nadenken, of beter, kunnen zich niet inleven in de situatie, het zielenleven van een homokoppel dat een kind wenst te adopteren. Hebben zij er al eens bij stilgestaan wat een belangrijke beslissing dat inhoudt voor bijvoorbeeld twee mannen die een kind wensen te adopteren? Zij maken niet zomaar een kind, zij wensen bewust een kind groot te brengen. In hun situatie is die keuze des te moeilijker, daar ze beseffen bloot te staan aan veel kritiek van buitenaf.
Twee mensen die deze beslissing nemen, geven daardoor blijk van een groot vertrouwen in elkaar, zijn bereid beiden een grote mate van verantwoordelijkheid op zich te nemen en zijn bereid hun liefde te delen met een derde.
Wat doen de tegenstanders met die gevoelens ? Ze negeren, om vooral de eigen zielenrust niet te verstoren ? Dat zijn ten slotte de enige gevoelens en overwegingen die er toe doen. Kan een kind zich een veiliger en warmer nest wensen ?
Onlangs kreeg ik dit boek van een vriend cadeau, en nu is het plots actueel geworden. Een van de verhalen uit dit boek is Twee Cowboys. Het is op dit verhaal dat de regisseurAng Lee zonet in Venetië met zijn film Brokeback Mountain de Gouden Leeuw voor de beste film in Venetië heeft gewonnen.
Twee plattelandsjongens, Jack en Ennis, zijn elk afzonderlijk op zoek naar werk. Ze worden in dienst genomen om tijdens de zomer schapen te laten weiden op Brokeback Mountain. Daar komt het tot een relatie tussen de twee mannen. Als de zomer voorbij is, gaan ze uit elkaar. Een van beiden trouwt. Na vier jaar ontmoeten ze elkaar weer. De liefde blijkt nog niet over te zijn.
Op een dag verneemt Ennis dat Jack verongelukt is. Officieel een auto-ongeluk, maar waarschijnlijk is hij pmgebracht door een homohater.
Het is eens iets anders, een liefdesgeschiedenis tussen twee mannen, en dan nog wel geschreven door een vrouwelijke auteur. Het verhaal speelt in een ruige omgeving, in een ruwe natuur. De verhouding tussen de mannen is navenant, een passionele relatie. Het verhaal is daarom niet plat geschreven. Integendeel, de wat ruwe intimiteit tussen de hoofdpersonen is op haar manier heel poëtisch.
Van de film heb ik nog niet veel gezien, alleen enkele beelden van een gesprek tussen de twee hoofdrolspelers. Mijn eerste indruk was dat de casting niet zo gelukkig was. De gezichten van de acteurs waren wat te fijn, te mooi. De figuren in het verhaal had ik mij helemaal anders voorgesteld.
Een roman over de joodse gemeenschap in Ferrara in de jaren dertig, tijdens de opkomst van het fascisme in Italië. De Finzi-Contini zijn een rijke joodse intellectuele familie in Ferrara. Hun grote huis is omgeven door een tuin die de ik-persoon altijd al heeft geïntrigeerd. Hij kent de familie oppervlakkig van de bezoeken aan de synagoge. Als de plaatselijke tennisvereniging de toegang aan de joden ontzegt, stelt de vader Finzi-Contini zijn tennisveld open voor de joodse jongeren. De hoofdpersoon wordt verliefd op de dochter van het huis, maar die affaire draait uit op niets.
De roman gaat in de eerste plaats misschien wel over de stad Ferrara. Hij werd geschreven in 1962 en de auteur heeft de sfeer uit de jaren dertig willen oproepen. De personages zijn overwegend intellectuelen met het gevolg dat er veel over cultuur in het boek wordt gepraat, vooral over mij onbekende Italiaanse auteurs.
De foto is uit de gelijknamige film van Vittorio de Sica uit 1971
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey