Carry van Bruggen: Van een kindxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Eerst iets over deze Nederlandse schrijfster. Ze is een joodse vrouw die in 1881 werd geboren en die in 1932 door zelfmoord om het leven kwam. Ik las van haar al de roman De Verlatene. Die gaat over een joods gezin, waarin de vader (de verlatene) erg op de godsdienstige regels en gebruiken gesteld is, en die onder andere daardoor zijn kinderen van zich ziet vervreemden.
Van een kind is een verhaal. Het gaat over een joods meisje in een klein stadje. We verkennen samen met haar dat stadje, de omgeving, de mensen en op het einde van het verhaal komt ze om het leven. Bij een roeitochtje wordt ze overvaren door een boot. Die dood komt als een verrassing, want er is weinig in het verhaal dat die afloop laat vermoeden.
Voor het overige zal ik enkele passages aanhalen die me troffen en zeggen waarom.
Lea moest trouwens altijd u tegen de bedelaars zeggen, en ze mocht niet zonder alstublieft de centen in hun hand leggen.
Wat jammer dat die beleefdheid tegenwoordig zo ver zoek is, en dan zeker in Nederland. Er is een tijd geweest dat ik die vormelijkheid ook maar niks vond. Dat werd algauw afgedaan als hypocrisie, of het in stand houden van standenverschillen. Met je medemens mocht je wel wat vertrouwelijker omgaan. Nu schat ik een dergelijke vorm van respect hoger in. Door hoffelijk te zijn tegen elkaar kunnen conflicten worden vermeden.
Hierbij aansluitend de volgende passage. Als joodse, mocht Lea de vrijdag vroeger uit de klas vertrekken voor de Sabbath.
En de bovenmeester zei in de stilte de woorden van elke week, afgemeten en deftig, de Israëlieten kunnen wel naar huis gaan. De kleine Lea was de enige in haar klas die het aanging, maar toch vond ze het heel natuurlijk, dat de hooggeplaatste bovenmeester niet zo maar zei Lea mag wel naar huis gaan het was juist goed zo, als een algemene wet, waarvan elk de geldigheid op zichzelf beoordeelde, moest het over haar hoofd plechtig worden uitgebazuind. Ze zou in t geheel niet hebben gewild dat de bovenmeester het huiselijker had uitgedrukt.
Ook hier weer dat respect. Het doet ook raar aan te bedenken dat dit verhaal werd geschreven voordat de jodenvervolgingen hebben plaatsgevonden. Daarna is het onmogelijk geworden om nog gewoon over het joodse leven te schrijven. Met de holocaust is de onschuld verdwenen.
Een laatste passage:
Hier hielden tegelijk haar herinneringen op, want hier had ze nooit gewandeld, het was de wereld die achter het pontje lag, veer als een vreemde provincie, en hier waren dus ook geen dingen die háár kenden en willig waren om haar uitstromende gevoelens op te vangen en voor haar te bewaren, tot ze later ze weer opvragen zou
Vooral dat laatste stuk van de zin vind ik prachtig. Zij legt haar gevoelens bijvoorbeeld in een boom, die ze voor haar bewaard tot ze bij die boom terugkomt en hij haar die gevoelens terugschenkt.
|