Werk uit 1990 van een Portugese auteur die in 1943 geboren is.
Op de omslag staat Dom Sebastião afgebeeld. Hij was een Portugese koning, geboren in 1554 en in 1578 gestorven. Hij had het in zijn hoofd gehaald om de Moren in Marokko te verslaan, maar zijn leger werd de woestijn in gelokt en volkomen vernietigd. Er waren maar enkele Portugese overlevenden en het lijk van de koning werd nooit teruggevonden. Zo ontstond de mythe dat hij ontsnapt was en zijn toevlucht had gezocht op een eiland vanwaar hij ooit naar Portugal zou terugkeren, toen om de Spanjaarden te verdrijven, later als een soort messias.
De roman van Faria gaat niet over de historische figuur. Zijn held is een 20e eeuwse jongeman die gelijkenis vertoont met Dom Sebastião, wiens ouders dezelfde naam dragen als die van de koning enz. Hij is ook een veroveraar, maar dan van vrouwen. In deze korte roman (100 blz.) lezen we hoe en welke vrouwen hij allemaal verleidt (twee van zijn slachtoffers heten Julieta en Justina, verwijzingen naar twee werken van de markies de Sade).
De roman is een satire. Op het sebastianisme (het geloof dat Dom Sebastião als mesias zal terugkeren), op het bijgeloof in de Portugese samenleving, op de nationalistische gevoelens enz.
Bij verschijnen verwekte het boek dan ook een schandaal. De trots van het Portugese volk en zijn geschiedenis werd belachelijk gemaakt.
Voor een buitenstaander of buitenlander betekent de roman niet zoveel. Hij is vooral geschreven voor binnenlands gebruik.
Echt een roman van deze tijd. De locatie is Londen en de hoofdpersonen vormen een welstellend en gelukkig middenklassegezin. De man, Henry Perowne, is neurochirurg. En dat zullen we geweten hebben. We krijgen uitvoerige details over hersenoperaties en hersenziektes. Uit het nawoord blijkt dat de auteur zich uitvoerig heeft gedocumenteerd. De beschrijvingen zijn geen vorm van pedanterie, zelfs voor een leek zijn ze interessant. Zijn echtgenote is advocate, de zoon een beginnend bluesmuzikant (en ook over de bluesmuziek geeft McEwan gedetailleerde informatie: neurochirurgen en bluesliefhebbers zullen het boek dus zeker moeten lezen). De dochter is studente en dichter en zal vandaag, zaterdag 15 februari 2003, na zes maanden uit Parijs terugkeren naar huis.
Het is de vrije zaterdag van Henry. In de vroege ochtend ziet hij door zijn raam hoe een vliegtuig met brandende motor boven Londen vliegt. Daarmee snijdt hij het thema van het terrorisme aan. Hij gaat een partijtje squashen met een collega uit het ziekenhuis. Ook hier weer een gedetailleerde weergave van een wedstrijd die uitdraait op geruzie. In Londen is er een grote betoging aan de gang tegen de voorgenomen oorlog tegen Irak. Daarover zal hij met zijn dochter redetwisten. Onderweg heeft hij een licht ongeval met zijn auto, en dat zal later in de roman erge gevolgen hebben. Terug thuis bereidt hij een maaltijd (het recept is terug te vinden op het volgende adres: http://www.ianmcewan.com/bib/articles/fishstew.html).
De familieleden komen thuis en als laatste zijn vrouw. Zij is echter in het gezelschap van twee mannen, twee van de drie met wie Henry vroeger op de dag een aanrijding had. Zij gijzelen en terroriseren het gezin. Voor de leider loopt het slecht af.
Alles is heel herkenbaar voor de hedendaagse lezer. De internationale politiek, het geweld, gezin en werk als veilige thuishaven, de confrontatie ouders en kinderen. Poëzie speelt een belangrijke rol in het verhaal. Er staan ontroerende passages in, o.a. die waarin de moeder van Henry een staaltje geeft van haar zwemkunst voor de klas van de jongen. En er is zoveel meer.
Het is een boek dat iedereen zeker moet lezen. Van de moderne romans is het de beste die ik dit jaar al las. Tot slot enkele citaten
Wie een utopie nastreeft duldt uiteindelijk elke uitwas, elk meedogenloos middel om haar te verwezenlijken. Als vaststaat dat uiteindelijk iedereen voorgoed gelukkig wordt, wat kan het dan voor misdaad zijn om nu een paar miljoen mensen af te slachten ?
Maar als het huidige bestel op dat moment wordt weggevaagd, zal de toekomst op ons terugkijken als goden, zeker in deze stad, gelukkige goden gezegend met rijke voorziene supermarkten, stromen toegankelijke informatie, warme kleren die niets wegen, lange levensverwachtingen, wonderapparaten.
Niet het rationalisme zal de godsdienstfanaten overwinnen, maar het alledaagse winkelen en alles wat dat met zich meebrengt werk om maar iets te noemen, en vrede, en een zekere inzet voor uitvoerbare genoegens, de belofte van gestilde trek in deze wereld, niet in de volgende. Liever winkelen dan bidden.
Romans en films, rusteloos en modern, jagen ons voor- of achteruit door de tijd, door dagen, jaren of zelfs generaties. Maar de dichtkunst verricht haar waarneming en beoordeling door te balanceren op de speldenknop van het moment.
Bij de thuiskomst van zijn dochter is hij ontroerd:
Het moment dat hij volschiet komt en gaat in één enkele golf die meteen weer weg is. Hij is nog maar in de leer voor oude gek, is pas een beginneling.
Het koninkrijk van Christus op aarde, het arbeidersparadijs, de islamitische heilsstaat. Maar alleen in de muziek, en alleen bij zeldzame gelegenheden, gaat het geheim van deze gemeenschapsdroom ook echt omhoog, en tergend wordt deze tevoorschijn getoverd voordat hij met de laatste noten weer vervaagt.
Geen bespreking, want ik heb het boek nog niet gelezen. En omdat het vakantie is, zal ik er losjes over schrijven hoe het in mijn bezit gekomen is.
Ik bezoek geregeld kringloopwinkels op zoek naar interessante boekenkoopjes. Vorige week was ik naar een winkel in E. gefietst, 14 km van waar ik woon. De oogst:
-Marius Flothuis: Denken over muziek
-Helma Wolf-Catz: De vrijheid roept de diepste slapers
-Van Deyssel: Een liefde
-Glucksmann: De meesterdenkers (kritische studie over Hegel, Marx, Nietzsche)
-Henry James: In de greep (The turn of the screw)
Totale prijs: 2,75 euro.
Ik had ook het boek van Faulkner in de hand, maar ik was ervan overtuigd dat ik het al bezat. Thuisgekomen in de kasten en de dozen op zolder gekeken. Ik had me vergist. Sanctuary had ik niet, wel The Unvanquished. Een Amerikaanse Signet pocket, die je alleen al zou kopen voor de afbeelding op de omslag. Bovenaan staat in vette letters: Violence Rebellion Heroism, en daaronder By the author of Sanctuary.
Enkele dagen later ben ik dan samen met mijn dochter opnieuw naar de winkel gefietst. Heen en terug: 28 km. Er aangekomen was de winkel gesloten: 11 juli, Vlaamse feestdag. Van de fietstocht hadden we echter geen spijt. Een stuk ervan liep langs een breed kanaal, aan de ene kant en een goederenspoor aan de andere kant. We passeerden twee enorme windmolens, we zagen hoe enorme stalen platen uit een binnenschip werden gelost, we moesten stoppen voor een grijper die modderig grind over onze hoofden dreigde te storten. Kortom: de Vlaamse industrie in actie. Het riep warme herinneringen op aan mijn jeugd in Antwerpen waar ik een tijdje in het havengebied heb gewerkt en waar ik als jonge knaap, fel tegen mijn zin, over de middag boterhammen naar mijn vader moest brengen, die op zijn vrije dagen in de dokken vis probeerde te vangen.
Terug naar het boek. Sanctuary heet het in het Engels, een heilige plaats die bescherming biedt. Het exemplaar dat ik kocht was in het Nederlands en de titel luidde: Het gangstermeisje Temple Drake. Op de omslag: een foto van een vamp met half ontblote borst.
