Het derde deel uit de twintigdelige reeks van de Rougon-Macquart. Centraal in deze roman staan Les Halles in Parijs. De overdekte markt waar destijds de handelaars hun waren kwamen aanbieden. We krijgen dan ook ellenlange beschrijvingen van alle soorten vis, vlees, groenten, kaas enz. Het verhaal komt eigenlijk pas op gang in de laatste honderd bladzijden van de vijfhonderd. Maar het was Zola dan ook te doen om een natuurgetrouwe beschrijving van die markt en de buurt er omheen.
Het verhaal zelf draait rond Florent. Een jongeman die wetens zijn politieke activiteiten verbannen was en nu terugkeert naar Parijs. Hij wordt er opgenomen in het gezin van zijn broer. Hij krijgt een baan als inspecteur van de marée, de aangevoerde vis. Er ontstaat onder de dames verkoopsters jaloezie en afgunst. Het leven wordt hem zuur gemaakt en de dames zullen hem uiteindelijk aangeven bij de politie. Hij was namelijknog altijd revolutionair en bereidde op amateuristische wijze een opstand voor. In zijn groep zaten echter ook een aantal verraders en profiteurs waardoor het hele opzet op een fiasco uitdraait.
Florent is het enige personage in de roman met goede eigenschappen. Maar hij is geweldig naïef, op het onnozele af. De andere figuren worden negatief getekend. Tot de kinderen toe. Achterklap, afgunst, nijd zijn de kernwoorden van dit werk.
Een novelle uit 1989, geschreven door een meisje dat toen negentien jaar was. Het boekje was destijds een succes en het verwekte heel wat schandaal. Het is het verhaal van een meisje dat in een achterlijk dorpje op Sicilië probeert volwassen te worden. Haar ouders houden er echter erg verstarde opvattingen op na en bovendien wordt ze geregeld afgetuigd door haar ouders. Verder wordt ze ook nog eens misbruikt door een oom. Kortom, een boekje vol ellende. Hopelijk is heet werk niet gebaseerd op werkelijke feiten.
Op een oude plaat met liederen van deze Franse componist vond ik dit mooie kwatrijn:
Quand contremont verras retourner Loyre,
Et ses poyssons en lair prendre pasture,
Les corbeaux blancz laissantz noyre vesture,
Alors de toy nauray plus de mémoire.
Als je de Loire bergop ziet stromen en de vissen in de lucht ziet weiden en als de kraaien hun zwarte tooi voor een witte hebben geruild, dan pas zul je uit mijn herinnering zijn verdwenen.
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey