Een roman over de joodse gemeenschap in Ferrara in de jaren dertig, tijdens de opkomst van het fascisme in Italië. De Finzi-Contini zijn een rijke joodse intellectuele familie in Ferrara. Hun grote huis is omgeven door een tuin die de ik-persoon altijd al heeft geïntrigeerd. Hij kent de familie oppervlakkig van de bezoeken aan de synagoge. Als de plaatselijke tennisvereniging de toegang aan de joden ontzegt, stelt de vader Finzi-Contini zijn tennisveld open voor de joodse jongeren. De hoofdpersoon wordt verliefd op de dochter van het huis, maar die affaire draait uit op niets.
De roman gaat in de eerste plaats misschien wel over de stad Ferrara. Hij werd geschreven in 1962 en de auteur heeft de sfeer uit de jaren dertig willen oproepen. De personages zijn overwegend intellectuelen met het gevolg dat er veel over cultuur in het boek wordt gepraat, vooral over mij onbekende Italiaanse auteurs.
De foto is uit de gelijknamige film van Vittorio de Sica uit 1971
Von Keyserling: Branding Hrabal: Zwaarbewaakte treinen Voltaire: Candide Ishiguro: Een kunstenaar van het vlietende leven Hawthorne: De scharlaken letter Yalom: De Schopenhauer-kuur Rosa: De derde oever van de rivier Hoffmann: Das Fräulein von Scuderi Waugh: The Loved One Kadare: Het donkere jaar Baricco: Zijde Moorehead: De Blauwe Nijl Lampedusa: De tijgerkat Melville: Billy Budd Platonov: De bouwput Tim Parks: Bestemming Bernhard: De neef van Wittgenstein Kafka: Die Verwandlung Werfel: Het bleekblauwe handschrift van een vrouw Traven: Verhalen Baldwin: Go Tell it on the Mountain Faulkner: As I lay dying Oë: De hoogmoedige doden Trilling: The Middle of the Journey Hardy: Far from the madding crowd Kristof: De analfabete McEwan: Amsterdam Filloy: De bende Sciascia: De Zaak Aldo Moro Salinger: Franny and Zooey