Temple Drake: het is ook de naam van het vrouwelijke hoofdpersonage in Requiem for a nun. Dat is bij Faulkner wel meer het geval. Zo komt ook de familie Satoris in verschillende van zijn romans voor.
O ja, bij die gelegenheid kocht ik voor 20 cent nog een boekje van Bart Moyaert, Mansoor. Klein formaat, een veertigtal bladzijden. Het gaat over jonge kinderen. Een jongen en een meisje die een ander meisje pesten en haar dwingen om een giftige plant, mansoor, op te eten. Ik las het boekje uit in de trein, op weg naar enkele boekenwinkeltjes in Brussel, waar ik onder andere een geannoteerde uitgave van de gedichten van Shakespeare kocht en The Reivers van Faulkner .
Een zeer eigenaardig boek. Het is opgevat als een toneelstuk in drie bedrijven. Niet alle delen echter zijn in dialoogvorm. Het eerste bedrijf bijvoorbeeld The Courthouse begint met een lange inleiding in proza. Ze gaat over het ontstaan van het gerechtsgebouw in de pionierstijd en ze leidt de eerste scène in die zich 100 jaar later afspeelt in datzelfde gebouw. Daar wordt Nancy Mannigoe, een zwarte kinderoppas (en gewezen drugsverslaafde hoer) veroordeeld om te worden opgehangen wegens moord op de blanke baby van Temple Drake, die haar uit de goot had gehaald en bij wie ze in dienst is. In de volgende bedrijven lezen we hoe de moord er is gekomen. De aanleiding was het gedrag van Temple Drake, die van plan was eruit te trekken met een minnaar en het kind in de steek te laten. Voor Nancy kon dat niet (misschien projecteerde ze haar eigen verleden in het kind) en daarom vermoordde ze de baby. Temple Drake heeft wroeging en samen met de advocaat van Nancy zal ze nog proberen de terechtstelling te voorkomen door een bezoek aan de gouverneur van de staat.
Alle scènes worden dus voorafgegaan door een stuk proza. Het tweede gaat over de stad Jackson, waar het gouverneurshuis zich bevindt, en het laatste over de gevangenis waar Nancy opgesloten is.
In die prozagedeelten wordt telkens de geschiedenis van de plaats en het gebouw beschreven, met allerlei anekdotes. Die prozastukken zijn aartsmoeilijk. Met het woordenboek bij de hand, bleef er nog heel wat onduidelijk (een uitdaging voor de anglofielen in de groep !). Faulkner schrijft vaak ellenlange zinnen, plots onderbroken door lange uitweidingen tussen haakjes, hij stapelt de adjectieven op, gebruikt slang uit de zuiden van de VS enz.
De auteur raakt in het boek allerlei themas aan. Hij werkt ze niet uit, maar zegt er genoeg over om de lezer zelf een oordeel te laten vellen: over de gebiedsroof van de indianen, de slavernij, de doodstraf, de rechteloosheid in de pionierstijd enz.
Ik was van plan het boek in het Nederlands te herlezen, maar voor zover ik het kon nagaan is het niet vertaald in het Nederlands, wat ik nauwelijks kan geloven.
Een kunstschilder heeft zich teruggetrokken op een eilandje voor de Bretoense kust. Hij heeft een kunstcriticus naar zich toe gelokt om zijn portret te schilderen.
De roman is één lange monoloog van de kunstenaar. Hij spreekt hem uit terwijl hij in verschillende sessies het portret schildert. De criticus wordt volledig ontluisterd. Hij is gedeeltelijk verantwoordelijk voor de mislukte carrière van de kunstenaar en daarnaast heeft hij nog veel meer op zijn kerfstok. Wat kan ik niet verklappen want het boek wordt geacht een thriller te zijn. Welnu, het thrillergehalte komt pas tot uiting op de laatste twintig bladzijden van het boek. Wat daarvoor komt is ook interessant, tenminste voor lezers die van schilderkunst houden. Er wordt nogal afgerekend met de kunstkritiek die bepaalt wie een kans op de markt krijgt.
Op de achterflap staat dat deze auteur de beste historische thriller ooit zou hebben geschreven. De titel daarvan is Het goud van de waarheid. Heeft iemand die soms gelezen ?
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey