Foto
Ich gruet u allen int gemeyne,
Want met nimant besonder en ben ich bekent
Inhoud blog
  • esperanto
  • Over liefde
  • Bidden en/of mediteren
  • in memoriam
  • Karel D'huyvetters: Spinoza: de brieven over God
  • Losse bedenkingen 2: De hoofddoek
  • Losse bedenkingen 1: Geloven en niet-geloven
  • Gerrit Achterberg: Weerbericht
  • Nicole Verschoore: Le maître du bourg
  • Henry James: Washington Square
  • liefde
  • Blason du corps féminin
  • Pessoa: Criança desconhecida e suja brincando à minha port
  • Boutens: Rijk gemis
  • Beschouwingen bij Als de ziel spreekt
  • P.C. Boutens: De ziel spreekt
  • Jacob Winkler Prins: Uit mistig grijze morgenstrepen
  • Franco Sacchetti: Florentijnse verhalen
  • Peter Handke: Wunschloses Ungluck
  • Maria Petyt: Het leven van de weerdighe moeder Maria Petyt
  • Leonardo Sciascia: Mort de l'Inquisiteur
  • Flannery O'Connor: Goede mensen zijn dun gezaaid
  • McCullers: Clock without hands
  • Jane Bowles: Two Serious Ladies
  • J.D. Salinger: Franny and Zooey
  • Anne Bronte: A Reminiscence
  • William Faulkner: Shingles for the Lord
  • Vercors: Le Silence de la Mer
  • Maria Dermout: De Sirenen
  • Aifric Campbell: De logica van het moorden
  • Jörn Pfennig: Twee gedichten
  • Hesse: Over lezen en boeken
  • Colum McCann: Het verre licht
  • Vondel, Shakespeare! 2
  • Vondel: Joseph in Egypten
  • Schnitzler: Traumnovelle
  • Vondel, Shakespeare !.
  • Arthur Schnitzler: Doktor Gräsler, Badearzt
  • Psalm 23
  • Rilke: Eranna an Sappho
  • Charles Perrault: Riquet à la houppe
  • Cathérine Bernard: Riquet à la houppe /Riquet met de kuif
  • Vestdijk: The Beauty and the Beast
  • Schnitzler: Der blinde Geronimo und sein Bruder
  • Arthur Schnitzler: Sterben
  • Hofmannsthal
  • Yeats
  • Swift: A Voyage to the Houyhnhnms
  • Swift: A voyage to Laputa!
  • Swift: A voyage to Brobdingnag
  • Swift 2
  • Swift (1667-1745)
  • Swift: Gulliver's Travels (1)
  • Joseph Conrad: Within the Tides
  • Schopenhauer over de dood (1)
  • Piet Calis: Vondel. Het Verhaal van zijn Leven
  • Jacques Prévert: Fatras
  • Van de Woestijne: Vervarelijk Festijn
  • John M. Synge: The Playboy of the Western World
  • Synge: prelude
  • Alan Bennett: The Uncommon Reader
  • James Baldwin: Going to meet the man
  • Laura Esquivel: Como agua para chocolate
  • Carry van Bruggen: Goenong Djatti
  • Carry van Bruggen: Anekdote
  • Juan Filloy: De Bende
  • Sébastien Japrisot: L'été meurtrier
  • Richard Hough: The Potemkin Mutiny
  • Leonardo Sciascia: De Zaak Aldo Moro
  • A. Stifter: Brigitta
  • Lodeizen/Merrill
  • Gezelle
  • Michaël Borremans: The glaze
  • McEwan: Aan Chesil Beach
  • Hanshan: Gedichten van de Koude Berg
  • Richard Minne: Madèle of de lustige weduw
  • William Faulkner: Mosquitos
  • Indisch beeldje
  • William Cullen Bryant
  • William Cullen Bryant: To the fringed gentian
  • William Cullen Bryant: Sonnet - To an American Painter Departing for Europe
  • Balzac: Les Proscrits
  • Herman Melville: Bartleby the Scrivener
  • Nabokov: An Affair of Honor
  • Nabokov: The Visit to the Museum
  • D. H. Lawrence: Liefde in het hooi
  • Grillparzer (1791-1872): De arme Speelman
  • Franz Kafka: Das Urteil (Het Vonnis)
  • Reiner Stach: Kafka. Die Jahre der Entscheidungen
  • Moreau-Vauthier: La mort de Joseph Bara
  • Louis David: Joseph Bara
  • J. Boze: Marat
  • David: A Marat
  • Goldsmith: She Stoops to Conquer
  • Pirandello en Camilleri
  • Oliver Goldsmith: The Vicar of Wakefield
  • Barbara Allen
  • Victor Jara (1932-1973)
  • Vestdijk: Sint Sebastiaan
  • Le jeu de tonneau
  • Brecht: Twee gedichten
  • Joden in Engeland
  • Christopher Marlowe: The Jew of Malta
  • Franz Kafka: Brief an den Vater
  • Willem de Mérode: De witte kater
  • Shakespeare: The Merchant of Venice (eerste bedrijf)
  • Stendhal: Lucien Leuwen
  • Baudelaire: Les Fleurs du Mal
  • The Arrest of Oscar Wilde at the Cadogan Hotel
  • Lichtenberg
  • Charles Ducal: In inkt gewassen
  • Amoz Oz: Verzen van het leven en de dood
  • Goldsmith (1728-1774)
  • Shakespeare: The Tempest
  • David van Reybrouck: Slagschaduw
  • Norbert De Beule: EBdiep
  • Een naam
  • Ira Levin: Een kus voor je sterft
  • José Eduardo Agualusa: De handelaar in verledens
  • Kathleen Raine: The World
  • Erwin Mortier: Avonden op het Landgoed. Op reis met Gerard Reve
  • Nathaniel Hawthorne: The Gentle Boy
  • Poe: The Premature Burial
  • Melville
  • Bhartrihari
  • Ismail Kadare: De dochter van Agamemnon. De opvolger
  • Thomas Hardy: Jude the Obscure
  • Carlos Drummond de Andrade: De liefde, natuurlijk
  • Kenzaburo Oë: De knoppen breken
  • Angus Wilson: Anglo Saxon Attitudes
  • Sandro Veronesi: Waar gaat die vrolijke trein naartoe
  • Frederik van Eeden: Pauls ontwaken
  • Sàndor Màrai: Gloed
  • Anthony Powell: What's become of Waring
  • Ian McEwan: De troost van vreemden
  • Stendhal: Lamiel
  • Sándor Márai: De opstandigen
  • Friedrich Dürrenmatt: De rechter en zijn beul
  • Thomas Bernhard: Der Stimmenimitator
  • B. Traven: Een generaal komt uit de wildernis
  • Epicurus/Leopold
  • Bernardo Carvalho: Negen nachten
  • Ian McEwan: Amsterdam
  • Rosalie en Virginie Loveling
  • Agota Kristof: De analfabete
  • Daniel Defoe: A Journal of the Plague Year
  • Voltaire: Filosofisch woordenboek
  • Vondel: Noah 5e bedrijf
  • Thomas Hardy: Far from the Madding Crowd
  • Dromen
  • Leonardo Sciascia: Een duidelijke zaak
  • L.P. Boon: De paradijsvogel
  • Gorecki: Symfonie nr. 3 - Symfonie der Klaagliederen
  • J. H. Leopold
  • Petrarca: Brieven aan zijn broer
  • Konstantin Paustovskij: Begin van een onbekend tijdperk
  • Heinrich van Kleist: Die Marquise von O.
  • Lionel Trilling: The Middle of the Journey
  • Poesjkin: Schoppenvrouw
  • Schnittke
  • Timmermans: Adagio
  • Joseph Roth: Rebellie
  • John Boyne: De jongen in de gestreepte pyjama
  • Evelyn Waugh: Edmund Campion
  • Umberto Saba: Voor de vogels en een vriend
  • Kenzaburo Oë: De hoogmoedige doden
  • Heinrich Böll: De nalatenschap
  • Nabokov: Uitnodiging voor een onthoofding
  • Achterberg: En Jezus schreef in 't zand
  • Vondel: Noah 4e bedrijf
  • Streven januari 2007
  • Vladimir Nabokov: Bastaards
  • Sá-Carneiro: Twee gedichten
  • Mário de Sá-Carneiro: Beijos
  • Boutens: Kussen
  • Georges Eekhoud / J.I. De Haan
  • Vestdijk: Ierse nachten
  • Faulkner: As I Lay Dying
  • Boutens
  • Alfred Jarry: L' amour en visites
  • Ledeganck: Het burgslot van Zomergem
  • Tsjechow: Drama op de jacht
  • William Faulkner: Sanctuary
  • Vondel: Noah vervolg 3e bedrijf
  • Vondel: Noah 3e bedrijf
  • Pierre Louÿs (1870 - 1925) : Journal
  • Ledeganck: De Zinnelooze
  • Pikanterie
  • Goya en Louÿs
  • Pierre Louÿs: La Femme et le Pantin
  • Jack London: De droom van Martin Eden
  • Hugo von Hofmannsthal: Das Erlebnis des Marschalls von Bassompierre
  • Eduard von Kaiserling: Schwüle Tage
  • Flaubert: Saint Julien l'hospitalier
  • Saint Julien l'hospitalier
  • Emile Zola: Thérèse Raquin
  • Zondeval
  • Witold Gombrovicz: De beheksten
  • Janneke
  • Albert Verwey: De page
    Zoeken in blog

