Zola: La curéexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Dit is het tweede deel uit de twintigdelige cyclus van de Rougon-Macquart. La curée betekent de jacht op succes, baantjesjagerij, verdelen van de buit.
Drie personen spelen een hoofdrol in deze roman. Er is in de eerste plaats Saccard (een Rougon) wiens leven in het teken staat van rijk worden en aanzien verwerven. Als hij ergens munt kan uitslaan, kent hij geen scrupules. Terwijl zijn vrouw op sterven ligt, arrangeert zijn zuster al een nieuw huwelijk voor hem met een meisje van 19 die zwanger is geraakt. Saccard die het meisje van haar noch pluim kent, is bereid haar te huwen tegen een fors bedrag. Met dat geld kan hij beginnen te speculeren in onroerend goed. Er worden in Parijs namelijk grote avenues aangelegd en daarvoor moeten heel wat woningen worden onteigend. Hij kan zijn geld echter niet beheren, wankelt geregeld op het randje van het faillissement en zal op den duur zijn eigen vrouw financieel moeten bedriegen om het hoofd boven water te houden.
De tweede hoofdpersoon is Renée, de jonge echtgenote van Saccard. Deze sensuele vrouw leidt een leeg luxe bestaan en verveelt zich te pletter. Haar stiefzoon, Maxime, de zoon uit het eerste huwelijk van haar man, is haar beste vrindje. Hij is een verwijfd type, een dandy en leegloper. Na verloop van tijd ontstaat er een incestverhouding tussen Renée en Maxime. Zoals te verwachten loopt dat faliekant af.
De roman speelt zich af in de betere kringen van le Second Empire. Het is een decadent wereldje.
Dit is de tweede roman die ik van Zola lees, en ik moet mijn idee over hem toch bijstellen. Ik had een vooroordeel dat het allemaal nogal plat zou zijn, maar dat is niet het geval. Nu en dan kan men van die oude volksuitgaven van zijn werken in het Nederlands aantreffen en de titels daarvan alleen al voorspellen de meest vunzige lectuur. He tegendeel is waar. Zijn onderwerpen zijn weliswaar gewaagd voor die tijd (incest, in dit geval), maar de roman is heel knap geschreven. De ontwikkeling van de affaire tussen Renée en Maxime is heel mooi beschreven. Er hangt een zwoele, decadente sfeer over het geheel.
Wat men er wel moet bijnemen, zijn de lange beschrijvingen. Zowel van Parijs, van de inrichting van de woningen, van de toiletten van de dames, enz. Maar ik kan me voorstellen dat er daar liefhebbers voor bestaan.
Ik zit nu aan nummer twee en heb dus nog achttien delen te gaan. Zoals het er nu uit ziet, denk ik wel dat ik de hele cyclus mettertijd gelezen zal krijgen. Zola weet me te boeien.
|