Excelsior
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Onlangs kocht ik een mooi geïllustreerd boekje met enkele gedichten van Longfellow. Een van die gedichten heette Excelsior en die titel deed me onmiddellijk denken aan een gedicht van Gezelle met dezelfde titel. Longfellow was geen onbekende voor Gezelle. Zoals bekend heeft hij zijn Song of Hiawatha vertaald. Dat werk was in de negentiende eeuw een succesnummer. Het verscheen in 1855 en werd direct in verschillende talen vertaald. De eerste vertaling in het Nederlands was van Meijboom en verscheen in 1862. Gezelle vertaalde in 1856 één zang uit het gedicht, maar hij begon pas in 1879 aan de definitieve versie die in 1886 werd gepubliceerd. Meer hierover is te lezen in Mijnheer Gezelle, de biografie door Michel van der Plas. Ook op volgend adres staat een kleine bijdrage: http://www.sip.be/gezelle/kortrijk/nl/song2_nl.htm
Maar ik wou het over het gedicht Excelsior hebben. Excelsior betekent hogerop, steeds hoger. In het gedicht van Longfellow gaat het om een jongeman die de Alpen intrekt met een vlag waarop Excelsior staat. Hij passeert een dorp waarin de inwoners hem trachten af te houden van zijn tocht en die hem op de gevaren wijzen. Maar de jongeman wil verder. Zijn avontuur loopt verkeerd af en hij verongelukt.
The shades of night were falling fast, As through an Alpine village passed A youth, who bore, 'mid snow and ice, A banner with the strange device, Excelsior!
His brow was sad; his eye beneath, Flashed like a falchion from its sheath, And like a silver clarion rung The accents of that unknown tongue, Excelsior!
In happy homes he saw the light Of household fires gleam warm and bright; Above, the spectral glaciers shone, And from his lips escaped a groan, Excelsior!
"Try not the Pass!" the old man said: "Dark lowers the tempest overhead, The roaring torrent is deep and wide! And loud that clarion voice replied, Excelsior!
"Oh stay," the maiden said, "and rest Thy weary head upon this breast!" A tear stood in his bright blue eye, But still he answered, with a sigh, Excelsior!
"Beware the pine-tree's withered branch! Beware the awful avalanche!" This was the peasant's last Good-night, A voice replied, far up the height, Excelsior!
At break of day, as heavenward The pious monks of Saint Bernard Uttered the oft-repeated prayer, A voice cried through the startled air, Excelsior!
A traveller, by the faithful hound, Half-buried in the snow was found, Still grasping in his hand of ice That banner with the strange device, Excelsior!
There in the twilight cold and gray, Lifeless, but beautiful, he lay, And from the sky, serene and far, A voice fell, like a falling star, Excelsior!
Zoals u kunt lezen is het een heel romantisch gedicht.
Het gedicht Excelsior van Gezelle is van een heel andere aard. Het is te lang om hier af te drukken, maar de belangstellende lezer kan het nalezen op het volgende adres:
http://www.dbnl.org/tekst/geze002vlae01/geze002vlae01_0024.htm
Het is een gedicht uit zijn eerste bundel, Dichtoefeningen en het werd geschreven in 1857. Het is het verhaal van een jongeman die zijn ouders en familie verlaat. Zoals bij Longfellow staat ook op zijn vlag Excelsior. Maar hij trekt de zee over en komt in een woest land waar hij Gods boodschap wil brengen. Maar de inboorlingen verstaan hem niet en brengen hem om het leven. In de laatste strofe is onze jonge priester in de hemel en zingen de engelen hem lof toe.
Veel heeft Gezelle dus niet van Longfellow overgenomen, alleen de naam op de vlag en het afsluiten van elke strofe met het woord Excelsior.
Om af te sluiten laat ik nog een gedicht met de titel Excelsior volgen. Het is van de Amerikaanse dichter Walt Whitman (1819-1892), maar het heeft een heel andere toon dan de twee vorige gedichten. Oordeel maar zelf.
Who has gone farthest? for I would go farther, And who has been just? for I would be the most just person of the earth, And who most cautious? for I would be more cautious, And who has been happiest? O I think it is I--I think no one was ever happier than I, And who has lavish'd all? for I lavish constantly the best I have, And who proudest? for I think I have reason to be the proudest son alive--for I am the son of the brawny and tall-topt city, And who has been bold and true? for I would be the boldest and truest being of the universe, And who benevolent? for I would show more benevolence than all the rest, And who has receiv'd the love of the most friends? for I know what it is to receive the passionate love of many friends, And who possesses a perfect and enamour'd body? for I do not believe any one possesses a more perfect or enamour'd body than mine, And who thinks the amplest thoughts? for I would surround those thoughts, And who has made hymns fit for the earth? for I am mad with devouring ecstasy to make joyous hymns for the whole earth
|