    sprokkelhout

    08-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Boutens: Rijk gemis

    Boutens: Rijk gemis

     

    Als onwisselbaren schat

    Draagt de ziel heur rijk gemis

    Door de bonte wildernis

    Van de groote menschenstad:

     

    Heel de volheid van haar hart,

    Nardus in zijn broos albast-

    O te liefelijken last

    Voor dees markt van vreugd en smart!

     

    Stil, want hier of nergens woont

    ’t Jong en uitverkoren hoofd

    wien uw balsem is beloofd,

    dien gij straks tot koning kroont…

     

    Of om hoek van avondstraat

    straalt in gelen lampenschijn

    aan het wereldsche festijn

    van uw god het bleek gelaat.

     

    En gij wankelt door de deur:

    Over hoofd en voet en stool

    Uit gebrijzelde fiool

    Stroomt de schat van vloeibren geur.

     

    In dit gedicht is en man uit het oude Griekenland op een avond op zoek naar zijn geliefde, ik veronderstel een jongeling. De dichter gaat ervan uit dat mens en ziel hier identiek zijn, want in regel vijf heeft hij het over het hart van de ziel. Dat hart is vervuld van een schat, rijk gemis genoemd, die niet in- of omwisselbaar is. Die schat is de onbeantwoorde (het gemis) liefde voor een jongeling.

    De liefde is echter problematisch. De dichter moet in ongunstige omstandigheden proberen haar in vervulling te laten gaan. Hij bevindt zich namelijk in een grote stad: een markt waar zowel vreugde als smart voorkomt. Die wereld is vol gevaar voor zijn kostelijk bezit, zijn liefde. Daarom vergelijkt hij haar met nardusolie die opgeborgen zit in een broze fiool van albast.

    De dichter wil de hoop echter niet verliezen. Hij onderbreekt zijn pessimistische gedachtegang. Stil, zegt hij tot zichzelf. Want hier kan hij de jongeling aantreffen. De balsem is bestemd voor de jongeman die hij straks, met zijn liefde, tot koning hoopt te kronen. Hier of nergens zegt hij. Het doet denken aan nu of nooit. Als de jongeman niet hier is, dan is hij nergens. Met andere woorden, hij moet hier zijn. De dichter ziet straks misschien zijn gelaat in het licht van een lantaren. Maar twijfel en vrees slaan al toe: de jongeman neemt deel aan het feest in de stad, hij heeft een bleek gelaat. Dan gaat de dichter ergens binnen: een drankgelegenheid, een bordeel? In ieder geval worden zijn verwachtingen de bodem in geslagen. De fiool met de geurige olie, d.i. zijn hart vervuld van liefde, breekt en de schat vloeit weg.

     

    De nardusolie komt ook enkele keren in de bijbel voor. De mooiste passage is die in Markus, het oudste evangelie. Hiervan komt de tekst het beste overeen met wat er in het gedicht gebeurt. Onder 14:3 lezen we:

     

    Terwijl Hij nu te Betanië was in het huis van Simon, den melaatse, en aanlag aan tafel, kwam er een vrouw, die een albasten kruik vol echte, kostbare nardus droeg; zij brak de kruik stuk, en goot de nardus uit over zijn hoofd.

     

    Zou Boutens hier dit bijbelse tafereel in zijn gedicht hebben willen weergeven? Waarschijnlijk niet, want als het om Jezus ging, zou hij bijvoorbeeld het woord god in de vierde strofe met een hoofdletter hebben geschreven.

     

    Men kan het gedicht ook als een erotisch vers lezen. De  broze albasten fiool zou dan voor het mannelijk geslacht staan, dat de nardus, het sperma, bevat. Dat is de balsem die hij de jongeman wil schenken. Maar om de een of andere reden wordt die balsem verspild

    08-11-2010 om 20:10 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (2)
    18-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beschouwingen bij Als de ziel spreekt

    Beschouwingen bij Als de ziel spreekt

     

    Enkele persoonlijke  beschouwingen bij dit gedicht van Boutens.

    Wat Boutens onder ziel verstaat, weet ik niet. Misschien zullen we er iets meer over weten als we zijn gedicht nauwkeurig proberen te lezen.

     

    De ziel die spreekt huist in degene die het gedicht schrijft. Maar aangezien de ziel zelf niet kan spreken, toch zeker niet met taal, voert de dichter een gesprek met zichzelf. Hij praat niet voor zich uit, maar voert een dialoog. De schrijver bestaat dus uit twee entiteiten: hijzelf als persoon en zijn ziel. Misschien manifesteert de ziel zich in iets anders dan woorden, bijvoorbeeld in gevoelens, verlangens, emoties en dergelijke. De dichter vertaalt die manifestaties dan in woorden.

    Eigenlijk zijn er drie instanties in het geding. De ziel, de persoon en de dichter. De dichter laat de ziel tot de persoon spreken.

     

    Het gedicht begint met de woorden: Lijd getroost. De persoon in kwestie lijdt en de ziel zegt dat hij daarin kan worden getroost. Het woord getroost is meerduidig. Als voltooid deelwoord van troosten  betekent het dat de persoon in zijn lijden wordt getroost of erop mag rekenen dat hij getroost zal worden. Zich getroosten betekent zich met gelatenheid ergens in schikken.  Ten slotte is er nog het Duitse woord ‘getrost’ dat de betekenis heeft van vol vertrouwen, gerust, zonder zorgen. Die drie betekenissen kunnen hier meespelen.

     

    De ziel doet een belofte. Nog voordat alle tranen zijn gevloeid die nodig zijn om het leed weg te nemen, zal de ziel ervoor zorgen dat het leed omslaat in een vorm van geluk. Die verlossing uit het leed zal de vorm aannemen van een lach waarin het voorbije leven verenigd zal zijn.

     

    Wat moet de persoon daarvoor doen? Of hij nu gelukkig of ongelukkig is, hij moet steeds openstaan voor het bewogen Licht van God, dat het eigenlijke leven is. Wat dat Licht van God moet voorstellen, is mij niet direct duidelijk.

     

    De volgende twee strofen vormen een geheel. In strofe drie wordt de levensloop geschetst, met een ochtend en een middag. Zoals voordien de tegenstelling tussen leed en lach, wijst de dichter nu op de tegenstelling tussen jong en oud. Telkens weer wordt die tegenstelling opgeheven in iets dat luister bezit. Iets dat mooi en rijk is. Als die volheid is bereikt, zal ze tot het einde van de levensdagen verworven blijven.

     

    Die laatste onbezorgde levensjaren worden in eenheid met de ziel doorgebracht. Samen wachten op de duistere overgang van de dood, waarna het eeuwige leven wacht.

     

    Wat zegt Boutens dan uiteindelijk ? Dat het leven lijden is, maar wie zich openstelt voor het het licht van God zal zien dat er verlossing mogelijk is en dat het eeuwige leven wacht.

     

    Het is misschien nogal theoretisch, maar er staan toch mooie dingen in het gedicht, ook voor wie niet in een ziel en het eeuwige leven gelooft.

     

    In de derde strofe bijvoorbeeld ziet men voor zich een landschap dat nat is van de regen en dat de stralende zon doet schitteren.

     

    Het beeld dat hij oproept in de eerste twee regels van de vierde strofe is dan weer heel hard, namelijk het beeld van een gelaat dat verstijft in de dood.

     

     

     

     

     

    18-10-2010 om 12:02 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.P.C. Boutens: De ziel spreekt

    P.C. Boutens: De ziel spreekt

     

    Lijd getroost; want ik zal klaren,

    Eer uw tranen zijn vervuld,

    Tot den lach die al uw jaren

    In zijn éenen luister hult.

     

    Laat door venstren van uw oogen

    Open steeds in lach of leed,

    Tot mij binnen dit bewogen

    Licht van God, dat leven heet:

     

    Als de zon den morgenregen

    In den middag achterhaalt,

    Tot de wereld allerwegen

    Van hun éenen luister straalt,

     

    Zal het masker uwer trekken,

    Vóor het in den dood verstijft,

    Nog mijn eigen glorie dekken,

    Die u tot den einde blijft.

     

    Na den klaren avondluister

    Van uw oogen en uw mond

    Wachten door hetzelfde duister

    Wij denzelfden morgenstond.

     

    Uit Vergeten liedjes. Athenuem – Polak & Van Gennep. Amsterdam 1990

    18-10-2010 om 12:01 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    11-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jacob Winkler Prins: Uit mistig grijze morgenstrepen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Jacob Winkler Prins: Uit mistig grijze morgenstrepen

     

    Jacob Winkler Prins (1849-1904) is de zoon van de Winkler Prins die hoofdredacteur van de encyclopedie was. Hij was tevens schilder, wat uit onderstaand gedicht mag blijken.. Ik weet zelf niet veel over hem, maar trof enkele gedichtjes aan die me wel bevielen. Komrij heeft van hem 5 gedichten opgenomen in zijn bundel van 19e en 20e eeuw. Het onderstaande komt uit een andere verzamelbundel, samengesteld door Van Hall, namelijk de zesde druk van zijn Dichters van dezen Tijd.

     

    Uit mistig grijze morgenstrepen,

    Een onbewogen meer gelijk,

    Verschijnen vormelooze repen: -

    ’t Zijn boomen op een hoogen dijk.

     

    Nu ’t lichter wordt zie ik iets blinken

    Als sikkels, opgaande uit den mist

    En klokjes hoor ik droomrig klinken; -

    De herder met zijn koeien is ‘t.

     

    En meer en meer komt ’t groen der weiden

    Te voorschijn uit den morgendamp;

    ’t Zijn bloemen, die mijn oog verblijden,

    Geel als een stralend helle lamp.

     

    Reeds flonk’ren hoog de popeltoppen

    En lager ’t groen der beukenheg;

    De dauwdrop vonkt aan windeknoppen

    De morgenwind waait nevels weg.

     

    Gezegend, licht uit nacht gestegen,

    Zoo vriendlijk lacht uw oog mij aan; -

    Ik sta op ’t kruispunt van veel wegen –

    o, Zeg mij welken kant te gaan !

     

    11-10-2010 om 11:54 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    03-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Franco Sacchetti: Florentijnse verhalen

    Franco Sacchetti: Florentijnse verhalen

     

    Italiaans schrijver 1335 – 1400.

     

    Zijn hoofdwerk is Le Trecentenovelle: de driehonderd novellen. De uitgave van Ambo bevat hieruit een grote selectie.

    Sacchetti nam een voorbeeld aan de Decamerone van Boccaccio. Maar zijn verhalen zijn niet zo gestructureerd. Het was hem er meer om te doen zijn tijdgenoten te vermaken. De verhalen gaan dan ook meestal over gebeurtenissen en anekdotes uit het Firenze van zijn tijd. (Trecento betekent ook de 14e eeuw).  In sommige verhalen treedt de auteur zelf op, in andere komen dezelfde personages terug. De verhalen zijn over het algemeen humoristisch en nu en dan ook satirisch. Ze zijn niet zo pikant als die in de Decamerone. Elk verhaaltje begint met een korte samenvatting en wordt afgesloten met een les.

     

    Verhaal CXI gaat bijvoorbeeld over een broeder Stefano die zijn buurvrouw wijsmaakt dat hij haar dochter kan afleren om lang in haar bed te blijven liggen. Zijn middeltje bestaat er naar eigen zeggen in om haar met brandnetels het bed uit te slaan. Maar hij doet met het meisje helemaal iets anders. En het gejammer dat de moeder hoort wordt niet veroorzaakt door de prikkende brandnetels.

     

    Het besluit van het verhaaltje gaat als volgt:

     

    De stad Venetië heeft het daarom goed geregeld: aangezien men anders vrouw of dochter niet wreken kan, is het een ieder geoorloofd om straffeloos geestelijken te verwonden, mits dat niet dodelijk is, en de boete ervoor bedraagt vijftig soldi. Wie er is geweest, heeft het kunnen zien; er zijn maar weinig priesters zonder littekens op hun gezicht. Door deze rem wordt hun tomeloze, bandeloze driestheid een halt toegeroepen.

    03-10-2010 om 20:15 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Peter Handke: Wunschloses Ungluck

    Peter Handke: Wunschloses Ungluck

     

    Het boek begint met een bericht uit een plaatselijk dagblad, waarin staat dat een 51-jarige vrouw zich door middel van slaaptabletten van het leven heeft beroofd. De volgende zin bezorgt de lezer een schok, als hij verneemt dat het om de moeder van de schrijver gaat. Daarna verschuift de aandacht naar de auteur zelf. Hij kan die dood niet direct plaatsen, voelt zich er ongemakkelijk bij en hij wil over het leven van zijn moeder schrijven. Door haar afkomst zal ze het lot delen van veel andere vrouwen die in dezelfde omstandigheden moeten leven, met een toekomst die weinig vooruitzichten biedt.

    die ersten Kinder, ein bißchen noch Dabeisein nach dem Hantieren in der Küche, von Anfang ab Uberhört werden, selber immer mehr Weghören, Selbstgespräche, dan schlecht auf den Beinen, Krampfadern, nur noch ein Murmeln im Schlaf, Unterleibkrebs, und mit dem Tod ist die Vorsehung schließlich erfüllt.

     

    In haar tienerjaren beleeft ze de opkomst van Hitler. De schrijver beschrijft goed hoe Hitler dankzij een uitgekiende psychologische aanpak de mensen wist te bekoren, hoe hij hun vertrouwen kon winnen.

     

     Hitler hatte im Radio eine angenehme Stimme. … Wir waren ziemlich aufgeregt. Zum ersten Mal gab es Gemeinschafserlebnisse. Selbst die werktägliche Längeweile wurde festtäglich stimmungsvoll. …Endlich einmal zeigte sich für alles bis dahin Unbegreifliche und Fremde ein großer Zusammenhang: es ordnete sich in eine Beziehung zueinander, und selbst das befremdend automatische Arbeiten wurde sinnvoll, als Fest. Die Bewegungen, die man dabei vollführte, montierten sich dadurch, daß man sie im Bewußsein gleichzeitig von unzähligen anderen ausgeführt sah, zu einem sportlichen Rhytmus – und das Leben bekam damit eine Form, in der man sich gut aufgehoben und doch frei fühlte.

     

    Op die euforie zou al vlug de oorlog volgen. In het persoonlijke leven van de moeder loopt het ook fout: relaties die stuklopen, abortussen, ziekte enz. De zonnige kant van haar leven is al vlug voorbij en van nu af gaat het bergaf tot haar zelfdodong.

     

    Het boek is al van 1972, maar het is nog altijd even aangrijpend.

     

    Onlangs las ik van Handke ook  Die Angst des Tormanns beim Elfmeter. De eerste zin van dat boek begint ook met een negatieve mededeling en de lotgevallen van de hoofdpersoon zijn evenmin opbeurend.

     

    Dem Monteur Josef Bloch, der früher ein bekannter Tormann gewesen war, wurde, als er sich  am Vormittag zur Arbeit meldete, mitgeteilt, daß er entlassen sei.

     

     

    19-09-2010 om 17:07 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    12-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maria Petyt: Het leven van de weerdighe moeder Maria Petyt

    Maria Petyt: Het leven van de weerdighe moeder Maria Petyt

     

    De Vlaamse mystica Maria Petyt werd geboren in Hazebroek in 1623. Ze overleed in Mechelen in 1677. Op jonge leeftijd al had ze het plan opgevat om in het klooster te gaan. Haar geestelijke leidsman Michaël a S. Augustino (Jan van Ballaer), gaf haar opdracht haar leven op te schrijven. Die autobiografie is het eerste deel van het vierdelige verzameld werk dat Michaël na haar dood heeft uitgegeven. De laatste drie delen bevatten de schriftelijke verslagen van haar geestelijke ontwikkeling.

     

    In de voorrede verklaart haar bezorger uitdrukkelijk:

     

    Ende ick en hebbe niet goedt ghevonden, daer in jet te veranderen, noch en hebber jet by ghedaen als de verdeylinghen ende inhoudt der Capittelen.

     

    We zouden dus te maken hebben met het authentieke levensbericht van de mystica. Dat mag misschien ook blijken uit de gewone taal en de aandacht voor dagelijkse en persoonlijke feiten.

    Het werk is integraal te lezen  in de digitale bibliotheek DBNL.

     

    Enkele fragmenten:

    Op de leeftijd van  zeven of acht jaar kreeg ze de windpokken: alsdan liet my Godt overkommen de kinder-pocxkens, waer door ick verlore de voorgaende schoonheyt des aenschijns, de aenghenaemheyt, ende bevalligheyt, soo dat ick eenighsins leelijck ende mismaeckt wiert.

     

    Een paar jaar later:

     

    In desen tydt ende ouderdom ghevoelde ick dickwils een groote begeerte, om jevers te vertrecken in een Wildernisse, in een hol, oft speloncke, om aldaer een Eremyts leven te leyden, ende te leven by de kruyden der aerde.

     

    Over verliefdheid

     

    Hier quam ick in occasie van conversatie met onghelijcke persoonen, die my pretendeerden ten Houwelijck, ende om dat ick beschaemt was te segghen , dat ick Religieuse wilde worden, om niet begheckt te zijn, dede ick al mede, gelijck een ander, ende gheliet my, al oft hunne conversatie ende aensprake my aenghenaem gheweest hadde, ghelijck sy my oock allenskens aeghnaemwiert, want mijne affectie viel wat op eenen…

     

    Over kastijding

     

    Aengaende lyf-kastijdinghen, die waeren redelijck groot naer mijne teere ende jonghe complexie, want ick noch gheen twintich jaer oudt en was; hij dede my ses weken langh alle daghen een discipline nemen, daer beneffens dagh ende nacht draeghen eeinghe riemkens met pinnekens aen het lyf, aen ermen ende beenen, het ghene my seer pynighde

     

    Ende op diversche manieren mijn Lichaem pynighde met die stekende netelen

     

    12-09-2010 om 20:48 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    09-09-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leonardo Sciascia: Mort de l'Inquisiteur
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Leonardo Sciascia: Mort de l’Inquisiteur

     

    Sciascia (1921-1989) is altijd al een van mijn lievelingsschrijvers geweest. Een van de charmes is dat zijn werken altijd beknopt zijn, meestal nooit meer dan 150 blz. Hij is een Siciliaan, geboren in Racalmuto in de provincie Agrigente. In dit werkje dat men een verhalend essay kan noemen, is hij de geschiedenis van de inquisitie in zijn geboortedorp ingedoken. De inquisiteur in het verhaal is don Juan Lopez Cisneros die in 1657 werd vermoord door Diego La  Matina toen hij deze in zijn cel bezocht. Diego was een priester die niet helemaal onbesproken was en er bovendien afwijkende ideeën op nahield. Hij zou op de brandstapel sterven.

     

    Sciascia heeft in de archieven gezocht wat hij over deze Diego kon vinden. Het werkje is voorzien van een uitgebreid notenapparaat, waar we hier in Vlaanderen niet zoveel aan hebben. De schrijver legt mooi de logica bloot van de inquisitie. De vervolgers waren ervan overtuigd dat ze het bij het rechte eind hadden. In de naam van God mocht er gemarteld worden want het was met de bedoeling om de zondaar of ketter terug tot God te brengen. De toon van het werk is ironisch. Ter illustratie onderstaand fragment dat ik zo goed mogelijk uit het Frans heb vertaald, want het boekje is blijkbaar niet vertaald in het Nederlands.

     

     

    Wat bijvoorbeeld  de biecht betreft, was er geen Luther nodig om het wantrouwen en de weerzin van de Sicilianen op te wekken; ze hebben dat sacrament altijd beschouwd als een verzinsel Boccaccio waardig; als een middel, uitgevonden door een bevoorrechte groep, de priesters, om van de sexuele vrijheid te genieten op andermans terrein en om tegelijkertijd die vrijheid te verbieden voor wie geen privilegies bezit; want voor de Sicilianen bestaat het voorrecht niet zozeer in de vrijheid om van bepaalde zaken te genieten, dan wel in het plezier dat men er in vindt om die zaken voor anderen te verbieden. En uiteindelijk bleek zelfs het celibaat van de priesters een handigheidje, een bedriegerij, om niet met gelijke wapens het onzekere terrein te moeten betreden waar de vrouwen over de eer van de mannen beslissen,  en ook om zich van hun onkwetsbaarheid te verzekeren. Het is die overtuiging die heeft geleid tot het veto van echtgenoten, vaders en broers: hun vrouwen mogen niet ter biecht gaan.

     

    Ze vonden van de biecht dat het weinig mannelijk was om hun gevoelens, zwakheden en geheime daden en plannen op te biechten aan een andere man en ze geloofden ook niet dat een man als zij van God de macht zou hebben gekregen om hun zonden kwijt te schelden; ze waren er trouwens ook van overtuigd dat zonden niet echt bestaan. De enige definitie die de Siciliaanse man voor de zonde kent, zit in de volgende zegswijze: Heeft iemand een gunstige gelegenheid en maakt hij er geen gebruik van,dan zal hij  zelfs van de biechtvader geen vergiffenis kunnen krijgen. Dit is natuurlijk een ironische verdraaiing, niet alleen van het sacrament van de biecht, maar ook van het grondprincipe van het Christendom, want de biechtvader zal geen absolutie geven aan iemand die niet  elke gunstige gelegenheid te baat neemt om te profiteren van de goederen van zijn medemens en van zijn vrouw in het bijzonder.

     

    En die houding ten opzichte van zijn medemens bezorgt de Siciliaanse man een gevoel van onzekerheid over zijn eigen bezit, ze maakt hem wantrouwig en uiterst waakzaam en ze leidt tot de pijnlijke angst en  tragische vrees waarmee hij vrouw en bezit omhult, wat op zich een vorm van religiositeit is, zo al niet een religie.

