Franz Kafka: Das Urteil (Het Vonnis)xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Kafka schreef dit tien bladzijden lange verhaal in één ruk, op 22/23 september 1912, van tien uur s avonds tot zes uur s morgens. Um zwei Uhr schaute ich zum letzten Male auf die Uhr. Wie das Dienstmädchen zum ersten Male durchs Vorzimmer ging, schrieb ich den letzten Satz nieder (uit zijn dagboek). Hij is immens tevreden met het prozastuk en als eerste werk die ochtend leest hij het verhaal voor aan zijn zussen. Een maand tevoren had hij bij Max Brod thuis kennisgemaakt met de hem onbekende Felice Bauer, aan wie hij het verhaal heeft opgedragen. Hij schreef het verhaal twee dagen nadat hij haar zijn eerste brief had opgestuurd. Op 24 oktober schrijft hij Felice dat hij het verhaal aan haar opgedragen heeft, maar hij voegt eraan toe:
Im übrigen hat die Geschichte in ihrem Wesen, soweit ich sehen kann, nicht den geringsten Zusammenhang mit Ihnen, außer daß ein darin flüchtig erscheinendes Mädchen Frieda Brandenfeld heißt, also wie ich später merkte, die Anfangsbuchstaben des Namens mit Ihnen gemeinsam hat. Der einzige Zusammenhang besteht vielmehr nur darin, daß die kleine Geschichte versucht, von ferne Ihren wert zu sein.
Heeft deze geschiedenis, zoals hij schrijft, niets te maken met zijn recente kennismaking met Felice Bauer ? In de eerste zin relativeert hij zijn bewering al door te schrijven soweit ich sehen kann. Verder zijn er de identieke beginletters van beide personen (Kafka had Freud gelezen). Had hij die naam bewust of onbewust gekozen ? In de laatste zin, maakt het woordje vielmehr zijn bewering ook minder eenduidig. Voorzag hij misschien dat zijn toekomst met Felice problematisch zou zijn?
Bij het verbeteren van de drukproef in februari 1913 schrijft hij over Das Urteil:
die Geschichte ist wie eine regelrechte Geburt mit Scmutz und Schleim bedeckt aus mir herausgekommen.
Het verhaal begint heel onschuldig, zelfs idyllisch. Op een Sontagvormittag im schönsten Frühjahr zit Georg Bendemann op zijn kamer en schrijft een brief aan een oude vriend die is uitgeweken naar Rusland om daar een zaak te beginnen. Maar de zaak draait niet meer zo goed en de brieven uit Rusland zijn schaars geworden. Het probleem voor Georg is dat hij niet weet wat hij zijn vriend kan en mag schrijven. Omdat hij schrik heeft om hem te beledigen, kan hij hem geen raad geven en ook dat zijn eigen zaken goed gaan vindt hij misplaatst om mee te delen. Daarom schrijft hij altijd maar over onbelangrijke zaken. Op aandringen van zijn verloofde echter, schrijft hij hem nu toch dat hij verloofd is.
Georg gaat dan met zijn brief naar de kamer van zijn vader. Hij is er al maandenlang niet binnen geweest, omdat zij elkaar op het werk en tijdens de maaltijden zien. Nu zet het onheil in: Georg staunte darüber, wie dunkel das Zimmer des Vaters selbst an diesem sonnigen Vormittag war. Als hij de kamer binnengaat komt zijn vader hem tegemoet: Ah, Georg! sagte der Vater und ging ihm gleich entgegen. Sein schwerer Schlafrock öffnete sich im Gehen, die Enden Umflatterten ihn mein vater ist noch immer ein Riese, sagte sich Georg. De vader wordt hier voorgesteld als de viriele man, die zonder omwegen door het leven gaat. Georg zegt dat hij zijn vriend van zijn verloving heeft in kennis gesteld. Zijn vader echter zegt dat hij niet gelooft dat hij daar echt een vriend heeft. Georg probeert over iets anders te praten. Ondertussen kleedt hij zijn vader uit, legt hem in bed en dekt hem toe (alsof hij hem wil begraven). Maar dan springt zijn vader overeind en stuurt zijn verwijten op Georg af. Om te beginnen over zijn toekomstig huwelijk (een episode die later in een andere vorm ook in de Brief an den Vater zal voorkomen).
Weil sie die Röcke gehoben hat fing der Vater zu flöten an, weil sie die Röcke so gehoben hat, die widerliche Gans, und er hob, um das darzustellen, sein Hemd so hoch, daß man auf seinem Oberschenkel die Narbe aus seinem Kriegsjahren sah, weil sie die Röcke so und so und so gehoben hat, hast du dich an sie herangemacht, und damit du an ihr ohne Störung dich befriedigen kannest, hast du unser Mutter andenken geschändet, den Freund verraten und deinen Vater ins Bett gesteckt, damit er sich nicht rühren kann. Aber kann er sich rühren oder nicht ?.
Georg probeert zich nog met spot en sarcasme te verdedigen, maar zijn vader veroordeelt hem steeds scherper en spreekt ten slotte het vonnis uit: Ich verurteile dich jetzt zum Tode des Ertrinkes.
Georg is nu zo murw, dat hij dit besluit van zijn vader ook gaat uitvoeren.
Het heeft weinig zin dit werkje louter te lezen als een verhaaltje. Men moet zich in het personage verplaatsen en proberen mee te maken wat het inwendig beleeft, zijn twijfels, zijn onzekerheid, hoe hij zichzelf voorliegt enz. Op die manier wordt het verhaal heel beklemmend.
|