Marita Mathijsen: Het literaire leven in de negentiende eeuwxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Recent zijn er van haar hand nog twee boeken over de negentiende eeuw verschenen, maar die kon ik nog niet lezen.
Dit boekje (92 bladzijden) is al van 1987. Wie interesse heeft, kan een kijkje nemen op het volgende adres, waar de volledige tekst mét illustraties is opgenomen. http://www.dbnl.org/tekst/math004lite02/index.htm . U moet dan kijken bij auteurs van de twintigste eeuw, onder de naam Mathijsen, en daar vindt u dan dit boekje. Het is de website van de Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren, die ik niet genoeg kan aanbevelen.
Het literaire leven wordt hier in brede zin beschreven, eerder sociologisch. Wie las er, wat las de lezer, hoe verliep het drukken en de verspreiding van literatuur, welke literaire genootschappen waren er, wie waren de belangrijkste schrijvers. Het boekje beschrijft uitsluitend de Nederlandse situatie, maar dat neemt niet weg dat het heel leerzaam is. Zo behandelt Mathijsen in haar inleiding in een korte paragraaf de mentaliteit in de 19e eeuw. Aan de ene kant de romantiek met zijn pathos, aandacht voor het grote en geweldige, zin voor contrasten, geheimzinnigheid en donkere machten. Aan de andere kant de biedermeiermentaliteit: de eeuw van de genoeglijkheid en de huiselijkheid.
Over het onderwijs. De kinderen leerden lezen uit zogenaamde ABC-boekjes. Een voorbeeldje:
Ach Heer, terwijl ik in mijn jeugd
Ben gansch besmet met vuile zonden
Cier my door uwen Geest met deugd:
Doe my in Christus zijn gebonden.
Gelukkig werd die methode vlug verlaten, en werd er gewerkt met platen, waarvan de uitloper aap, mies, noot sommigen nog zullen kennen.
Het lijkt erop dat vrouwen uit de 19e eeuw meer lazen dan mannen. Een aanwijzing daarvoor is dat de schrijver van een roman zich dikwijls tot zijn lezers richtte met de woorden lieve lezeressen.
Er werden leesgezelschappen opgericht die boeken aankochten die dan aan de leden werden uitgeleend. In de letterkundige genootschappen werden dan weer literaire avonden ingericht waarop auteurs uit hun werk kwamen voorlezen. Over zo een werkje zal ik het hebben in mijn volgende bijdrage.
De schrijfster heeft het verder ook nog over de boekhandels, uitgeverijen en over enkele auteurs uit die periode. Bilderdijk, Tollens, enz., auteurs die niet meer worden gelezen, tenzij door nieuwsgierige buitenbeentjes. De figuur van de 19e eeuw is natuurlijk Multatuli, maar die wordt in dit boekje maar terloops vermeld.
In het woord vooraf schrijft de auteur dat het boekje vooral bestemd is voor leerlingen uit de hoogste klassen van het hoger middelbaar en beginnende studenten aan universiteiten. Dus voor weetgrage mensen, die nog eens graag achterom kijken.
|