     

    09-09-2010 om 10:56 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Flannery O'Connor: Goede mensen zijn dun gezaaid
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Flannery O’Connor: Goede mensen zijn dun gezaaid

     

    Een bundel verhalen die in het Engels A Good Man is Hard to Find heet. Ik zal er maar één kort verhaal van 10 blz. uit beschrijven. Het geeft een goed beeld van de stijl en de sfeer die aan al de verhalen uit de bundel eigen is: sober en hard.

     

    Een oude vrouw woont met haar achterlijke dochter op een verlaten plek. Op een dag komt er een zwerver op haar erf, een man met een armstompje. “Vanuit de verte zag ze al dat hij een zwerver was en niet iemand voor wie je bang hoefde te zijn.” Maar helemaal zuiver op de graat lijkt hij toch ook weer niet: “Mr. Shiftlet bleef midden op het erf staan, zette zijn kist op de grond en groette haar (=de achterlijke dochter) door even aan zijn hoed te tikken alsof ze heel normaal was.

    Hij is een echte mooiprater. “Mevrouw,” zei hij met een harde, nasale stem, ik zou er een fortuin voor over hebben om ergens te kunnen wonen waar ik de zon elke avond zo zou zien ondergaan.”

    Hij bood de oude ook een stukje kauwgum aan, maar ze trok alleen maar haar bovenlip op om te laten zien dat ze geen tanden had.

     

    Intussen heeft Shiftlet het hele erf opgenomen. Hij ontdekt er onder andere een auto waarmee al 15 jaar niet meer gereden is. Shiftlet zegt dat hij timmerman is. Hij mag op de boerderij blijven als hij wat werkjes opknapt. De oude vrouw probeert haar dochter aan de zwerver te koppelen en is daarbij niet vies van een leugentje. Zo zegt ze dat haar dochter zestien jaar is, maar: Het meisje was bijna dertig, maar vanwege haar onnozelheid was het onmogelijk te zeggen.

    De twee gooien het op een akkoordje. De vrouw zal betalen om de auto te laten opknappen en bovendien geld geven zodat de zwerver en haar dochter een huwelijksreis kunnen maken.  Het stel vertrekt vervolgens op reis. Na 150 km stoppen ze in een wegrestaurant. Shiftlet bestelt eten voor zijn jonge vrouw, maar het meisje is moe en valt aan de toonbank in slaap. Hij zegt tegen de ober:

     

    “Geef ’t maar als ze wakker wordt. Ik betaal nu.”

    De jongen boog zich over haar heen en keek naar haar rozig-gouden haar en de halfdichte slaapogen. Toen keek hij Mr. Shiftlet aan. ‘Ze lijkt wel een engel van God,’ zei hij zachtjes.

     

    Shiftlet vertrekt. Onderweg pikt hij een lifter op tegen wie hij zijn moeder begint op te hemelen.

     

    “Mijn moeder was een engel van God”, zei Mr. Shiftlet met verstikte stem. “Hij bracht haar mee uit de hemel en heeft haar aan mij gegeven, en ik heb haar verlaten”. Zijn blik werd meteen troebel door een waas van tranen. De auto ging nog nauwelijks vooruit.

    De jongen draaide zich kwaad om. “Loop naar de hel!” riep hij. “Mijn ouwemoer is een luizennest en die van jou een stinkende poolkat!” en daarmee zwaaide hij het portier open en sprong met zijn koffertje in de greppel.”

     

    De geschokte Mr. Shiftlet kreeg het gevoel dat de verdorvenheid van de wereld hem weldra zou verzwelgen. Hij hief zijn arm op en liet hem op zijn borst vallen. “O Heer,” bad hij, “kom te voorschijn en was het slijk van deze aarde!”.

     

    Er steekt een storm op. Dan volgt de laatste zin van het verhaal. Hij drukte snel zijn voet op het gaspedaal en, met zijn stompje arm uit het raam geleund, hield hij een wedstrijd met de vliegende stortbui wie het eerst in Mobile was.

    28-03-2010 om 12:32 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (5 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.McCullers: Clock without hands
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    McCullers: Clock without hands

     

    “Death is always the same, but each man dies in his own way”.

     

    Een roman die met zo’n openingszin begint, kan maar moeilijk tegenvallen. Hij speelt zich af in 1953 in een stadje in het zuiden van de VS.

     

    De man die gaat sterven is Malone, de apotheker van het stadje. Na zijn bezoek bij de dokter waar hij het slechte nieuws verneemt, heeft hij een ontmoeting met een andere hoofdpersoon uit de roman. Sherman is een jonge zwarte met grijsblauwe ogen. Als ze elkaar aankijken, leest Malone in de ogen van Sherman: He felt that those strange eyes knew that he was soon to die. Vervolgens zoekt hij wat troost bij de oude rechter bij wie hij een borrel drinkt: Malone drank so quickly that the liquor seemed to blossom in his belly like a rose.

    Sherman heeft de rechter ooit van de verdrinkingsdood gered en sindsdien is hij bij hem in dienst. Hij dient hem zijn insulinespuitjes tegen suikerziekte toe en zal later ook zijn correspondentie verzorgen. De rechter is heel conservatief en fel gekant tegen de gelijkberechtiging van de zwarten. Die opvattingen van de rechter botsen ook met die van zijn kleinzoon Jester, een leeftijdgenoot van Sherman. In het prachtige hoofdstuk vier ontmoeten Sherman en Jester elkaar. Jester tracht de vriendschap van Sherman te winnen, maar die is achterdochtig en te trots. De dialogen tussen beide jongemannen zijn heel leuk, temeer omdat Sherman een geboren leugenaar en fantast is. Hij weet niet wie zijn moeder is en fantaseert dat zij een beroemdheid moet geweest zijn. Als hij achteraf de toedracht verneemt is hij fel ontgoocheld.

    Op den duur kan Sherman de opvattingen van de rechter niet lager aanhoren. Hij dient zijn ontslag in en gaat om te provoceren in een blanke wijk wonen. Die daad zal hij met zijn leven moeten bekopen. Hij wordt door de reactionaire blanken vermoord.

     

    Een prachtige roman.

     

    28-03-2010 om 11:00 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jane Bowles: Two Serious Ladies
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Jane Bowles: Two Serious Ladies

     

    Jane Bowles is geboren in 1917 in New York. Samen met haar man Paul Bowles, ook een auteur, reisde ze de wereld rond. In 1947 vestigden ze zich in Tanger. Op haar veertigste kreeg ze een hersenbloeding wat het einde van haar schrijversloopbaan betekende. Ze schreef maar een klein oeuvre, waaronder deze roman, een bundel verhalen en een toneelstuk. De roman Two Serious Ladies schreef ze toen ze 25 was.

     

    De eerste van de twee keurige dames is Christina Goering. Een rijke en ongetrouwde en al van in haar jeugd een beetje zonderlinge vrouw (At the age of ten she was called old fashioned by other little girls). Op een dag beslist ze haar huis te verkopen en gaat ze met een vriendin op een eiland een sober leven leiden. Ze krijgen na een tijdje het gezelschap van een jongeman en zijn vader. Maar die mannen krijgen helemaal geen vat op Miss Goering. Ze gaat haar eigen weg en wordt langzamerhand een soort van call-girl.

     

    De andere keurige dame is Mrs. Copperfield. Ze gaat met haar man op reis naar Panama en komt daar terecht in het prostitutiemilieu. Een hoertje wordt haar onafscheidelijke vriendin.

     

    Het is het hilarische verhaal van twee vrijgevochten vrouwen die er niet om geven dat ze langzamerhand aan lager wal geraken. Er zitten nogal wat lesbische accenten in de roman. Jane Bowles had trouwens zelf een liefdesrelatie met een Marokkaanse vrouw toen ze in Tanger verbleef.

     

    Haar werk is onder andere verschenen in de reeks Virago Modern Classics. Een uitgeverij die zich toelegt op vrouwenliteratuur. De boekjes zijn heel herkenbaar. Groen met een reproductie van een schilderij op de cover. Een typische reeks om te verzamelen…

     

     

    23-03-2010 om 11:30 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.J.D. Salinger: Franny and Zooey

    J.D. Salinger: Franny and Zooey

     

    Een korte roman uit 1961 van de pas overleden Amerikaanse auteur. De roman valt uiteen in twee delen. De eerste dertig bladzijden hebben als titel Franny. Zij is een dochter in de familie Glass die verder bestaat uit vader, moeder en nog vier kinderen. Twee andere kinderen zijn reeds overleden. In dit verhaal spelen Franny, haar oudere broer Zooey en de moeder de belangrijkste rollen.

    Franny keert voor het weekend van de universiteit terug naar huis. Haar vriendje Lane haalt haar af aan het station. Ze gaan iets eten, maar het vlot niet echt meer tussen de twee. Ze praten naast elkaar heen en Franny lijdt momenteel blijkbaar aan een vorm van anorexia. Ze heeft een boekje bij zich waar ze nogal geheimzinnig over doet en dat ze liever niet aan haar vriend toont. Het heet “The Way of the Pilgrim”.Het gaat over een Russische pelgrim die in de eerste brief van Paulus aan de Tessalonicenzen (5:17) de zin “Bidt zonder ophouden” aantrof. Hij trekt zijn land rond op zoek naar wat die woorden kunnen betekenen. Ten slotte ontmoet hij een starets die hem zegt dat de woorden “Lord Jesus Christ, have mercy on me” het best geschikt zijn om voortdurend te bidden. Door ze voortdurend te herhalen bereikt men een staat van verlichting in de aard van het woord OM in de yoga. Lane is echter te nuchter om Franny hierin te volgen. Het etentje loopt slecht af, want Franny krijgt een flauwte.

     

    In het aanzienlijk langere tweede deel, Zooey, is Franny thuis bij haar familie. Aanwezig zijn haar moeder en Zooey. Laatstgenoemde is enkele jaren ouder dan Franny. We treffen hem aan in het bad, waar hij een vier jaar oude brief van zijn broer Buddy leest. Erg tegen zijn zin krijgt hij op de badkamer bezoek van zijn moeder. Ze voeren een ellenlang gesprek over de toestand van Franny en wat ze er kunnen aan doen. Zooey belooft dat hij met haar zal praten. Dat gesprek gaat over haar bidmanie en over religiositeit in het algemeen. Hij boekt echter geen resultaat. Het laatste gesprek voert hij met Franny over de huistelefoon, waarbij hij zich uitgeeft voor zijn broer Buddy. Franny heeft zijn list echter door, maar toch werpt dat gesprek vruchten af. Zooey herinnert haar aan een bepaald zinnetje van hun door zelfmoord om het leven gekomen broer Seymour.

     

    Dit is ongeveer de verhaallijn van deze korte roman. Wat telt is echter hoe die is ingevuld en daarvoor moet men het boek lezen. De gesprekken zijn meesterlijk en met veel humor geschreven.  Ze zijn bovendien boeiend voor wie zich interesseert voor zoekende jongeren. Een boekje dat ik zeker zal herlezen.

    19-02-2010 om 16:40 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    14-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Anne Bronte: A Reminiscence

    Anne Bronte: A Reminiscence

    Yes thou art gone! and never more
    Thy sunny smile shall gladden me;
    But I may pass the old church door,
    And pace the floor that covers thee,

    May stand upon the cold, damp stone,
    And think that, frozen, lies below
    The lightest heart that I have known,
    The kindest I shall ever know.

    Yet, though I cannot see thee more,
    'Tis still a comfort to have seen;
    And though thy transient life is o'er,
    'Tis sweet to think that thou hast been;

    To think a soul so near divine,
    Within a form so angel fair,
    United to a heart like thine,
    Has gladdened once our humble sphere.

    14-02-2010 om 00:00 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    02-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.William Faulkner: Shingles for the Lord
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    William Faulkner: Shingles for the Lord

     

    Pa got up a good hour before daylight and caught the mule and rid down to Killegrews’ to borrow the froe and maul.

     

    Dit is de openingszin van dit korte verhaal, waarin we de stijl en de taal van Faulkner direct herkennen: een negerjongen die het verhaal vertelt, een dorpje, een dialectische werkwoordsvorm, een muildier, een zekere Killegrew en eigenaardig gereedschap. Eén zin is voldoende om ons voor te stellen hoe het er in dat dorp aan toe gaat.

     

    Het heeft me wat moeite gekost om terug te vinden wat een froe is. Gelukkig is er het internet waar ik zelfs een tekening aantrof. Hoe het gereedschap in het Nederlands heet, weet ik jammer genoeg niet. Het dient om uit een blok hout spanen (shingles) te hakken waarmee het dak bedekt wordt.

     

    Dit gebeurt dan ook in dit verhaal. Het dak van het dorpskerkje moet worden vernieuwd. De dominee heeft voor dit karwei enkele dorpsbewoners opgetrommeld, onder wie de vader van de jongen die de geschiedenis vertelt. Pa komt met tegenzin want hij heeft thuis zelf nog veel werk te doen. Omdat hij te laat op de afspraak is, ontspint zich tussen hem en de klusjesmannen een hele discussie over wie de verloren uren moet inhalen. Pa probeert het sluw te spelen, maar het loopt verkeerd af. Als hij ’s nachts met zijn zoon de oude dakspanen van de kerk wil verwijderen, veroorzaakt hij een brand.

     

    Ik weet niet of dit verhaaltje ooit vertaald is. Maar Faulkner heeft gelukkig nog zoveel meer geschreven.

    02-02-2010 om 16:26 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    30-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vercors: Le Silence de la Mer

    Vercors: Le Silence de la Mer

     

    Vercors (1902-1991) schreef deze korte novelle in 1941. Zijn echte naam was Jean Bruller. Het pseudoniem Vercors verwijst naar de bergstreek Vercors, ten zuiden van Grenoble, waar de schrijver als verzetsman actief was. Hij richtte er clandestien de uitgeverij Les Editions de Minuit op, die de bekende witte boekjes met blauwe letters uitgeeft. Le Silence de la Mer werd in het geheim gedrukt en over heel het bezette Frankrijk verspreid.

     

    Een oudere man, die het verhaal vertelt, woont met zijn nichtje op het platteland. Op een dag wordt er een Duitse officier ingekwartierd. Deze Werner von Ebrennac is componist en heeft veel ontzag en belangstelling voor de Franse cultuur. Hij gelooft dat de oorlog nodig is om de bourgeois in Frankrijk een nederlaag te bezorgen en dat Frankrijk en Duitsland ooit een rijke culturele eenheid zullen vormen. De officier is heel discreet en verontschuldigt zich voor de ongemakken. Bijna elke avond komt hij in burgerkleren in de huiskamer en vertelt daar over zijn leven en ideeën. Die hele periode spreken de oude man en zijn nicht geen woord met Ebrennac. Hij verwacht dat ook niet van hen. Zelf neemt hij telkens afscheid met de woorden Je vous souhaite une bonne nuit.

    Na enkele maanden vertrekt hij voor twee weken met verlof naar Parijs. Hij verheugt zich erop zijn kameraden te ontmoeten. Bij zijn terugkeer is hij ontgoocheld. Hij werd in Parijs uitgelachen om zijn verheven ideeën. Volgens zijn wapenmakkers moeten de Fransen vernederd en vernietigd worden en moet de Franse cultuur verdwijnen.

    Ebrennac verschijnt voor de laatste keer in de huiskamer. Hij draagt zijn legeruniform en zegt dat hij zich opgegeven heeft voor een gevechtseenheid. Hij neemt afscheid met zijn gebruikelijke woorden en bij het buitengaan zegt hij nog Adieu. Voor het eerst in al die maanden kijkt het nichtje hem nu in de ogen en neemt ze ook afscheid met een Adieu.

    30-01-2010 om 09:13 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Maria Dermout: De Sirenen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Maria Dermout: De Sirenen

     

    Nederlandse schrijfster (1888-1962). Ze heeft heel lang in Indonesië gewoond en publiceerde pas op 63-jarige leeftijd haar eerste werk.

     

    Deze bundel verhalen is uit haar nalatenschap samengesteld. De verhalen dateren uit de hele loopbaan van de schrijfster.

     

    Het titelverhaal is gesitueerd op Sumatra, in het noordoostelijk deel aan de straat van Malakka die de grens vormt tussen Sumatra en Maleisië. De bevolking leeft er in ‘lange huizen’.

      (De traditionele huizen zijn in het bezit van de vrouwen. In de grote huizen kunnen honderden mensen terecht die aan elkaar zijn gelinkt door een enkele gemeenschappelijke moeder.

    Elke dochter heeft een kamer waar ze haar man die vaak alleen 's nachts komt kan ontvangen. Het huis wordt telkens gegeven aan de dochter van de moeder des huizes. Vaak is een huis omringd door andere huizen. Er werd er telkens een bijgebouwd als een vrouwelijk lid van de familie ging trouwen.)

     

    Op een dag verlaat een vrouw haar woning. Ze koopt een prauw en samen met een scheepsmaat en een poes gaat ze op zoek naar het ‘land van de tijger’. Dat is het Vasteland, waar haar eiland heel lang geleden ook deel van uitmaakte. De scheepsmaat wordt de minnaar van de vrouw. Hij kan de poes niet uitstaan en die verhuist naar het ruim. ’s Avonds gaan zij voor anker en wassen en baden zij zich. De scheepsmaat gaat altijd het water in.

     

    “Met een paar korte slagen zwom hij over het diepe heen, waar de haaien zijn die graag bloed drinken, dat wist hij wel!. Hij kon vlugger en ook beter zwemmen dan de haaien, zei hij. En dan kwam hij op het verdronken land, daar was het niet diep: uitgestrekte vlakke weiden onder water met algen begroeid alsof het gras was, groen en bruin en erg nat; en op die weiden zoals het behoort, graasden koeien.

    Op de zeeweiden graasden zeekoeien…

    Niet in het felle zonlicht overdag: in de schemer, of in een nevel, of des nachts leken zij wel wat op vrouwen, deze zeekoeien. En zij loeiden.

    Begeleid, gedempt, overstemd soms door alle geluiden van zee en golven en wind, was het alsof zij zongen, de zwarte vrouwen onder water, de Sirenen. Zoals zij genoemd zijn al in de grijze oudheid.”

     

    Aan boord intussen, heeft de vrouw slechtere bedoelingen. Elke nacht, als de scheepsmaat slaapt, prikt ze met een speld in zijn vinger en laat ze de poes het bloed oplikken.

    Op een nacht wordt de prauw losgeslagen en zwalpt rond tot hij strandt voor een onbekende kust, het Vasteland. De jongen is dood en de vrouw gooit hem overboord. Zelf springt ze aan wal, gevolgd door de poes.

     

    Hij keek met zijn hete gele ogen naar overal tegelijk; de vrouw, de prauw, het verdronken land aan de ene kant, de zeekoeien, daar lag de man, het Vasteland aan de andere kant, de bossen, de heuvels, de bergen, overal bossen, weer naar de vrouw, gromde, en met één sprong was hij van de prauw af en op de hoge rotskust en stond daar: hij was een volwassen koningstijger, goudgeel met zwarte strepen, en verschrikkelijk om te zien.

     

    De jongen ligt nog altijd in de verdronken wei: Hij ligt recht en stil in de natte bruin en groene algen, toch is hij niet verdronken, hij slaapt ook niet, hij ligt rustig achterover, zijn beide handen liggen naast hem. Hij houdt zijn ogen dicht zoals iemand die naar iets luistert, hij houdt zijn ogen open, dan kijkt hij door het water. In een kring om hem heen zijn de zwarte vrouwen onder water, de Sirenen, zij zingen voor hem.

     

    Het verhaal dat begon met de woorden Het verhaal luidt: eindigt met de woorden Zo luidt het verhaal.

     

     

    Verder in de bundel staan onder andere drie verhalen over slangen, over een man die met haaien vecht, over een danser met een speer enz.

    De stijl van Maria Dermout is bijzonder. Ze heeft zich laten inspireren door de Indonesische verhaaltraditie, met veel herhalingen, heel suggestief en geheimzinnig. Het zijn verhalen waarbij de lezer het beste zijn verbeelding kan laten werken.

     

     

    29-01-2010 om 11:50 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (1)
    27-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aifric Campbell: De logica van het moorden

    Aifric Campbell: De logica van het moorden

     

     

    Een Ierse schrijfster die taalkunde studeerde en semantiek doceerde in Zweden. Verder was ze investeringsbankier in Londen en nog later schoolde ze zich om tot psychotherapeute. Die verschillende thema’s komen in deze eersteling terug.

     

    Jay Hamilton is psychoanalyticus. In het eerste hoofdstuk maken we kennis met Cora Miller, een van zijn patiënten. Het is voor de schrijfster een gelegenheid om een paar ideeën te ventileren.

     

    Hij was benieuwd geweest of hij bepaalde culturele verschillen zou ontdekken, maar het bleek dat zijn cliënten, altijd hetzelfde zouden zijn, allemaal op zoek naar betekenis in de chaos, zonder dat er ook maar een van hen inzag dat zinloosheid gelijkstaat aan bevrijding.

     

    Het was nu eenmaal een feit dat patiënten die medicijnen gebruikten snel saai werden. Het was een faustiaanse ruil die hen kneedbaar en onverschillig maakte, omdat ze de menselijke ervaring inruilden voor de bevroren woestenij van verdoofde monotonie.

     

    Jay is geen voorstander van medicatietherapie. In dat verband zegt hij later:

     

    Het werkelijke probleem, Dana, is onze afnemende verdraagzaamheid, ons gebrek aan uithoudingsvermogen. Het lijkt wel of het menselijke ras bezig is spierkracht te verliezen. We gaan ervan uit dat we geen tegenspoed zullen ondervinden. Dát is interessant – onze toenemende intolerantie voor het lijden dat met het leven gepaard gaat.

     

    De echte crisis wordt gevormd door onze afnemende levenslust. We slaan op de vlucht voor onze eigen menselijkheid.

     

    Een tweede personage met wie we kennismaken is Robert, de veel oudere en later vermoorde broer van Jay. Hij was een taalfilosoof die een radicale theorie verkondigde. Hij raadde zijn broer destijds af om het beroep van psychoanalyticus uit te oefenen, omdat het volgens hem niet wetenschappelijk was. Jay is het daar niet mee eens, getuige onderstaande bedenking uit de tijd dat hij studeerde.

     

    Witgejaste psychologiedocenten wezen naar gekooide knaagdieren die rondrenden door het zaagsel en hielden hun studenten voor dat kennis alleen op empirische wijze kon worden verkregen. Jay had de indruk dat de gehele discipline maar wat aan het rondstommelen was door de raadselen van de natuur.

     

    Het volgende personage is Dana Flynn. Ze heeft Jay om een interview verzocht om te praten over het leven van zijn vermoorde broer. Het verhaal spitst zich nu toe op het leven en de dood van Robert en zijn relatie met zijn broer Jay. Robert leidde een dubbelleven als homoseksueel. Een gevaarlijke bezigheid in die jaren, omdat ze strafbaar was en er vaak jacht op homo’s werd gemaakt. Misschien is Robert zo aan zijn eind gekomen.

     

    Daarna begint het thrillergedeelte van het boek. De moord op Robert wordt ontraadseld.

     

     

     

     

     

     

     

    27-01-2010 om 16:26 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jörn Pfennig: Twee gedichten

    Jörn Pfennig: Twee gedichten

     

    Verfahren

     

     

    Als we het erover
    eens konden worden   
    dat ik jouw lichaam
    begeesterend
    mag vinden
    en jij
    mijn lichaam
    niet bedreigend
    hoeft te vinden –
    we waren een stapje dichter
    richting paradijs.

     

     

    Sei ehrlich

     

     

    Er zijn zoveel redenen

    om niet met een man te slapen

    maar – zeg eens eerlijk:

    een reden kan toch ook zijn

    dat je net ongesteld bent.

    Zeg me aub als het dat is
    je helpt er mij en jezelf mee-
    en samen
    stellen we dan wellicht vast
    dat deze reden
    er helemaal geen is.

     

    22-01-2010 om 16:22 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hesse: Over lezen en boeken

    Hesse: Over lezen en boeken

     

    Een oud boek biedt altijd troost, het spreekt als het ware van ver weg, we kunnen ernaar luisteren of ook niet. En als plots machtige woorden oplichten, lijken die ons niet uit een boek van nu te komen, lijken het niet de woorden van auteur zus of zo, maar komen ze uit de eerste hand, als de schreeuw van een meeuw en een zonnestraal.

     

    Voor de waarachtige lezer betekent een boek lezen: wezen en denken van een vreemde te leren kennen, proberen hem te begrijpen en als het kan er een vriend van te maken.

     

     

    De vijanden van goede boeken en van goede smaak überhaupt, zijn niet degenen die boeken verachten, maar zij die boeken verslinden.

     

    Velen vinden het een schande om de nieuwste roman van de nieuwste modeschrijver niet te kennen, terwijl ze hun leven lang de oude boeken in de kast hebben laten staan. Zij beseffen niet hoeveel van dat nieuwste en meest geliefde slechts opgewarmde oude kost is die als nieuwigheid wordt opgediend.

    22-01-2010 om 16:15 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-01-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Colum McCann: Het verre licht

    Colum McCann: Het verre licht 


    Een roman uit 1998 van een Ierse schrijver die in New York woont. Het verhaal speelt zich af onder de grond en hoog in de lucht. De eerste verhaallijn begint in 1916. We maken kennis met een groepje mannen dat bezig is met het graven van een tunnel onder een rivier in New York. Het is hard en gevaarlijk werk en er heeft een spectaculair ongeluk plaats waarbij een aantal arbeiders door de druk vanuit de tunnel hoog de lucht in worden geschoten, midden in de rivier.

    De andere verhaallijn begint in 1961. Daarin leren we Boomkikker kennen. Zijn vrouw en kind hebben hem verlaten nadat hij handtastelijk werd met zijn dochter. Hij leeft nu in de metrogangen, in een hooggelegen moeilijk toegankelijke ruimte. In die gangen leeft een bont gezelschap outcasts.

    Ik heb deze roman met genoegen gelezen. Een ongewoon onderwerp, leerrijk en af en toe ontroerend.

     

    21-01-2010 om 16:40 geschreven door john

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (2)


    Foto

    Poems are blossoms of the brain. Emily Dickinson
    Kunst gibt nicht das Sichtbare wieder, sondern macht sichtbar. Paul Klee

    La nostra vita in terra

    Altro non è che guerra


    en houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Hebreeën 13.2
    Archief per week
  • 29/06-05/07 2020
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 13/05-19/05 2013
  • 07/01-13/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 26/09-02/10 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 08/11-14/11 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 11/10-17/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 04/01-10/01 2010
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 21/09-27/09 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009
  • 19/01-25/01 2009
  • 31/12-06/01 2008
  • 22/12-28/12 2008
  • 15/12-21/12 2008
  • 08/12-14/12 2008
  • 01/12-07/12 2008
  • 24/11-30/11 2008
  • 17/11-23/11 2008
  • 10/11-16/11 2008
  • 11/08-17/08 2008
  • 04/08-10/08 2008
  • 28/07-03/08 2008
  • 28/04-04/05 2008
  • 21/04-27/04 2008
  • 14/04-20/04 2008
  • 07/04-13/04 2008
  • 31/03-06/04 2008
  • 24/03-30/03 2008
  • 17/03-23/03 2008
  • 10/03-16/03 2008
  • 03/03-09/03 2008
  • 25/02-02/03 2008
  • 18/02-24/02 2008
  • 11/02-17/02 2008
  • 04/02-10/02 2008
  • 28/01-03/02 2008
  • 21/01-27/01 2008
  • 14/01-20/01 2008
  • 07/01-13/01 2008
  • 31/12-06/01 2008
  • 30/07-05/08 2007
  • 23/07-29/07 2007
  • 16/07-22/07 2007
  • 25/06-01/07 2007
  • 18/06-24/06 2007
  • 11/06-17/06 2007
  • 04/06-10/06 2007
  • 28/05-03/06 2007
  • 21/05-27/05 2007
  • 14/05-20/05 2007
  • 07/05-13/05 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 23/04-29/04 2007
  • 16/04-22/04 2007
  • 09/04-15/04 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 26/03-01/04 2007
  • 19/03-25/03 2007
  • 12/03-18/03 2007
  • 05/03-11/03 2007
  • 26/02-04/03 2007
  • 19/02-25/02 2007
  • 12/02-18/02 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 22/01-28/01 2007
  • 15/01-21/01 2007
  • 08/01-14/01 2007
  • 01/01-07/01 2007
  • 25/12-31/12 2006
  • 18/12-24/12 2006
  • 11/12-17/12 2006
  • 04/12-10/12 2006
  • 20/11-26/11 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 30/10-05/11 2006
  • 23/10-29/10 2006
  • 16/10-22/10 2006
  • 09/10-15/10 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 25/09-01/10 2006
  • 18/09-24/09 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 28/08-03/09 2006
  • 21/08-27/08 2006
  • 14/08-20/08 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 17/07-23/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006
  • 23/01-29/01 2006
  • 16/01-22/01 2006
  • 09/01-15/01 2006
  • 02/01-08/01 2006
  • 26/12-01/01 2006
  • 12/12-18/12 2005
  • 05/12-11/12 2005
  • 28/11-04/12 2005
  • 21/11-27/11 2005
  • 14/11-20/11 2005
  • 07/11-13/11 2005
  • 31/10-06/11 2005
  • 24/10-30/10 2005
  • 17/10-23/10 2005
  • 10/10-16/10 2005
  • 03/10-09/10 2005
  • 26/09-02/10 2005
  • 19/09-25/09 2005
  • 12/09-18/09 2005
  • 05/09-11/09 2005
  • 29/08-04/09 2005
  • 15/08-21/08 2005
  • 08/08-14/08 2005
  • 01/08-07/08 2005
  • 25/07-31/07 2005
  • 18/07-24/07 2005
  • 11/07-17/07 2005
  • 04/07-10/07 2005
  • 27/06-03/07 2005
  • 20/06-26/06 2005
  • 13/06-19/06 2005
  • 06/06-12/06 2005
  • 30/05-05/06 2005
  • 23/05-29/05 2005
  • 16/05-22/05 2005
  • 09/05-15/05 2005
  • 02/05-08/05 2005
  • 25/04-01/05 2005

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Aanraders tot nu toe:

    Von Keyserling: Branding
    Hrabal: Zwaarbewaakte treinen
    Voltaire: Candide
    Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven
    Hawthorne: De scharlaken letter
    Yalom: De Schopenhauer-kuur
    Rosa: De derde oever van de rivier
    Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi
    Waugh: The Loved One
    Kadare: Het donkere jaar
    Baricco: Zijde
    Moorehead: De Blauwe Nijl
    Lampedusa: De tijgerkat
    Melville: Billy Budd
    Platonov: De bouwput
    Tim Parks: Bestemming
    Bernhard: De neef van Wittgenstein
    Kafka: Die Verwandlung
    Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw
    Traven: Verhalen
    Baldwin: Go Tell it on the Mountain
    Faulkner: As I lay dying
    Oë: De hoogmoedige doden
    Trilling: The Middle of the Journey
    Hardy: Far from the madding crowd
    Kristof: De analfabete
    McEwan: Amsterdam
    Filloy: De bende
    Sciascia: De Zaak Aldo Moro
    Salinger: Franny and Zooey

    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!